Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2019 (Verordening marktgelden 2019)

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2019 (Verordening marktgelden 2019)

De raad van de gemeente Venlo;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 oktober 2018, nummer 1320452;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2019 (Verordening marktgelden 2019)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    markt; de warenmarkt, welke krachtens besluit van de gemeenteraad op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden;

  • b.

    standplaats; de op en voor de duur van de markt door het bestuursorgaan aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    vaste standplaats; een standplaats, waarvoor het bestuursorgaan voor onbepaalde tijd een vergunning heeft verleend;

  • d.

    dagplaats; een standplaats, die per marktdag beschikbaar wordt gesteld;

  • e.

    standwerkplaats; een dagplaats, bestemd voor het uitoefenen van de handel op een wijze als bij standwerken gebruikelijk is.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "marktgelden" wordt overeenkomstig de volgende bepalingen een recht geheven voor het gebruik van een standplaats op gemeentegrond, welke als markt is aangewezen of nog zal worden aangewezen, alsmede het genot van de door of vanwege het gemeentebestuur ontplooide promotieactiviteiten.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Het marktgeld wordt geheven van degene, aan wie door de marktmeester een standplaats, als bedoeld in artikel 2, is toegewezen.

  • 2.

    Indien er ten aanzien van eenzelfde belastbaar feit, meer dan één belastingplichtige valt aan te wijzen, zijn zij allen hoofdelijk aansprakelijk, met dien verstande, dat betaling door de één de andere(n) bevrijdt en dat de nota, de kennisgeving of de andere schriftuur, als bedoeld in artikel 7, gesteld wordt ten name van één van hen met toevoeging van de afkorting "c.s.".

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De heffingsmaatstaf voor de berekening van het marktgeld is het aantal m2 dat als standplaats op gemeentegrond, als bedoeld in artikel 2, wordt ingenomen.

  • 2.

    Een gedeelte van een vierkante meter (m2) wordt voor een volle vierkante meter berekend.

Artikel 5 Belastingtarief

A. Op de markt in het stadsdeel Blerick:

  • 1.

    voor dagplaatsen: per m² in gebruik genomen ruimte of gedeelte daarvan € 1,22 per marktdag of gedeelte daarvan;

  • 2.

    voor vaste standplaatsen: per m² in gebruik genomen ruimte of gedeelte daarvan € 0,99 per marktdag of gedeelte daarvan, vermeerderd met een bedrag van € 10,= (promotiegeld) per standplaats per maand of gedeelte daarvan;

  • 3.

    voor standwerkplaatsen: per m² in gebruik genomen ruimte of gedeelte daarvan:

    • a.

      € 1,31 per marktdag of gedeelte daarvan;

    • b.

      € 1,22 per marktdag of gedeelte daarvan, indien een vaste standplaats, als bedoeld onder A.2., wordt ingenomen, vermeerderd met een bedrag van € 10,= (promotiegeld) per standplaats per maand of gedeelte daarvan.

B. Op de markt in het stadsdeel Venlo:

  • 1.

    voor dagplaatsen: per m² in gebruik genomen ruimte of gedeelte daarvan € 1,52 per marktdag of gedeelte daarvan;

  • 2.

    voor vaste standplaatsen: per m² in gebruik genomen ruimte of gedeelte daarvan € 1,22 per marktdag of gedeelte daarvan;

  • 3.

    voor standwerkplaatsen: per m² in gebruik genomen ruimte of gedeelte daarvan:

    • a.

      € 1,79 per marktdag of gedeelte daarvan;

    • b.

      € 1,52 per marktdag of gedeelte daarvan, indien een vaste standplaats, als bedoeld onder B.2., wordt ingenomen.

Artikel 6 Teruggaaf

  • 1.

    Gehele of gedeeltelijke terugbetaling van een niet of niet ten volle gebruikt abonnement, heeft niet plaats, behoudens het bepaalde in het tweede lid van dit artikel.

  • 2.

    Indien een abonnementhouder door overmacht geen gebruik heeft kunnen maken van de hem toegewezen standplaats, wordt hem, door het college van burgemeester en wethouders naar evenredigheid restitutie van het betaalde abonnementsgeld verleend over het aantal volle kalendermaanden, waarin van de standplaats geen gebruik is gemaakt.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    Het recht, als bedoeld in artikel 5, leden A, sub 1 en 3.a., B, sub 1 en 3.a., wordt geheven door middel van een met een doorlopend nummer voorziene standplaatskaart.

  • 2.

    Het recht, als bedoeld in artikel 5, leden A, sub 2 en 3.b., B, sub 2 en 3.b., wordt geheven door middel van een gedagtekende nota, kennisgeving of andere schriftuur.

  • 3.

    Het verschuldigde bedrag wordt op de standplaatskaart, de nota, de kennisgeving of de andere schriftuur vermeld.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de modellen van de in dit artikel bedoelde bescheiden vast.

Artikel 8 Tijdstip van betaling

  • 1.

    Het recht, als bedoeld in artikel 5, leden A, sub 1 en 3.a., B, sub 1 en 3.a., dient te worden voldaan vóórdat een standplaats wordt ingenomen.

  • 2.

    Het recht, als bedoeld in artikel 5, leden A, sub 2 en 3.b., B, sub 2 en 3.b., dient te worden voldaan vóór de eerste marktdag van het betreffende kwartaal.

  • 3.

    Indien het verschuldigde bedrag niet op het in het eerste en/of het tweede lid genoemd tijdstip kan worden vastgesteld, moet het recht worden betaald binnen 1 maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving, de nota of de andere schriftuur.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste tot en met derde lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de marktgelden.

Artikel 11 Overgangsrecht

De "Verordening marktgelden 2018" vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Artikel 13 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening marktgelden 2019".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 november 2018.

De griffier De voorzitter

Geert van Soest Antoin Scholten