Nadeelcompensatie kabels en leidingen Venlo 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m heden

Intitulé

Nadeelcompensatie kabels en leidingen Venlo 2018

Hoofdstuk 1 Algemeen

Paragraaf1.1 Inleidende bepalingen

Artikel 1

De begripsbepalingen van de AVOI zijn op deze regeling van toepassing tenzij daarvan nadrukkelijk wordt afgeweken door het bepaalde in artikel 2.

Artikel 2

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.

aanwijzing

aanwijzing ingevolge artikel 12, tweede lid, onder a. van de AVOI;

b.

belanghebbende

een netbeheerder die een verzoek, als bedoeld in onderdeel k. van dit artikel, indient;

c.

droge infrastructuur

kabels en/of leidingen die niet voldoen aan de definitie van natte

infrastructuur;

d.

kabels en/of leidingen

kabels en/of leidingen als bedoeld in de AVOI, met uitzondering van kabels als bedoeld in de Telecommunicatiewet;

e.

nadeelcompensatie

het bedrag dat op basis van deze nadere regel als schadevergoeding wordt toegekend aan de belanghebbende;

f.

natte infrastructuur

kabels en/of leidingen die in waterwegen en dijken liggen, voor wat betreft de laatste slechts voor zover het gaat om (de aanleg van of wijziging aan) de dijk als waterkeringswerk;

g.

nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen

het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen, waaronder het verplaatsen;

h.

openbare ruimte

openbare gronden als bedoeld in artikel 1, onderdeel q, van de AVOI;

i.

schadebedrag

financieel nadeel dat de belanghebbende lijdt als gevolg van de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente (inclusief eventueel door belanghebbende aan derden verschuldigde BTW);

j.

vergunning

een vergunning als bedoeld in artikel 1, onderdeel u, van de van de AVOI;

k.

verzoek

een verzoek voor het nemen van een besluit aangaande nadeelcompensatie.

Artikel 3

  • 1. Deze nadere regels zijn van toepassing op verzoeken van belanghebbenden om een vergoeding voor schade van de belanghebbenden door het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, van kabels en/of leidingen die is veroorzaakt door het college in de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheden of taak, waaronder mede wordt verstaan de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege het college.

  • 2. Deze regeling is niet van toepassing:

    • a.

      op gemeentelijke kabels en/of leidingen;

    • b.

      op kabels en/of leidingen waarvoor een specifiek wettelijke regeling, zoals de Telecommunicatiewet, voorziet in een kostenregeling voor het nemen van maatregelen inzake kabels en/of leidingen;

    • c.

      kabels en/of leidingen voor zover deze onderdeel zijn van een inrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer of van drukapparatuur als bedoeld in het Warenwetbesluit drukapparatuur;

    • d.

      het nemen van maatregelen inzake kabels en/of leidingen die niet in de openbare ruimte liggen en onder de werking van artikel 40 van de Onteigeningswet vallen.

Hoofdstuk 2 Nadeelcompensatie

Paragraaf 2.1 Nadeelcompensatie algemeen

Artikel 4

Indien een netbeheerder ingevolge artikel 12 van de AVOI, schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale maatschappelijke risico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kent het college hem op zijn verzoek een vergoeding toe.

Artikel 5

Het schadebedrag wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in hoofdstuk 2 van deze regeling. Bij die berekening worden uitsluitend de kosten van uit- en in bedrijf stellen, ontwerp en begeleiding, uitvoering en materiaal betrokken.

Paragraaf 2.2 Nadeelcompensatie voor het geval de kabel en/of leiding van belanghebbende ligt in openbare ruimte

Artikel 6

Indien de netbeheerder binnen vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van de vergunning maatregelen moet nemen ten aanzien van kabels en/of leidingen op grond van een aanwijzing, bedraagt de nadeelcompensatie 100% van het schadebedrag. Dit geldt zowel voor natte als droge infrastructuur.

Artikel 7

Voor droge infrastructuur geldt dat indien de netbeheerder maatregelen moet nemen ten aanzien van kabels en/of leidingen op grond van een aanwijzing in de periode gelegen vanaf vijf tot en met vijftien jaren, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van de betrokken vergunning, zal de gemeente 80% van het schadebedrag vanaf het zesde jaar tot 0% vanaf het zestiende jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het schema weergegeven in bijlage 2. Het bedrag van de nadeelcompensatie is gelijk aan een percentage van de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten. De materiaalkosten en de kosten voor het uit- en in bedrijf stellen worden niet vergoed.

Voor natte infrastructuur geldt dat indien de netbeheerder maatregelen moet nemen ten aanzien van kabels en/of leidingen op grond van een aanwijzing in de periode gelegen vanaf vijf tot en met dertig jaren, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van de betrokken vergunning, zal de gemeente 80% van het schadebedrag vanaf het zesde jaar tot 0% vanaf het eenendertigste jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het schema weergegeven in bijlage 3. Het bedrag van de nadeelcompensatie is gelijk aan een percentage van de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten. De materiaalkosten en de kosten voor het uit- en in bedrijf stellen worden niet vergoed.

Artikel 8

Indien de netbeheerder maatregelen moet nemen ten aanzien van kabels en/of leidingen op grond van een aanwijzing na vijftien jaar (droge infrastructuur) dan wel dertig jaar (natte infrastructuur), gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van zijn vergunning, wordt geen nadeelcompensatie uitgekeerd.

Paragraaf 2.3 Nadeelcompensatie ingeval de kabel en/of leiding van de belanghebbende niet ligt in openbare ruimte

Artikel 9

  • 1. De nadeelcompensatie bedraagt 100% van het schadebedrag (zie bijlage 4), indien:

    • a)

      de kabel en/of leiding van de netbeheerder is gelegen in of op de grond die hem krachtens het eigendomsrecht toebehoort, of;

    • b)

      de kabel en/of leiding ligt op basis van een zakelijk recht of;

    • c)

      op de kabel en/of leiding een gedoogplicht conform de Belemmeringenwet privaatrecht (BP) rust.

Artikel 10

Rusten op de kabel en/of leiding van de netbeheerder geen van de rechten bedoeld in artikel 9, dan is het basisbedrag voor de berekening van de nadeelcompensatie gelijk aan de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten (zie bijlage 5). De materiaalkosten en de kosten voor het uit en in bedrijf stellen worden niet vergoed.

Paragraaf 2.4 Algemene bepalingen bij vaststelling van nadeelcompensatie

Artikel 11

Het college en de netbeheerder zullen bij het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken.

Artikel 12

Indien in bijzondere omstandigheden gronden aanwezig zijn om te concluderen dat redelijkerwijs een groter of kleiner gedeelte van het schadebedrag ten laste van de netbeheerder moet blijven dan uit de toepassing van de paragrafen 2.2. of 2.3. voortvloeit, kan het college van de bepalingen van die paragrafen gemotiveerd afwijken.

Artikel 13

  • 1. Indien binnen een project sprake is van meerdere (tijdelijke) maatregelen ten aanzien van dezelfde kabel en/of leiding, is op de eerste maatregel deze nadere regel (zoals aangegeven in paragraaf 2.2) van toepassing.

  • 2. De overige (tijdelijke) maatregelen en voorzieningen van fysieke aard ten aanzien van dezelfde kabel en/of leiding binnen hetzelfde project worden gezien als een noodzakelijke uitvoeringswijze, daarop is de nadeelcompensatieregeling niet van toepassing. Bedoeld worden eventuele extra maatregelen en voorzieningen die samenhangen met de voortgang van het infrastructuurproject, die weer worden opgeheven zodra de definitieve maatregelen zijn gerealiseerd.

Artikel 14

  • 1. Geen nadeelcompensatie vindt plaats als in de vergunning een bepaling is opgenomen dat binnen een periode van vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van de vergunning, het nemen van maatregelen ten aanzien van de desbetreffende kabel en/of leiding is te voorzien in verband met binnen die periode uit te voeren werkzaamheden in de openbare ruimte waarin, of waarop de kabel en/of leiding is gelegen en in deze periode daadwerkelijk een aanwijzing als bedoeld in artikel 17 van deze nadere regel wordt gegeven.

  • 2. Als blijkt dat een kabel en/of leiding niet conform de vergunning is aangelegd, kan worden besloten geen nadeelcompensatie toe te kennen.

Artikel 15

Als de aanwijzing niet wordt gegeven binnen de periode bedoeld in artikel 14 dan geldt het toepasselijke vergoedingsregime zoals in de paragrafen 2.2. of 2.3. van deze regeling is opgenomen.

Hoofdstuk 3 Bepalingen van procedurele aard

Paragraaf 3.1 Vooroverleg

Artikel 16

Het college streeft naar overeenstemming met de netbeheerder over het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen (een technisch adequate oplossing tegen de maatschappelijk laagste kosten), uitvoering en planning. Het college voert hiertoe vooroverleg met de netbeheerder.

Artikel 17

Het college neemt het besluit tot een schriftelijke aanwijzing voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen, op grond van artikel 12, tweede lid, van de AVOI, zo mogelijk op basis van overeenstemming zoals bereikt in het vooroverleg, als bedoeld in artikel 16.

In de schriftelijke aanwijzing is een omschrijving van het werk opgenomen met vermelding van het nemen van noodzakelijke maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen.

Paragraaf 3.2 Verzoek om vaststelling nadeelcompensatie

Artikel 18

  • a.

    De belanghebbende dient bij het indienen van een verzoek aan te tonen op welke datum een vergunning is verleend voor het aanleggen van de desbetreffende kabel en/of leiding.

  • b.

    Indien een vergunning ontbreekt, wordt gerekend vanaf de datum waarop het leggen volgens de registratie van de leidingexploitant is aangevangen.

  • c.

    Indien niet kan worden aangetoond op welke datum een vergunning is verleend, dan wel op welke datum het leggen is aangevangen, wordt ervan uit gegaan dat de betreffende kabel en/of leiding langer dan vijftien jaar (droge infrastructuur) c.q. dertig jaar (natte infrastructuur) aanwezig is.

Artikel 19

Belanghebbende dient zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een termijn van vijf jaar, nadat hij een aanwijzing heeft gekregen tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen bij het college een verzoek in om vaststelling van nadeelcompensatie. Het streven is echter om binnen 6 maanden na de aanwijzing het verzoek om nadeelcompensatie ingediend en afgehandeld te hebben. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het formulier, opgenomen in bijlage 1.

Artikel 20

Het verzoek bevat, naast de gegevens bedoeld in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht, ten minste:

  • a)

    een verwijzing naar de aanwijzing van het college aan de netbeheerder tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen;

  • b)

    een naar kostensoort gespecificeerde opgave van het schadebedrag, inclusief relevante facturen, aan de hand van het model opgenomen in bijlage 1;

  • c)

    de hoogte van de nadeelcompensatie waarop belanghebbende aanspraak maakt;

  • d)

    een kopie van de ingetrokken vergunning;

  • e)

    het rekeningnummer van de netbeheerder ten behoeve van de betaling na vaststelling van de nadeelcompensatie;

  • f)

    een accountantsverklaring indien het college hierom heeft verzocht.

Paragraaf 3.3 Besluit vaststelling nadeelcompensatie

Artikel 21

  • 1. Het college neemt binnen acht weken na indiening van het verzoek een besluit:

    • a)

      om het verzoek buiten behandeling te laten indien dit is ingediend na de termijn genoemd in artikel 19;

    • b)

      om het verzoek buiten behandeling te laten indien dit naar het oordeel van het college niet of onvoldoende is onderbouwd en nadat de netbeheerder in de gelegenheid is gesteld het verzuim te herstellen binnen een door het college vast te stellen termijn nadat het verzuim is kenbaar gemaakt aan de netbeheerder;

    • c)

      om het verzoek om nadeelcompensatie geheel of gedeeltelijk toe te kennen;

    • d)

      om het verzoek af te wijzen.

  • 2. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit schriftelijk aan de belanghebbende mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

  • 3. Het college kan het verstrekken van nadere informatie of documenten door belanghebbende verlangen als het college oordeelt dat dit noodzakelijk is voor de beoordeling van het verzoek.

Paragraaf 3.4 Betaling nadeelcompensatie

Artikel 22

  • 1. Indien nadeelcompensatie is bepaald op basis van een vaste prijs dient de belanghebbende na gereedkomen van de werkzaamheden een factuur in ten hoogte van het bedrag aan nadeelcompensatie en vindt uitbetaling plaats binnen zestig dagen nadat de factuur is ingediend.

  • 2. Indien nadeelcompensatie is bepaald op basis van voor- en nacalculatie dient na vaststelling van de definitieve nadeelcompensatie de belanghebbende een factuur in ter hoogte van het bedrag aan nadeelcompensatie en vindt uitbetaling plaats binnen zestig dagen nadat de factuur is ingediend.

Hoofdstuk 4 Kostentechnische bepalingen

Paragraaf 4.1 Algemeen

Artikel 23

De hoogte van de kosten voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen wordt vastgesteld op basis van de hierna volgende bepalingen. De kosten worden vastgesteld aan de hand van werkelijke kosten voor het nemen van de maatregelen. De kosten worden onderscheiden in:

  • -

    kosten van ontwerp en begeleiding;

  • -

    kosten van uit- en in bedrijfstellen;

  • -

    kosten van uitvoering;

  • -

    kosten van materiaal.

Paragraaf 4.2 Kosten van ontwerp en begeleiding

Artikel 24

Onder kosten van ontwerp en begeleiding worden verstaan de kosten van werkzaamheden voorafgaand aan en tijdens de uitvoering. Het gaat om kosten van:

  • -

    overleg en correspondentie;

  • -

    directievoering en toezicht houden;

  • -

    (detail)engineering en daaruit voortvloeiende uitvoerende werkzaamheden;

  • -

    verplichtingen vanuit wet- en regelgeving;

  • -

    juridisch vrij maken van tracé;

  • -

    kosten ten behoeve van aanbesteden werk;

  • -

    kosten van benodigde vergunningen en leges.

Paragraaf 4.3 Kosten van uit- en inbedrijfstellen

Artikel 25

Onder de kosten van het uit- en in bedrijfstellen worden verstaan:

  • -

    kosten van het spannings- of productloos maken van de kabel en/of leiding alsmede de kosten van het weer in bedrijf stellen van de kabel en/of leiding;

  • -

    kosten samenhangend met tijdelijke voorzieningen van operationele aard rechtstreeks verband houdende met het uit- en in bedrijfstellen.

Paragraaf 4.4 Uitvoeringskosten

Artikel 26

Onder uitvoeringskosten worden verstaan:

  • -

    kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden;

  • -

    kosten samenhangend met het verwijderen van verlaten kabels en/of leidingen;

  • -

    kosten van constructieve en bijzondere voorzieningen;

  • -

    kosten van tijdelijke voorzieningen van fysieke aard.

Paragraaf 4.5 Materiaalkosten

Artikel 27

Onder materiaalkosten worden verstaan de kosten van bedrijfseigen materialen die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de functie van de kabel en/of leiding en daarvoor noodzakelijke beschermingsconstructies.

Paragraaf 4.6 Bundeling werkzaamheden

Artikel 28

Indien sprake is van het bundelen van werkzaamheden van verschillende netbeheerders geeft de belanghebbende het college inzicht in de verdeling van het gezamenlijke financiële nadeel.

Hoofdstuk 5 Overige en slotbepalingen

Artikel 29

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2018

Artikel 30

De regeling wordt aangehaald als:

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Venlo 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 10 oktober 2017
De secretaris, de burgemeester

Bijlage 1

Kostenspecificatie

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2

Schaderegeling voor kabels en/of leidingen (droge infrastructuur) die liggen in openbaar gebied. Het bedrag van de nadeelcompensatie is dan gelijk aan (een percentage van) de som van de kosten voor ontwerp & begeleiding, materiaalkosten, kosten voor het uit en in bedrijf stellen en de uitvoeringskosten. Er is echter sprake van uitsluiting van materiaalkosten en kosten van uit- en in bedrijfstelling na de liggingsduur van vijf jaren.

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3

Schaderegeling voor kabels en/of leidingen (natte infrastructuur) die liggen de openbare ruimte. Het bedrag van de nadeelcompensatie is dan gelijk aan (een percentage van) de som van de kosten voor ontwerp & begeleiding, materiaalkosten, kosten voor het uit en in bedrijf stellen en de uitvoeringskosten. Er is echter sprake van uitsluiting van materiaalkosten en kosten van uit- en in bedrijfstelling na de liggingsduur van vijf jaren.

Bijlage 4

Schaderegeling voor kabels en/of leidingen die niet liggen in de openbare ruimte met zakelijke recht, grondeigendom of BP-gedoogplicht.

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 4

Schaderegeling voor kabels en/of leidingen die niet liggen in de openbare ruimte met zakelijke recht, grondeigendom of BP-gedoogplicht.

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 5

Schaderegeling voor kabels en/of leidingen die niet liggen in de openbare ruimte zonder zakelijk recht, grondeigendom of BP-gedoogplicht.

afbeelding binnen de regeling

Nota-toelichting

Toelichting

op de Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Venlo 2018

Hoofdstuk 1 Algemeen

Met enige regelmaat komt het voor dat de gemeente bij de uitvoering van haar taken ter behartiging van het algemeen belang besluiten neemt, dan wel werken uitvoert of doet uitvoeren, waardoor een of meer burgers of bedrijven onevenredig zwaar worden benadeeld. Deze besluiten of feitelijke handelingen zijn rechtmatig. Toch kan er onder omstandigheden een verplichting tot vergoeden van schade ontstaan. Deze verplichting is gebaseerd op het rechtsbeginsel van "égalité devant les charges publiques" (gelijkheid van openbare lasten).

Het college is krachtens artikel 4:81 Awb bevoegd tot het vaststellen van nadere regels met betrekking tot een hen toekomende of onder hen verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hen gedelegeerde bevoegdheid. Met het vaststellen van deze nadeelcompensatieregeling voor kabels en leidingen wordt beoogd een regeling in het leven te roepen op grond waarvan benadeelden voldoende zekerheid wordt verschaft op welke wijze een verzoek om nadeelcompensatie kan worden ingediend en volgens welke normen het eventuele nadeel dat niet ten laste van de benadeelde behoort te blijven, zal worden vergoed. De regeling roept geen nieuwe aansprakelijkheden in het leven, die naar de huidige stand van het recht niet reeds bestaan.

De gemeente zal alle binnen haar grondgebied aanwezige netbeheerders in een zo vroeg mogelijk stadium informeren over haar plannen. Daartoe worden op reguliere basis coördinatieoverleggen kabels en leidingen gehouden, waarvoor alle netbeheerders worden uitgenodigd. Doel van deze (niet vrijblijvende) bijeenkomsten is elkaar te informeren over de (wederzijdse) plannen ten aanzien van werkzaamheden en projecten in de infrastructuur. De netbeheerders hebben dus ook een inspanningsverplichting om de gemeente te informeren. De planningen die onder andere besproken worden zijn meerjarenplannen, jaarplannen en plannen die op korte termijn worden gerealiseerd.

De regeling is gebaseerd op de binnen de gemeente te voorziene planningshorizon. De gemeente gaat er vanuit dat binnen vijf jaar na het verlenen van een vergunning voor het leggen van een kabel en/of leiding in de openbare ruimte de gemeente geen werkzaamheden uitvoert die verlegging van een conform een vergunning aangelegde kabel en/of leiding noodzakelijk maakt.

Na deze vijf jaar wordt voor droge infrastructuur een periode van zes t/m vijftien jaar gehanteerd, waarbij het bedrag van nadeelcompensatie trapsgewijs wordt afgebouwd van 80% naar 0%. Voor natte infrastructuur wordt een termijn gehanteerd van zes t/m dertig jaar, waarbij het bedrag van nadeelcompensatie trapsgewijs wordt afgebouwd van 80% naar 0%. Voor meer informatie wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.

artikel 1

Aangezien de nadeelcompensatieregeling is gebaseerd op de AVOI zijn de daar gedefinieerde begrippen ook hier van toepassing.

artikel 2

Telecommunicatiekabels zijn uitdrukkelijk uitgezonderd van deze regeling. Deze kabels vallen onder de Telecommunicatiewet die voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en de kosten daarvan een geheel eigen regeling kent.

Het centrale begrip in de nadeelcompensatieregeling is ‘schadebedrag’. Het schadebedrag omvat uitsluitend de kosten die gemaakt moeten worden bij het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen, waaronder het verplaatsen. Uitgangspunt bij de bepaling van het schadebedrag bij het nemen van maatregelen zijn de werkelijke kosten. De werkelijke kosten omvatten alle directe kosten die de belanghebbende moet maken. Vermogenschade en inkomensschade worden niet als uitgangspunt genomen. Van het schadebedrag wordt een bepaald percentage als nadeelcompensatie uitgekeerd. De nadeelcompensatie wordt bepaald aan de hand van het bepaalde in deze regeling.

artikel 3

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

Hoofdstuk 2 Nadeelcompensatie

2.1. Nadeelcompensatie algemeen

artikel 4

Als het college het besluit neemt om een aanwijzing te geven tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen – als gevolg van het voornemen tot uitvoering van een werk - en dit leidt voor een netbeheerder tot schade die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale maatschappelijke risico mag worden gerekend, dan kan de netbeheerder om nadeelcompensatie verzoeken. Op basis van deze regeling wordt bepaald of nadeelcompensatie toegekend wordt en hoe hoog het bedrag is dat wordt uitgekeerd.

artikel 5

Voor de hoogte van eventuele nadeelcompensatie zijn de artikelen in hoofdstuk 2 van de nadeelcompensatieregeling bepalend. De omvang van de nadeelcompensatie is afhankelijk van het schadebedrag. Het schadebedrag dient inzichtelijk te worden gemaakt aan de hand van de verschillende kostenposten.

2.2. Nadeelcompensatie voor het geval de kabel en/of leiding van belanghebbende ligt in

openbare ruimte

Paragraaf 2.2 bepaalt de hoogte van de nadeelcompensatie als de te verleggen, te verwijderen of aan te passen kabel en/of leiding van de netbeheerder ligt in de openbare ruimte.

Voor de vaststelling van de periode waarover nog nadeelcompensatie plaatsvindt is voor de overheid in beginsel de voorzienbaarheid het uitgangspunt. Welke periode kan worden overzien om te bepalen of een vergunning wordt afgegeven?

Voor natte infrastructuren spelen, in tegenstelling tot droge infrastructuren, naast voorzienbaarheid nog andere uitgangspunten een rol. De netbeheerder heeft onder andere in verband met zijn leveringszekerheid extra bescherming nodig dat deze specifieke kabels en/of leidingen voor een langere periode ongestoord in de grond mogen blijven liggen. Projecten waarvoor verlegging van natte infrastructuren toch noodzakelijk is, rechtvaardigen daarom het uitgangspunt dat de gemeente hiervoor over een periode van dertig jaar nadeelcompensatie verschuldigd is. Dit in tegenstelling tot de periode van vijftien jaar nadeelcompensatie bij droge infrastructuren.

In bijlage 2 en bijlage 3 is met een grafiek en een tabel de schaderegeling opgenomen voor kabels en/of leidingen die onder de werkingssfeer van artikel 6, artikel 7 en artikel 8 vallen.

artikel 6: nadeelcompensatie binnen vijf jaar na aanleg

De periode van vijf jaren is de periode waarin redelijkerwijs voor de gemeente voorzienbaar is dat werken in de openbare ruimte plaats zullen gaan vinden. De termijn begint vanaf het moment van inwerkingtreding van de vergunning, dit omdat het moment van vergunnen vaststaat.

artikel 7: nadeelcompensatie tussen zes jaar en vijftien jaar c.q. tussen zes en dertig jaar na aanleg

De termijn vanaf zes tot en met vijftien jaren is de periode waarin de voorzienbaarheid steeds minder wordt. Voor natte infrastructuur is de termijn opgehoogd naar dertig jaar.

artikel 8: nadeelcompensatie vanaf zestien jaar c.q. vanaf eenendertig jaar na aanleg

Werkzaamheden binnen het openbare gebied van de gemeente Venlo zijn niet te voorzien op een termijn van vijftien jaren of langer. Als een vergunning zestien jaar of langer geleden is afgegeven zal (bij droge infrastructuur) geen nadeelcompensatie worden uitgekeerd. Voor natte infrastructuur zal geen nadeelcompensatie worden uitgekeerd vanaf het eenendertigste jaar na aanleg. De kosten voor het nemen van maatregelen worden na de genoemde termijnen volledig tot het maatschappelijke risico van de netbeheerder gerekend.

2.3. Nadeelcompensatie ingeval de kabel en/of leiding van de belanghebbende niet ligt in

openbare ruimte

Paragraaf 2.3 handelt over de hoogte van de nadeelcompensatie indien de kabel en/of leiding van de netbeheerder verlegd, verwijderd of aangepast moet worden en niet in de openbare ruimte ligt.

Als een kabel en/of leiding in de openbare ruimte ligt en doorloopt buiten de openbare ruimte en die kabel en/of leiding moet vanwege werkzaamheden in de openbare ruimte verlegd worden, dan heeft dit soms ook consequenties voor het gedeelte van die kabel en/of leiding dat buiten de openbare ruimte ligt.

Een verlegging buiten de openbare ruimte is dus vaak een oorzaak-gevolg kwestie.

artikel 9

Dit artikel handelt over de situatie dat een kabel en/of leiding in openbaar gebied wordt verplaatst die gedeeltelijk ook op eigen terrein van de netbeheerder ligt. Het is mogelijk dat door de verplaatsing van de openbare kabel en/of leiding de niet-openbare kabel en/of leiding ook verplaatst dient te worden om de aansluiting op de openbare kabel en/of leiding te behouden. Dan dient de verplaatsing van de kabel en/of leiding gesplitst te worden in een gedeelte in openbare grond en een gedeelte in niet-openbare grond.

Voor de bepaling van de hoogte van de nadeelcompensatie is in dit artikel aangesloten bij hetgeen bepaald is in de Onteigeningswet. Dit betekent dat 100% van het schadebedrag vergoed zal worden.

We onderscheiden de situaties dat sprake is van ligging van een kabel en/of leiding in grond die in eigendom is van netbeheerder zelf, de kabel en/of leiding met een zakelijk recht ligt en of een recht krachtens de Belemmeringenwet privaatrecht (BP) rust op de kabel en/of leiding enerzijds en overige rechtsposities anderzijds. Het onderscheid wordt gemaakt in aansluiting op gelijke bepalingen in de Overeenkomst op rijksniveau (NKL ’99). Ingevolge de regels van het onteigeningsrecht kan aanspraak worden gemaakt op volledige schadeloosstelling in geval een kabel en/of leiding ligt in grond die in eigendom is van de netbeheerder, ingeval er een zakelijk recht rust op deze kabel en/of leiding of een BP-gedoogplicht bestaat.

artikel 10

Indien de te verleggen, te verwijderen of aan te passen kabel en/of leiding niet in de openbare ruimte ligt en niet in grond van de netbeheerder, noch met een zakelijk recht of een gedoogplicht op basis van de Belemmeringenwet privaatrecht, dan bestaat de nadeelcompensatie uit de kosten van ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten. De materiaalkosten en de kosten van uit- en in bedrijfstellen worden niet vergoed.

2.4. Algemene bepalingen bij vaststelling van nadeelcompensatie

Deze paragraaf bevat een aantal artikelen die betrekking hebben op de vaststelling van het bedrag van de nadeelcompensatie.

artikel 11

Partijen dienen, in het kader van de verwijdering, verlegging of aanpassing van een kabel en/of leiding schadebeperkend op te treden. Zij moeten rekening houden met de wederzijdse belangen bijvoorbeeld bij de technische oplossing of de keuze van het tracé. De te nemen maatregelen moeten gerealiseerd worden op basis van een technisch adequaat alternatief dat tegen de maatschappelijk laagste kosten gerealiseerd kan worden.

artikel 12

Dit artikel betreft de zogenaamde hardheidsclausule. Indien de netbeheerder of de gemeente kan aantonen dat door bijzondere omstandigheden toepassing van de paragrafen 2.2 of 2.3 van deze regeling tot een evident onredelijke nadeelcompensatie zou leiden, kan het college besluiten op basis van dit artikel de nadeelcompensatie aan te passen. Te denken valt aan omstandigheden, zoals voordeeltoerekening in verband met verbetering of van correctie van fouten. Of in het geval van risicoaanvaarding bij de netbeheerder.

artikel 13

Indien vanwege een project sprake is van meerdere maatregelen al dan niet tijdelijk, is op de eerste maatregel deze nadeelcompensatieregeling van toepassing. Voor overige (tijdelijke) maatregelen en voorzieningen geldt de nadeelcompensatieregeling niet. Bedoeld worden meerdere (tijdelijke) maatregelen en voorzieningen op dezelfde locatie van dezelfde kabel en/of leiding binnen hetzelfde project. Bijvoorbeeld een noodnet wordt niet gezien als een te nemen maatregel maar als een uitvoeringswijze.

artikel 14

Als een vergunning wordt of is verleend aan een netbeheerder voor het leggen van een kabel en/of leiding op een locatie waarvan de gemeente vermoedt dat de kabel en/of leiding binnen 5 jaren verlegd zal moeten worden als gevolg van de uitvoering van haar werken en in de vergunning daartoe een bepaling is opgenomen, dan zal geen nadeelcompensatie plaats vinden.

artikel 15

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

Hoofdstuk 3 Bepalingen van procedurele aard

3.1. Vooroverleg

artikel 16

Het college voert vooroverleg met de netbeheerder nadat de netbeheerder geïnformeerd is over de plannen en de consequenties voor betrokken kabels en/of leidingen.

Het college streeft ernaar in het overleg tot overeenstemming te komen over de te nemen maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen. Tijdens het vooroverleg worden onder andere aspecten met betrekking tot de technische oplossing en planning aan de orde gesteld.

artikel 17

Het college neemt het besluit tot het geven van een aanwijzing voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen. In het vooroverleg is overeenstemming bereikt of niet. De aanwijzing richt zich op de noodzaak tot het nemen van maatregelen en het tijdstip waarop dit gerealiseerd moet zijn. De aanwijzing handelt uitdrukkelijk niet over ontstane schade en nadeelcompensatie. Die aspecten komen aan de orde in het besluit dat genoemd wordt in artikel 21 en dat genomen kan worden nadat een verzoek om nadeelcompensatie is ingediend door de netbeheerder. De aanwijzing is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waardoor er mogelijkheden zijn voor bezwaar en beroep.

3.2. Verzoek om vaststelling nadeelcompensatie

artikel 18

De netbeheerder zal zelf de periode moeten aantonen van de ligging van de betreffende kabel en/of leiding op die locatie. In beginsel zal dit plaatsvinden met een vergunning.

Indien een vergunning ontbreekt wordt gerekend vanaf de datum waarop het leggen volgens de registratie van de leidingexploitant is aangevangen.

Indien niet kan worden aangetoond op welke datum vergunning is verleend c.q. op welke datum het leggen is aangevangen, wordt er van uit gegaan dat de betreffende kabel en/of leiding langer dan vijftien jaar (droge infrastructuur) c.q. dertig jaar (natte infrastructuur) aanwezig is.

artikel 19

De datum waarop een belanghebbende een aanwijzing heeft gekregen tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen is bepalend voor het ingaan van de termijn waarbinnen belanghebbende een verzoek om nadeelcompensatie kan indienen.

artikel 20

Om tot een beslissing te kunnen komen op het verzoek van de belanghebbende, zijn meer gegevens noodzakelijk dan in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht als minimum opgesomd is. De aanduiding van de aard en de omvang van de schade en de specificatie van het schadebedrag dienen daarom bepaald te worden op basis van te onderscheiden kostenposten gebruik makend van de bijlage 1.

3.3. Besluit vaststelling nadeelcompensatie

artikel 21

Het college neemt binnen acht weken na indiening van het verzoek een besluit inhoudende een van de in dit artikel opgesomde mogelijkheden. Het verzoek om nadeelcompensatie wordt niet in behandeling genomen als deze meer dan vijf jaren nadat door het college een aanwijzing is gegeven aan de netbeheerder voor het nemen van maatregelen wordt ingediend. Het verzoek kan ongegrond verklaard worden als de te nemen maatregelen aan de kabel en/of leiding van belanghebbende niet door de gemeente wordt veroorzaakt. Het verzoek kan ook geheel of gedeeltelijk toegekend worden of geheel afgewezen worden. Indien de aanvraag onvoldoende gegevens bevat voor een beoordeling van het verzoek om nadeelcompensatie of voor de vaststelling van het schadebedrag zal belanghebbende binnen een door het college bepaalde termijn de gelegenheid krijgen om aanvullende informatie te verstrekken. De termijn van acht weken na indiening van het verzoek om nadeelcompensatie waarbinnen het college een besluit neemt wordt opgeschort met ingang van de dag waarop aanvullende informatie wordt gevraagd. Het besluit tot vaststelling van de nadeelcompensatie is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waarvoor mogelijkheden van bezwaar en beroep bestaan. Het college kan de termijn eenmalig met een redelijke termijn verlengen, met een maximum van acht weken. Dit zal schriftelijk aan de belanghebbende worden medegedeeld.

3.4. Betaling nadeelcompensatie

artikel 22

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

Hoofdstuk 4 Kostentechnische bepalingen

4.1. Algemeen

artikel 23

Bij de bepaling van de nadeelcompensatie is sprake van een berekening op basis van de werkelijke kosten. Dit zijn de kosten die direct toegerekend kunnen worden aan het nemen van de maatregelen. Hierbij is van belang dat de te nemen maatregelen gerealiseerd moeten worden op basis van een technisch adequaat alternatief tegen de maatschappelijk laagste kosten ten opzichte van de meest voor de hand liggende variant.

4.2. Kosten van ontwerp en begeleiding

artikel 24

Behoeft geen nadere toelichting.

4.3. Kosten van uit- en in bedrijfstellen

artikel 25

Tijdelijke voorzieningen van operationele aard zijn voorzieningen die benodigd zijn om de levering tijdens de uitvoering van een maatregel te waarborgen. Voorbeelden zijn extra kosten van personele aard ten behoeve van bedrijfsvoering en hulpmiddelen zoals watertanks, gasflessen en noodaggregaten.

4.4. Uitvoeringskosten

artikel 26

Kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden zijn bijvoorbeeld werkputten en ondersteuningen. Alle tijdelijke voorzieningen van fysieke aard die nodig zijn tijdens de bouw vallen onder de uitvoeringskosten. Onder tijdelijke voorzieningen van fysieke aard worden alle tijdelijke fysieke leidingverbindingen verstaan die de netbeheerder moet aanleggen en later buiten bedrijf moet stellen. Deze kosten houden nauw verband met de noodzakelijke continuïteit van het bedrijfsproces van de betrokken netbeheerder. Het betreffen voorzieningen die worden opgeheven zodra de definitieve maatregelen zijn gerealiseerd. De kosten die de aannemer moet maken om de leiding uit de grond te halen vallen onder uitvoeringskosten.

Ook het opslaan in hanteerbare stukken en het transport op de bouwlocatie zijn uitvoeringskosten. De kosten samenhangend met de uitvoering van het verwijderen van verlaten leidingen vallen eveneens onder uitvoeringskosten. De kosten voor de afvoer van vrijgekomen materialen naar een tijdelijk werkterrein behoren tot de uitvoeringskosten.

4.5. Materiaalkosten

artikel 27

Onder materiaalkosten worden in elk geval verstaan kosten van leidingcomponenten, kosten van elektrotechnische, werktuigbouwkundige en civieltechnische materialen, alsmede kosten van bouwmaterialen, alsmede kosten van bouwmaterialen bestemd voor gebouwen waarin delen van leidingsystemen worden ondergebracht. Transportkosten en stortkosten van vrijgekomen leidingen vanaf de bouwlocatie naar de stort of verwerkingslocatie behoren tot de materiaalkosten (behalve de

stortkosten ingeval de leiding asbesthoudende stoffen bevat. Hierbij is in aanmerking genomen dat deze kosten bij vervanging van de leiding op eigen initiatief ook ten laste komen van netbeheerder). De materiaalkosten van constructieve en/of bijzondere voorzieningen die worden veroorzaakt door eisen van derden (en niet door gemeente) vallen onder de materiaalkosten.

4.6. Bundeling werkzaamheden

artikel 28

In geval van bundeling van werkzaamheden van verschillende netbeheerders moeten de kosten worden verdeeld over de netbeheerders. De projectkosten worden verdeeld in direct aan de netbeheerders toe te delen kosten en gezamenlijke kosten. De direct toe te delen kosten zijn kosten van in en uit bedrijf stellen en materiaalkosten exclusief de extra materialen die nodig zijn voor de gezamenlijke werkzaamheden. De gezamenlijke kosten zijn de uitvoeringskosten, ontwerp en begeleiding en de extra materialen die nodig zijn voor gezamenlijke uitvoering. De verdeelsleutel voor de gezamenlijke kosten wordt bepaald op basis van de afzonderlijke fictieve kosten van uitvoering en ontwerp en begeleiding die zouden moeten worden gemaakt als elke netbeheerder haar werkzaamheden afzonderlijk zou uitvoeren.

Hoofdstuk 5 Overige en slotbepalingen

artikel 29

Behoeft geen nadere toelichting.

artikel 30

Behoeft geen nadere toelichting.