Verordening speelautomatenhallen Venlo

Geldend van 01-01-2012 t/m heden

Intitulé

Verordening speelautomatenhallen Venlo

De raad van de gemeente Venlo;

gelezen het voorstel van het college van 22 november 2011, raadsnummer 98;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel Va van de Wet op de kansspelen en het Speelautomatenbesluit;

overwegende dat de wijziging van de Wet op de kansspelen alsmede de harmonisatie van de verordeningen van de voormalige gemeenten Arcen en Velden en Venlo nopen tot het vaststellen van een nieuwe verordening.

besluit: vast te stellen

Verordening Speelautomatenhallen Venlo

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. de wet:

de Wet op de kansspelen;

b. Speelautomatenbesluit:

KB van 23 mei 2000, Stb. 224, houdende regels ter uitvoering van titel Va van de wet, zoals gewijzigd bij besluit van 14 september 2001, Stb. 2001, 415;

c. Speelautomaat:

een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

d. behendigheidsautomaat:

een speelautomaat waarvan:

  • 1.

    het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en

  • 2.

    het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het ge-bruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speel-duur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt.

e. kansspelautomaat:

een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

f. speelautomatenhal:

een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 c, eerste lid, onder b, van de wet;

g. exploitant:

de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

h. beheerder:

de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent of uitoefenen in een speelautomatenhal;

i. weg:

weg conform de Wegenverkeerswet ‘94 , alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

Hoofdstuk 2 Verbodsbepaling en vergunningplicht

Artikel 2 Verbodsbepaling

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2.

    De burgemeester kan uitsluitend voor maximaal drie speelautomatenhallen een ver-gunning verlenen voor de op bij deze verordening behorende bijlage opgenomen locaties en tot ten hoogste het aantal automaten dat in die bijlage is vermeld.

  • 3.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing

Artikel 3 Vergunningaanvraag

De exploitant dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

  • a.

    een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden op-gesteld;

  • b.

    een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • c.

    een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten verte-genwoordigt(en) en van de beheerder.

Artikel 4 Beslistermijn

De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd. De beslissing wordt alleen verdaagd als de complexiteit van de aanvraag dat noodzakelijk maakt.

Artikel 5 Vergunning

  • 1.

    De vergunning is persoonsgebonden.

  • 2.

    In de vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.

  • 3.

    Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de opening- en sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie van de hal.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1.

    De vergunning wordt geweigerd, indien:

    • a.

      het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

    • b.

      de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de weg voor het publiek toegankelijk is;

    • c.

      de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • d.

      de exploitant of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is inge-steld over een of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

    • e.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de bur-gemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • f.

      de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het gel-dende bestemmingsplan.

  • 2.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eer-ste lid, onder c.

Artikel 7 Wijzigingsgronden

  • 1.

    Indien een overeenkomstig artikel 5, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de exploitant onder overlegging van de in artikel 3, onder c, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vra-gen binnen twee weken nadat de in artikel 3 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is verzonden.

  • 2.

    De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergun-ning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand on-herroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen zes maan-den na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8 Intrekkingsgronden

De burgemeester kan de vergunning intrekken:

  • a.

    indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b.

    indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder e;

  • c.

    indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • d.

    indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken.

Artikel 9 Wijzigingen in exploitatie

  • 1.

    Indien een exploitant komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2.

    In alle andere gevallen van wisseling van exploitant dient binnen vier weken na over-name van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3.

    Zolang op een tijdig ingediende aanvrage niet is beslist is voortzetting van de exploita-tie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 10 Overige bepalingen

Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens dat artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 11 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bij deze verordening bepaalde zijn belast bij besluit van het college aan te wijzen personen, ieder voor zover het feiten betreft die in de aanwij-zing zijn vermeld.

Artikel 12 Betreden van plaatsen

Indien de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit ver-eist, is artikel 5:15 van de Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot het betreden van plaatsen van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op in werking op 1 januari 2012.

  • 2.

    Op dat tijdstip worden ingetrokken:

    • a.

      de Verordening speelautomatenhallen Venlo, vastgesteld door de gemeenteraad van Venlo op 2 januari 2001;

    • b.

      de Verordening speelautomatenhallen, vastgesteld door de gemeenteraad van Ar-cen en Velden op 18 december 2003.

Artikel 14 Overgangsrecht

  • 1.

    De op grond van de onder artikel 13 ingetrokken verordeningen verleende vergunnin-gen, worden geacht verleend te zijn overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

  • 2.

    Op aanvragen om vergunningen die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening en indien vóór de inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvragen is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening speelautomatenhallen Venlo

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2011.
De griffier De voorzitter

Bijlage

Adres speelautomatenhal

Aantal speelautomaten

Jac. Bongaertstraat 1, Tegelen

50 kansspelautomaten, alsmede 4 meerspelers

Grotestraat 40-42, Tegelen

50 kansspelautomaten, alsmede 4 meerspelers

Rijksweg 181, Velden

2 kansspelautomaten