Algemene ontheffing van het verbod als bedoeld in artikel 2:30, eerste lid, van de APV Venlo

Algemene ontheffing van het verbod als bedoeld in artikel 2:30, eerste lid, van de APV Venlo

De burgemeester van de gemeente Venlo;

gelet op de wens van de gemeenteraad van Venlo om algemene verruiming van de openingstijden voor horecabedrijven in Venlo;

overwegende dat:

• -

  het horecabedrijven ingevolge de Algemene plaatselijke verordening Venlo (APV Venlo) doorgaans verboden is om de inrichting voor bezoekers geopend te hebben op andere tijden dan van 07.00u tot 02.00u;

• -

  dat tijdens een proefperiode van één jaar ervaring is opgedaan met de gevolgen van de verruiming van de openingstijden voor bedrijven tot 4.00 uur door de week en 6.00 uur in het weekend (vrijdagnacht en zaterdagnacht);

• -

  dat de proefperiode eindigt op 1 september 2016;

• -

  dat op basis van informatie van politie en andere veiligheidsadviseurs geconcludeerd kan worden dat de verruimde openingstijden niet hebben geleid tot onaanvaardbare verstoring van de openbare orde of ontoelaatbare aantasting van het woon- en leefklimaat;

• -

  dat er dientengevolge aanleiding bestaat om de verruiming van de openingstijden structureel in te voeren;

• -

  dat de gemeenteraad daartoe nog dit jaar een voorstel tot aanpassing van de APV Venlo zal worden voorgelegd;

• -

  dat het niet wenselijk is dat horecabedrijven gedurende de periode tot de wijziging van de APV Venlo, de in de ingevolge de APV Venlo geldende reguliere openingstijden moeten aanhouden;

• -

  dat de burgemeester de mogelijkheid heeft om, indien naar zijn oordeel sprake is van een bijzondere omstandigheid, algemene ontheffing van dit verbod te verlenen;

• -

  dat voor de duur van periode tot wijziging van de APV Venlo gebruik gemaakt wordt van deze bevoegdheid;

• -

  dat het noodzakelijk wordt geacht om aan de ontheffing een aantal voorschriften te verbinden;

gelet op het bepaalde in artikel 2:30, eerste en achtste lid, van de APV Venlo

b e s l u i t :

I.Algemene ontheffing te verlenen van het verbod als bedoeld in artikel 2:30, eerste lid, van de APV Venlo;

aan deze ontheffing de volgende voorschriften te verbinden:

• • 1.

    de ontheffing geldt uitsluitend voor:

  • a.

    maandag tot en met vrijdag tussen 02.00 uur en 04.00 uur;

  • b.

    zaterdag (de nacht van vrijdag op zaterdag) en zondag (de nacht van zaterdag op zondag) tussen 02.00 uur en 06.00 uur;

  • c.

    voor het bepaalde onder 1.b. gelden de volgende dagen als zaterdag: 1 januari, eerste Paasdag, eerste Pinksterdag, 26 april, 26 december en 27 december;

  • d.

    1 januari  tussen 02.00 uur en 07.00 uur

  • 2.

    de ontheffing geldt niet voor horecabedrijven, waarvoor beperktere openingstijden, dan die genoemd in artikel 2:30, eerste lid, van de APV Venlo, gelden;

  • 3.

    de ontheffing geldt enkel voor de inpandige gedeelten van de horecabedrijven en niet voor de bij deze bedrijven behorende terrassen;

  • 4.

    de ontheffing geldt niet voor evenementen (waarvoor een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet is verleend);

  • 5.

    de leidinggevende in de inrichting is verplicht zodanige maatregelen te treffen dat aantasting van het woon- en leefklimaat in de directe omgeving van het horecabedrijf dan wel verstoring van de openbare orde ten gevolge van het gebruik van de ontheffing wordt voorkomen;

  • 6.

    de geluidvoorschriften uit het Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals die gelden voor de horecabedrijven, evenals eventuele maatwerkvoorschriften of geluidvoorschriften in de nachtvergunning, blijven onverkort van toepassing;

  • 7.

    deuren (toegangsdeur en deuren van een eventueel aanwezige 'deursluis') en ramen van het horecabedrijf worden gesloten gehouden tenzij de deuren voor korte duur geopend dienen te worden voor de ontvangst of het vertrek van bezoekers;

  • 8.

    bij gebruikmaking van de ontheffing dient in het horecabedrijf een leidinggevende c.q. beheerder aanwezig te zijn die op de verleende exploitatievergunning als zodanig staat vermeld.

  • 9.

    de leidinggevende in de inrichting draagt zorg voor toegangscontrole bij de deur, minimaal vanaf 2.00 uur, en houdt toezicht op de directe omgeving van het horecabedrijf;

  • 10.

    op alle dagen wordt een half uur voor uiterste sluiting een cooling down periode in acht genomen, gedurende welke periode de lichten in de inrichting aan zijn, geen drank wordt verstrekt en er geen muziek ten gehore wordt gebracht;

  • 11.

    alle in het belang van de openbare orde en veiligheid en in het belang van het milieu door een of meerdere opsporingsambtenaren gegeven aanwijzingen moeten stipt en onverwijld worden opgevolgd.

  • II.

    Te bepalen dat dit besluit geldt tot uiterlijk 1 januari 2017, tenzij het besluit eerder wordt ingetrokken.

  • III.

    Te bepalen dat het besluit in werking treedt nadat deze openbaar bekend is gemaakt en niet eerder dan 1 september 2016.