Regeling vervallen per 01-01-2015

Participatieverordening Wet Werk en Bijstand en Wet investeren in jongeren 2010 gemeente Velsen

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2014

Intitulé

Participatieverordening Wet Werk en Bijstand en Wet investeren in jongeren 2010 gemeente Velsen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Artikel 2 Taak, doelstelling en bevoegdheden

  • 1.

    Er is in de gemeente Velsen een Cliëntenraad als bedoeld in artikel 1, lid 1 sub i van deze verordening.

  • 2.

    Met de instelling van een Cliëntenraad wordt beoogd de communicatie tussen cliënten en gemeente te bevorderen, de belangen van de cliënten in het algemeen te behartigen en bij te dragen aan de kwaliteit van de dienstverlening bij de uitvoering van de WWB, IOAW, IOAZ, Bbz 2004 en de WIJ.

  • 3.

    De Cliëntenraad heeft tot taak het college gevraagd en ongevraagd te adviseren over beleid en uitvoering van de aan de afdeling Sociale Zaken opgedragen wetten en regelingen, voor zover het niet gaat om individuele gevallen of individuele belangenbehartiging.

  • 4.

    Door of namens het college aan de Cliëntenraad gevraagde adviezen worden binnen vier weken schriftelijk uitgebracht. Deze termijn kan op schriftelijk verzoek van de Cliëntenraad eenmaal met vier weken worden verlengd.

Artikel 3 De samenstelling van de Cliëntenraad

  • 1.

    De Cliëntenraad bestaat uit minimaal vijf en maximaal elf cliënten van de afdeling Sociale Zaken van de gemeente Velsen, die wat betreft de samenstelling zoveel mogelijk een afspiegeling vormen van het cliëntenbestand. De Cliëntenraad zorgt zelf voor het vinden van nieuwe leden en informeert het college over wijzigingen in de samenstelling.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kunnen in overeenstemming met het college in de Cliëntenraad twee leden worden benoemd, die geen cliënt zijn, maar die door hun achtergrond of blijkens de doelstelling van de organisatie die zij vertegenwoordigen aantoonbare affiniteit hebben met de doelstellingen van de Cliëntenraad.

  • 3.

    Leden van de Cliëntenraad worden benoemd voor een periode van vier jaar en kunnen eenmaal voor eenzelfde periode worden herbenoemd. Benoemde leden kunnen tussentijds ontslag nemen.

  • 4.

    Degene die geen cliënt meer is van de afdeling Sociale Zaken van de gemeente Velsen, is niet langer lid van de Cliëntenraad. In afwijking van het bepaalde in de vorige zin, kan de gewezen cliënt gedurende ten hoogste de lopende zittingsperiode lid blijven, totdat in zijn opvolging is voorzien.

  • 5.

    De Cliëntenraad kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.

Artikel 4 De overlegvergaderingen en de werkwijze

  • 1.

    De Cliëntenraad overlegt tenminste tweemaal per jaar met een lid van het college over de hoofdlijnen van het beleid en tenminste eens per kwartaal met het afdelingshoofd Sociale Zaken of diens vervanger over de beleidsvoorbereiding en over de uitvoering.

  • 2.

    Door de Cliëntenraad wordt een agendavoorstel voor de in lid 1. bedoelde overlegvergaderingen gedaan.

  • 3.

    Jaarlijks ontvangt de Cliëntenraad in het eerste kwartaal een overzicht van de planning betreffende de bestuurlijke besluitvorming voor dat jaar.

Artikel 5 Informatievoorziening

Het college draagt zorg voor een goede en tijdige informatievoorziening aan de Cliëntenraad met betrekking alle zaken die tot het taakgebied van de Cliëntenraad behoren.

Artikel 6 Facilitering

Het college stelt jaarlijks een subsidiebedrag voor de werkzaamheden van de Cliëntenraad vast.

Door of namens de Cliëntenraad wordt jaarlijks voor 1 mei een verzoek om subsidie voor het komende kalenderjaar ingediend. De Algemene subsidieverordening van de gemeente Velsen is van toepassing.

Artikel 7 Verslaglegging

Jaarlijks voor 1 mei brengt de Cliëntenraad aan het college verslag uit van zijn activiteiten. Tevens wordt, met inachtneming van de bepalingen van de Algemene subsidieverordening door of namens

de Cliëntenraad op de voorgeschreven wijze financiële verantwoording afgelegd.

Artikel 8 Voorziening door het college

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college, na advies te hebben ingewonnen bij de Cliëntenraad.

Artikel 9 Huishoudelijk reglement

De Cliëntenraad stelt, in aanvulling op hetgeen hierover in deze verordening is bepaald, ten behoeve van zijn werkzaamheden een huishoudelijk reglement op en legt dit ter instemming voor aan het college. Ook voor wijziging van het reglement is deze instemming vereist.

Artikel 10 Overige bepalingen

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat cliënten die lid zijn of zijn geweest van de Cliëntenraad vanwege dat lidmaatschap op geen enkele wijze worden benadeeld.

  • 2.

    Leden van de Cliëntenraad maken aan hen door of namens het college voorgelegde of verstrekte informatie alleen kenbaar aan derden na voorafgaande toestemming van het college.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de Participatieverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2010 gemeente Velsen.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 3 december 2009.
De griffier, De voorzitter,
mr. J.P.E.M. Huijs F.M. Weerwind

TOELICHTING PARTICIPATIEVERORDENING WWB EN WET INVESTEREN IN JONGEREN 2010

Algemeen

Bij de parlementaire behandeling van de Wet werk en bijstand (WWB) is naar aanleiding van het amendement Bakker een artikel in de wet opgenomen over cliëntenparticipatie. Het doel is te waarborgen, dat de participatie in de gemeente aan minimale eisen voldoet, omdat deze onmisbaar wordt geacht in een uitvoeringsstructuur waarin de cliënt centraal staat. De letterlijke tekst van artikel 47 WWB luidt:

De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in elk geval wordt geregeld de wijze waarop:

periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers;

deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking getreden. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie in regulier werk van jongeren tot 27 jaar. De jongeren hebben onder voorwaarden recht op een werkleeraanbod. Uitgangspunt is dat de jongeren over voldoende kwalificaties beschikken om zelfstandig in hun levensonderhoud te voorzien.

Als het werkleeraanbod onvoldoende middelen van bestaan oplevert, of als er wegens persoonlijke, niet verwijtbare omstandigheden geen aanbod kan worden gedaan, kan de jongere een inkomensvoorziening krijgen. Deze is vergelijkbaar met algemene bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB).

De WIJ schrijft voor dat de gemeenteraad onder andere een participatieverordening vaststelt. Hierin moet zijn geregeld op welke wijze jongeren of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de wet. Aandacht moet in elk geval worden besteed aan de periodiciteit van het overleg, de mogelijkheid voor de doelgroep om onderwerpen op de agenda te plaatsen en de wijze waarop de jongeren of hun vertegenwoordigers van de benodigde informatie worden voorzien.

Het ligt voor de hand aan te sluiten bij de al bestaande vorm van participatie zoals deze in het kader van de WWB (en aanverwante regelingen) is vormgegeven. Argumenten hiervoor zijn:

  • eenvoudig te realiseren en daardoor regelluw;

  • efficiënt (één overleg in plaats van twee);

  • WWB en WIJ kennen veel raakvlakken en overlap;

  • De regering beveelt aansluiting bij cliëntenparticipatie in het kader van de WWB aan.

Met enkele eenvoudige aanpassingen is de WWB verordening mede van toepassing gemaakt op de WIJ. In de begripsomschrijving is de WIJ toegevoegd en in artikel 2 is de koppeling van de Cliëntenraad naar de WIJ doorgetrokken.

De verordening biedt verder voldoende ruimte om in de geest van de WIJ de participatie van jongeren vorm te geven. Zo bepaalt artikel 3 onder andere dat de Cliëntenraad zo is samengesteld dat deze zoveel mogelijk een afspiegeling vormt van het cliëntenbestand.

In overleg met de bestaande Cliëntenraad WWB wordt bezien op welke wijze jongeren of een vertegenwoordiger van deze groep onderdeel van deze raad kunnen uitmaken.

Ook de al bestaande faciliteiten (financiën, vergaderfrequentie, informatieverstrekking e.d.) bieden voldoende waarborgen voor een adequate participatie.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele begripsbepalingen.

Onder uitkeringsgerechtigden met een WWB uitkering worden tevens verstaan mensen met een uitkering krachtens het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004.

In lid 1 sub f. worden ook mensen met een IOAW en IOAZ uitkering onder het begrip cliënt gebracht. Hiermee is geregeld dat deze verordening ook op die groep uitkeringsgerechtigden van toepassing is. Tot de overige personen bedoeld in artikel 7, lid 1 sub a. van de WWB behoren de niet uitkeringsgerechtigden die op grond van de wet recht hebben op een voorziening gericht op arbeidsinschakeling. Hierin zijn begrepen de personen op wie de gemeentelijke Verordening kinderopvang van toepassing is.

Artikel 2

Communicatie met de cliënten is van groot belang voor de gemeente om inzicht te krijgen in de mening van cliënten over beleid en uitvoering van de wetten en regelingen op het terrein van werk en inkomen. Uitgangspunt daarbij moet zijn, dat waar mogelijk met die mening rekening wordt gehouden.

Voor de Cliëntenraad zelf staat de belangenbehartiging van alle cliënten voorop. Daarbij gaat het nadrukkelijk niet om individuele gevalsbehandeling (daarvoor staan andere wegen open) maar om een ‘vertaling’ naar adviezen, maatregelen of uitspraken die voor (grotere) groepen van cliënten gelden. De inbreng van de Cliëntenraad moet bijdragen aan (een verbetering van) de kwaliteit van de dienstverlening.

De Cliëntenraad kan zowel gevraagd als ongevraagd adviezen uitbrengen. Dit geeft deze raad ruimte om naast zaken die door de gemeente worden aangedragen of voorgelegd, zelf met ideeën of meningen te komen.

Het vierde lid brengt het belang tot uitdrukking dat aan adviezen van de Cliëntenraad wordt gehecht. Om elk misverstand uit te sluiten, verdient het de voorkeur om een belangrijk advies schriftelijk uit te brengen. Dat neemt niet weg dat de mening van de Cliëntenraad ook wordt meegewogen in de besluitvorming als die mondeling (bijvoorbeeld in de periodieke overleggen) wordt overgebracht. Bureaucratie in de communicatie moet worden voorkomen.

Artikel 3

Dit artikel over de samenstelling van de Cliëntenraad is voor het grootste gedeelte gebaseerd op de al bestaande situatie, die voortvloeit uit Convenant en Reglement.

Een ondergrens moet waarborgen dat de continuïteit niet in gevaar komt en de werklast per lid binnen aanvaardbare grenzen blijft. En het maximum van elf leden is voldoende uit oogpunt van werkbaarheid, representativiteit en kosten.

De Cliëntenraad voorziet zelf - eventueel met ondersteuning van de gemeente – in het vinden van (nieuwe) leden. Tevens bewaakt men het uitgangspunt dat de raad een afspiegeling moet zijn van het cliëntenbestand. Criteria daarbij zijn o.a. verhouding man-vrouw, leeftijd, uitkeringsvorm en etniciteit.

Nieuw is de mogelijkheid om ten hoogste twee leden te benoemen die geen (uitkerings- of reïntegratie-)relatie hebben met Sociale Zaken. Voorwaarde is dat deze leden aantoonbare kennis en/of affiniteit hebben met het werkveld hebben.

In het algemeen is het lidmaatschap van de Cliëntenraad dus gekoppeld aan een directe relatie met Sociale Zaken, hetzij omdat men een periodieke uitkering ontvangt hetzij omdat men anderszins van diensten van de afdeling (zoals reïntegratietrajecten) gebruik maakt. Bij beëindiging van die relatie stopt het lidmaatschap van de Cliëntenraad in beginsel. Om de continuïteit niet in gevaar te brengen is de bepaling opgenomen dat men dan maximaal de lopende zittingsperiode lid kan blijven, totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 4

In dit artikel is geregeld dat de Cliëntenraad periodiek overleg heeft met de gemeente. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau een aantal keer per jaar overleg plaatsvindt. Partijen kunnen gezamenlijk besluiten van de in dit artikel opgenomen frequentie af te wijken.

De agenda wordt in gezamenlijk overleg bepaald. Om de inbreng van de Cliëntenraad te garanderen,

is bepaald dat deze in de gelegenheid is om een agendavoorstel te doen. Zo nodig maken partijen hierover nadere afspraken.

In het eerste kwartaal van elk jaar wordt aan de Cliëntenraad een overzicht gegeven van de planning van de onderwerpen waarvoor politieke besluitvorming nodig is.

Artikel 5

Om zijn taak goed te kunnen doen, heeft de Cliëntenraad informatie van de gemeente nodig. Om zijn adviestaak adequaat te kunnen uitvoeren, moet de Cliëntenraad tijdig over relevante stukken kunnen beschikken. Gedacht moet worden aan (concept-)beleidsstukken, voorlichtingsmateriaal en dergelijke. Partijen maken hierover nadere afspraken. Tevens worden er afspraken gemaakt over de wijze waarop de Cliëntenraad contact kan leggen over door hem gesignaleerde individuele gevallen en over vragen om informatie van administratieve aard of anderszins.

Artikel 6

Op basis van een jaarlijks werkplan en een begroting stelt het college jaarlijks de subsidie voor de Cliëntenraad vast. Deze subsidie moet toereikend zijn om de Cliëntenraad goed en onafhankelijk van de gemeente te kunnen laten functioneren. De subsidie wordt opgebouwd uit de elementen organisatie en activiteiten, vacatiegelden en ondersteuning door de Stichting Welzijn Velsen (SWV). Periodiek vindt evaluatie plaats.

De subsidie wordt aan de SWV toegekend en maakt onderdeel uit van de Uitvoeringsovereenkomst budgetfinanciering SWV.

Artikel 7

Via een jaarverslag geeft de Cliëntenraad een overzicht van zijn werkzaamheden. Financiële verantwoording vindt plaats door, of in samenspraak met de formele subsidieontvanger, de Stichting Welzijn Velsen.

Artikel 8

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 9

Om de onafhankelijke positie van de Cliëntenraad te benadrukken, zijn in deze verordening slechts summiere bepalingen over de werkwijze opgenomen. Vergaderfrequentie, de wijze van vergaderen, de manier waarop spreekuren voor cliënten worden gehouden en dergelijke zijn onderwerpen die de Cliëntenraad zelf kan regelen. Het huidige reglement kan als uitgangspunt dienen.

Artikel 10

Dit artikel stelt zeker dat leden van de Cliëntenraad niet kunnen worden benadeeld als gevolg van dat lidmaatschap.

Om te voorkomen dat stukken waarover nog niet is beslist een eigen leven gaan leiden, is er een geheimhoudingsbepaling opgenomen.

Artikel 11 / 12

Deze artikelen spreken voor zich.