Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2011

artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantie-onderkomens:

  • woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens:

  • tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans, strandhuisjes en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten:

  • woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd, dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    vaste standplaats:

  • een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vormings-, trainings- en opleidingscentra, conferentieoorden, jeugdherbergen, padvindershuizen, strandhuisjes, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam "toeristenbelasting" een directe belasting geheven.

artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf, als bedoeld in artikel 2, in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is de belastingplichtige degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    door degene die, als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;

  • 2.

    waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting;

  • 3.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c,d,f,g,h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening , onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

artikel 6 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting € 0,90

artikel 7 Belastingjaar

  • 1.

    Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid loopt het belastingjaar van 1 april tot 1 oktober ter zake van het houden van verblijf door personen in mobiele kampeeronderkomens, zoals dit begrip is omschreven in artikel 1.

artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

artikel 9 Nachtverblijfregister

  • 1.

    De belastingplichtige is verplicht een nachtverblijfregister bij te houden.

  • 2.

    Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie tegen vergoeding de gelegenheid tot overnachten is verschaft tenminste de volgende gegevens: naam, geboortedatum en woonplaats; datum van aankomst en vertrek.

artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

artikel 13 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.

artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening toeristenbelasting 2010", vastgesteld bij raadsbesluit van 3 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    De verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening toeristenbelasting 2011".

AANGIFTEBILJET TOERISTENBELASTING

KWARTAALNUMMER 20.. - 0. (bijv. 2011-01 = 2011, 1e kwartaal)

Ondergetekende

adres

verklaart hierbij met betrekking tot het …..e kwartaal 20……. dat hij/zij moet betalen aan toeristenbelasting (€ 0,90 per overnachting) voor niet in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente ingeschreven personen, die verblijf hebben gehouden in/op:

vakantie-onderkomens/ mobiel kampeeronderkomens/ niet-beroepsmatig verhuurde ruimten/ vaste standplaatsen:

overnachtingen à € 0,90 = totaal €

Ondergetekende verklaart ermee bekend te zijn, dat onjuiste of onvolledige aangifte strafbaar is gesteld en beboet kan worden.

Dagtekening: Handtekening:

TOELICHTING

  • 1.

    Na het verstrijken van vier jaarkwartalen wordt de aanslag toeristenbelasting opgelegd.

  • 2.

    Het aantal overnachtingen dient gelijk te zijn aan het totaal aantal overnachtingen, zoals deze zijn opgenomen in het nachtregister of vergelijkbaar bescheiden.

  • Het

    ingevulde en ondertekende aangiftebiljet behoort veertien dagen na uitreiking aan de gemeente retour gezonden te worden.

  • 3.

    Indien over een kwartaal geen belasting behoeft te worden betaald, moet toch een aangiftebiljet bij de gemeente worden ingeleverd.

  • 4.

    Naast deze aangifte kan overlegging worden gevraagd van bescheiden.

Vastgesteld bij besluit van college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen d.d. .