Regeling vervallen per 09-10-2020

Algemene subsidieverordening gemeente Velsen 2017

Geldend van 09-06-2017 t/m 08-10-2020

Intitulé

Algemene subsidieverordening gemeente Velsen 2017

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

- Awb: Algemene Wet Bestuursrecht

 - algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 127), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;

- Balans: een overzicht per bepaalde datum van de bezittingen (activa) en de schulden (passiva)

- Begroting: een overzicht van de geraamde baten en lasten voor een bepaalde periode en/of bepaalde activiteiten.

- de-minimisverordening: verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352), verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 352/9) en verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PbEU L 190/45), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;

- Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 of 109 van het Verdrag heeft vastgesteld;

- onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

-Staatsteun: financieel voordeel die een overheid aan een bepaalde onderneming toekent die deze niet onder normale marktomstandigheden zou hebben gekregen en die dreigt te leiden tot vervalsing van de mededinging en tot nadelige beïnvloeding van het handelsverkeer tussen lidstaten.

- Verdrag: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1. Deze verordening is van toepassing op alle subsidiëring verstrekt door burgemeester en wethouders, tenzij de gemeenteraad anders bepaalt, voor activiteiten die door derden in het gemeentelijk belang worden uitgevoerd.

  • 2. Ten aanzien van subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.

  • 3. Indien burgemeester en wethouders subsidie verstrekt voor activiteiten, die mede door een ander bestuursorgaan wordt gesubsidieerd, kan het college van burgemeester en wethouders bepalen dat de subsidieverordening van de publiekrechtelijke rechtspersoon waar het andere bestuursorgaan onderdeel van uitmaakt, van toepassing is, voor zover dit wenselijk is met het oog op een goede afstemming over de subsidieverstrekking met het andere bestuursorgaan.

Artikel 3 Bevoegdheden college

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met inachtneming van de in de begroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en- indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd – onder voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen bij nadere regeling (hierna te noemen: subsidieregeling) vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.

Artikel 4 Europees steunkader

  • 1. Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kunnen burgemeester en wethouders bij subsidieregeling afwijken van deze verordening en deze aanvullen.

  • 2. Bij subsidieregelingen waarbij is bepaald dat toepassing kan worden gegeven aan een Europees steunkader, verwijst de subsidieregeling naar het desbetreffende steunkader

  • 3. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader.

  • 4. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten voor vergoeding in aanmerking die voldoen aan de eisen van het desbetreffende steunkader.

  • 5. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen ondernemingen alleen in aanmerking voor zover de subsidieverstrekking voldoet aan de voorwaarden van het desbetreffende steunkader

Artikel 5 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1. De raad kan subsidieplafonds vaststellen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen bij subsidieregeling de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag bepalen.

  • 3. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen

  • 4. Voor de verlening van subsidies in de vorm van garanties en borgstellingen stelt het college een toetsingskader vast.

Artikel 6 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders.Als hiervoor een aanvraagformulier is vastgesteld geschiedt dit met gebruikmaking daarvan.

  • 2. 2. Bij de aanvraag legt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens over:

    a. een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    b. de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen of bijdragen aan het realiseren van de gemeentelijke beleidsdoelstellingen;

    c. een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    d. een financieel overzicht en verantwoording van het laatst voorgaande boekjaar, inclusief balans;

    e. als de aanvrager een onderneming is:

    1° een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    2° een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening (de-minimisverklaring);

    f. als het een subsidie betreft die per boekjaar aan een rechtspersoon wordt verstrekt, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag

  • 3. Een rechtspersoon die voor de eerste maal subsidie aanvraagt, voegt een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, een bewijs van inschrijving uit het register van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, een opgave van het aantal leden, onderverdeeld in inwoners van Velsen en inwoners buiten Velsen, een motivering van de aanvraag en een overzicht van haar financiële situatie op dat moment.

  • 4. Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden afgeweken

Artikel 7 Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie wordt gedaan uiterlijk 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2. Een aanvraag voor een eenmalige subsidie wordt ingediend uiterlijk 8 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 3. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.

Artikel 8 Beslistermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

  • 2. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 7, tweede lid, binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend

  • 3. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld

  • 4. Bij aanvragen om een subsidie die overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag worden aangemeld bij de Europese Commissie wordt de termijn verdaagd totdat de Europese Commissie een eindbeslissing heeft genomen

Artikel 9 Weigerings-,intrekkings- en terugvorderingsgronden

  • 1. Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval:

    a. als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt.

    b. als het een aanvrager betreft tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard

  • 2. Onverminderd het vorige lid weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een Europees steunkader omdat:

    a. subsidie verstrekt zou worden aan een aanvrager die een onderneming drijft die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in het desbetreffende steunkader, of

    b. de subsidie geen stimulerend effect heeft als bedoeld in het desbetreffende steunkader

  • 3. Onverminderd de vorige leden kunnen burgemeester en wethouders de subsidie verder in ieder geval weigeren:

    a. als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;

    b. als niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

    c. als de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;

    d. als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;

    e.de aanvrager zich richt op zaken die strijdig zijn met het gemeentelijk beleid en/of het collegeprogramma;

    f.de gelden niet, of in onvoldoende mate, besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    g. de aanvrager ook zonder subsidieverlening over voldoende gelden, uit eigen middelen of uit middelen van derden, kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

    h. de aanvrager zich richt op het uitdragen van overtuigingen en denkbeelden van religieuze, levensbeschouwelijke of politieke aard;

    i. in het beoogde doel/de voorgenomen activiteit(en) reeds op andere wijze in belangrijke mate is voorzien;

    j. als de subsidieverstrekking niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt;

    k. als de aanvrager voor het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft met een functionaris een bezoldiging als bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector overeenkomt of is overeengekomen die hoger is dan het bedrag, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van die wet;

    l. in de bij de betrokken subsidieregeling bepaalde gevallen

  • 4. Burgemeester en wethouders vorderen een subsidie met rente terug als dit nodig is ter uitvoering van een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak.

Artikel 10 Verantwoording

Voor zover dit niet is bepaald bij subsidieregeling, wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.

Artikel 11 Algemene verplichtingen en subsidieontvangers

  • 1. Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld schriftelijk aan burgemeester en wethouders.

  • 2. Een subsidieontvanger informeert burgemeester en wethouders onverwijld schriftelijk over:

    a. beslissingen of procedures die zijn gericht op tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

    b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    c. wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.

  • 3. Aan de subsidieverlening kan de voorwaarde worden verbonden dat de subsidieontvanger verplicht is om mee te werken aan de totstandkoming van een overeenkomst ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening

Artikel 12 Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen

  • 1. Bij subsidies hoger dan € 50.000, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten.

  • 2. Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kunnen aan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 3. Bij subsidieregeling kunnen verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie aan de subsidie worden verbonden, voor zover deze verplichtingen betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht

  • 4. Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidie-ontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor aan burgemeester en wethouders een vergoeding verschuldigd is als zich een gebeurtenis als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht voordoet. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.

Artikel 12a Egalisatiereserve

  • 1. Bij verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger van een per kalender- of boekjaar verstrekte subsidie die meer dan  € 50.000 bedraagt een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht vormt.

  • 2. De ontvanger van een andere subsidie dan bedoeld in het eerste lid kan burgemeester en wethouders verzoeken een egalisatiereserve te mogen vormen. In dat geval is artikel 4:72 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing

Artikel 12b Onderzoek

Indien door of namens de Rijks- of provinciale overheid, na overleg met het college, onderzoeken worden ingesteld, verleent de subsidieontvanger daaraan de nodige medewerking.

Artikel 12c bewaartermijn administratieve gegevens

De subsidieontvanger houdt de administratieve gegevens tenminste 5 jaar na afloop van het boekjaar beschikbaar, tenzij het college hiervoor een langere termijn stelt.

Artikel 12d Zorgvuldig beheer en verzekeringsplicht

  • 1. De subsidieontvanger beheert de tot haar beschikking staande middelen zorgvuldig en treft maatregelen ter voorkoming van vermogensschade.

  • 2. De subsidieontvanger is verplicht haar roerende zaken te verzekeren en verzekerd te houden op basis van dagwaarde.

  • 3. De subsidieontvanger is verplicht haar onroerende zaken te verzekeren en verzekerd te houden op basis van herbouw- of vervangingswaarde.

  • 4. De subsidieontvanger is verplicht het bij haar in dienst zijnde personeel en de voor haar werkzame vrijwilligers, gedurende de tijd dat deze voor haar werkzaam zijn, te verzekeren tegen de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid.

Artikel 12e Toegankelijkheid accomodaties voor lichamelijk gehandicapten

Het college van burgemeester en wethouders kan de subsidieontvanger verplichten ervoor te zorgen dat de gebruikte accommodatie bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar is voor lichamelijk gehandicapten.

Artikel 13 Wijze van verstrekken en eindverantwoording subsidie tot en met €10.000

  • 1. Subsidies tot en met € 10.000 worden gelijktijdig verleend en vastgesteld, tenzij in de beschikking of in de door de burgemeester en wethouders vastgestelde nadere regels anders wordt beslist.

  • 2. Als bij verleningsbeschikking de subsidieontvanger wordt verplicht om op de daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen, vindt de vaststelling plaats binnen 13 weken nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt.

  • 3. n geval van verlening van een subsidie tot en met € 10.000 wordt een voorschot verstrekt ter hoogte van de verleende subsidie.

Artikel 14 Eindverantwoording subsidies tussen €10.000 en €50.000

  • 1. Tenzij in de subsidiebeschikking of bij nader vastgestelde regels een andere termijn genoemd is, dient de subsidieontvanger bij subsidies van meer dan € 10.000 doch ten hoogste € 50.000, een aanvraag tot vaststelling in uiterlijk voor 1 juli in het jaar na afloop van het subsidiejaar.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling bevat:

    a. een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan.

    b. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening)

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat ook andere dan de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden worden overlegd

  • 4. Bij subsidieregeling kan worden bepaald dat op een andere manier wordt aangetoond in hoeverre de activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan

Artikel 15. Eindverantwoording subsidies van meer dan €50.000

  • 1. Tenzij in de subsidiebeschikking of bij nader vastgestelde regels een andere termijn genoemd is, dient de subsidieontvanger bij subsidies van meer dan € 50.000, een aanvraag tot vaststelling in:

    a. bij een eenmalige subsidie: binnen 13 weken na beëindiging van gesubsidieerde activiteiten;

    b. bij een structurele subsidie: uiterlijk voor 1 juli in het jaar na afloop van het subsidiejaar.

    c. in andere gevallen uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht

  • 2. De aanvraag bevat:

    a. een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

    b. een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    c. een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; en

    d. een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant een en ander zoals bepaald in artikel 393, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek

  • 3. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden vastgesteld of andere gegevens worden verlangd.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd controle uit te oefenen op de getrouwheid van de bedoelde gegevens in lid 2 van dit artikel en kan bepalen aanvullend onderzoek te (laten) verrichten om een oordeel te verkrijgen over de effectiviteit en efficiency van de subsidieontvanger en de rechtmatigheid van besteding van de toegekende subsidie.

  • 5. Het college van burgemeester en wethouders kan een of meer toezichthouders aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving van de aan de subsidieontvanger opgelegde verplichtingen

Artikel 16 Subsidievaststelling subsidies van meer dan €10.000

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen een subsidie van meer dan € 10.000 vast binnen 13 weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling, tenzij bij subsidieregeling anders is bepaald.

  • 2. Deze termijn kan eenmaal voor ten hoogste 13 weken worden verdaagd.

  • 3. Bij subsidieregeling kunnen categorieën subsidieontvangers worden aangewezen waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat een aanvraag tot subsidievaststelling hoeft te worden ingediend.

  • 4. Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in de artikelen 14, eerste lid en 15, eerste lid, aanhef en onder a, b of c, is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kunnen zij overgaan tot ambtshalve vaststelling

Artikel 17 Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen

  • 1. Als bij de bepaling van de subsidiabele kosten gebruik wordt gemaakt van uurtarieven, worden deze door de subsidieaanvrager berekend met gebruikmaking van een bij subsidieregeling voorgeschreven berekeningswijze.

  • 2. Bij het hanteren van kostenbegrippen bij de berekening van uurtarieven wordt uitgegaan van de bij subsidieregeling voorgeschreven definities.

  • 3. Bij subsidie waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen die tarieven en kostenbegrippen in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader.

Artikel 18 Hardheidsclausule

  • 1. Als een bij of krachtens deze verordening gestelde termijn voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen, kunnen burgemeester en wethouders een andere termijn vaststellen.

  • 2. In een subsidieregeling kan worden bepaald dat door burgemeester en wethouders van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van die regeling kan worden afgeweken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel 19 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening gemeente Velsen 2017

  • 2. De verordening treedt in werking op de dag na publicatie onder gelijktijdige intrekking van de Algemene subsidieverordening Velsen 2013

  • 3. Op subsidies die betrekking hebben op het subsidietijdvak 2017 en eerder blijft de Algemene subsidieverordening Velsen 2013 van toepassing.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad op 1 juni 2017