Regeling vervallen per 29-12-2011

Verordening baatbelasting Oude Markt/Steenstraat

Geldend van 01-06-1985 t/m 28-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 27-03-1985

Intitulé

Verordening baatbelasting Oude Markt/Steenstraat

Gelet op het bepaalde in artikel 222 Gemeentewet.

Artikel 1 Voorwerp der belasting

  • 1.

    Ter zake van de onroerende zaken, die gebaat zijn door de door de gemeente of met medewerking van de gemeente tot stand gebrachte voorzieningen in de vorm van onder andere sierbestrating, sierverlichting, zitbanken, sierelementen (paaltjes en dergelijke), groenvoorzieningen en afvalbakken op de Oude Markt en in de Steenstraat wordt onder de naam "baatbelasting Oude Markt/Steenstraat" een jaarlijkse belasting geheven, zulks ter verkrijging van een billijke bijdrage in de ten laste van de gemeente blijvende kosten van die voorzieningen.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde onroerende zaken zijn die welke grenzen aan dan wel gedeeltelijk gelegen zijn in het gebied dat op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening in blauwe kleur is aangeduid.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene, die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens zakelijk recht van een in artikel 1 bedoeld onroerende zaak.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens zakelijk recht aangemerkt degene, die bij het begin van het belastingjaar als zodanig bij het kadaster bekend staat, tenzij blijkt, dat op dat tijdstip een ander genothebbende krachtens zakelijk recht was.

Artikel 3 Belastinggrondslag

  • 1.

    De grondslag waarnaar de belasting wordt geheven, is het langs de grond gemeten aantal strekkende meters, waarmee een onroerende zaak of een gedeelte daarvan grenst aan het op de in artikel 1 genoemde tekening aangegeven gebied.

  • 2.

    Indien een gedeelte van een onroerende zaak geheel en uitsluitend voor woondoeleinden is bestemd, wordt het langs de grond gemeten aantal strekkende meters, waarmee dat gedeelte grenst aan het op de in artikel 1 genoemde tekening aangegeven gebied, bij de berekening van de in het eerste lid bedoelde grondslag buiten beschouwing gelaten.

  • 3.

    Bij de meting worden onderdelen van een kwart meter afgerond op een hele kwart meter.

Artikel 4 Belastingtarief

De belasting bedraagt per belastingjaar € 24,05 per strekkende meter.

Artikel 5 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Tijdsduur van de heffing

De belasting wordt, behoudens in geval van voldoening ineens, overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, gedurende dertig achtereenvolgende belastingjaren jaarlijks geheven.

Artikel 8 Heffing ineens

  • 1.

    Op verzoek van de belastingplichtige wordt de belasting ineens geheven naar een bedrag, dat gelijk is aan de contante waarde van de belastingbedragen, welke geheven zouden zijn - beoordeeld naar de omstandigheden bij het begin van het belastingjaar volgende op het kalenderjaar, waarin het verzoek wordt gedaan - voor elk van de nog aan te vangen belastingjaren.

  • 2.

    De contante waarde, bedoeld in het vorige lid, wordt berekend naar een rentevoet van 9% met inachtneming van de onderstaande tabel.

    Indien de heffing ineens geschiedt met ingang van het hieronder vermelde belastingjaar

    Vermenigvuldigingsfactor

    1986

    11.1983

    1987

    11.1161

    1988

    11.0266

    1989

    10.9290

    1990

    10.8226

    1991

    10.7066

    1992

    10.5802

    1993

    10.4424

    1994

    10.2922

    1995

    10.1285

    1996

    9.9501

    1997

    9.7556

    1998

    9.5436

    1999

    9.3126

    2000

    9.0607

    2001

    8.7862

    2002

    8.4869

    2003

    8.1607

    2004

    7.8052

    2005

    7.4177

    2006

    6.9952

    2007

    6.5348

    2008

    6.0330

    2009

    5.4895

    2010

    4.8897

    2011

    4.2397

    2012

    3.5313

    2013

    2.7591

    2014

    1.9174

  • 3.

    Een verzoek, zoals in het eerste lid wordt bedoeld, moet schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar worden ingediend.

Artikel 9 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven, ter zake van:

  • 1.

    onroerende zaken, die geheel en uitsluitend voor woondoeleinden zijn bestemd;

  • 2.

    onroerende zaken, waarvan de gemeente het genot heeft krachtens zakelijk recht, met uitzondering van de onroerende zaken, die aan derden zijn verhuurd dan wel in bruikleen zijn gegeven;

  • 3.

    onroerende zaken welke in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor openbare bijeenkomsten van rechtspersoonlijkheid bezittende genootschappen op geestelijke grondslag, andere dan kerkgenootschappen, voor het gezamenlijk beleven van en zich bezinnen op de aan die genootschappen ten grondslag liggende levensovertuiging.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de baatbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de baatbelastingen.

Artikel 12 Inwerkingtreding en titel van aanhaling

  • 1.

    Dit wijzigingsbesluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang is 1 januari 2002.

  • 3.

    Dit wijzigingsbesluit kan worden aangehaald als het 5de wijzigingsbesluit behorende tot de verordening baatbelasting Oude Markt/Steenstraat.