Regeling vervallen per 28-12-2023

Verordening percentageregeling beeldende kunst 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 27-12-2023

Intitulé

Verordening percentageregeling beeldende kunst 2010

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    adviescommissie Beeldende Kunst in de Openbare Ruimte: een vaste door het college ingestelde adviescommissie als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet, bestaande uit onafhankelijke deskundigen op het gebied van kunst en cultuur;

  • b.

    beeldende kunst: ieder proces of product waarbij een beeldend kunstenaar is betrokken;

  • c.

    bouwkosten: de aannemingssom bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de “Uniforme Administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989)”, voor het uit te voeren project (= bouwwerk 1.c. of gebouw 1.f. of werk 1.j.). exclusief omzetbelasting, of zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd;

  • d.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;

  • e.

    exploitatielasten: kosten voor het beheren van een gebouw;

  • f.

    gebouw: bouwwerk als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Woningwet;

  • g.

    kunstopdracht: een door de beheerder verstrekte opdracht aan één of meer beeldende kunstenaars tot het vervaardigen of ontwerpen van een kunstwerk in relatie tot de ruimtelijke omgeving;

  • h.

    kunstwerk: voortbrengsel van beeldende kunst of een bijdrage aan beeldende vormgeving;

  • i.

    reserve: in de gemeente opgenomen reserve voor uitvoering van deze verordening, genaamd de bestemmingsreserve beeldende kunst;

  • j.

    werk: een infrastructurele voorziening, geen bouwwerk of gebouw zijnde.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1.

    De verordening is van toepassing op de nieuwbouw, verbouw en renovatie van gemeentelijke bouwwerken en gemeentelijke gebouwen, alsmede op de aanleg, heraanleg en renovatie van gemeentelijke werken.

  • 2.

    De verordening is tevens van toepassing op gemeentelijke bijdragen in nieuwbouw, verbouw en renovatie van niet-gemeentelijke bouwwerken en gebouwen, en op gemeentelijke bijdragen in aanleg, heraanleg en renovatie van niet-gemeentelijke werken, indien de gemeentelijke bijdrage tenminste 50% van de totale bouwkosten behelst, of indien de exploitatielasten van deze bouwwerken en gebouwen gedurende een onafgebroken perioden van tenminste drie jaar voor 50% of meer wordt gedragen door de gemeente Venlo.

  • 3.

    De verordening is niet van toepassing indien de bouwkosten van bouwwerken of gebouwen als bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, minder dan € 50.000 bedragen, dan wel indien de bouwkosten van werken als bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, minder dan € 50.000 bedragen.

  • 4.

    De uitbreiding van bestaande schoolgebouwen met één of meerdere groepsruimten valt niet onder de reikwijdte van deze verordening.

Artikel 3 Bedrag voor kunstwerken

  • 1.

    in de begroting van de kosten van nieuwbouw, verbouw, aanleg en heraanleg en renovatie als bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, wordt een bedrag opgenomen ten behoeve van één of meer kunstwerken.

  • 2.

    Het in het eerste lid genoemde bedrag bedraagt:

    • 1.

      1,5% van het begrote bedrag van € 50.000 tot € 250.000 en,

    • 2.

      1% over het resterende bedrag.

    • 3.

      Het in het tweede lid genoemde percentage wordt berekend over de totale bouwkosten, dan wel over de gemeentelijke bijdrage in deze kosten als bedoeld in artikel 2, tweede lid.

Artikel 4 Storting in de reserve

Het college stort het bedrag als bedoeld in artikel 3 op het moment van de daadwerkelijke opdrachtverstrekking door de gemeente van het betreffende bouwwerk of werkzaamheden.

Artikel 5 Kunstopdrachten

  • 1.

    Het college geeft de opdracht tot een kunstopdracht.

  • 2.

    Voor de hoogte van het bedrag dat met de kunstopdracht(en) is gemoeid, wordt aansluiting gezocht bij het bedrag dat daarvoor in de reserve is gestort.

  • 3.

    Het college kan belanghebbende in de gelegenheid stellen om via inspraak hun mening over het ontwerp voor het kunstwerk te geven.

Artikel 6 Deskundigenadvies

Voordat het college een kunstopdracht verstrekt, wint het advies in bij de commissie beeldende kunst in de openbare ruimte.

Artikel 7 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 8 Intrekking oude regeling

De Verordening percentageregeling beeldende kunst, vastgesteld op 27 april 2005, wordt ingetrokken.

Artikel 9 Inwerkingtreding; citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 01-01-2010.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als; Verordening percentageregeling beeldende kunst 2010.

Artikel 10 Overgangsbepaling

Voor reeds lopende zaken blijft de oude percentageregeling van toepassing.