Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2013

Geldend van 21-12-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2013

artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder::

  • a.

    dag:

  • een periode van 24 uur, aanvangende te 0.00 uur, of een gedeelte daarvan;

  • b.

    week:

  • een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • c.

    maand:

  • een kalendermaand

  • d.

    jaar:

  • een kalenderjaar.

artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De precariobelasting wordt geheven, van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond zijn.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid, wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven de openbare dienste bestemde gemeentegrond heeft.

artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven er zake van het hebben van:

  • 1.

    het hebben van voorwerpen of werken ten behoeve van eigendommen, welke bij de gemeente in gebruik zijn, tenzij deze zijn verhuurd of in exploitatie zijn gegeven aan derden;

  • 2.

    het hebben van ten behoeve van het publiek aangebrachte brievenbussen en postzegelautomaten;

  • 3.

    het hebben van wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond A.N.W.B. en van andere overeenkomstige instellingen;

  • 4.

    het hebben van voorwerpen en werken, welke daar ingevolge een wettelijk voorschrift moeten worden gedoogd;

  • 5.

    het hebben van voorwerpen en werken ten behoeve van kermisinrichtingen en circussen met hun toebehoren, indien een huursom of andere vergoeding voor de ingenomen standplaats aan de gemeente verschuldigd is;

  • 6.

    het gebruik van openbare gemeentegrond en het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond en het openbare gemeentewater, voor zover reeds uit andere hoofde een vergoeding is verschuldigd;

  • 7.

    het hebben van voorwerpen of werken, welke noodzakelijk ter uitoefening van die publiekrechtelijke taak van de gemeente zijn aangebracht of geplaatst door de gemeente

  • 8.

    het hebben boven openbare gemeentegrond van borden tot verhuur of verkoop van woningen of andere percelen, in het geval deze borden aan de te verhuren of te verkopen woningen of andere percelen zijn bevestigd;

  • 9.

    het hebben van buisgeleidingen, dienende voor de afvoer van water en rioolstoffen op de gemeentelijke riolering;

  • 10.

    het hebben van borden, masten, palen, e.d., die in verband met verkiezingen van vertegenwoordigende lichamen zijn aangebracht;

  • 11.

    het hebben van pilasters, plinten, kozijndorpels, gevelversieringen, bloembakken in onderhoud bij de gemeente, goten, goot- of kroonlijsten, regenpijpen, balkons en spionnen;

  • 12.

    het hebben van voorwerpen en werken ten behoeve van renovatieprojecten uitgevoerd door woningcorporaties als bedoeld in de Woningwet;

  • 13.

    het hebben van rails ten dienste van een openbaar middel van vervoer.

artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

Bij de berekening van de verschuldigde belasting worden gedeelten van tijdvakken en gedeelten van afmetingen voor gehele gerekend.

artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven door middel van een aanslag, gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur waarop het bedrag wordt vermeld.

artikel 8 Ontstaan van de belastingplicht en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Indien de in artikel 3, bedoelde belastingplicht aanvangt, is de belasting verschuldigd bij de aanvang van het kalenderjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het heffingsjaar wordt beëindigd, wordt van de over dat jaar geheven belasting ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van een jaar als er nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Aanslagen van minder dan € 4,50 worden niet opgelegd.

  • 5.

    Voor de toepassing van het bepaalde in het vierde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen precariobelasting of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening precariobelasting 2012" vastgesteld bij raadsbesluit van 1 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    De verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening precariobelasting 2013”.

Tabel van tarieven als bedoeld in artikel 4 van de verordening regelende de tarieven en voorwaarden van de precariobelasting 2013.

Tabel.pdf (versie geldig sinds: 06-11-2012; PDF-bestand; grootte: 54.16 kB)