Regeling vervallen per 01-01-2010

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Venlo

Geldend van 01-01-2001 t/m 31-12-2009

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Venlo

Gelet op het bepaalde in de artikelen 95, 96 en 97 van de Gemeentewet, het bepaalde in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden (Stb. 1994, 244 en Stb. 1995, 448) en de Wet tot samenvoeging van de gemeenten Venlo, Tegelen en Belfeld.

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    de leden van de raad: de leden van de raad, die geen lid zijn van het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    commissie: een door de raad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester ingestelde commissie;

  • c.

    rechtspositiebesluit: Algemene Maatregel van Bestuur van 22 maart 1994 (Stb. 244 en Stb. 448, 1995), tot uitvoering van de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet.

Paragraaf 2 Vergoeding en tegemoetkoming voor de leden van de raad

Artikel 2

  • 1.

    De leden van de raad ontvangen per kalenderjaar een vergoeding voor hun werkzaamheden, gelijk aan het bedrag, vermeld in de bij het rechtspositiebesluit behorende tabel I, zoals dat bedrag telken jare door de minister van Binnenlandse Zaken is of wordt vastgesteld voor een gemeente in klasse 13.

  • 2.

    De leden van de raad ontvangen per kalenderjaar een tegemoetkoming in de kosten, gelijk aan het bedrag, vermeld in de bij het rechtspositiebesluit behorende tabel I, zoals dat bedrag telken jare door de minister van Binnenlandse Zaken is of wordt vastgesteld voor een gemeente in klasse 13.

  • 3.

    Hij of zij, die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest, ontvangt de vergoeding en de tegemoetkoming in de kosten, als bedoeld in het eerste en het tweede lid, naar evenredigheid van het aantal dagen, dat hij of zij het lidmaatschap van de raad heeft bekleed.

Paragraaf 3 Vergoeding aan de leden, niet zijnde leden van de raad, van commissies en van andere adviesorganen

Artikel 3

  • 1.

    De leden, welke geen raadslid zijn, van de vaste commissies van advies aan het college van burgemeester en wethouders, bedoeld in de Verordening commissies van advies, ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissies een vergoeding, gelijk aan het bedrag, vermeld in de bij het rechtspositiebesluit behorende tabel II, zoals dat bedrag telken jare door de minister van Binnenlandse Zaken is of wordt vastgesteld voor een gemeente in klasse 5.

  • 2.

    De leden, welke geen raadslid zijn, van de commissie bezwaar- en beroepschriften ontvangen voor het bijwonen van een vergadering van de commissie een bedrag van ƒ 200,00.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het tweede lid van dit artikel ontvangt de voorzitter van deze commissie voor het bijwonen van een vergadering van de commissie een bedrag van ƒ 300,00.

Artikel 4

De leden van de Sportraad Venlo, die geen raadslid zijn, ontvangen als tegemoetkoming voor het bijwonen van vergaderingen en voor reis- en verblijfkosten binnen de gemeente Venlo een vergoeding van ƒ 20,00 per vergadering, met een maximum van ƒ 200,00 per jaar.

Artikel 5

De leden van de emancipatieadviescommissie en de monumentencommissie ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissies een vergoeding, gelijk aan 50% van het bedrag, vermeld in de bij het rechtspositiebesluit behorende tabel II, zoals dat bedrag telken jare door de minister van Binnenlandse Zaken is of wordt vastgesteld voor een gemeente in klasse 5, een en ander voor maximaal 10 vergaderingen per jaar.

Paragraaf 4 Secundaire voorzieningen

Artikel 6 Reis- en verblijfkosten

De leden van de raad en de leden van een commissie, die geen raadslid zin, ontvangen een vergoeding voor reis- en verblijfkosten, gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente Venlo ter uitvoering van een besluit van het gemeentebestuur, een gemeentelijke commissie als bedoeld in artikel 82 en volgende van de Gemeentewet of het dagelijks bestuur daarvan, overeenkomstig de artikelen 1 en 2, van de Verordening kostenvergoeding wethouders.

Artikel 7 Compensatie bij korting op een werkloosheidsuitkering

  • 1.

    In het geval een lid van de raad een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt, en de na toepassing van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de vergoeding voor de werkzaamheden die het lid van de raad ontvangt, als bedoeld in artikel 2, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 2.

    Het lid van de raad, dat van het gestelde in het eerste lid gebruik wil maken, dient daartoe binnen drie maanden na het bekend worden van de korting een schriftelijk verzoek in bij het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 8 Kosten van kinderopvang

Op het lid van de raad is terzake van kosten voor, in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap, noodzakelijke kinderopvang van overeenkomstige toepassing artikel 3 van de Verordening kostenvergoeding wethouders.

Paragraaf 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 9

  • 1.

    Deze Verordening kan worden aangehaald als “Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Venlo”.

  • 2.

    De verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.