Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening reclamebelasting binnenstad 2011

Geldend van 01-05-2011 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening reclamebelasting binnenstad 2011

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 maart 2011

nummer 11-4421;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting voor de Binnenstad Venlo 2011 (Verordening reclamebelasting Binnenstad Venlo).

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    reclameobject: een openbare aankondiging letters,symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • b.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • c.

    tussenpersoon: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maak1 van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

  • d.

    exploitant: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van reclameobjecten op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten;

  • e.

    vestiging: een gebouw of deel daarvan dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt;

  • f.

    jaar: een kalenderjaar

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

De verordening reclamebelasting 2011 is van toepassing binnen het gebied Binnenstad Venlo;

Onder het gebied Binnenstad Venlo wordt verstaan: het aangewezen gebied in de gemeente dat nader is aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart.

Artikel 3 Belastbaar feit

Onder de naam 'reclamebelasting' wordt, binnen het gebied als bedoeld in artikel 2, een belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, al dan niet met vergunning, de reclameobjecten worden aangetroffen.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van reclameobjecten die door tussenkomst van een exploitant zijn aangebracht, geheven van die exploitant.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1

    . De reclamebelasting wordt geheven per vestiging naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel worden de op de voet van artikel 6, tweede lid, bepaalde oppervlakten van reclameobjecten, die bij één bouwwerk of deel daarvan behoren, bij elkaar opgeteld. Indien meerdere bouwwerken of delen daarvan direct naast elkaar gelegen zijn en tezamen worden gebruikt door één belastingplichtige

  • voor

    één vestiging worden de oppervlakten van reclameobjecten die bij deze bouwwerken of delen daarvan behoren voor de toepassing van dit artikel bij elkaar opgeteld

  • 3.

    Reclameobjecten behoren in elk geval tot één bouwwerk indien zij daarmee fysiek zijn verbonden of daarmee tezamen worden gebruikt.

Artikel 6 Berekening van de reclamebelasting

  • 1.

    Voor de berekening van de reclamebelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2.

    De oppervlakte van een reclameobject wordt bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het opschrift omsluit, dan wel het van de openbare weg zichtbaar gedeelte van het opschrift omsluit.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak loopt van 1 mei 2011 tot en met 31 december 2011.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2.

    Indien de belasting plicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de naar jaartarieven geheven reclamebelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingtijdvak verschuldigde belasting als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belasting plicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt op verzoek van de belastingplichtige ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingtijdvak verschuldigde reclamebelasting als er in dat belastingtijdvak, na beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 10 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:

  • a.

    die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend kunnen worden aangemerkt;

  • b.

    die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;

  • c.

    die door (semi) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen zijn aangebracht en die een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

  • d.

    aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag met naam van de winkeliersvereniging of het wijkorgaan;

  • e.

    op zuilen, borden, muren of andere constructies, aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan;

  • f.

    voorzien van opschriften aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden.

  • g.

    die zijn aangebracht op sandwichborden;

  • h.

    die korter dan 12 weken aanwezig zijn;

  • i.

    bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of te verhuren zaak.

  • j.

    die onderdeel uitmaken van voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een etalage of in de winkel;

Artikel 11 Betalingstermijn

  • 1.In

    afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald:

    • a.

      Bij niet-automatische incasso:

    • In

      twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later;

    • b.

      Bij automatische incasso:

    • In

      zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met doen verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 12 Kwijtschelding

Voor deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 mei 2011.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening reclamebelasting Binnenstad Venlo 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 april 2011.
De griffier, De voorzitter,

Tarieventabel behorende bij de Verordening reclamebelasting Binnenstad Venlo 2011

Het tarief bedraagt voor het hebben van een of meerdere reclameobject(en) per vestiging:

 

 

a. indien de oppervlakte van de reclameobjecten niet meer bedraagt dan 0,1 m²: 

€ Nihil

b. indien de oppervlakte van de reclameobjecten meer dan 0,1 m² bedraagt, maar minder dan 7,5 m²

€ 425,-

c. indien de oppervlakte van de reclameobjecten meer dan 7,5 m² of meer bedraagt, maar minder dan 15 m²

€ 850,-

d. indien de oppervlakte van de reclameobjecten 15 m² of meer bedraagt

€ 1.275,-