Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2010

artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, overeenkomstig de navolgende bepalingen.

artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:

  • a.

    jaar : een kalenderjaar;

  • b.

    maand : een kalendermaand;

  • c.

    week : een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • d.

    dag : een periode van 24 uur, aanvangende 0.00 uur

artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven de grond van de gemeente, voor de openbare dienst bestemd, dan wel degene te wiens behoeve voorwerpen onder, op of boven de grond van de gemeente, voor de openbare dienst bestemd, worden aangetroffen.

artikel 4 Tarief en berekening van de belasting

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Bij de berekening van de verschuldigde belasting worden gedeelten van tijdvakken en gedeelten van afmetingen voor gehele gerekend.

artikel 5 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven door middel van een aanslag, gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur waarop het bedrag wordt vermeld.

artikel 6 Ontstaan van de belastingplicht en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Indien de in artikel 3, bedoelde belastingplicht aanvangt, is de belasting verschuldigd bij de aanvang van het kalenderjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het heffingsjaar wordt beëindigd, wordt van de over dat jaar geheven belasting ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van een jaar als er nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Aanslagen van minder dan € 4,50 worden niet opgelegd.

  • 5.

    Voor de toepassing van het bepaalde in het vierde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen precariobelasting of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

artikel 7 Vrijstellingen

Belasting als bedoeld in artikel 1 wordt niet geheven voor:

  • 1.

    het hebben van voorwerpen of werken ten behoeve van eigendommen, welke bij de gemeente in gebruik zijn, tenzij deze zijn verhuurd of in exploitatie zijn gegeven aan derden;

  • 2.

    het hebben van ten behoeve van het publiek aangebrachte brievenbussen en postzegelautomaten;

  • 3.

    het hebben van wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond A.N.W.B. en van andere overeenkomstige instellingen;

  • 4.

    het hebben van voorwerpen en werken, welke daar ingevolge een wettelijk voorschrift moeten worden gedoogd;

  • 5.

    het hebben van voorwerpen en werken ten behoeve van kermisinrichtingen en circussen met hun toebehoren, indien een huursom of andere vergoeding voor de ingenomen standplaats aan de gemeente verschuldigd is;

  • 6.

    het gebruik van openbare gemeentegrond en het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond en het openbare gemeentewater, voor zover reeds uit andere hoofde een vergoeding is verschuldigd;

  • 7.

    het hebben van voorwerpen of werken, welke noodzakelijk ter uitoefening van hun publiekrechtelijke taak door de gemeente zijn aangebracht of geplaatst;

  • 8.

    het hebben boven openbare gemeentegrond van borden tot verhuur of verkoop van woningen of andere percelen, in het geval deze borden aan de te verhuren of te verkopen woningen of andere percelen zijn bevestigd;

  • 9.

    het hebben van buisgeleidingen, dienende voor de afvoer van water en rioolstoffen op de gemeentelijke riolering;

  • 10.

    het hebben van borden, masten, palen, e.d., die in verband met verkiezingen van vertegenwoordigende lichamen zijn aangebracht;

  • 11.

    het hebben van pilasters, plinten, kozijndorpels, gevelversieringen, bloembakken in onderhoud bij de gemeente, goten, goot- of kroonlijsten, regenpijpen, balkons en spionnen;

  • 12.

    renovatieprojecten uitgevoerd door woningcorporaties als bedoeld in de Woningwet wordt geen precariobelasting geheven;

  • 13.

    het hebben van rails ten dienste van een openbaar middel van vervoer.

artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening precariobelasting 2009" vastgesteld bij raadsbesluit van 11 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    De verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening precariobelasting 2010”.

Tabel van tarieven als bedoeld in artikel 4 van de verordening regelende de tarieven en voorwaarden van de precariobelasting 2010.

Bouwwerken

De belasting bedraagt voor het gebruik ten behoeve van bouwwerken door:materialen, grond, puin, keten, tenten, loodsen, schaftwagens, containers, rijtuigen, hand- en verkoopwagens werktuigen, stellingen of steigers en dergelijke ingenomen openbare grond ten dienste van enig bouw-, onderhouds- of sloopwerk, alsmede voor het verrichten voor andere werkzaamheden:

100.

per m² per maand

€ 5,80

101.

per m² per jaar

€ 70,80

 

 

 

De belasting bedraagt voor het hebben van een hijskraan, een trechter of ander middel tot laden of lossen van goederen, per m² in beslag genomen openbare gemeentegrond:

105.

per week

€ 2,30

106.

per maand

€ 10,20

107.

per jaar

€ 123,75

 

 

 

Horeca en nijverheid

De belasting bedraagt voor:

110.

het plaatsen van banken, tafeltjes en stoelen en tochtschermen, per m² per maand

€ 5,80

111.

het plaatsen van banken, tafeltjes en stoelen en tochtschermen, per m² per jaar

€ 70,80

112.

vaste tochtschermen, welke gedurende het hele jaar blijven staan, boven het onder 110 bedoelde bedrag per strekkende meter per jaar

€ 27,15

113.

het hebben van een terras als bedoeld in artikel 7 van de Drank- en horecavergunning, en overige terrassen bedraagt, indien de ingenomen ruimte niet meer dan 4 m² bedraagt, per maand

€ 11,85

114.

voor elke meerdere m² per maand

€ 1,10

 

 

 

De belasting bedraagt voor het hebben van uitstallingen langs de percelen voor zaken van handel en nijverheid, indien de ingenomen ruimte niet meer dan 4m² bedraagt:

115.

per maand

€ 14,80

116.

voor elke meerdere m² per maand

€ 1,10

 

 

 

De belasting bedraagt voor het plaatsen, uitstallen, opbergen of opslaan van kisten, kratten, vaten en alle goederen, oud papier, lompen of oude metalen, of materialen niet vallende onder onderdeel bouwwerken:

117.

per m² per maand

€ 2,80

 

 

 

Reclame op uithangborden, lichtreclames, klokken, zonneschermen, luifels, hulpmiddelen voor bouwwerken enz.

De belasting bedraagt voor reclamebord, klokken, borden, aanplakbord, uithangbord, uithangteken, letterreclame, letteropschriften, reclamevlag en dergelijke voorwerpen dienende om de aandacht op het bedrijf te vestigen zonder kunstverlichting,

120.

indien de afmeting niet meer bedraagt dan 1 m², per jaar

€ 35,65

121.

indien de afmeting meer bedraagt dan 1 m², per jaar

€ 46,95

122

het hebben van zonneschermen waarop reclame is aangebracht, per strekkende meter, gemeten langs de gevel, per jaar

€ 2,15

123.

het hebben van een spandoek, per strekkende meter:per week

€ 1,30

124.

per maand

€ 6,00

125.

per jaar

€ 72,90

 

 

 

De belasting bedraagt voor het hebben van een luifel of erker, waarop of waaraan reclame is aangebracht, per strekkende meter per jaar, met inbegrip van de daartoe aangebrachte reclame:

130.

voor de eerste 20 meter

€ 7,70

131.

voor elke volgende meter

€ 3,75

132.

het hebben van een brug of andere overbouwing per m² per jaar

€ 65,50

De belasting bedraagt per tijdelijk geplaatst reclamebord op de openbare grond bevestigd aan lichtmasten voor aankondigingen van evenementen en dergelijke

134.

per week

€ 0,55

135.

De belasting bedraagt voor een steunbeer, steunpaal met reclame, of reclamezuil, per jaar

€ 58,35

 

 

 

De belasting bedraagt voor het hebben van een lichtreclame, lichtbak, letterlichtreclame, verlicht reclamebord, verlicht uithangteken, een lamp of lantaarn met opschrift of reclame met kunstlicht of dergelijke verlichte voorwerpen:

136.

indien de afmeting niet meer bedraagt dan 1 m², per jaar

€ 71,40

137.

indien de afmeting meer bedraagt dan 1 m², per jaar

€ 94,10

138.

het hebben van neonbuizen of dergelijke lichtapparaten:per strekkende meter lengte, per jaar

€ 4,05

139.

het hebben van een uitstalkast of vitrine:indien het frontoppervlak niet meer bedraagt dan 1 m², per jaar

€ 74,60

140.

indien het frontoppervlak meer bedraagt dan 1 m², per jaar

€ 86,00

 

 

 

Benzinepompinstallaties c.a.

De belasting bedraagt per jaar, naar gelang de voorwerpen zich bevinden op of onder de grond, voor het hebben van een benzine- of oliepompinstallatie of dergelijke inrichting, met inbegrip van de daarbij behorende vulput en geleidingen:

145.

voor een enkele installatie

€ 824,50

146.

voor een dubbele installatie

€1638,00

147.

een mengpomp voor benzine en olie ten behoeve van bromfietsen, voor zover deze niet is geïncorporeerd in de normale benzine- of oliepompen, als bedoeld onder 145 of 146

€ 94,10

148.

een water- en/of luchtpompinstallatie met inbegrip van de daarbij behorende geleidingen

€ 59,55

149.

een pompheuvel

€ 59,55

150.

een vulput en geleidingen, voor zover niet reeds onder 145 of 146 belast

€ 26,85

151.

een vulput en geleidingen, niet behorende bij een benzine- of oliepompinstallatie

€ 13,35

152.

een benzine- of olietank of een dergelijke inrichting per m² bij grootste lengtedoorsnede

€ 26,85

 

 

 

Diverse objecten

De belasting bedraagt voor:

155.

Telefooncellen per stuk per jaar

€ 29,70

156

Opvangsluizen van winkelwagens per stuk per jaar

€ 71,40

 

 

 

De belasting bedraagt voor het hebben van spoorrails, niet dienende voor openbare middelen van vervoer, per stel rails per strekkende meter, per jaar:

157.

tot en met 50 meter

€ 5,10

158.

boven 50 meter tot en met 100 meter

€ 7,70

159

boven 100 meter tot en met 200 meter

€ 9,25

160.

boven 200 meter voor elke meter meer

€ 0,60

 

 

 

De belasting voor het hebben van het hebben van een particuliere elektrische of andere geleiding, kabel of spreekbuis bedraagt.

161.

per strekkende meter per jaar

€ 0,60

162.

het hebben van een luidspreker, per jaar

€ 26,50

163.

het hebben van een waterpomp of waterkraan, per jaar

€ 26,50

164.

het hebben van een meterkastje voor gas of elektriciteit, per jaar (niet voor markt- en standplaatsen)

€ 26,50

 

 

 

De belasting voor het hebbenvan een buis of koker (met uitzondering van die welke ten behoeve van het transport of distributie van nutsvoorzieningen het gemeenteriool of die bestemd zijn voor de afvoer van huis- of hemelwater of fecaliën) bedraagt per jaar:

Wanneer de buis of koker buitenwerks 0,50 meter niet te boven gaat:

165.

tot en met 100 meter, per meter

€ 7,70

166.

boven 100 meter tot en met 1000 meter, per 10 meter

€ 7,70

167.

boven 1000 meter, tot en met 2000 meter, per 10 meter

€ 5,40

168.

boven 2000 meter voor elke 10 meter meer

€ 2,80

 

 

 

Bij grotere breedte:

169.

tot en met 100 meter, per meter

€ 11,60

170.

boven 100 meter tot en met 1000 meter, per 10 meter

€ 11,60

171.

boven 1000 meter tot en met 2000 meter, per 10 meter

€ 8,30

172.

boven 2000 meter voor elke 10 meter meer

€ 3,75

173.

De belasting bedraagt voor het hebben van rijwielrekken, per m² per jaar

€ 26,50

174.

Automatische personenweeg-, speel- of andere toestellen per stuk, per jaar

€ 89,20

 

 

 

De belasting voor het hebben van een buis, leiding, koker of soortgelijk voorwerp ten behoeve van het transport of distributie van nutsvoorzieningen:

175.

per strekkende meter per jaar

€ 2,00

 

 

 

Restbepaling algemeen tarief

De belasting bedraagt wegens het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, voor zover niet in de hierboven vermelde onderdelen een bijzonder tarief is vastgesteld:

178

gedurende een week, per m²

€ 0,90

179.

gedurende één maand, per m²

€ 3,50

180.

gedurende één jaar, per m²

€ 42,90