Regeling vervallen per 01-11-2016

Verordening VROM startersregeling Venlo 2007

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-10-2016

Intitulé

Verordening VROM startersregeling Venlo 2007

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    SVn: stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten;

  • b.

    Stimuleringsfonds Startersregeling: het fonds waaruit de gemeente, op grond van haar deelnemersovereenkomst met SVn, VROM Startersleningen kan toekennen, en waarin de rente en aflossing over deze leningen worden teruggestort;

  • c.

    VROM Starterslening: een lening die ten doel heeft om voor huishoudens met beperkte financiële mogelijkheden de ruimte te vergroten om een eigen woning te kopen, en die worden verstrekt op basis van de productspecificaties zoals vastgelegd in de SVn-informatiemap en de Gemeentelijke Uitvoeringsregels VROM Starterslening;

  • d.

    aanvrager: de aanstaande eigenaar die de aanvraag doet. Bij 2 of meer aanstaande eigenaren gelden beiden gezamenlijk als aanvrager;

  • e.

    huishouden: het huishouden van de aanvrager, bestaande uit een natuurlijk persoon en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerd partner, of degene die met hem op de ontvangstdatum van de aanvraag voor de Starterslening een gezamenlijke huishouding voert of zal gaan voeren in de aan te kopen woning, niet zijnde kinderen of pleegkinderen. Er kunnen niet meer dan 2 personen tot het aldus gedefinieerde huishouden behoren.

  • f.

    verwervingskosten: de kosten van het in eigendom verkrijgen, exclusief bijkomende kosten, zoals omschreven in de normen van de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen voor het verkrijgen van de Nationale Hypotheek Garantie.

Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen

Artikel 2

  • 1.

    De gemeenteraad van Venlo heeft een Stimuleringsfonds VROM Startersregeling ingericht waaruit aan in artikel 6, lid 1, sub a t/m c. bedoelde huishoudens Startersleningen kunnen worden toegekend voor de verwerving van in artikel 6, lid 1, sub d bedoelde woningen.

  • 2.

    Het Stimuleringsfonds VROM Startersregeling is ondergebracht bij SVn.

Artikel 3

  • 1.

    Op deze verordening is het bepaalde in de gesloten deelnemingsovereenkomst tussen de gemeente Venlo en de SVn van toepassing

  • 2.

    De, als bijlagen opgenomen gemeentelijke uitvoeringsregels en productspecificaties VROM Starterslening maken deel uit van deze verordening.

Artikel 4

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in deze verordening een VROM Starterslening toe te kennen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen de hoogte van de Starterslening vast op basis van de, als bijlage opgenomen, Gemeentelijke Uitvoeringsregels VROM Starterslening.

  • 3.

    De maximale hoogte van de Starterslening bedraagt € 30.000,--.

  • 4.

    De VROM Starterslening dient te worden verstrekt met Nationale Hypotheek Garantie (NHG).

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen bij hun beslissing op grond van het 1e en 2e lid rekening houden met financiële steun die op grond van enige andere regeling is of kan worden toegekend.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de toekenning van VROM Startersleningen nadere voorschriften verbinden.

  • 7.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het in het 3e lid genoemde bedrag aan te passen.

Artikel 5

  • 1.

    Uit het gemeentelijk Stimuleringsfonds VROM Startersregeling kunnen slechts leningen worden toegewezen tot het maximale toekenningsplafond, zijnde op 1 januari 2012 € 345.000,00 en alle hieraan toe te voegen toekomstige terugvloeiende middelen in de gemeentelijke fondsen bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn).

  • 2.

    Alle aanvragen op voet van deze verordening worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

  • 3.

    Aanvragen welke in verband met het 1e en 2e lid niet kunnen worden toegekend, worden door burgemeester en wethouders afgewezen.

Hoofdstuk 3 Toepassingsbereik

Artikel 6

  • 1.

    Deze verordening is uitsluitend van toepassing op leningaanvragen:

    • a.

      van in de gemeente Venlo verblijfsgerechtigde personen die op het moment van de aanvraag minimaal 1 jaar zelfstandig een huurwoning bewonen of minimaal 1 jaar inwonend zijn en voor de eerste keer een eigen woning willen kopen. Deze personen dienen nooit eerder een eigen huis op hun naam te hebben gekocht;

    • b.

      alsmede voor studerende/schoolgaande kinderen van in de gemeente Venlo woonachtige verblijfsgerechtigde personen, die binnen 1 jaar na afronding van de studie of school zich opnieuw in de gemeente Venlo vestigen en voor dat zij de studie of school aanvingen minimaal 1 jaar aaneengesloten in de gemeente Venlo hebben gewoond;

    • c.

      van verblijfsgerechtigde personen die de woning waarvoor de lening wordt aangevraagd zelf gaan bewonen;

    • d.

      voor het verwerven van nieuwe of bestaande woningen in de gemeente Venlo waarvan de verwervingskosten voor het verkrijgen in eigendom van de woning niet hoger zijn dan € 230.000,--, exclusief bijkomende kosten. Onderhoud- en verbouwingskosten komen ook in aanmerking voor deze regeling.

    • e.

      de hoofdsom van de VROM Starterslening bedraagt maximaal 20% van de kosten voor het in eigendom verkrijgen van de woning.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het in het 1e lid, sub d genoemde bedrag aan te passen.

Hoofdstuk 4 Aanvraag en toekenning

Artikel 7

  • 1.

    Huishoudens die, op grond van artikel 6 binnen het toepassingsbereik van de VROM Starterslening vallen, kunnen bij de burgemeester en wethouders een op naam gesteld aanvraagformulier verzoeken;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders toetsen of het in lid 1 bedoelde huishouden valt onder het toepassingsbereik van artikel 6 en stuurt binnen 5 werkdagen na ontvangst van het verzoek het aanvraagformulier toe. Tegelijkertijd sturen Burgemeester en wethouders SVn een kopie van het voorblad van dit aanvraagformulier.

  • 3.

    De verdere afhandeling en besluitvorming vindt plaats conform de in de Procedures en Gemeentelijke Uitvoeringsregels VROM Starterslening vastgelegde procedures welke uit de deelnemingsovereenkomst voortvloeien.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders delen de beslissing middels een toewijzingsbesluit mee aan de aanvrager.

Hoofdstuk 5 Intrekken van de Starterslening

Artikel 8

  • 1.

    Burgemeester en wethouders trekken een toekenning van een VROM Starterslening geheel of gedeeltelijk intrekken als:

    • a.

      er niet is voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften en/of bepalingen;

    • b.

      de VROM Starterslening is toegekend of vastgesteld op grond van onjuiste gegevens.

    • c.

      de koopovereenkomst wordt ontbonden.

  • 2.

    Bij de intrekking vordert het college van burgemeester en wethouders de contante waarde van het reeds genoten en/of toekomstige rentevoordeel geheel of gedeeltelijk terug, eventueel met de mogelijkheid van beslaglegging;

  • 3.

    In geval van overtreding van de voorschriften in deze verordening de eigenaar verschoonbaar is, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de bovengenoemde sancties geheel of gedeeltelijk achterwege te laten.

Hoofdstuk 6 Aflossing van de Starterslening

Artikel 9

  • 1.

    Aflossingen worden verricht volgens het in de leningsovereenkomst bepaalde.

  • 2.

    Extra aflossing op de VROM Starterslening is altijd en zonder boete mogelijk.

  • 3.

    Bij verkoop van de woning wordt de restant schuld ineens en volledig afgelost.

Hoofdstuk 7 Hardheidsclausule, slot- en overgangsbepalingen

Artikel 10

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel, gelet op het belang van de aanvrager, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2007.

Artikel 12

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening VROM Startersregeling Venlo 2007".

Gemeentelijke uitvoeringsregeling VROM Starterslening

Algemeen

  • -

    De gemeente besluit over de toekenning van de VROM Startersleningen uit het gemeentelijk fonds.

  • -

    De gemeente bepaalt de doelgroep en het marktsegment waarvoor ze de VROM Starterslening wil inzetten.

  • -

    De gemeente maakt gebruik van de productspecificaties, uitvoeringsregels en procedures van de VROM Starterslening zoals deze door de stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn) zijn vastgesteld.

  • -

    De gemeente bepaalt de bijzondere voorwaarden en de hoogte van de VROM Starterslening mede op basis van een advies van nv. Bemiddelend Orgaan te Hoevelaken (BO).

  • -

    Indien sprake is van een hertoets, voert BO deze uit op grond van de Gemeentelijke uitvoeringsregels. SVn ontvangt de uitkomst van deze hertoets en past vervolgens de rente en aflossing aan.

In deze uitvoeringsregels worden beschreven:

  • -

    kenmerken van de VROM Starterslening;

  • -

    voorwaarden aan de bancaire hypothecaire lening;

  • -

    definities gebruikt bij de aanvangsdraagkrachttoets en de draagkrachthertoets VROM Startersleningen;

  • -

    inhoud van de aanvangsdraagkrachttoets VROM Startersleningen;

  • -

    inhoud van de draagkrachthertoets VROM Startersleningen.

1. Kenmerken VROM Starterslening

De gemeente stelt, op basis van de lokale marktomstandigheden, de doelgroep, het marktsegment en de verwervingskostengrens vast wie in aanmerking komen voor de VROM Starterslening.

De VROM Starterslening past binnen de door SVn gehanteerde productspecificaties en heeft mede op grond van de verordening de volgende kenmerken:

  • -

    de VROM Starterslening wordt verstrekt door SVn;

  • -

    het rentepercentage van de lening bedraagt gedurende de eerste drie jaar 0,0%. Gedurende de eerste 3 jaar is geen aflossing verschuldigd.

  • -

    na het 3e jaar van de looptijd wordt de rente aangepast op het dan geldende SVn-rente percentage 15 jaar vast. Het percentage staat vast tot en met het 15e jaar, gerekend vanaf het moment van de ingangsdatum van de lening;

  • -

    voorafgaand aan het 4e, 7e, 11e en 16e jaar kan de aanvrager een draagkracht-hertoetsing aanvragen op basis van een brief die SVn circa 3 maanden van tevoren toestuurt en na overmaking van de kosten hertoetsing. Indien uit deze draagkracht-hertoetsing blijkt dat de financiële draagkracht onvoldoende is om aan de marktconforme maandtermijn te voldoen, dan worden de rente en aflossing aangepast op basis van de gemeentelijke uitvoeringsregels;

  • -

    op het moment dat de marktconforme maandtermijn is bereikt, is hertoetsen niet meer mogelijk;

  • -

    indien na 15 jaar de marktconforme maandtermijn nog niet bereikt is, blijft de op dat moment door de gemeente vastgestelde maandtermijn voor de rest van de looptijd ongewijzigd;

  • -

    de lening wordt afgelost via jaarannuïteiten met een jaarlijkse maandbetaling van 1/12 deel;

  • -

    de starterslening en de eerste hypotheek worden uitsluitend met Nationale Hypotheek Garantie afgesloten.

2. Voorwaarden aan de bancaire hypothecaire lening

De bank verstrekt de lening onder 1e hypotheek; SVn verstrekt de VROM Starterslening onder 2e hypotheek waarbij het volgende van toepassing is:

  • -

    bij een nieuwbouwwoning wordt, indien de kosten en de eerste termijn kleiner zijn dan de hoofdsom van de VROM Starterslening, de VROM Starterslening in een te openen Bouwkrediet bij SVn gestort. De kosten en de eerste termijnbetaling worden direct in mindering gebracht op de hoofdsom van de VROM Starterslening. De volgende termijnen worden daarna gedeclareerd uit het bouwdepot van de VROM Starterslening en vervolgens uit het bouwdepot van de marktconforme bancaire lening;

  • -

    indien de hoofdsom van de VROM Starterslening kleiner is dan de kosten en de eerste termijnbetaling, wordt de hoofdsom van de VROM Starterslening ineens uitbetaald aan de notaris;

  • -

    de bank meldt de eigen lening onder Nationale Hypotheek Garantie aan bij WEW en draagt de borgtochtprovisie af voor de eerste hypotheek;

  • -

    de VROM Starterslening wordt verstrekt onder hypotheek waarbij zonodig genoegen wordt genomen met een 2e hypotheek;

  • -

    de rentevastheids periode van de bancaire hypothecaire lening moet tenminste 10 jaar bedragen;

  • -

    de bancaire hypothecaire lening mag niet hoger zijn dan € 170.000, gelijk aan de kosten voor het verkrijgen in eigendom van de woning, minus de hoogte van de VROM Starterslening. Voor toetsing en advisering wordt de hoofdsom van de VROM Starterslening als “contante waarde subsidie” ingevoerd;

  • -

    de bank verplicht zich na het ingaan van de lening geen gelden meer onder verband van de 1e hypotheekstelling ter leen te verstrekken aan de schuldenaar. Voormelde verplichting rust op de bank uitsluitend voor zolang als de door SVn aangegane VROM Starterslening niet volledig is afgelost;

  • -

    de bank meldt de eigen financiering onder Nationale Hypotheek Garantie aan bij het Waarborgfonds Eigen Woningen, waarbij de VROM Starterslening als contante waarde subsidie is opgenomen;

  • -

    de bank draagt de borgtochtprovisie voor Nationale Hypotheek Garantie af voor de 1e hypotheek, SVn doet dit voor de VROM Starterslening;

  • -

    de transportakte en de hypotheekakte voor uw eerste hypotheek en de akte voor uw 2e hypotheek (Starterslening) dienen in de gebruikelijke volgorde, maar beslist in één en dezelfde afspraak bij de notaris te passeren. Indien eigendom en 1e hypotheek eerder passeren kan de Starterslening geen doorgang vinden.

3. Uitgangspunten van de draagkrachttoets voor de VROM Starterslening

Voor de draagkrachttoets wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de NHG-toetsing, waarin bepaald wordt of een lening Nationale Hypotheekgarantie mogelijk is met een bepaald inkomen. De kosten van de draagkrachttoets zijn voor rekening van SVn.

Uitzonderingen:

  • -

    bij de draagkrachttoets wordt ook rekening gehouden met vermogen;

  • -

    het toetsinkomen dat in de draagkrachttoets wordt meegeteld bedraagt 90% van het werkelijke toetsinkomen;

  • -

    persoonlijke verplichtingen worden voor de draagkrachttoets van de Starterslening buiten beschouwing gelaten. Uiteraard worden de persoonlijke verplichtingen wel meegenomen in de NHG-toets van de eerste hypothecaire lening.

4. Definities ten behoeve van de vaststelling hoogte VROM Starterslening

  • a.

    Ontvangsdatum: datum waarop de aanvraag door SVn is ontvangen.

  • b.

    Aanvrager: de aanstaande eigenaar die de aanvraag doet. Bij 2 of meer aanstaande eigenaren gelden beiden gezamenlijk als ‘aanvrager’.

  • c.

    Huishouden: het huishouden van de aanvrager, bestaande uit een natuurlijk persoon en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerd partner, of degene die met hem op de ontvangstdatum een gezamenlijke huishouding voert of zal gaan voeren in de aan te kopen woning, niet zijnde kinderen of pleegkinderen.

  • Er kunnen niet meer dan 2 personen tot het aldus gedefinieerde huishouden behoren.

  • d.

    Individueel toetsinkomen: voor ieder lid van het huishouden wordt afzonderlijk het toetsinkomen vastgesteld conform de dan geldende NHG-normen;

  • e.

    Partner 1: het lid van het huishouden met het hoogste individueel toetsinkomen op de ontvangstdatum;

  • f.

    Partner 2: indien het huishouden 2 personen telt: degene(n) die niet het hoogste individueel toetsinkomen op de ontvangstdatum heeft.

  • Indien partner 1 feitelijk met meer dan één andere persoon een gezamenlijke huishouding voert, wordt als partner 2 aangemerkt degene met het hoogste individueel toetsinkomen.

  • g.

    Toetsinkomen huishouden: 90% van individueel toetsinkomen partner 1 en indien van toepassing + 90% van individueel toetsinkomen partner 2.

  • h.

    Toetsrente: rentepercentage van SVn bij 15 jaar rentevast, zoals geldt op de ontvangstdatum van de aanvraag.

  • i.

    Financierings-lastpercentage: het financieringslastpercentage conform de op de ontvangstdatum geldende Normen NHG, dat behoort bij het individueel toetsinkomen van partner 1, en rekening houdend met de toetsrente. Volgens de NHG-norm wordt bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd de ‘financieringslasttabel vanaf 65 jaar’ van de NHG-voorwaarden en normen gehanteerd.

  • j.

    Peiljaar: indien de ontvangstdatum in de eerste helft van het kalenderjaar ligt: het kalenderjaar dat 2 jaar voorafgaat aan het jaar waarin de ontvangstdatum ligt; indien de ontvangstdatum in de tweede helft van het kalenderjaar ligt: het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de ontvangstdatum ligt.

  • k.

    Beschikbaar eigen geld: 25 x belastbaar inkomen in box 3 van de inkomstenbelasting in het peiljaar (i), van beide partners tezamen. (Op de aanslag Inkomstenbelasting staat vermeld het belastbaar inkomen. Dit is 4% van het belaste vermogen, het vermogen dus na aftrek van de vrijstelling).

  • l.

    Verwervingskosten: kosten voor het verkrijgen in eigendom van de woning, zoals omschreven in de normen van de Nationale Hypotheek Garantie. De hoogte van de verwervingskosten wordt vastgesteld door de gemeente Venlo.

  • m.

    Genormeerde last marktconforme lening: de genormeerde bruto last van de marktconforme lening aan het begin van ieder van de volgende perioden, berekend op basis van maandannuïteiten, de toetsrente, het restant van een oorspronkelijke looptijd van 30 jaar en de restanthoofdsom aan het begin van de betreffende periode. In beginsel is deze last steeds gelijk. Indien echter één of meer van de aanvragers 56 jaar of ouder zijn, maar nog geen 65 jaar, wordt de genormeerde last zodanig naar beneden bijgesteld dat deze past bij het dan geldende inkomen (uitgaande van een aanname dat het inkomen dan daalt tot 70%).

5. Vaststelling gegevens ten behoeve van de VROM Starterslening

Hoogte VROM Staterslening

De geadviseerde hoogte van de VROM Starterslening wordt door het Bemiddeld Orgaan als volgt berekend. De gemeente bepaalt de uiteindelijke hoogte.

Hoogte VROM Starterslening = Verwervingskosten -/- beschikbaar eigen geld -/-genormeerde marktconforme lening

De berekening van de genormeerde marktconforme lening is gebaseerd op een simulatie van de marktconforme lening die de aanvrager met NHG kan krijgen.

Indien geen van de partners op de ontvangstdatum 56 jaar of ouder is, verloopt de berekening van de genormeerde marktconforme lening als volgt:

Normfinancieringslast = Toetsinkomen huishouden x financieringslastpercentage

Genormeerde marktconforme lening = de maximale marktconforme lening op basis van de geldende NHG-normen per peildatum aanvangsdraagkrachttoets.

Toets bij 56 jaar of ouder

Indien op de ontvangstdatum één of meer van de partners 56 jaar of ouder is, maar nog geen 65 jaar, gelden de volgende aanvullende regels:

  • -

    vanaf het begin van een jaar waarin een partner 65 jaar wordt, wordt rekening gehouden met een inkomen van 70% van het actuele toetsinkomen. Hierbij wordt gerekend in hele jaren vanaf de ontvangstdatum. Het toetsinkomen huishouden wordt vanaf het begin van dat jaar overeenkomstig verlaagd;

  • -

    de financieringslast moet vanaf het begin van een jaar waarin een partner 65 jaar wordt passen bij het dan geldende toetsinkomen huishouden. Dit wordt bereikt doordat er in de berekening vanuit wordt gegaan dat de eerste periode extra wordt afgelost;

  • -

    in de berekening van de nieuwe normfinancieringslast vanaf het begin van het jaar waarin een partner 65 jaar wordt, wordt steeds uitgegaan van het financieringslastpercentage van partner 1.

Normlast marktconforme lening

Als onderdeel van de aanvangstoets wordt vastgesteld hoe hoog de genormeerde last van de marktconforme lening bedraagt aan het begin van ieder van de volgende perioden. Deze bedragen zijn van belang bij de hertoetsen.

Toets vermogen

Bij de toets wordt er vanuit gegaan dat het belastbare vermogen in box 3 (dus boven de vrijstelling) wordt gebruikt als eigen geld ter financiering van de verwervingskosten.

6. Toewijzing VROM starterslening door de gemeente

Het Bemiddelend Orgaan (BO) brengt aan de gemeente advies uit over de hoogte van de VROM Starterslening.

De gemeente bepaalt de definitieve hoogte van de VROM Starterslening. Het is denkbaar dat de gemeente op basis van de eigen verordening hierbij nog correcties toepast op het advies van BO, waarbij het onder meer kan gaan om:

  • -

    vaststelling van het vermogen uit een te verkopen woning, (indien de gemeente de Starterslening van toepassing verklaart bij doorstroming van de ene naar de andere koopwoning), met als resultaat een overeenkomstig lagere VROM Starterslening;

  • -

    extra vrijgesteld vermogen in bijzondere omstandigheden, met als resultaat een overeenkomstig hogere VROM Starterslening;

  • -

    inperking van de normfinancieringslast doordat rekening wordt gehouden met overige financiële verplichtingen, met als resultaat een hogere VROM Starterslening;

  • -

    andere correcties.

Voor de eerste periode van 3 jaar is de Starterslening renteloos en aflossingsvrij.

De gemeente kent de VROM Starterlening toe, met een toewijzingsbrief.

Indien de aanvrager naar het oordeel van de gemeente niet in aanmerking komt voor een VROM Starterslening, stuurt de gemeente de aanvrager hierover schriftelijk bericht.

SVn ontvangt een kopie van de toewijzingsbrief. c.q. van de brief met de afwijzing van de VROM Starterslening.

7. Hertoets VROM Startersleningen

- Persoonlijke verplichtingen worden bij de hertoets van de VROM Starterslening buiten beschouwing gelaten.

- Wanneer SVn op de mogelijke hertoetsmomenten, op verzoek van de klant, een hertoets uitvoert, bedraagt het tarief hiervoor € 144 prijspeil 2006. Na 2006 wordt het tarief jaarlijks geïndexeerd met de consumentenprijsindex alle huishoudens, en wel als volgt:

index september voorafgaand jaar x € 144

index september 2006

- De kosten van de hertoets komen voor rekening van de klant. SVn brengt deze kosten in rekening bij de aanvrager. De aanvrager tekent hiertoe vooraf een machtiging tot eenmalige automatische incasso.

- SVn brengt de kosten niet bij de klant in rekening, wanneer de gemeente in het genoemde besluit bepaalt dat de gemeente de kosten voor haar rekening neemt. In dat geval worden de kosten geboekt ten laste van de Gemeenterekening.

8. Definties ten behoeve van hertoets en aanpassing

In aanvulling op de voorgaande definities worden bij de draagkracht hertoets de volgende begrippen en definities gehanteerd.

  • n.

    Periode: een aaneengesloten tijdvak waarin de rente en aflossing constant blijft. De Starterslening kent 5 perioden:

    • -

      jaar 1 t/m jaar 3

    • -

      jaar 4 t/m jaar 6

    • -

      jaar 7 t/m jaar 10

    • -

      jaar 11 t/m jaar 15

    • -

      jaar 16 t/m jaar 30

  • Periode 1 gaat in op de ingangsdatum van de lening. De ingangsdatum is de eerste dag van de maand volgend op die waarin de hypotheekakte wordt gepasseerd.

  • o.

    Herzieningsdatum: de eerste dag van een periode (met ingang van periode 2). Een herzieningsdatum valt altijd op de eerste dag van een kalendermaand.

  • p.

    Peildatum: de dag die drie kalendermaanden voorafgaat aan de herzieningsdatum.

  • q.

    Huishouden (t.b.v. hertoets): het huishouden van de aanvrager, bestaande uit een natuurlijk persoon en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerd partner, of degene die met hem voorafgaand aan de peildatum tenminste 6 maanden een gezamenlijke huishouding voert, niet zijnde kinderen of pleegkinderen.

  • Er kunnen niet meer dan 2 personen tot het huishouden behoren.

  • r.

    Hertoetsrente: in de hertoets voor de periodes 2, 3 en 4: het gehanteerde rentepercentage van SVn bij 15 jaar rentevast, zoals vastgelegd in de offerte.

  • In de hertoets voor de periode 5: het rentepercentage van SVn bij 15 jaar rentevast, zoals geldt op de peildatum van periode 5.

  • s.

    Financieringslast-percentage hertoets: het financieringslastpercentage conform de op de peildatum geldende NHG-normen dat behoort bij het individueel toetsinkomen van partner 1 , en rekening houdend met de hertoetsrente . Volgens de NHG-norm wordt bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd de ‘financieringslasttabel vanaf 65 jaar’ van de NHG-voorwaarden en normen gehanteerd.

  • t.

    Peiljaar hertoets: indien de peildatum in de eerste helft van het kalenderjaar ligt: het kalenderjaar dat twee jaar voorafgaat aan het jaar waarin de peildatum ligt.

  • Indien de peildatum in de tweede helft van het kalenderjaar ligt:het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de peildatum ligt.

  • u.

    Restantlooptijd: de resterende looptijd op de herzieningsdatum zijnde 30 jaar minus het aantal op de herzieningsdatum verstreken jaren van de looptijd, met de volgende uitzonderingen:

    • -

      10 jaar bij een hoofdsom tussen € 5.000 en € 10.000;

    • -

      5 jaar bij een hoofdsom lager dan € 5.000.

  • v.

    Marktconforme annuïteit Starterslening:de jaarannuïteit van de VROM Starterslening over de restantlooptijd en restanthoofdsom, bij de hertoetsrente

9. Vaststelling gegevens t.b.v. de hertoets

Toetsinkomen

Het actuele toetsinkomen wordt op dezelfde wijze vastgesteld als voor de draagkrachttoets als bij de aanvangstoets.

Herziening rente en aflossing

De normfinancieringslast op de peildatum is de basis voor de herziening van de rente en aflossing voor de eerstvolgende periode.

Normfinancieringslast = Toetsinkomen huishouden x financieringslastpercentage hertoets

Beschikbare financieringslast = Normfinancieringslast -/- Genormeerde last marktconforme lening

Vervolgens wordt de rente en looptijd als volgt vastgesteld:

  • a.

    Indien de beschikbare financieringsruimte groter is dan, of gelijk is aan de marktconforme annuïteit Starterslening, geldt gedurende de restantlooptijd de genoemde annuïteit. De rente blijft vast t/m het einde van periode 4. Daarna gaat een nieuwe rentevastheids periode in van maximaal 15 jaar, met het rentepercentage van SVn bij 15 jaar rentevast, zoals geldt op de peildatum van periode 5.

  • b.

    Indien de beschikbare financieringsruimte kleiner is dan de marktconforme annuïteit Starterslening, dan geldt gedurende de eerstvolgende periode dat de financieringslast voor de starterslening gelijk is aan de beschikbare financieringsruimte. Ingeval de eerstkomende periode periode 5 is, dan is de financieringslast voor de starterslening voor de resterende looptijd gelijk aan de beschikbare financieringsruimte.

Het rentepercentage wordt als volgt berekend:

Beschikbare financieringsruimte x 100%

Hoogte Starterslening

Het rentepercentage wordt naar beneden afgerond op eentiende procent.

Gaat voor de betreffende periode een annuïteit gelden, dan vinden er ten behoeve van de volgende periode geen hertoetsen meer plaats.

Wordt alleen rente berekend, dan vindt voorafgaand aan de volgende periode opnieuw een hertoets plaats.

Productspecificaties VROM Starterslening

Ingangsdatum

  • De ingangsdatum van de VROM Starterslening is 1 januari 2007.

Verstrekking

  • De lening wordt verstrekt door SVn na toewijzing door de gemeente, voorzover de gemeente met betrekking tot minimaal 50% van de lening voldoende saldo heeft op de “Gemeenterekening VROM Starterslening” bij SVn. De VROM Startersrekening bij SVn voldoende resterend saldo heeft ter afdekking van maximaal 50% van de door SVn geraamde rentedervingskosten.

  • Het is niet toegestaan de VROM Starterslening in combinatie met koopsubsidie BEW+ in te zetten voor een individueel startershuishouden.

Hoofdsom van de lening

  • De uiteindelijke hoogte van de hoofdsom van de VROM Starterslening wordt door de gemeente vastgesteld, maar zal niet meer bedragen dan 20% van de verwervingskosten. De verwervingskosten zijn overeenkomstig de normen van de Nationale Hypotheek Garantie.

Looptijd

  • De looptijd bedraagt maximaal 30 jaar.

  • Indien de lening lager is dan €10.000 dan geldt, vanaf het moment dat een annuïteit gaat lopen, een looptijd van:

    • -

      10 jaar bij een hoofdsom tussen € 5.000 en € 10.000;

    • -

      5 jaar bij een hoofdsom lager dan € 5.000.

Rentepercentage

  • De VROM Starterslening is bij aanvang renteloos.

  • Vanaf het vierde jaar tot en met het vijftiende jaar geldt het marktconforme rentepercentage. Het percentage is gebaseerd op de SVn rente 15 jaar vast en is reeds vastgesteld bij de aanvraag van de lening.

  • Uiterlijk 2 maanden voor het begin van het 4e, 7e, 11e en 16e jaar kan de aanvrager een draagkrachthertoetsing aanvragen op basis van een brief die hij van SVn uiterlijk drie maanden voor het 4e, 7e, 11e en/of 16e jaar ontvangt en na overmaking aan SVn van de kosten hertoetsing.

  • Indien uit deze draagkrachthertoetsing(en) blijkt dat er geen financiële draagkracht is, blijft de maandlast renteloos.

  • Indien er sprake is van enige draagkracht wordt de rente door SVn aangepast op basis van de gemeentelijke uitvoeringsregels VROM Starterslening en gelijkgesteld aan de beschikbare financieringsruimte.

  • Indien na 15 jaar de marktconforme rente nog niet bereikt is, blijft het op dat moment door de gemeente vastgestelde rentepercentage voor de rest van de looptijd ongewijzigd.

Rentevastheid

  • De rentevastheidsperiode bedraagt 15 jaar vanaf ingangsdatum van de lening.

Aflossing

  • De VROM Starterslening is bij aanvang aflossingsvrij. Vanaf het vierde jaar geldt een jaarannuïteit op basis van de restant looptijd en het geldende rentepercentage.

  • Uiterlijk 2 maanden voor het begin van het 4e, 7e, 11e en 16e jaar kan de aanvrager een draagkrachthertoetsing aanvragen op basis van een brief die hij van SVn uiterlijk 3 maanden voor het 4e, 7e, 11e en/of 16e jaar ontvangt en na overmaking van de kosten hertoetsing.

  • Indien uit deze draagkrachthertoetsing blijkt dat er geen financiële draagkracht is, blijft de maandlast gedurende de eerstvolgende periode renteloos en aflossingsvrij.

  • Indien er sprake is van enige draagkracht wordt de financieringslast en de hierop gebaseerde maandelijkse betaling gedurende de eerstkomende periode door SVn aangepast op basis van de gemeentelijke uitvoeringsregels en gelijkgesteld aan de beschikbare financieringsruimte.

  • Op het moment dat de eerder genoemde jaarannuïteit volledig is bereikt, is hertoetsen niet meer mogelijk.

  • Indien na 15 jaar de eerder genoemde jaarannuïteit nog niet volledig bereikt is, blijft de op dat moment door de gemeente vastgestelde maandtermijn voor de rest van de looptijd ongewijzigd.

  • Bij verkoop wordt de restantschuld in zijn geheel afgelost.

  • Een eventuele restantschuld na 30 jaar wordt in één keer volledig afgelost.

Betaling van rente en aflossing

  • Via jaarannuïteiten, steeds voor 1/12 deel te voldoen per de laatste van elke maand.

  • De maandelijkse betalingen worden valutair per 31 december van ieder jaar met de schuldrest verrekend. Automatische incasso is verplicht.

Vervroegde aflossing

  • Is te allen tijde boetevrij toegestaan.

Afsluitprovisie

  • 1,5% over de hoofdsom van de lening.

Overige kosten

  • Notariskosten.

  • Borgtochtprovisie in verband met Nationale Hypotheek Garantie.

  • Eventuele kosten hertoets.

Akte

  • Van de lening wordt een notariële akte opgemaakt.

Zekerheden

  • Hypotheek, waarbij zonodig genoegen wordt genomen met een 2e hypotheek.

  • Zowel voor de eerste als voor de tweede hypothecaire lening - de bancaire lening en de VROM Starterslening - wordt Nationale Hypotheek Garantie verkregen.

  • De gemeente mag extra zekerheden verlangen.

Voorwaarden aan eerste, bancaire hypothecaire lening

  • Voor de eerste bancaire hypothecaire lening wordt Nationale Hypotheek Garantie verkregen.

  • De rentevastperiode bedraagt tenminste10 jaar.

  • De eerste hypothecaire lening mag niet hoger zijn dan een bedrag, gelijk aan de kosten voor het verkrijgen in eigendom van de woning, volgens de normen van de Nationale Hypotheek Garantie, minus de hoogte van de VROM Starterslening.

  • De hypothecaire inschrijving van de eerste, bancaire lening mag niet hoger zijn dan de van toepassing zijnde maximale verwervingskostengrens volgens NHG garantie.

  • De bank die de eerste hypothecaire lening verkrijgt verplicht zich na het ingaan van de lening geen gelden meer onder verband van de eerste hypotheekstelling ter leen te verstrekken aan de schuldenaar. Deze verplichting rust op de bank uitsluitend voor zolang als de door SVn aangegane VROM Starterslening niet volledig is afgelost. Deze bepaling dient in de desbetreffende hypotheekakte of in de desbetreffende offerte te worden opgenomen.

  • De transportakte en de hypotheekakte voor uw eerste hypotheek en de akte voor uw tweede hypotheek (Starterslening) dienen in de gebruikelijke volgorde, maar beslist in één en dezelfde afspraak bij de notaris te passeren. Indien eigendom en eerste hypotheek eerder passeren kan de Starterslening geen doorgang vinden.

Krediettoets

  • Na aanvraag voor een VROM Starterslening vindt een aanvangsdraagkrachttoets plaats.

  • Onderdeel hiervan is een BKR toets en VIS-toets.