Regeling vervallen per 01-01-2009

Verordening toeristenbelasting 2007

Geldend van 15-12-2006 t/m 31-12-2008

Intitulé

Verordening toeristenbelasting 2007

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn voor dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, motels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam 'toeristenbelasting' een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 5 Berekeningswijze van de heffingsgrondslag

  • 4.

    De in artikel 3, eerste lid, bedoelde belastingplichtige is gehouden een vanwege de gemeente kosteloos ter beschikking gesteld nachtverblijfregister bij te houden.

  • 5.

    Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten is verschaft, gegevens tenminste betreffende:

    • d.

      de naam, leeftijd en woonplaats;

    • e.

      data van aankomst en vertrek;

    • f.

      het aantal overnachtingen ter zake waarover belasting is verschuldigd.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de heffingsgrondslag

  • 1.

    Het aantal personen dat heeft overnacht wordt met betrekking tot:

    • a.

      vakantie-onderkomens bepaald op het aantal slaapplaatsen;

    • b.

      mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen bepaald op:

      • -

        2 personen indien het aantal slaapplaatsen 3 of minder bedraagt;

      • -

        3 personen indien het aantal slaapplaatsen meer dan 3 bedraagt;

  • 2.

    Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt:

    • -

      ingeval verblijf wordt gehouden op vaste standplaatsen, bepaald op 50;

  • 3.

    Het aantal mobiele kampeeronderkomens als bedoeld in het eerste lid, letter b, wordt vastgesteld op het gemiddelde van een zevental tellingen gedurende het belastingtijdvak, waarbij iedere telling valt op de 15e van elke maand, te beginnen op 15 april en eindigende op 15 oktober.

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire heffingsgrondslag

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedaan verzoek de heffingsgrondslag vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op de voet van artikel 6 berekende aantal.

Artikel 8 Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief bedraagt per overnachting in een hotel, motel en pension € 0,97.

  • 2.

    Het tarief bedraagt per overnachting in een vakantieonderkomen en een mobiele kampeeronderkomen € 0,80.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf, door degene, die:

  • a.

    als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkige, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;

  • b.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, , van de voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 11 Wijze van belastingheffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 12 Aanslaggrens

Geen aanslag wordt vastgesteld indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven gedurende het belastingjaar minder dan vijftig zal of heeft belopen.

Artikel 13 Betalingstermijn

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de gestelde termijnen van dit artikel.

Artikel 14 Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 15 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake de heffing en invordering van een bestuurlijke boete. Deze bestuurlijke boete wordt opgelegd ingevolge de Invorderingswet 1990.

Artikel 16 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening toeristenbelasting 2006" vastgesteld bij raadsbesluit van 21 december 2005, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2007.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening toeristenbelasting 2007".