Regeling vervallen per 01-01-2015

Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Velsen

Geldend van 05-04-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Velsen

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a. WWB: de Wet werk en bijstand;

    • b. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • c. IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • d. De wet: de WWB, de IOAW en de IOAZ tezamen;

    • e. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen;

    • f. gemeente: de gemeente Velsen;

    • g. belanghebbende: de persoon met een uitkering krachtens de WWB, die IOAW of de IOAZ;

  • 2.

    Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de Algemene wet bestuursrecht, de WWB, de IOAW en de IOAZ.

Artikel 2 Opdracht aan het college

  • 1.

    Het college zorgt voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van fraude en van misbruik en oneigenlijk gebruik en stelt hiertoe periodiek doch in elk geval eens per vier jaar een beleidsplan vast.

  • 2.

    Het college maakt zoveel mogelijk gebruik van de middelen die de wet biedt om misbruik en oneigenlijk gebruik van deze wetten tegen te gaan.

  • 3.

    Het college informeert de raad jaarlijks over de in het eerste lid bedoelde uitvoering.

Artikel 3 Terugvordering

  • 1.

    Het college vordert de kosten van bijstand dan wel inkomensvoorziening terug in de gevallen die in artikel 58 en 59 van de WWB en de artikelen 25 tot en met 31 van de IOAW en de IOAZ zijn aangegeven, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.

  • 2.

    Het college stelt nadere regels vast voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 4 Verhaal

  • 1.

    Het college verhaalt de kosten van bijstand en de kosten van inkomensvoorziening boven een nader door het college te bepalen bedrag, en overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 61 en 62 van de WWB, voor zover zich hier geen andere wettelijke regel tegen verzet.

  • 2.

    Van verhaal wordt afgezien, als daarvoor zeer dringende redenen aanwezig zijn.

  • 3.

    Het college stelt nadere regels vast voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 5: Afstemming

Als de belanghebbende zijn verplichtingen niet of onvoldoende nakomt dan wel anderszins blijk geeft van onvoldoende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan, verlaagt het college de uitkering of de inkomensvoorziening conform de Maatregelenverordening WWB 2013 respectievelijk de Maatregelenverordening IOAW/IOAZ 2013, onverminderd de plicht van het college om een boete op te leggen bij het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht en onverminderd de terugvordering van ten onrechte verstrekte bijstand of ten onrechte verstrekte inkomensvoorziening.

Artikel 6 Aangifte

Indien een gedraging van de belanghebbende leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de verplichting de ten onrechte verstrekte bijstand of inkomensvoorziening terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door de wetgever en het Openbaar Ministerie hiervoor gehanteerde uitgangspunten.

Artikel 7 Hardheidsclausule

  • 1.

    In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening, als toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 8 Citeerartikel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Velsen

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na de publicatie van deze verordening.

  • 3.

    De Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 gemeente Velsen wordt gelijkertijd ingetrokken.

Toelichting Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Velsen

Algemeen

In de Wet werk en bijstand (WWB) van 1 januari 2004 is de verplichting tot handhaving van regels, zoals die golden onder de Algemene bijstandswet (Abw), losgelaten en omgezet in een “kan”-bepaling. Hiermee krijgt de gemeente de bevoegdheid eigen regels te bepalen omtrent handhaving.

De WWB schrijft voor dat de gemeente een verordening moet opstellen die de handhaving regelt. De letterlijke tekst van het bij amendement ingevoegde artikel 8a WWB luidt:

De gemeenteraad stelt in het kader van het financiële beheer bij verordening regels voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

Er worden geen eisen gesteld aan de inhoud van het beleid. Verlaging van de uitkering en terugvordering waren onder de WWB geen verplichtingen meer, maar bevoegdheden.

Door de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (BUIG) van 1 januari 2010 heeft de gemeente een grotere financiële verantwoordelijkheid bij de uitvoering van de IOAW en de IOAZ gekregen. Gelijk is de beleidsmatige vrijheid vergroot. Dat betekent onder andere dat er op het gebied van handhaving beleid moet worden geformuleerd.

De Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW wetgeving (Stbl. 2012, 462) verplicht het college vanaf 1 januari 2013 tot volledige terugvordering en het opleggen van een bestuurlijke boete ter hoogte van het benadelingsbedrag bij het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht. Deze verordening is in overeenstemming met deze wettelijke verplichting gebracht.

De IOAW en de IOAZ schrijven evenals de WWB voor dat de raad een Handhavingsverordening vaststelt. Gezien de verwantschap tussen deze wetten en uit een oogpunt van deregulering en efficiency is gekozen voor een combiverordening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen.

Onder uitkeringsgerechtigden met een WWB uitkering worden mede verstaan mensen met een uitkering krachtens het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004.

Artikel 2

Dit artikel legt de verantwoordelijkheid voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de WWB en de IOAW/Z neer bij het college. Het college dient in ieder geval eenmaal per vier jaar een beleidsplan op te stellen. Het opgestelde Handhavingsplan 2005-2008 is verlengd. Een plan 2013-2017 is in het eerste kwartaal 2013 vastgesteld.

Daarnaast krijgt het college de opdracht om de gemeenteraad jaarlijks te informeren over de uitvoering en de resultaten op het gebied van handhaving. Dat gebeurt via het Verslag Werk en Inkomen.

Met het tweede lid wordt tot uitdrukking gebracht dat de bijstand en de inkomensvoorziening alleen bestemd zijn voor hen die daar recht op hebben. Het college heeft de plicht alle mogelijke middelen in te zetten om de rechtmatigheid van de uitkeringen te waarborgen.

Artikel 3

Terugvordering is een bevoegdheid van de gemeente. Zoals in het algemene deel van deze toelichting al is vermeld, is terugvordering van teveel betaalde bijstand als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht echter een verplichting van het college geworden. Met dit artikel spreekt de gemeenteraad uit dat van de bevoegdheid tot terugvordering in de overige gevallen gebruik wordt gemaakt. De regels omtrent de terugvordering zijn vastgelegd in de door het college vastgestelde Beleidsregels terugvordering en verhaal Wet werk en bijstand. Deze zijn ook van toepassing op de IOAW en IOAZ.

Artikel 4

Ook verhaal (op derden zoals de onderhoudsplichtige) is een bevoegdheid. Met dit artikel spreekt de gemeenteraad uit dat van die bevoegdheid gebruik wordt gemaakt. Ook dit onderdeel is nader uitgewerkt in de bij de toelichting van artikel 3 genoemde beleidsregels.

Artikel 5

Wanneer de cliënt onvolledige of onjuiste informatie verstrekt, waardoor teveel bijstand is betaald, wordt deze bijstand teruggevorderd en wordt een boete opgelegd. Bij het niet nakomen van andere verplichtingen, zoals het niet nakomen van de arbeidsvoorwaarden, de medewerkingsplicht en andere opgelegde verplichtingen, kan de uitkering of de inkomensvoorziening (tijdelijk) worden verlaagd conform de Maatregelenverordening WWB respectievelijk de Maatregelenverordening IOAW/IOAZ. Dat kan ook als de belanghebbende blijk geeft van onvoldoende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan. Deze verlaging is bedoeld om het nakomen van de verplichtingen en de hoogte van de uitkering op elkaar af te stemmen en heeft daarmee het karakter van gedragscorrectie.

Artikel 6

Onder het boeteregime van de Abw bestond de verplichting voor gemeenten om proces-verbaal op te maken en aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie als er sprake was van fraude en het benadelingsbedrag hoger was dan € 6.000,-- (de aangifterichtlijn sociale zekerheid). Deze grens is per 1 januari 2009 opgetrokken tot € 10.000,-- en vanaf 1 januari 2013 tot € 50.000,--.

Artikel 7

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 8

Dit artikel spreekt voor zich.