Specifieke erfpachtvoorwaarden voor bedrijfsterreinen

Geldend van 01-02-1996 t/m heden

Intitulé

Specifieke erfpachtvoorwaarden voor bedrijfsterreinen

Artikel 1 Masterplan-clausule

  • a.

    Bij de uitgifte in erfpacht behoort tevens een namens de gemeente door BRO adviseurs opgesteld, en door de gemeenteraad op 2 november 1994 vastgesteld, Masterplan met betrekking tot het Ecopark-gedeelte van het industrieterrein Trade Port West, waarin in het belang van de kwaliteit van het te ontwikkelen Ecopark onder andere voorwaarden en richtlijnen worden gegeven met betrekking tot de uiterlijke verschijning van de op het Ecopark op te richten gebouwen, het ruimtelijk gebruik van de op het Ecopark uitgegeven of nog uit te geven percelen alsmede richtlijnen met betrekking tot het beheer en het onderhoud van voornoemde zaken. De erfpachter verplicht zich bij dezen de in het Masterplan opgenomen adviezen en richtlijnen stipt op te volgen. Te dezen is artikel 18 (boetebepaling) van de Algemene erfpachtvoorwaarden voor bedrijfsterreinen van toepassing, met dien verstande dat bij elke niet-nakoming van enige verplichting, een boete ter grootte van één jaarlijkse canon zal worden verbeurd. De erfpachter verplicht zich jegens de gemeente het in dit artikel bepaalde bij overdracht van het geheel of een gedeelte van de zaak, alsmede bij de verlening daarop van een beperkt recht, aan de nieuwe eigenaar of beperkt gerechtigde op te leggen en dit in de notariële akte woordelijk op te nemen, zulks op verbeurte van een direct opeisbare boete van € 22.689,00 ten behoeve van de gemeente, met bevoegdheid van deze laatste om daarnaast nakoming en/of de eventueel meer geleden schade te vorderen.

  • b.

    Op gelijke wijze als hierboven onder lid a is bepaald, verbindt de erfpachter zich jegens de gemeente tot het bedingen - bij wijze van derdenbeding - van de nieuwe eigenaar of beperkt gerechtigde, dat ook deze zowel het bepaalde in lid a als de in het onderhavige lid b opgenomen verplichting om dit door te geven, zal opleggen aan diens rechtsopvolgers/beperkt gerechtigden. Elke opvolgende vervreemder neemt daarbij namens en ten behoeve van de gemeente het beding aan.

Artikel 2 Motorbrandstoffen

  • a.

    De erfpachter zal zich onthouden van elke handeling die leidt tot het direct of indirect en detail verkopen van motorbrandstoffen vanuit de in erfpacht uit te geven zaak. De erfpachter zal aan alle gebruiksgerechtigden van de in erfpacht uit te geven zaak de verplichting opleggen tot het niet en detail verkopen van motorbrandstoffen vanuit die zaak.

  • b.

    Met verkoop van motorbrandstoffen en detail wordt bedoeld de verkoop van motorbrandstoffen aan eindverbruikers. Daaronder wordt niet verstaan het op eigen terrein hebben van motorbrandstoffen en/of motorbrandstofpompen voor eigen verbruik.

  • c.

    De voornoemde verplichting is een kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 6:252 Burgerlijk Wetboek en gaat als zodanig over op degenen die het goed onder bijzondere titel zullen verkrijgen, terwijl mede gebonden zullen zijn degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik van de zaak krijgen.