Beleidsregels ter voorkoming en bestrijding van drugsoverlast, -handel en -productie

Geldend van 01-05-2012 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels ter voorkoming en bestrijding van drugsoverlast, -handel en -productie

1. Inleiding

Illegale verkooppunten

Als gevolg van zijn grensligging en het verschil in wet- en regelgeving tussen Nederland en Duitsland, kampt Venlo met een omvangrijk toerisme dat verband houdt met de handel in, de verkoop van en het gebruik van verdovende middelen. Om deze drugscriminaliteit en de daarmee samenhangende overlast in de stad te voorkomen en te bestrijden, voert het gemeentebestuur van Venlo een stringent beleid. Dit beleid is momenteel vastgelegd in een programma ter bestrijding van drugsoverlast en -criminaliteit en wordt door de deelnemende partijen gemeente, politie, Openbaar Ministerie en de Belastingdienst sinds 2001 uitgevoerd. Het beleid, dan wel onderdelen daarvan, wordt met enige regelmaat aangepast naar aanleiding van gewijzigde inzichten en/of nieuwe wetgeving.

Hoewel het programma ter bestrijding van drugsoverlast en -criminaliteit de afgelopen jaren heeft gezorgd voor een aanzienlijke verbetering van de overlastsituatie als gevolg van de handel in, de verkoop van en het gebruik van verdovende middelen, wordt nog regelmatig geconstateerd dat vanuit illegale verkooppunten verdovende middelen worden verhandeld. Met name in de binnenstad van Venlo zijn goede resultaten behaald. Echter, er is ook geconstateerd dat er zich steeds vaker illegale verkooppunten van verdovende middelen in woonwijken bevinden. De druk die een illegaal verkooppunt op zijn omgeving legt, is bijzonder zwaar en het werkt bovendien zeer ondermijnend voor de sociale veiligheidgevoelens van omwonenden. Daarnaast heeft de aanwezigheid van illegale verkooppunten economisch zeer schadelijke gevolgen doordat de verkoopwaarde en verhuurbaarheid van in de omgeving gelegen panden aanzienlijk daalt.

Handhaving

Ondanks actieve handhaving heeft zich deze ongewenste situatie (verder) ontwikkeld. Kennelijk is het financiële verlies voor eigenaren/exploitanten van illegale verkooppunten niet zwaar genoeg gebleken om de verkooppunten ‘uit de markt te halen’ en – nog belangrijker – om de vestiging van nieuwe illegale verkooppunten van verdovende middelen te voorkomen.

Om deze ontwikkeling een halt toe te roepen is in april 2009 het “one strike you’re out” principe ingevoerd, gekoppeld aan een langere sluitingsduur. Illegale verkooppunten krijgen onder dit systeem bij constatering van een overtreding slechts in beperkte gevallen eerst een waarschuwing. Deze gevallen betreffen de handel in kleine hoeveelheden softdrugs. In alle overige, als dringend te kwalificeren gevallen volgt direct een sluitingsmaatregel op grond van artikel 13b Opiumwet. De duur van deze sluiting bedraagt 1 jaar. Deze periode wordt nodig geacht om de ongewenste (bij)verschijnselen tegen te gaan. De illegale situatie wordt beëindigd en tevens wordt de loop uit het pand gehaald en de bekendheid als (illegaal) verkooppunt ongedaan gemaakt.

De financiële gevolgen van toepassing van het “one strike you’re out” principe zijn bijzonder zwaar voor eigenaren en exploitanten. Echter, naast het feit dat eigenaren/exploitanten indirect respectievelijk direct financieel voordeel hebben behaald uit de exploitatie van een illegaal verkooppunt wordt de zwaarte van de maatregel gerechtvaardigd door:

De brede bekendheid van het (nationale en lokale) beleid ten aanzien van verdovende middelen; softdrugs mogen alleen worden verkocht in gedoogde coffeeshops en handel in harddrugs is altijd verboden;

de aard van de overtreding; namelijk een drugsgerelateerde criminele handeling met een bedrijfsmatig karakter, strafbaar gesteld bij wet;

het geschonden algemeen belang, namelijk verstoring van de openbare orde, verloedering van het straatbeeld, aantasting van woon- en leefklimaat, onveiligheidsgevoelens in de straat/wijk, aantasting van de geloofwaardigheid van de overheid, geen controle op de verkoop met alle gevolgen en gevaren voor de volksgezondheid, vergaren van illegale inkomsten en belastingontduiking, aanzuigende werking op het ontstaan van soortgelijke illegale handel, toename straathandel, vermindering waarde onroerend goed; en de beoogde werking van de maatregel: het terugdringen van de door de criminele handelingen veroorzaakte negatieve effecten en het herstel van het woon- en leefklimaat.

Als dringend geval is in elk geval - maar niet uitsluitend – te beschouwen de verkoop, aflevering of verstrekking, dan wel het daartoe aanwezig zijn van:

  • harddrugs; en/of

  • grote hoeveelheden softdrugs, waaronder ook de op verkoop c.q. handel gerichte, bedrijfsmatige hennepteelt in woningen, lokalen en/of bijbehorende erven wordt begrepen. Voor de bepaling of er al dan niet sprake is van een handelshoeveelheid en/of -voorraad en/of bedrijfsmatige hennepteelt zal de meest actuele versie van de betreffende beleidsregels van het Openbaar Ministerie en de daarin vermelde criteria en indicatoren als leidraad worden gebruikt.

Artikel 8 EVRM

Een illegaal verkooppunt van verdovende middelen kan een woning, inrichting of een voor publiek toegankelijk lokaal betreffen. Aangezien het huisrecht op grond van artikel 8 EVRM beschermd wordt, is voor woningen een zwaardere motivering vereist dan nodig is voor inrichtingen of lokalen. Er is, naast hetgeen hiervoor is gesteld, een aantal zwaarwegende argumenten om ook voor woningen het “one strike you are out” principe toe te passen:

  • de desbetreffende woningen worden vaak niet als zodanig gebruikt;

  • er is sprake van bedrijfsmatigheid;

  • voorkoming van het verplaatsingseffect. Bij een niet gelijke toepassing van de sluitingssystematiek, zal een nog sterkere verplaatsing naar woningen gaan plaatsvinden, met alle negatieve gevolgen van dien, zoals verloedering van de woonomgeving op steeds meer plaatsen in de stad.

Coffeeshops

Een van de uitgangspunten van het Venlose drugsbeleid is dat handel in harddrugs nooit is toegestaan, in welke hoeveelheid dan ook; handel in softdrugs is - onder strikte voorwaarden – slechts toegestaan in de gedoogde coffeeshops. Voor de motivatie van de strikte handhaving van deze voorwaarden kan (mede) aansluiting worden gezocht bij het vorenstaande.

2. Coffeeshops (vervallen)

3. Andere lokalen en woningen

In horeca-inrichtingen anders dan de gedoogde coffeeshops, of in andere voor het publiek toegankelijke lokalen (bijvoorbeeld winkels) is het niet toegestaan om verdovende middelen te verkopen, af te leveren, te verstrekken of daartoe aanwezig te hebben. Vanzelfsprekend is ook de handel in en verkoop van verdovende middelen in en vanuit woningen niet toegestaan. Deze leidt vaak tot onaanvaardbare overlast voor omwonenden.

Tegen deze handel zal dan ook – ongeacht of de exploitant/leidinggevende van de zaak en/of de eigenaar/gebruiker/bewoner van de woning daarbij betrokken is – streng worden opgetreden.

De burgemeester heeft verschillende wettelijke mogelijkheden om op te treden tegen drugshandel en daaraan gerelateerde overlast. Op grond van artikel 174a Gemeentewet kan hij besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een daarbij behorend erf te sluiten indien de openbare orde in de omgeving daarvan door de drugshandel wordt verstoord.

Artikel 13b Opiumwet geeft de burgemeester de bevoegdheid om bestuursdwang toe te passen indien in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in de bij de wet behorende lijsten I en II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.

Ook kunnen bij horeca-inrichtingen de sluitingsbevoegdheden op grond van artikel 2:29i APV Venlo worden ingezet.

Ter uitoefening van deze bevoegdheden dient de navolgende handhavingsmatrix, waarin de verschillende maatregelen zijn opgenomen.

Overtredingen

Maatregelen

 

 

 

 

 

Horeca-inrichting

Woningen/andere lokalen

Harddrugs

 

 

Elke overtreding

Sluiting voor duur van 1 jaar [1]

Sluiting voor duur van 1 jaar

 

 

 

Softdrugs in grote (handels)hoeveelheden (conform meest actuele versie OM beleidsregels)

 

 

Elke overtreding

Sluiting voor duur van 1 jaar [1]

Sluiting voor duur van 1 jaar

 

 

 

Softdrugs in kleine hoeveelheden (conform meest actuele versie OM beleidsregels)

 

 

1e keer (Elke) volgende keer [2]

Waarschuwing Sluiting voor duur van 1 jaar [1]

Waarschuwing Sluiting voor duur van 1 jaar

 

 

 

  • [1]

    Deze maatregel laat onverlet dat daarnaast de horecavergunningen kunnen worden ingetrokken op basis van de Apv Venlo en/of de Drank- en Horecawet.

  • [2]

    Voor de opbouw van maatregelen naar aanleiding van bij herhaling geconstateerde overtredingen geldt een periode van drie jaar, dat wil zeggen een opgelegde maatregel behoudt gedurende drie jaar nadat zij is opgelegd (waarschuwing) of beëindigd (sluiting) haar gelding.

  • Eerdere waarschuwingen/maatregelen ten aanzien dezelfde exploitant/persoon en/of dezelfde inrichting/woning blijven hun gelding houden, ongeacht of er een wijziging heeft plaatsgevonden van exploitant/persoon (bij de inrichting/woning) of van inrichting/woning (bij de exploitant/persoon).

4. Hennepteelt

De illegale, op verkoop c.q. handel gerichte, bedrijfsmatige teelt van hennep zorgt voor overlast (bijvoorbeeld geluids-, stank- en wateroverlast, het dumpen van afval), verloedering en gevaarzetting in woonwijken en gaat veelal gepaard met uitkeringsfraude, belastingontduiking en energiediefstal. Overbelasting van het energienetwerk en illegale elektriciteitsaansluitingen verhogen de risico’s op brand. Uiteraard is de teelt van hennep strafbaar. Bovendien blijkt dat panden waarin hennep wordt gekweekt niet altijd voldoen aan de bouwregelgeving. Tegen hennepteelt wordt daarom streng opgetreden conform het geldende beleidskader.

Dit betekent dat de woning, het lokaal en/of bijbehorend erf, waarin de bedrijfsmatige hennepteelt plaatsvindt, ofwel op basis van artikel 13b Opiumwet, dan wel op basis van artikel 174a van de Gemeentewet zal worden gesloten.

Ook kunnen bij horeca-inrichtingen zo nodig de sluitingsbevoegdheden op grond van artikel 2:29i APV Venlo worden ingezet.

De volgende handhavingsmatrix zal worden toegepast.

Overtredingen

Maatregelen

 

 

 

 

 

Horeca-inrichting

Woningen/andere lokalen

Bedrijfsmatige hennepteelt (conform meest actuele versie OM beleidsregels)

 

 

Elke overtreding

Sluiting voor duur van 1 jaar [1]

Sluiting voor duur van 1 jaar

 

 

 

Overige hennepteelt (conform meest actuele versie OM beleidsregels)

 

 

1e keer (Elke) volgende keer [2]

Waarschuwing Sluiting voor duur van 1 jaar [1]

Waarschuwing Sluiting voor duur van 1 jaar

 

 

 

  • [1]

    Deze maatregel laat onverlet dat daarnaast de horecavergunningen kunnen worden ingetrokken op basis van de Apv Venlo en/of de Drank- en Horecawet.

  • [2]

    Voor de opbouw van maatregelen naar aanleiding van bij herhaling geconstateerde overtredingen geldt een periode van drie jaar, dat wil zeggen een opgelegde maatregel behoudt gedurende drie jaar nadat zij is opgelegd (waarschuwing) of beëindigd (sluiting) haar gelding.

  • Eerdere waarschuwingen/maatregelen ten aanzien dezelfde exploitant/persoon en/of dezelfde inrichting/woning blijven hun gelding houden, ongeacht of er een wijziging heeft plaatsgevonden van exploitant/persoon (bij de inrichting/woning) of van inrichting/woning (bij de exploitant/persoon).

5. Algemeen

Sluitingsmaatregel

Deze houdt in dat de woning/het lokaal/de inrichting en/of bijbehorend erf wordt gesloten voor de desbetreffende periode. Dit betekent dat niemand meer in de woning/het lokaal/de inrichting aanwezig mag zijn en/of worden toegelaten en dat eventuele bewoners al dan niet tijdelijk moeten verhuizen. Ook de eigenaar kan gedurende de sluiting niet over zijn eigendom beschikken. Woningen worden ook daadwerkelijk dichtgetimmerd. De kosten van de toepassing van bestuursdwang worden op basis van de Algemene wet bestuursrecht op de overtreder(s) verhaald.

Afwijkingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders, dan wel de burgemeester van Venlo heeft de bevoegdheid om in geval van bijzondere omstandigheden gemotiveerd af te wijken van het voorliggende beleid.

Andere wettelijke bepalingen

Het bovengeschetste beleid laat onverlet dat het college van burgemeester en wethouders van Venlo, dan wel de burgemeester van Venlo, andere bevoegdheden op grond van bijvoorbeeld de Drank- en Horecawet, de Woningwet (Wet Victor / Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek) en de APV Venlo kan inzetten.

Inschrijving kadaster (Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen)

Iedere sluiting, van elk pand, wordt ingeschreven in de openbare registers (Kadaster). Iedereen kan, voordat hij een pand in gebruik neemt, kennis hebben van een eventuele eerdere sluiting en het risico bij ingebruikname van het pand. Voor informatie over een eventuele eerdere sluitingen dan wel waarschuwingen van een pand kan men terecht bij de gemeente.

Overgangsbepaling

Uiterlijk drie jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze nieuwe beleidsregels gedane waarschuwingen en/of beëindigde sluitingsmaatregelen behouden hun gelding en kunnen worden gebruikt bij eventueel getrapt handhavingsbeleid. Deze termijn sluit aan bij de gekozen geldigheidsduur van een opgelegde maatregel. Hij valt voor wat betreft duur als redelijk aan te merken en biedt rechtszekerheid aan de overtreder(s).

Straathandel

Waar dat met toepassing van bestuursrechtelijke middelen mogelijk is wordt ook opgetreden tegen de straathandel in verdovende middelen. Zo kan in bepaalde gebieden een samenscholingsverbod worden ingesteld en kunnen bepaalde personen conform het geldende beleidskader verblijfsontzeggingen worden opgelegd.

Aangewezen gebieden

In een aantal gedeelten van de stad geldt een verscherpt regime ten aanzien van de aanwezigheid van horeca, omdat het woon- en leefklimaat daar onder bijzonder grote druk staat, onder andere vanwege handel in verdovende middelen. In deze gebieden gelden extra regels, zoals opgenomen in de “beleidsregels ten aanzien van horeca in aangewezen gebieden”.

Strafrechtelijke aanpak

Het bovengeschetste beleid staat los van de strafrechtelijke aanpak. De handel in verdovende middelen is strafbaar en in voorkomende gevallen zal dan ook strafvervolging worden ingesteld.

Geldigheid

Deze beleidsregels gelden totdat wijziging daarvan op geldige wijze bekend is gemaakt en treden in de plaats van de ‘Beleidsregels ter voorkoming en bestrijding van drugsoverlast’, vastgesteld bij besluit d.d. 7 april 2009 en afgekondigd d.d. 22 april 2009, die hierbij komen te vervallen.

Vaststelling

De beleidsregels zijn vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Venlo en de burgemeester van Venlo, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft.