Handhavingsplan Werk en Inkomen 2013

Geldend van 13-08-2013 t/m heden

Intitulé

Handhavingsplan Werk en Inkomen 2013

1. WAAROM EEN HANDHAVINGSPLAN?

De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor verlening van bijstand aan mensen die niet over de financiële middelen beschikken om in noodzakelijke kosten zoals woonkosten, zorgpremie en levensmiddelen te voorzien. Wetten die dit regelen zijn de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).

Een uitkering is alleen bedoeld voor diegenen die er volgens de wet recht op hebben. Misbruik en oneigenlijk gebruik mogen niet lonen. Ook de gemeenteraad spreekt zich hier duidelijk over uit in de handhavingsverordening. Mede in verband met wetswijzigingen is in maart 2013 een nieuwe versie van de handhavingsverordening vastgesteld. Het college is verantwoordelijk voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet en stelt daartoe een handhavingsplan vast.

Dit handhavingsplan beschrijft hoe de komende vier jaren, in zowel de preventieve als de repressieve sfeer, uitvoering wordt gegeven aan de handhaving van de regels die gelden onder de WWB, IOAW en IOAZ.

De voornaamste reden om een handhavingsonderzoek te starten is het vermoeden dat een belanghebbende de inlichtingenplicht schendt, ofwel fraude pleegt. De inlichtingenplicht houdt in het licht van de WWB in: de plicht om aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij van invloed zijn op het recht op bijstand.

Het komt voor dat een belanghebbende onbewust de inlichtingenplicht schendt, doordat hij of zij onvoldoende op de hoogte is van de plichten die zijn verbonden aan een uitkering. In die gevallen maakt de gemeente een afweging in hoeverre de schending verwijtbaar is. Daardoor worden vaak mildere consequenties verbonden aan verminderde verwijtbaarheid of een gebrek daar aan.

1.1 Handhavingsplan 2005

De voorloper van dit handhavingsplan is het Handhavingsplan 2005. De doelstellingen in het Handhavingsplan 2005 waren:

  • Preventief:

    • i.

      Vroegtijdig informeren;

    • ii.

      Optimaliseren van de dienstverlening;

    • iii.

      Beperken van de instroom

  • Repressief

    • i.

      Werk als handhavingsinstrument;

    • ii.

      Vroegtijdig constateren en afhandelen;

    • iii.

      Daadwerkelijk sanctioneren.

De visie en doelstellingen uit dat plan blijven in de toekomst belangrijke uitgangspunten voor handhaving.

1.2 Nieuwe ontwikkelingen

De doelstellingen uit het Handhavingsplan 2005 zullen ook de komende beleidsperiode de belangrijkste speerpunten zijn bij handhaving en fraudebestrijding. Ten opzichte van 2005 is er wel het een en ander veranderd, met name op het gebied van wet- en regelgeving, dat zijn weerslag heeft op het handhavingsbeleid. De veranderingen hebben betrekking op de bestuurlijke boete bij het schenden van de inlichtingenplicht en het huisbezoek. Door deze ontwikkelingen is het van belang om het beleidsplan uit 2005 bij te stellen.

Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid

Op 1 januari 2013 is de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid in werking getreden. Deze wet betreft een aantal wijzigingen in de WWB, IOAZ en IOAW en is bedoeld om uitkeringsfraude krachtiger te bestrijden.

De twee belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op het verplicht opleggen van een bestuurlijke boete:

  • 1.

    Bij schending van de inlichtingenplicht, waardoor ten onrechte te veel uitkering is betaald, vordert het college dit benadelingsbedrag terug en legt een boete op ter hoogte van dat benadelingsbedrag. Bij recidive (binnen vijf jaar) wordt een boete opgelegd van 150% van het benadelingsbedrag;

  • 2.

    Bij nulfraude (schending inlichtingenplicht zonder benadelingsbedrag) volgt de eerste keer een waarschuwing. Bij recidive (binnen twee jaar) wordt een boete van € 150,- opgelegd.

Bij verminderde of geen verwijtbaarheid (bijvoorbeeld onbewust inlichtingenplicht geschonden) kan het college besluiten tot een verlaging van de boete. De regels hieromtrent zijn vastgelegd in de Beleidsregels boeteoplegging WWB, IOAW en IOAZ 2013.

Naast de invoering van de bestuurlijke boete is per 1 januari 2013 tevens de aangiftegrens verhoogd van € 12.000,- naar € 50.000,-; wanneer bij schending van de inlichtingenplicht het benadelingsbedrag boven de € 50.000,- uitkomt, wordt de zaak overgedragen aan het Openbaar Ministerie. De verhoging heeft tot gevolg dat onderzoeken minder vaak aan de sociaal rechercheur worden overgedragen en vaker door handhaving worden uitgevoerd. Het feit dat een handhaver minder bevoegdheden heeft dan een sociaal rechercheur kan een belemmering vormen voor de uitvoering van het handhavingsonderzoek.

Wet huisbezoeken

Naast wijzigingen met betrekking tot schending van de inlichtingenplicht is tevens voor het afleggen van een huisbezoek per 1 januari 2013 een wijziging in de WWB doorgevoerd. Ook deze wijziging is erop gericht om fraude krachtiger te bestrijden.

De kern van de wijziging is dat de gemeente een huisbezoek kan afleggen indien er onduidelijkheid bestaat over de woonsituatie of over het kunnen delen van de noodzakelijke kosten van het bestaan. Tot 1 januari 2013 konden alleen huisbezoeken worden afgelegd bij vermoedens van fraude.

Wanneer de belanghebbende een huisbezoek weigert en daardoor de situatie onduidelijk blijft, kan dit gevolgen hebben voor de uitkering.

1.3 Kadernota voor integraal toezicht en handhaving in Velsen 2013-2016

Handhaving vindt niet alleen plaats binnen de sociale zekerheid. Gemeentebreed is toezicht en handhaving binnen verschillende beleidsvelden een belangrijk onderwerp. Om het toezicht en de handhaving in de gemeente Velsen integraal vorm te geven, heeft de gemeenteraad op 17 januari 2013 de Kadernota Integraal Toezicht en Handhaving (ITH) 2013-2016 vastgesteld.

Het belangrijkste uitgangspunt in de kadernota is preventie, omdat voorkomen beter is dan handhaven.

Op basis van de kadernota is een jaarprogramma ITH 2013 opgesteld. Hierin staat al een en ander omschreven over handhaving binnen de sociale zekerheid. De uitgangspunten die hierin worden genoemd, worden nader uitgewerkt in dit handhavingsplan.

1.4 Actieplan Wet werk en bijstand 2012 – 2013

Om de tekorten op de uitkeringsverstrekking zoveel mogelijk tegen te gaan is medio 2012 het Actieplan Wet werk en bijstand vastgesteld. De aanpak richt zich op het beperken van de instroom door gerichte samenwerking met het UWV Werkbedrijf om de doorstroom vanuit de WW naar de bijstand te beperken, het genereren van extra uitstroom via de inzet van een werkmakelaar en meer aandacht voor handhaving o.a. door middel van internetrecherche.

1.5 Terugblik

Uit onderzoek blijkt dat Velsen de afgelopen jaren bovengemiddeld heeft gepresteerd op het gebied van handhaving en terugvordering van ten onrechte ontvangen bijstand. Onderstaande tabel geeft weer hoeveel handhavingsonderzoeken de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden en wat het resultaat daarvan was.

 

2010

2011

2012

Aantal ingestelde onderzoeken

104

151

165

Resultaat - uitkering beëindigd - uitkering aangepast - maatregel opgelegd - aangifte gedaan - fraude niet aangetoond 16

16 7 11 3 69

35 10 41 4 61

31 14 26 1 93

Kortom

Een handhavingsplan is nodig om misbruik en oneigenlijk gebruik van uitkeringen zoveel mogelijk tegen te gaan. De gemeente Velsen zet al jaren succesvol in op krachtige bestrijding van fraude. De uitgangspunten hierbij zijn:

  • Vroegtijdig informeren;

  • Optimaliseren van de dienstverlening;

  • Beperken van de instroom;

  • Werk als handhavingsinstrument;

  • Vroegtijdig constateren en afhandelen;

  • Daadwerkelijk sanctioneren.

Ook de rijksoverheid zet sterk in op fraudebestrijding door de regels rond handhaving en sanctiebeleid verder aan te scherpen. Een voorbeeld daarvan is de invoering van de bestuurlijke boete bij schending van de inlichtingenplicht.

2. RANDVOORWAARDEN VOOR EFFECTIEVE HANDHAVING

2.1 Optimale communicatie

Om spontane naleving van de regels te bevorderen, is het van belang dat klanten weten wat die regels inhouden. Daarom worden zij vanaf het begin door middel van verschillende instrumenten geïnformeerd over hun rechten en plichten. Bijvoorbeeld tijdens het intakegesprek en door middel van een folder over rechten en plichten.

2.2 Eigen verantwoordelijkheid

Om de rechtmatigheid van de uitkering te bepalen is het noodzakelijk dat de klant informatie verstrekt over zijn situatie. Hij is zelf verantwoordelijk voor het tijdig en volledig verstrekken van die informatie. De rechtmatigheid staat voorop: alleen zij die er volgens de wet recht op hebben, moeten een uitkering ontvangen. Bovendien is de klant eerstverantwoordelijke om (weer) zo snel mogelijk economisch zelfstandig te worden. De gemeente helpt hem daarbij door middel van re-integratie naar werk.

De kans dat mensen zich spontaan aan wet en regels houden, wordt groter als zij:

  • goed en tijdig geïnformeerd zijn over hun rechten en plichten in de bijstand;

  • de regels, en de controlepraktijk die daaruit voortvloeit, accepteren;

  • de pakkans bij overtreding als hoog ervaren;

  • voldoende worden afgeschrikt door opgelegde en uitgevoerde sancties.

2.3 Privacy

Veel aspecten van de handhaving zijn privacygevoelig. Met name de opsporing door middel van bijvoorbeeld internetrecherche, het digitale fraudemeldpunt en het huisbezoek. Gelet op de wettelijke privacyregels is het van groot belang om vertrouwelijk met informatie over klanten om te gaan. Dit is geborgd doordat medewerkers goed op de hoogte zijn van de (on)mogelijkheden met betrekking tot opsporing. Zowel voor internetonderzoek en –recherche als voor het huisbezoek geldt dat hiervoor duidelijke regels worden vastgelegd waar iedereen zich aan moet houden. Bovendien gaan medewerkers secuur om met privacygevoelige informatie.

2.4 Deskundigheidsbevordering medewerkers

De voortdurende veranderingen binnen de sociale zekerheid maken permanente aandacht voor deskundigheidsbevordering noodzakelijk. Daarom volgen medewerkers periodiek cursussen en trainingen en worden zij regelmatig op de hoogte gehouden van de actualiteiten.

2.5 Combinatie handhaving en re-integratie

Naast het verstrekken van uitkeringen en het toezien op en handhaven van de regels, is de gemeente tevens belast met de re-integratie van klanten naar werk. Omdat handhavers een andere doelstelling hebben dan werkcoaches (verantwoordelijk voor re-integratie), is een goede afstemming tussen handhaver en werkcoach noodzakelijk. Anderzijds wordt door de handhaver eigenstandig opgetreden wanneer duidelijk is dat er sprake is van een redelijk vermoeden van fraude. Vanaf dat moment werken werkcoach en handhaver separaat.

Fraude mag nooit lonen, dus werkcoaches moeten mogelijke signalen en vermoedens van fraude doorgeven aan handhaving. Het opleggen van een maatregel kan de succesvolle re-integratie (uitstroom) van een klant belemmeren. Een beter samenspel tussen handhaving en re-integratie kan een effectievere en efficiëntere re-integratie opleveren.

3. UITGANGSPUNTEN

Bijstand is alleen bedoeld voor degenen die daar volgens de wet recht op hebben. Misbruik (ten onrechte een uitkering ontvangen) en oneigenlijk gebruik (een uitkering gebruiken voor het verkeerde doel gebruiken) mogen niet lonen. Zoals omschreven in de kadernota voor integraal toezicht en handhaving in Velsen 2013-2016 zijn de uitgangspunten:

Preventief:

  • 1.

    Vroegtijdig informeren;

  • 2.

    Beperking van de instroom;

  • 3.

    Optimale dienstverlening.

Repressief

  • 4.

    Snelle en gerichte opsporing;

  • 5.

    Daadwerkelijk sanctioneren.

Ondanks het nemen van preventieve maatregelen kan misbruik of oneigenlijk gebruik nooit geheel voorkomen worden. Daarom zijn ook repressieve maatregelen noodzakelijk om misbruik op te sporen.

3.1 Vroegtijdig informeren (bevorderen spontane naleving);

Om spontane naleving van de regels te bevorderen, is het van belang dat klanten weten wat die regels inhouden. De (potentiële) klant wordt daarom vroegtijdig en goed geïnformeerd over diens rechten en plichten. Hem moet duidelijk zijn wat de gemeente van hem verwacht en wat hij van de gemeente mag verwachten.

De gemeente zet diverse instrumenten in om klanten te informeren:

  • het digitaal loket op de website;

  • folder ‘Informatie over uw rechten en plichten’;

  • periodieke nieuwsbrief;

  • Geldkompas Velsen (wegwijs op internet voor mensen met een laag inkomen);

  • folder Bijzondere bijstand;

  • folder Bereken uw recht van Stimulansz;

  • mondelinge informatie door de inkomensconsulent tijdens het intakegesprek;

  • de beschikking waarin uitgebreid de rechten en plichten van belanghebbende worden uitgelegd.

Niet alleen de gemeente heeft de verantwoordelijkheid om de belanghebbende goed te informeren. Andersom heeft de belanghebbende ook de plicht om de gemeente van bepaalde informatie te voorzien.

In sommige gevallen moeten klanten elke maand opgave doen van hun inkomsten en eventuele wijzigingen in de woon- of leefsituatie middels het rechtmatigheidsonderzoeksformulier (Rof).

Dit is van toepassing voor:

  • 1.

    Nieuwe klanten gedurende de eerste 6 maanden;

  • 2.

    Klanten die inkomen uit arbeid ontvangen of de afgelopen 6 maanden hebben ontvangen.

Na controle door de gemeente wordt de betaling van de uitkering vrijgegeven.

Niet of te laat inleveren heeft gevolgen, namelijk de eerste keer een waarschuwing; bij herhaling een boete € 150,-.

De klanten die niet onder 1 of 2 vallen, ontvangen maandelijks een wijzigingsformulier, dat alleen moet worden ingeleverd als er wijzigingen te melden zijn. Bijvoorbeeld in het inkomen, het vermogen of de woon- en leefsituatie

3.2 Beperking van de instroom (Toetsing aan de poort)

Uitgangspunt bij de uitvoering van de WWB is dat de instroom in de uitkering beperkt wordt en de uitstroom naar werk bevorderd. Hiervoor zijn verschillende argumenten aan te voeren. Burgers moeten zoveel mogelijk zelf voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan en op eigen kracht kunnen meedoen in de maatschappij. Natuurlijk spelen ook financiële argumenten een rol, want de middelen zijn beperkt. Tot slot is de bijstand het laatste vangnet binnen de sociale zekerheid en daarom slechts bedoeld voor die mensen die op geen enkele andere manier kunnen voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan.

Om instroom in de uitkering zoveel mogelijk te beperken, dient de toetsing aan de poort een belangrijk doel. Door scherpe controle aan de poort krijgen alleen die aanvragers een uitkering, die daar volgens de wet recht op hebben. Het op peil houden van de toetsing aan de poort kan worden aangemerkt als een preventieve actie tot handhaving (rechtmatigheidtoetsing).

In Velsen komt weinig zogenaamde “witte fraude” voor. Witte fraude is fraude die te achterhalen is door bijvoorbeeld gegevensuitwisseling tussen gemeente, UWV en de Belastingdienst. ‘Wit’ bijverdienen zonder dat dit door de belanghebbende bij de gemeente wordt gemeld, is een voorbeeld van witte fraude.

Toetsing aan de poort werkt dus al effectief, onder andere door gebruik te maken van de volgende instrumenten:

  • het rechten en plichtengesprek;

  • controleren van bewijsstukken;

  • suwiNet Inkijk;

  • (zonodig) afleggen van huisbezoek.

SuwiNet Inkijk is een computerapplicatie waarin de gemeente van al haar burgers de persoonsgegevens, die bij verschillende partijen of basisregistraties zijn opgeslagen, kan raadplegen. Denk bijvoorbeeld aan het bezit van een auto, gegevens over werk en uitkeringen en informatie van de Immigratie- en NaturalisatieDienst.

Naast bovengenoemde instrumenten zal in 2013 naar verwachting ook de fraudescorekaart in gebruik worden genomen. Dit is een web-based scorekaart die aan het begin van een aanvraag en periodiek de risico’s inventariseert van bestaande klanten door automatisch de data uit het uitkeringssysteem te lezen. De applicatie kan deze gegevens analyseren op mogelijke frauderisico’s. De web-based scorekaart geeft daarnaast automatisch een signaal als een gewijzigde klantsituatie leidt tot een verhoogd risico. Met deze gegevens kan de gemeente gerichte controle acties uitvoeren. Het voordeel van de fraudescorekaart is dat tot een eenduidig en objectief oordeel kan worden gekomen voor het afleggen van huisbezoek en uitvoeren van heronderzoek.

3.3 Optimale dienstverlening

Optimale dienstverlening vergroot de acceptatie van wet en regelgeving en de controle op de rechtmatigheid. De inkomensconsulent en consulent re-integratie (werkcoach) behandelen aanvragen en onderzoeken op professionele wijze en zijn consequent in de wijze waarop met de klant wordt gecommuniceerd. Door optimalisering van de processen wordt de effectiviteit verder verhoogd.

Op het gebied van re-integratie werkt de gemeente Velsen samen met de gemeenten Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest onder de naam IJmond Werkt!. Met IJmond Werkt! worden afspraken gemaakt over de gewenste dienstverlening.

3.4 Snelle en gerichte opsporing

Wanneer een vermoeden van misbruik of oneigenlijk gebruik wordt gesignaleerd, ligt het hoofdaccent op het vlot verwerken en onderzoeken van de signalen. Signalen worden onder andere verkregen via:

  • Inlichtingenbureau (IB);

  • UWV;

  • Belastingdienst;

  • Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW);

  • interne bestandsvergelijking;

  • het rechtmatigheidsformulier (Rof).

Verder is de fraudealerte houding van de uitvoerend medewerkers van de afdeling een belangrijke informatiebron. Zij krijgen hiervoor periodiek trainingen aangeboden. Ook meldingen van burgers worden altijd nagetrokken. Burgers kunnen hun vermoedens via het fraudemeldpunt in het digitaal loket, via e-mail, via telefoon of per brief kenbaar maken.

Sommige signalen worden door de inkomensconsulent onderzocht. Andere gaan (afhankelijk van de aard) direct naar de handhaver. Bij handhavingsonderzoeken worden verschillende instrumenten gebruikt, zoals internetrecherche en het huisbezoek.

Internetonderzoek en -recherche

Steeds meer mensen begeven zich op het internet en laten daar (onbewust) openbare informatie achter. Hier kan informatie bij zitten die (potentiële) bijstandsklanten bewust of onbewust voor de gemeente verzwijgen. Denk aan zwart bijklussen of samenwoning.

Voor het verkrijgen van openbare informatie via internet – internetonderzoek - zijn geen speciale bevoegdheden nodig. Een naam of telefoonnummer invoeren in Google mag bijvoorbeeld altijd en dit gebeurt al bij elke nieuwe aanvraag.

Voor internetrecherche zijn wel speciale, bestuursrechtelijke bevoegdheden vereist in verband met de privacywetgeving. Internetrecherche maakt het verkrijgen van niet openbare informatie mogelijk en mag dan ook alleen maar worden ingezet door overheidsinstanties.

Door maximaal gebruik te maken van de informatie die op het internet wordt aangeboden, zijn risicoprofielen op te stellen die gebruikt kunnen worden bij fraudeonderzoek en debiteurenbeheer, maar ook bij het naleven van re-integratieafspraken.

Uit ervaringen bij andere gemeenten blijkt dat op basis van informatie op internet van veel mensen een betrouwbaar profiel is op te stellen en dat dit in veel gevallen waardevolle informatie oplevert.

Een plan van aanpak voor internetonderzoek en -recherche zal verder worden uitgewerkt in 2013 en vloeit (mede) voort uit het Actieplan WWB 2012-2013.

Huisbezoeken

Tot 1 januari 2013 werden alleen huisbezoeken afgelegd bij vermoedens van fraude. Zoals eerder vermeld heeft op 1 januari 2013 een wetswijziging in de WWB plaatsgevonden die het mogelijk maakt om ook een huisbezoek af te leggen wanneer bijvoorbeeld onduidelijkheid bestaat over de woonsituatie.

Belangrijke voorwaarde voor het binnentreden van een woning (door een consulent of een handhaver) is dat de belanghebbende daarmee vrijwillig akkoord gaat. Gaat hij of zij niet akkoord, dan wordt nader onderzoek ingesteld. Indien er onduidelijkheid blijft bestaan, kan dit gevolgen hebben voor de uitkering.

De procedure voor het afleggen van een huisbezoek is vastgelegd in het Protocol Huisbezoeken 2007. Naar aanleiding van de wetswijziging zal het Protocol huisbezoeken 2007 moeten worden aangepast. Daartoe heeft het RCF (Regionaal Coördinatiecentrum Fraudebestrijding) een voorbeeldprotocol uitgebracht. Het protocol wordt in 2013 door het college vastgesteld.

3.5 Daadwerkelijk sanctioneren

Wanneer blijkt dat een belanghebbende niet heeft voldaan aan de inlichtingenplicht of wanneer ten onrechte een te hoge uitkering is betaald door toedoen van de belanghebbende, wordt op verschillende manieren een sanctie opgelegd. Afhankelijk van de aard van de overtreding wordt een maatregel of een boete worden opgelegd. Teveel ontvangen bijstand wordt teruggevorderd. Tot slot kan uiteraard de uitkering beëindigd worden.

Maatregel

De Maatregelenverordeningen WWB/ IOAW/ IOAZ 2012 bepalen in welke gevallen een maatregel wordt opgelegd. Een maatregel betekent altijd een verlaging van de bijstand. Situaties waarin een maatregel kan worden opgelegd zijn:

  • tekortschieten in het behoud of verkrijgen van werk;

  • tekortschieten in het besef van de eigen verantwoordelijkheid;

  • zeer ernstig misdragen jegens het college of ambtenaren.

De omvang van de verlaging van de uitkering hangt af van de aard van de tekortkoming en is tevens geregeld in de verordening.

Terugvordering

Teveel ontvangen bijstand wordt in beginsel altijd teruggevorderd. In het kader van de handhaving is het college volgens de wet zelfs verplicht om het benadelingsbedrag terug te vorderen wanneer ten onrechte (te veel) bijstand is verleend als gevolg van schending van de inlichtingenplicht. In de Beleidsregels Terugvordering en Verhaal 2012 is geregeld wanneer wordt afgezien van terugvordering, als het niet om schending van de inlichtingenplicht gaat. Dit is bijvoorbeeld het geval als het terug te vorderen bedrag aan inkomensvoorziening lager is dan € 250,-.

Boeteoplegging

Met ingang van 1 januari 2013 is het college bij schending van de inlichtingenplicht verplicht om (indien daarvan sprake is) het benadelingsbedrag terug te vorderen en een bestuurlijke boete ter hoogte van dat benadelingsbedrag op te leggen. Bij recidive is de bestuurlijke boete ten hoogste 150% van het benadelingsbedrag.

Indien er geen benadelingsbedrag is (nulfraude), volgt de eerste keer een waarschuwing. Bij recidive volgt een bedrag van € 150,-.

Is er sprake van een benadelingsbedrag hoger dan € 50.000,-, dan wordt de zaak overgedragen aan het Openbaar Ministerie.

De beperkte gemeentelijke beleidsvrijheid ligt vastgelegd in de Beleidsregels boeteoplegging WWB, IOAW en IOAZ 2013. Hierin is onder andere bepaald in welke gevallen het college de boete vaststelt op 50% in plaats van 100% van het benadelingsbedrag en dat de inlichtingenplicht wordt geacht te zijn geschonden als het college het Rof (rechtmatigheidsonderzoeksformulier) niet tijdig heeft ontvangen.

Beëindiging uitkering

In het kader van de handhaving kan het college een in het verleden genomen besluit over het verlenen van bijstand herzien of intrekken in de volgende gevallen:

  • het recht op bijstand is verkeerd vastgesteld doordat belanghebbende de inlichtingenplicht niet of niet voldoende is nagekomen;

  • de voor het besluit noodzakelijke gegevens of bewijsstukken zijn niet (tijdig) of onvolledig door belanghebbende verstrekt.

Kortom

Handhaving blijft zoals voorgaande jaren gericht op preventieve en repressieve maatregelen. In de preventieve sfeer ligt de nadruk op het zoveel mogelijk informeren van (potentiële) cliënten over hun rechten en plichten en strenge toetsing aan de poort. In de repressieve sfeer ligt de nadruk op onderzoek, opsporing en daadwerkelijk sanctioneren. Nieuw binnen het sanctiebeleid is de bestuurlijke boete. Deze wordt opgelegd wanneer de inlichtingenplicht is geschonden.

TOT SLOT

Aan de in dit handhavingsplan genoemde uitgangspunten wordt al grotendeels uitvoering gegeven. In 2013 zal onder andere extra aandacht uitgaan naar internetonderzoek en –recherche, het nieuwe Protocol Huisbezoeken en de invoering van de bestuurlijke boete. Een uitgebreid jaarprogramma staat omschreven in het gemeentebrede Jaarprogramma Integraal Toezicht en Handhaving in Velsen.

Over de voortgang van toezicht en handhaving binnen de WWB, IOAW en IOAZ wordt in het jaarlijkse Verslag Werk en Inkomen gerapporteerd aan het college en de raad.