Regeling vervallen per 01-10-2017

Bibob beleidsregels vergunningen

Geldend van 01-01-2010 t/m 30-09-2017

Intitulé

Bibob beleidsregels vergunningen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo,

de burgemeester van de gemeente Venlo,

ieder voor zover het zijn eigen bevoegdheid betreft;

gezien het voorstel van het projectcollege van 19 mei 2009;

gelet op het bepaalde in de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur;

mede gelet op de Wet samenvoeging gemeenten Arcen en Velden en Venlo;

besluiten:

tot vaststelling van de navolgende BIBOB beleidsregels vergunningen

1. Doel van de wet BIBOB

De wet BIBOB geeft de gemeente de mogelijkheid zich te beschermen tegen het risico dat criminele activiteiten worden gefaciliteerd. De gemeente verleent immers vergunningen aan burgers en bedrijven. Het kan gebeuren dat deze vergunning wordt gebruikt voor criminele activiteiten. De wet BIBOB biedt gemeenten een instrument om zich tegen dit risico te beschermen. Het doel dat de gemeente Venlo voor ogen staat bij de inzet van het Bibob-instrumentarium is:

  • Het tegengaan van de aantasting van de leefbaarheid en veiligheid in de stad;

  • het tegengaan van de aantasting van de rechtsorde en de bestuurlijke slagkracht;

  • het tegengaan van de verloedering door de aanwezigheid van criminaliteit;

  • het verminderen van de subjectieve gevoelens van onveiligheid.

In deze beleidslijn wordt ingegaan op de consequenties voor de aanvragers van een Drank- en horecawetvergunning, een exploitatievergunning, een vergunning voor een seksinrichting en/of een escortbedrijf, een speelautomatenhal en een head-, smart- of growshop. Genoemde vergunningen vallen onder de reikwijdte van de wet BIBOB.

De gemeente Venlo benut sinds 1 september 2003 de mogelijkheden van de wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (wet BIBOB) ten volle in de procedure voor de verlening en eventueel intrekking van genoemde. De gemeente Venlo onderzoekt bij de procedure van vergunning verlening (of controle van de vergunning welke kan leiden tot intrekking daarvan) of artikel 3 van de wet BIBOB van toepassing is.

Artikel 3 luidt kort gezegd als volgt:

  • 1.

    Een overheidsorgaan kan op basis van de wet BIBOB een vergunning of subsidie weigeren of intrekken wanneer er sprake is van ernstig gevaar dat de beschikking mede gebruikt zal worden voor:

    • het benutten van voordelen uit strafbare feiten

    • het plegen van strafbare feiten

  • 2.

    Wanneer feiten en omstandigheden erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat ter verkrijging van de aangevraagde dan wel gegeven beschikking een strafbaar feit (bijvoorbeeld ‘Valsheid in geschrifte’ of ‘Omkoping’) is gepleegd.

2. Onderzoek door de gemeente

De gemeente Venlo zal bij het indienen van een vergunningaanvraag[1]* een onderzoek instellen om te beoordelen of artikel 3 van de wet BIBOB van toepassing is. Dit onderzoek behelst bij alle genoemde vergunningaanvragen de controle en analyse van:

  • De door de aanvrager/houder van de vergunning beantwoorde vragen die zijn opgenomen in de Gemeentelijke vragenlijst bij de vergunningaanvragen Drank- en horecawet en Exploitatievergunningen.

  • Indien er na invulling van de Gemeentelijke vragenlijst vragen blijven bestaan over:

  • De bedrijfsstructuur, of de activiteiten in en/of in de directe omgeving van de onderneming;

  • de financiering van het bedrijf;

  • de omstandigheden in de persoon van de aanvrager, de financier van de onderneming of de eigenaar van het pand waarin de onderneming is gevestigd of de inventaris van de inrichting;

  • (andere) omstandigheden die de gemeente doen vermoeden dat er sprake is van een ernstig gevaar dat de vergunning zal worden gebruikt voor het plegen van strafbare feiten, of het gebruiken van voordelen uit strafbare feiten;

  • (andere) omstandigheden die de gemeente doen vermoeden dat ter verkrijging van de aangevraagde dan wel gegeven vergunning een strafbaar feit is gepleegd, dan zal de aanvrager/houder van de vergunning:

  • Het BIBOB-vragenformulier (als bedoeld in artikel 30 Wet BIBOB) dienen in te vullen;

  • documenten op grond van het BIBOB-vragenformulier dienen aan te leveren;

  • eventuele extra, op verzoek van de ambtenaar, documenten of informatie dienen aan te leveren.

De gemeente zal de informatie verkregen uit het BIBOB-vragenformulier toetsen aan de informatiebronnen waar zij in het kader van de BIBOB-onderzoek toegang toe heeft. De gemeente zal uiteraard ook de bestaande weigeringsgronden die te maken hebben met de integriteit van de aanvrager onderzoeken en toepassen. Als de gemeente op basis van het eigen onderzoek in het kader van de Wet BIBOBgenoeg aanwijzingen heeft om in redelijkheid te kunnen aantonen dat er sprake is van “ernstig gevaar” als bedoeld in de Wet BIBOB, zal de gemeente de vergunning weigeren/intrekken. Wanneer het gemeentelijke vragenformulier en/of het BIBOB-vragenformulier (op grond van artikel 30 Wet BIBOB) niet volledig worden ingevuld door de aanvrager, zal dit op grond van art. 4 Wet BIBOB worden aangemerkt als ”ernstig gevaar”.

Indien na dit gemeentelijke onderzoek vragen blijven bestaan over de bedrijfsstructuur, de financiering, en de omstandigheden in de persoon van de aanvrager dan behoudt de gemeente zich het recht voor advies te vragen bij het landelijk bureau BIBOB(artikel 9 Wet BIBOB). Het landelijk bureau zal in dat geval een nader onderzoek instellen. De aanvrager/houder van de vergunning zal hierover worden geïnformeerd door de gemeente.

Het aanvragen van een advies bij het bureau BIBOBis geen beschikking in de zin van de Algemene Wet bestuursrecht. Hiertegen kan derhalve geen bezwaar of beroep worden ingesteld. Wel is het de aanvrager van een vergunning natuurlijk toegestaan de aanvraag terug te trekken.

3. Onderzoek door het landelijk Bureau BIBOB

Het landelijk bureau BIBOBvalt onder het Ministerie van Justitie. Het bureau heeft inzage in een groter aantal bronnen en kan hierdoor een meer diepgaand onderzoek doen dan de gemeente. Het landelijk bureau BIBOB zal geen direct contact opnemen met de aanvrager van de vergunning of de andere bij het onderzoek betrokken personen of bedrijven. Eventuele aanvullende vragen van het landelijk bureau BIBOBzullen via de gemeente Venlo aan betrokkenen worden gesteld. Het landelijk bureau zal op basis van de uitkomsten van het onderzoek advies uitbrengen omtrent de mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet BIBOB.

4. Tips vanuit het OM

Indien het Openbaar Ministerie een ‘tip’ geeft dan zal de BIBOB-procedure gestart worden met een onderzoek door de gemeente. De tip-functie van het Openbaar Ministerie is in de wet BIBOB (art. 26) geregeld.

5. Welke personen en bedrijven worden in het onderzoek betrokken

In de Wet BIBOB is bepaald wie aan een dergelijk onderzoek van gemeente en bureau BIBOB kan worden onderworpen. De voornaamste personen en bedrijven [2]* zijn:

  • De aanvrager van een vergunning;

  • de houder van een vergunning;

  • degene die voor de financiering van het bedrijf zorgdragen;

  • beheerders;

  • diegenen die zeggenschap hebben over bovengenoemde personen of bedrijven.

De genoemde personen en bedrijven dienen er rekening mee te houden dat in het kader van een vergunningaanvraag diepgaand onderzoek kan worden gedaan naar onder andere betrokkenheid bij witwaspraktijken en andere criminele activiteiten.

6. Wat gebeurt er met het BIBOB-advies

Het advies van het bureau zal worden gebruikt ter onderbouwing van de uiteindelijke beslissing omtrent de verlening dan wel intrekking van de vergunning. Dit betekent dat het advies kenbaar zal worden gemaakt aan de aanvrager/houder van de vergunning.

Indien een zekere mate van gevaar door het landelijk bureau wordt aangegeven, maar dit niet als ernstig wordt gekwalificeerd, of indien dit uit het onderzoek van de gemeente zelf komt, kunnen extra voorwaarden aan de vergunning worden gesteld.

Het bestuursorgaan zal, indien het voornemen bestaat een negatieve beslissing te nemen op grond van een BIBOB-advies, de betrokkene in de gelegenheid stellen zijn zienswijze naar voren te brengen. De betrokkene wordt daarbij op de hoogte gesteld van het BIBOB-advies.

Tegen de uiteindelijke beslissing van het bestuursorgaan waarin een BIBOB-advies is verwerkt kan bezwaar en beroep worden aangetekend.

7. Hoe lang moet een aanvrager op zijn vergunning wachten

De normale termijn voor vergunning verlening is ten hoogste 13 weken tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen. Indien advies wordt gevraagd aan het landelijk bureau BIBOBwordt deze termijn met vier weken verlengd. Dit kan nogmaals met vier weken verlengd worden indien het onderzoek van het landelijk bureau niet in de eerste vier weken na de indiening van het verzoek om advies, kan worden afgerond.

Dit betekent dat de beslissing op de aanvraag maximaal 21 weken duurt, tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen en een extra redelijke termijn wordt bepaald als bedoeld in artikel 4:14 Awb. De gemeente Venlo streeft ernaar de beslissingstermijn zo kort mogelijk te houden.

8. Publicatie en inwerkingtreding

Deze beleidsregels worden bekendgemaakt op de wijze zoals voorgeschreven in de Algemene Wet Bestuursrecht en treden op 1 januari 2010 in werking.

Op dat tijdstip worden de Bibop-beleidsregels vergunningen, zoals vastgesteld bij besluit van 9 november 2004 van burgemeester en wethouders van Venlo, ingetrokken.

Ondertekening

Venlo, 5 januari 2010
Burgemeester en wethouders van Venlo
de secretaris de burgemeester

Noot
*

[1] In principe bestaat er in de gemeente Venlo een ontheffing voor sportkantines en gemeenschapshuizen om het BIBOB-formulier in te vullen wanneer zij één van de genoemde vergunningen aanvragen. Indien er aanleiding toe is dan geldt deze ontheffing niet.

Noot
*

[2] In artikel 3 van de Wet BIBOB is dit nauwkeurig omschreven.