Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2017

Geldend van 09-05-2017 t/m 31-12-2017

De raad van de gemeente Venlo;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016, nummer 81 gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2017

(Verordening parkeerbelastingen 2017)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    bedrijfsverzamelgebouw: gebouw waarin meerdere bedrijven zijn gevestigd op een adres.

  • 2.

    beugelparkeerplaatsen: parkeerplaatsen voorzien van een beugel met slot.

  • 3.

    bewoner belanghebbende: degene die woont in een van de in de bijlage 1, lid I, bij deze verordening beschreven betaald parkeergebieden en houder is van een voertuig.

  • 4.

    bezoekersparkeerkaart: kaart die wordt afgegeven aan degene die woont respectievelijk degene die een beroep of bedrijf uitoefent in een van de in de bijlage 1, lid I, van deze verordening beschreven betaald parkeergebieden, ten behoeve van zijn bezoekers, om tegen een gereduceerd tarief een voertuig te parkeren bij parkeerapparatuur in het betreffende gebied.

  • 5.

    dag:periode van 24 uur welke aanvangt om 0.00 uur.

  • 6.

    dagtarief: tarief voor het parkeren gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 1 dag, waarbij het dagtarief in een keer is te voldoen bij aanvang van het parkeren. Het dagtarief wordt bepaald in relatie tot het reguliere uurtarief voor het parkeren in Venlo.

  • 7.

    doelgroepen: degenen die een beroep of bedrijf uitoefenen waarvoor aantoonbaar is dat op regelmatige basis binnen de parkeerregulering van Venlo werkzaamheden moeten worden verricht waarbij de aanwezigheid van het voertuig voor de werkzaamheden noodzakelijk dan wel gewenst is; als doelgroepen worden onder andere gezien: thuiszorg, bouw- en installatiebedrijven, reinigingsdiensten.

  • 8.

    gehandicaptenparkeerplaatsen:parkeerplaats voor houders van een gehandicaptenparkeerkaart. In het straatparkeren worden deze parkeerplaatsen voorzien van een afwijkend tarief, te weten € 0,00;

  • 9.

    houder: degene op wiens naam het voor het voertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens.

  • 10.

    jaar:kalenderjaar.

  • 11.

    koopavond: avond in de week waarop de winkels buiten de reguliere openingstijden langer geopend zijn. In Venlo is dit donderdag.

    (extra koopavond: avond waarop de winkels open zijn buiten de reguliere koopavonden).

  • 12.

    koopzondag: zondag waarop winkels geopend mogen zijn. In Venlo is dit elke zondag.

  • 13.

    kwartaal: kalenderkwartaal.

  • 14.

    Maand: kalendermaand.

  • 15.

    motorfiets: tweewielig motorvoertuig met grotere cilinderinhoud dan 50 cc.

  • 16.

    mantelzorgabonnement:abonnement ten behoeve van het verlenen van zorg aan bewoners binnen de parkeerregulering door een mantelzorger.

  • 17.

    mantelzorger:familielid, vriend(in) of kennis van de zorgontvanger.

  • 18.

    parkeerapparatuur:parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.

  • 19.

    parkeerkortingsproducten:producten, die voor bepaalde doelgroepen gelden, waarmee korting wordt gegeven op het reguliere parkeertarief in parkeergarages en –terreinen. Het is aan het college van burgemeester en wethouders om deze producten te ontwikkelen en te verstrekken.

  • 20.

    parkeren:het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig (anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken) op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden.

  • 21.

    parkeren: kort: parkeren op straat of terreinen bij plaatsen met parkeerapparatuur waarvoor een maximale parkeerduur van 2 uur geldt.

  • 22.

    parkeren: lang: parkeren in parkeergarages of op parkeerplaatsen op terreinen met een slagboom waar geen maximale parkeerduur wordt gehanteerd.

  • 23.

    regulier abonnement: abonnement verkrijgbaar voor elke aanvrager voor toegang tot een bepaalde parkeergarage of parkeerterrein met slagboom.

  • 24.

    straatparkeren:parkeren op vrij toegankelijke parkeerplaatsen op straat en op parkeerterreinen zonder slagboom binnen de parkeerregulering waarbij standaard een maximum parkeertijd van maximaal 1 dag wordt aangehouden

  • 25.

    zakelijk belanghebbende:degene die een beroep of bedrijf uitoefent en is gevestigd op een adres, dat gelegen is in een van de in de bijlage 1, lid I, van deze verordening beschreven betaald parkeergebieden en houder is van een voertuig.

  • 26.

    Zorgondersteuner (De): toetsend orgaan mantelzorg.

Artikel 2 Belastbaar feit

1.Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:

a een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen, de gebieden bedoeld in bijlage 1 en door het college te bepalen plaats, tijdstip, wijze, waaronder begrepen de abonnementen;

b een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze in de gebieden bedoeld in bijlage 1.

  • 2.

    De belasting (als bedoeld in Artikel 2, 1e lid onderdeel a) in de vorm van een parkeerabonnement is mogelijk voor:

    • a.

      bewoner belanghebbenden;

    • b.

      zakelijk belanghebbenden;

    • c.

      houder van een bezoekersparkeerkaart;

    • d.

      doelgroepen;

    • e.

      reguliere abonnementen;

    • f.

      beugelparkeerplaatsen;

    • g.

      mantelzorg;

    • h.

      bedrijfsverzamelgebouw.

De algemene voorschriften voor deze abonnementen zijn opgenomen in bijlage 2.

  • 3.

    Het college kan gebieden/locaties aanwijzen waar abonnementen (als bedoeld in het 2e lid) niet van toepassing zijn op kort parkeren (als bedoeld in artikel 1) met uitzondering van de bezoekersparkeerkaart.

  • 4.

    Abonnementen (als bedoeld in het 2e lid, aanhef en sub a, b en c) gelden uitsluitend voor de gebieden waarvoor deze zijn verleend.

  • 5.

    Een doelgroepen parkeerabonnement (als bedoeld in het 2e lid, aanhef en sub d) geldt voor alle gebieden.

  • 6.

    Het college kan besluiten een maximum aantal abonnementen vast te stellen voor gebieden, parkeergarages, parkeerterreinen of plaatsen binnen gebieden.

  • 7.

    Bij het bereiken van het maximale aantal abonnementen (als bedoeld in het 6e lid) wordt een wachtlijst gehanteerd en/of wordt een abonnement in een ander gebied, parkeergarage, parkeerterrein aangeboden.

  • 8.

    Het college kan besluiten tot het instellen van een prioriteitenregeling voor de wachtlijst (als bedoeld in het 7e lid).

Artikel 3 Belastingplicht

1 De belasting (bedoeld in artikel 2, 1e lid onderdeel a) wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd, danwel van degene aan wie het parkeerabonnement wordt verleend.

2.Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

a degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

b zolang geen voldoening van de belasting (genoemd in artikel 2, 1e lid onderdeel a) heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:

  • I.

    als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

  • II.

    als blijkt dat ten tijde van het parkeren een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

    • 3.

      De belasting, bedoeld in artikel 2, 1e lid onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van artikel 3, 2e lid onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

4 De belasting bedoeld in artikel 2, 1e lid onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel 2016, Bijlage 3.

Artikel 5 Wijze van heffing

1 De belasting bedoeld in artikel 2, 1e lid onderdeel a, wordt geheven door voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften en de voorschriften op of bij de parkeerapparatuur. Als voldoening op aangifte wordt verder aangemerkt het aanvragen van het abonnement.

2 De belasting bedoeld in artikel 2, 1e lid onderdeel b, wordt geheven door voldoening op aangifte.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

1 De belasting bedoeld in artikel 2, 1e lid onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, danwel bij de aanvang van het heffingstijdvak waarvoor het abonnement wordt verleend.

2 De belasting bedoeld in artikel 2, 1e lid onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, 1e lid onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de apparatuur geschiedt door het via de telefoon inloggen op een centrale computer.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, 1e lid onderdeel a, voor wat betreft de abonnementen, moet zijn betaald op het tijdstip waarop het abonnement wordt verleend.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, 1e lid onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet zijn betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 5. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8 Bepalingen omtrent aanvang en eindigen van de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak

  • 1. Bij aanvang van een abonnement bedraagt het tarief zoveel derde respectievelijk twaalfde gedeelte van het geldende tarief als er maanden niet verstreken zijn in het kwartaal respectievelijk jaar.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het tijdvak waarvoor het abonnement is aangegaan eindigt, wordt op aanvraag ontheffing verleend. Belasting is dan verschuldigd over een kwartaal of over even zoveel kwartalen als er in dat jaar reeds begonnen zijn respectievelijk over een maand of over even zoveel maanden als er in dat kwartaal reeds begonnen zijn, met dien verstande dat de belasting nimmer hoger is dan het tarief van het te beëindigen abonnement.

Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip, de duur en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, 1e lid onderdeel a, mag worden geparkeerd dan wel waarvoor een abonnement kan worden verkregen als bedoeld in artikel 2, 1e lid onderdeel a geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.

Artikel 10 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling

  • 1. Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan aan het voertuig een wielklem worden aangebracht.

  • 2. Het college wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.

  • 3. Als na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het voertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

Artikel 11 Kosten naheffingsaanslag en wielklem

  • 1.

    De kosten van een naheffingsaanslag terzake van de belasting als bedoeld in artikel 2 1e lid onderdeel a zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel 2017, bijlage 3.

  • 2.

    De kosten die verschuldigd zijn terzake het gebruik maken van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 10 zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel 2017, bijlage 3.

  • 3.

    Het bedrag van de ingevolge het eerste en tweede lid in rekening te brengen kosten wordt bij voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld.

  • 4.

    Een voertuig met aanhanger wordt voor de toepassing van de kosten voor overbrenging beschouwd als twee voertuigen.

De Kostenberekening naheffingsaanslag en wielklemmen 2017 is opgenomen als bijlage 4 en 5.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.

Artikel 14 Overgangsrecht

  • 1. De 'Verordening parkeerbelastingen 2017’ vastgesteld bij raadsbesluit van 4 november 2016 wordt ingetrokken.

  • 2. De 'Verordening parkeerbelastingen 2016’ vastgesteld bij raadsbesluit van 6 november 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 februari 2017, met uitzondering van artikel 14, lid 1, welk artikellid onmiddellijk in werking treedt..

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 februari 2017.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening parkeerbelastingen 2017”.

Bijlagen verordening parkeerbelastingen 2017

Nr.

Naam

1.

Gebiedsomschrijvingen 2017 en plattegrond “Betaald parkeergebieden Venlo 2017”

2.

Voorschriften 2017

3.

Tarieven parkeren en parkeerbelastingen 2017

4.

Kostenberekening naheffingsaanslag en wielklemmen 2017

5.

Berekening kosten naheffingsaanslag en aanbrengen en verwijderen wielklem 2017

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2016 .

De griffier De voorzitter

Geert van Soest Antoin Scholten

Bijlagen behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2017

Bijlage 1

Gebiedsomschrijvingen 2017

I. Gebiedsomschrijvingen als bedoeld in artikel 2, 1e lid onder a van de Verordening parkeerbelastingen 2017 zoals nader aangegeven op de van deze bijlage deel uitmakende plattegrond “Betaald parkeergebieden Venlo 2017”.

Binnenstad Noord:

het gedeelte van de gemeente dat begrensd wordt door de Maas, Puteanusstraat, Monseigneur Nolensplein, Goltziusstraat, Krefeldseweg, Gasthuiskampstraat, Craneveldstraat, Sint Urbanuspad, Dokter Aletta Jacobsstraat, Hogeschoorweg (het gedeelte ten zuiden van de Craneveldstraat), Wilhelminapark en de Sint Urbanusweg (het gedeelte ten zuiden van de Groeneweg) met inbegrip van deze straten, singels, kaden, wegen, pleinen en poorten behoudens het Monseigneur Nolensplein, Goltziusstraat, Krefeldseweg, Gasthuiskampstraat en Craneveldstraat.

Binnenstad Noord-Oost:

het gedeelte van de gemeente dat begrensd wordt door de Deken van Oppensingel, Goltziusstraat, Sint Martinusstraat (het gedeelte ten zuiden van de Goltziusstraat), Grote Kerkstraat, Sint Jorisstraat, Parade en Keulsepoort met inbegrip van deze straten, singels, kaden, wegen, pleinen en poorten behoudens de Parade, Grote Kerkstraat en de Sint Jorisstraat.

Centrum Binnenstad:

het gedeelte van de gemeente dat begrensd wordt door de Maas, Prinsessesingel, de spoorlijn, Koninginneplein, Keulsepoort, Parade, Grote Kerkstraat, Sint Martinusstraat (het gedeelte ten zuiden van de Goltziusstraat), Monseigneur Nolensplein en Puteanusstraat, Helschriksel, Lichtenberg, Bolwaterstraat, Mgr. Nolensplein, Helschriksel, Kwietheuvel, Peperstraat, Maasstraat, Kolenstraat, Romeinenplaats, Wijngaardstraat, Romerstraat, Prinsessesingel met inbegrip van deze straten, deze singels, kaden, wegen, pleinen en poorten behoudens de Puteanusstraat, de Sint Martinusstraat (het gedeelte ten zuiden van de Goltziusstraat), de oostzijde van de Lichtenberg, de noordzijde van het Helschriksel, de westzijde van de Kwietheuvel, de Noordzijde van de Peperstraat, de Maasstraat, de Kolenstraat ten westen van de Romeinenplaats, de zuidzijde van de Wijngaardstraat, de westzijde van de Kolenstraat en de noordzijde van de Prinsessesingel.

Centrum-Zuid:

het gedeelte van de gemeente dat begrensd wordt door de Veilingstraat, Nedinscoplein, Via Crescendo, Theemsstraat, Seinestraat, Tiberstraat, Oude Tegelseweg, Hendrikxstraat, Regentessestraat, Sloterbeekstraat, Roermondsepoort, Eindhovenseweg, met inbegrip van deze straten, deze singels, kaden, wegen, pleinen en poorten, behoudens het Nedinscoplein, Via Crescendo, Oude Tegelseweg ten zuiden van de Tiberstraat, Hendriksstraat, Regentessestraat en de Eindhovenseweg ten westen van de Veilingstraat.

Maasboulevard:

het gedeelte van de gemeente dat begrensd wordt door de Maas, Prinsessesingel, Romerstraat, Wijngaardstraat, Maasstraat, Kolenstraat, Romeinenplaats en Peperstraat met inbegrip van deze straten, deze singels, kaden, wegen, pleinen en poorten behoudens de zuidzijde van de Prinsessesingel, de oostzijde van de Romerstraat, de noordzijde van de Wijngaardstraat, de Kolenstraat ten oosten van de Romeinenplaats, de Romeinenplaats en de noordzijde van de Peperstraat.

Maaswaard:

het gedeelte van de gemeente dat begrensd wordt door de Eindhovenseweg, Prinsessesingel, Professor Gelissensingel, Hamelstraat, Nedinscoplein en Veilingstraat, met inbegrip van deze straten, deze singels, kaden, wegen, pleinen en poorten, behoudens de Eindhovenseweg, Professor Gelissensingel en de Veilingstraat.

Mgr. Nolensplein:

de straten Mgr. Nolensplein, Parkstraat, Dwarsstraat en Geldersepoort;

Q4:

het gedeelte van de gemeente dat begrensd wordt door de Maas, Helschriksel, Lichtenberg, Bolwaterstraat, Mgr. Nolensplein, Bij het Kruitmagazijn, Helschriksel Kwietheuvel en Peperstraat met inbegrip van deze straten, deze singels, kaden, wegen, pleinen en poorten behoudens de westzijde van de Lichtenberg, de Bolwaterstraat, het Mgr. Nolensplein, de zuidzijde van het westelijke gedeelte van het Helschriksel, de oostzijde van de Kwietheuvel en de zuidzijde van de Peperstraat.

Rosarium:

de straten Lohofstraat, Prinsenhofstraat, Prinses Beatrixstraat, Ruijs de Beerenbrouckstraat, van Cleefstraat, Jan de Verwerstraat, Mgr. Boermansstraat (weggedeelte tussen Deken van Oppensingel en Wilhelminastraat), Julianastraat en Wilhelminastraat.

Venlo-Oost:

het gedeelte van de gemeente dat begrensd wordt door de Burgemeester van Rijnsingel, Kaldenkerkerweg, Heutzstraat en Stalbergweg, Burgemeester Conraetzstraat, Belletablestraat, met inbegrip van deze straten, singels, kaden, wegen, pleinen en poorten behoudens de Kaldenkerkerweg ten oosten van de Prinsenstraat, de Stalbergweg ten oosten van de Burgemeester Conraetzstraat en de Belletablestraat.

Via Crescendo:

het gedeelte van de gemeente dat begrensd wordt door de Professor Gelissensingel, Walstraat, Hamelstraat en Via Crescendo, met inbegrip van deze straten, deze singels, kaden, wegen, pleinen en poorten behoudens de Professor Gelissensingel, de Walstraat en de Hamelstraat.

II Gebiedsomschrijvingen als bedoeld in artikel 2, 1e lid onder b van de Verordening parkeerbelastingen 2017

Beugelparkeerplaatsen:

buitenring Wilhelminapark, parkeerterrein westzijde flatgebouw “de Slieënberg”.

De bedrijvenstraatjes:

Italiëplaats, Dominicanenstraat, oostzijde van Aan Cedron, aan de rechterzijde van de rijbaan Kruisherenstraat, Bartelsplaats, Gildenstraat, Huzarenplaats, Brouwersplaats, achter de Wieën.

Geslotenverklaarde gedeelte binnenstad Venlo:

het geslotenverklaarde gedeelte van het centrum van Venlo (Pollergebied).

Bijlage 1a

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2

Voorschriften 2017

A. Algemene voorschriften abonnementen als bedoeld in artikel 2, 2e lid van de Verordening parkeerbelastingen 2017

  • 1. het (digitaal) parkeerabonnement vermeldt tenminste:

    • a. het kenteken van het voertuig van belanghebbende, met dien verstande dat op één parkeerabonnement meerdere kentekens mogen worden vermeld;

    • b. in afwijking van lid 1, aanhef , onder sub a kan voor zakelijk belanghebbenden en doelgroepen in plaats van het kenteken de organisatie- of firmanaam worden vermeld (mits het voertuig als zodanig herkenbaar is als voertuig van de organisatie of bedrijf of voorzien is van een door de gemeente goedgekeurd vignet met de naam of het logo van de organisatie of het bedrijf);

    • c. het gebied waarvoor het parkeerabonnement is afgegeven.

  • 2. Het parkeerabonnement voor bewoner belanghebbenden (inclusief mantelzorgers) en zakelijk belanghebbenden vervalt indien:

    • a. degene, ten name van wie het parkeerabonnement is gesteld:

      • 1. het gebied waarvoor het parkeerabonnement is afgegeven metterwoon verlaat of daar uitgeoefende beroep, bedrijf of ondersteuning beëindigt;

      • 2. daarom verzoekt;

      • 3. geen houder van een voertuig meer is;

      • 4. is overleden;

    • b. er zich een wijziging voordoet in één van de omstandigheden die relevant waren voor het afgeven van het abonnement,

    • c. blijkt dat bij de aanvraag onjuiste gegevens zijn verstrekt.

  • 3. De bezoekersparkeerkaart vervalt indien degene, aan wie de kaart is verstrekt:

    • 1. het gebied waarvoor de kaart is afgegeven metterwoon verlaat of daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt;

    • 2. daarom verzoekt;

    • 3. is overleden.

  • 4. Het doelgroepenparkeerabonnement vervalt indien:

    • a. degene, ten name van wie het parkeerabonnement is gesteld,

      • 1. het uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt;

      • 2. daarom verzoekt;

      • 3. geen houder van een voertuig meer is,

    • b. er zich een wijziging voordoet in één van de omstandigheden die relevant waren voor het afgeven van het abonnement,

    • c. blijkt dat bij de aanvraag onjuiste gegevens zijn verstrekt.

  • 5. Het reguliere abonnement vervalt indien degene, ten name van wie het parkeerabonnement is gesteld daar om verzoekt.

  • 6. Een abonnement voor een beugelparkeerplaats vervalt indien degene, ten name van wie het abonnement is gesteld:

    • a. daar om verzoekt;

    • b. uit het gebied verhuist waarvoor de vergunning is afgegeven.

B. Abonnement bewonersbelanghebbenden en bezoekersparkeerkaart

  • 1. De abonnementen voor bewonersbelanghebbenden worden voor alle gebieden verleend met dien verstande dat voor het eerste abonnement, dat wordt aangevraagd, geldt dat dit wordt verleend, indien men niet beschikt over een parkeerplaats op het eigen adres, dan wel over een parkeerrecht beschikt behorende bij het eigen adres.

  • 2. Het aantal per woonadres af te geven abonnementen voor bewonersbelanghebbenden voor het gebied waarin dit adres is gelegen bedraagt:

    • Binnenstad Noord-Oost: twee (straatparkeren);

    • Binnenstad Noord: twee (straatparkeren);

    • Centrum Binnenstad: twee (parkeerterreinen Maaskade-Laag/-Hoog, straatparkeren of andere door het college aan te wijzen parkeergelegenheid);

    • Centrum-Zuid: twee (straatparkeren);

    • Maasboulevard: twee (parkeergarage Maaswaard of andere door het college aan te wijzen parkeergelegenheid);

    • Maaswaard: twee (parkeergarage Maaswaard of andere door het college aan te wijzen parkeergelegenheid);

    • Mgr. Nolensplein: twee (parkeergarage Mgr. Nolensplein of andere door het college aan te wijzen parkeergelegenheid);

    • Venlo-Oost: twee (straatparkeren);

    • Via Crescendo: twee (parkeergarage Maaswaard of andere door het college aan te wijzen parkeergelegenheid);

    • Q4: twee(parkeerterreinen Maaskade-Laag/-Hoog of andere door het college aan te wijzen parkeergelegenheid).

  • 3. Bij de (digitale) aanvraag van een abonnement voor bewonersbelanghebbenden en/of een bezoekersparkeerkaart wordt het bevolkingsregister geraadpleegd en dient een legitimatiebewijs en een kopie van het kentekenbewijs van de auto te worden overgelegd. Ingeval van leasevoertuigen dient een houderschapsverklaring te worden overgelegd. Voorts dient te worden ingevuld of men beschikt over een parkeerplaats op het eigen adres, dan wel over een parkeerrecht beschikt behorende bij het eigen adres.

  • 4. Een bezoekersparkeerkaart wordt in alle gebieden verleend. Deze kaart kan niet worden gebruikt voor parkeergarages en parkeerterreinen met slagbomen.

  • 5. Het aantal per woonadres af te geven bezoekersparkeerkaarten bedraagt per woonadres in alle gebieden: één.

C. Abonnement zakelijkbelanghebbenden

  • 1. Een abonnement voor zakelijk belanghebbenden wordt alleen afgegeven voor de gebieden Binnenstad Noord, Binnenstad Noord-Oost, Centrum-Zuid en Venlo-Oost ten behoeve van straatparkeren In de betreffende gebieden. Zakelijk belanghebbenden in de overige gebieden, in casu Centrum Binnenstad, Maasboulevard, Q4, Maaswaard, Via Crescendo en Mgr. Nolensplein – komen pas in aanmerking voor een abonnement zakelijk belanghebbenden in voornoemde gebieden (o.a. Binnenstad Noord, Binnenstad Noord-Oost of andere door het college aan te wijzen parkeergelegenheid), indien er (1) geen regulier abonnementen beschikbaar zijn in de betreffende gebieden (o.a. Centrum Binnenstad, Via Crescendo) en (2) nog voldoende parkeercapaciteit beschikbaar is in de voornoemde gebieden (o.a. Binnenstad Noord, Binnenstad Noord-Oost).

  • 2. Het aantal per bedrijfsadres af te geven abonnementen voor zakelijk belanghebbenden wordt bepaald aan de hand van het aantal (voltijds)werknemers. Het aantal werknemers blijkt uit een uittreksel van de Kamer van Koophandel tenzij blijkt dat de feitelijke situatie anders is. Per drie (voltijds)werknemers kan één abonnement worden verstrekt met dien verstande dat per bedrijfsadres maximaal 10 abonnementen kunnen worden afgegeven.

  • 3. Bij de (digitale) aanvraag van een abonnement voor zakelijk belanghebbenden dient het kentekenbewijs van het voertuig, een uittreksel van de Kamer van Koophandel waaruit blijkt dat op het adres inderdaad een bedrijf is gevestigd en waaruit tevens het aantal op dat adres bij dat bedrijf werkzame (voltijds)werknemers blijkt, een werkgeversverklaring inhoudende dat men op het onderhavige adres werkzaam is en een legitimatiebewijs te worden overgelegd. Ingeval van leasevoertuigen dient een houderschapsverklaring te worden overgelegd.

  • 4. Bij de aanvraag van een bezoekersparkeerkaart dient een uittreksel van de Kamer van Koophandel waaruit blijkt dat op het adres inderdaad een bedrijf is gevestigd.

  • 5. Het aantal per adres af te geven bezoekersparkeerkaarten bedraagt per bedrijfsadres in alle gebieden : één.

D. Abonnement zakelijk belanghebbenden bedrijfsverzamelgebouw

  • 1. Een abonnement voor zakelijk belanghebbenden in een bedrijfsverzamelgebouw wordt alleen afgegeven in het gebied Venlo-Oost ten behoeve van straatparkeren.

  • 2. Het aantal per bedrijfsverzamelgebouw af te geven abonnementen wordt bepaald aan de hand van het aantal (voltijds)werknemers van de gezamenlijke bedrijven gevestigd in dit gebouw. Het aantal werknemers blijkt uit de uittreksels van de Kamer van Koophandel tenzij blijkt dat de feitelijke situatie anders is. Per drie (voltijds)werknemers kan één abonnement worden verstrekt met dien verstande dat per bedrijfsverzamelgebouw maximaal 10 abonnementen kunnen worden afgegeven. Dit aantal kan worden uitgebreid tot maximaal 20 abonnementen indien de parkeerbezetting op het wegvak, waarvoor de abonnementen worden afgegeven, dit toelaat (parkeerbezetting tijdens werktijden < 80%).

  • 3. Bij de aanvraag van abonnementen voor bedrijfsverzamelgebouw dienen de uittreksels van de Kamer van Koophandel waaruit blijkt dat op het adres inderdaad bedrijven zijn gevestigd en waaruit tevens het aantal op dat adres bij dat bedrijf werkzame (voltijds)werknemers blijkt te worden overgelegd.

E. Abonnement doelgroepen

  • 1. Abonnementen voor doelgroepen kunnen worden afgegeven aan bedrijven die aantoonbaar op regelmatige basis binnen de parkeerregulering van Venlo werkzaamheden verrichten, waarbij de aanwezigheid van het voertuig voor de werkzaamheden noodzakelijk dan wel wenselijk is.

  • 2. Als toets voor het afgeven van deze abonnementen wordt beoordeeld of het maatschappelijk verantwoord is deze af te geven.

  • 3. Een abonnement voor doelgroepen wordt verleend voor alle gebieden met uitzondering van parkeergarages en parkeerterreinen.

F. Abonnement mantelzorg

  • 1. Een abonnement voor straatparkeren ten behoeve van mantelzorgers kan worden afgegeven aan personen die aantoonbaar op regelmatige basis binnen de parkeerregulering van Venlo mantelzorg verlenen, waarbij de Zorgondersteuner de noodzaak van de mantelzorg positief heeft beoordeeld.

  • 2. Een abonnement voor mantelzorg wordt verleend voor het gebied uit bijlage 1 van deze verordening dat het meest gunstige is gelegen ten opzichte van het woonadres van de zorgontvanger.

G. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de in deze bijlage opgenomen voorschriften voor wat betreft de aan te wijzen parkeergelegenheid.

Bijlage 3 Tarieven parkeren en parkeerbelastingen 2017.

Bijlage 4 Kostenberekening naheffingsaanslag en Wielklem 2017

A. Kosten naheffingsaanslag:

  • a.

    Vaste informatie verwerkingskosten € 21.978,-

  • b.

    Variabele informatie verwerkingskosten € 0,-

  • c.

    Kosten van afschrijving, interest € 73.713,-

  • d.

    Personeelskosten € 417.108,-

  • e.

    Overhead door te belasten € 208.554,-

  • -

    --------------------------

€ 721.353,-

De kosten per aanslag, uitgaande van 7.450 naheffingsaanslagen, bedragen € 96,83.

Op grond van artikel 3, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen bedraagt het bedrag van de naheffingsaanslag met ingang van 1 januari 2017 maximaal € 61,00. Het tarief voor 2017 wordt derhalve € 61,00.

B. Kosten aanbrengen en verwijderen van de wielklem:

In voorkomende gevallen wordt een voertuig ingeklemd in samenwerking met een particulier

takelbedrijf. De kosten zijn gebaseerd op de door dat takelbedrijf naar landelijke normen te

berekenen tarieven en inclusief btw.

Kosten per inklemming/uitklemming bedragen € 72,00.

C. Kosten voor het verwijderen en bewaren van ingeklemde voertuigen:

In voorkomende gevallen wordt een ingeklemd voertuig overgebracht door een particulier

takelbedrijf. De kosten zijn gebaseerd op de door dat takelbedrijf naar landelijke normen te

berekenen tarieven en inclusief btw.

De kosten voor overbrenging van het voertuig bedragen € 65,57.

De voorrijkosten bedragen € 68,73.

De kosten voor opslag en afgifte bedragen € 43,71, waarin inbegrepen de bewaarkosten

voor de eerste 24 uur (of gedeelte daarvan).

Bewaarkosten voor de volgende dagen bedragen € 5,25 per dag (of gedeelte daarvan).

Een voertuig met aanhanger wordt voor de toepassing van de kosten voor

overbrenging beschouwd als twee voertuigen.

Bijlage 5 Berekening kosten naheffingsaanslag en aanbrengen en verwijderen wielklem 2017

Berekening kosten naheffingsaanslag en aanbrengen en verwijderen wielklem 2017