Verordening bedrijveninvesteringszones 20 bedrijventerreinen Venlo 2021

Geldend van 23-12-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening bedrijveninvesteringszones 20 bedrijventerreinen Venlo 2021

De raad van de gemeente Venlo;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 mei 2020 nummer;

gelet op de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

gezien de uitvoeringsovereenkomst van [datum] gesloten met de Stichting Parkmanagement Venlo;

besluit vast te stellen:

de navolgende

Verordening bedrijveninvesteringszone 20 bedrijventerreinen Venlo 2021

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • bedrijveninvesteringszone: de op de bij deze verordening behorende kaarten aangewezen gebieden in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. De aangewezen gebieden betreffen de navolgende bedrijventerreinen:

    • Ariënsstraat

    • Bedrijventerrein Noorderpoort

    • Belfeld Bolenberg

    • Emmaplein e.o.

    • Erkenkamp

    • Geloërveld

    • Greenport Business Park

    • Hagerhof

    • Kaldenkerkerweg-Oost

    • Kaldenkerkerweg-West

    • Keulse Barriere

    • Pannenberg

    • Spikweien

    • Trade Port Noord

    • Trade Port Oost

    • Trade Port West

    • Ubroek

    • Venlo Trade Port

    • Windhond

    • Witveldweg

  • college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente en de Stichting Parkmanagement Venlo op [datum] gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;

  • wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1.

    Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 3 Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een onroerende zaak.

  • 2.

    Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven van de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaak gebruikt.

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie die onroerende zaak ter beschikking is gesteld.

  • 3.

    Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De BIZ-bijdrage wordt geheven naar een vast bedrag per onroerende zaak.

Artikel 6 Vrijstellingen

De BIZ-bijdrage wordt niet geheven van:

  • a.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond voor de land- of bosbouw, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;

  • b.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als glasopstanden die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;

  • c.

    onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning bestaan uit delen die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard;

  • d.

    ongebouwde onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928;

  • e.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die worden beheerd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stelt;

  • f.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

  • g.

    onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • h.

    onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als werken voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • i.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;

  • j.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

  • k.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht;

  • l.

    onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria;

  • m.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs;

  • n.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor club- en buurthuiswerk, de beoefening van sport, kunst of cultuur, en andere activiteiten van sociale of culturele aard en die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft;

  • o.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid;

  • p.

    onroerende zaken die bestemd en in gebruik zijn voor de elektriciteitsvoorziening (trafo’s) en telecommunicatie (zendmasten).

Artikel 7 Tarief BIZ-bijdrage

Het tarief van BIZ-bijdrage bedraagt per onroerende zaak:

voor het kalenderjaar

2021

2022

2023

2024

2025

 

€ 276,01

€ 281,53

€ 287,16

€ 292,90

€ 304,62

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald:

    • a.

      Bij niet-automatische incasso: in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later;

    • b.

      Bij automatische incasso: in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, onder b geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen indien het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van vijf jaar.

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

Artikel 11 Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening van de gemeente Venlo niet van toepassing.

Artikel 12 Aanwijzing stichting

De Stichting Parkmanagement Venlo wordt aangewezen als de stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt verplicht moeten worden verricht.

Artikel 13 Subsidieverlening

  • 1.

    De subsidie wordt jaarlijks door het college verleend aan de Stichting Parkmanagement Venlo voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst. De subsidie wordt verleend op een daartoe gedane aanvraag, die vergezeld moet gaan van de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde stukken.

  • 2.

    De subsidie wordt bepaald op basis van de jaarlijks opgelegde BIZ-aanslagen.

Artikel 14 Subsidieverplichtingen

Naast de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde verplichtingen kunnen aan de Stichting Parkmanagement Venlo ook andere doelgebonden verplichtingen worden opgelegd. Deze verplichtingen zijn opgenomen in de met de Stichting Parkmanagement Venlo gesloten uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 15 Subsidievaststelling

  • 1.

    De Stichting Parkmanagement Venlo is verplicht om voor 1 juni van elk jaar, na afloop van het subsidiejaar de in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen stukken te overleggen.

  • 2.

    De subsidie wordt vastgesteld uiterlijk 18 weken na ontvangst van de in het voorgaande lid genoemde stukken.

Artikel 16 Melding van relevante wijzigingen

De Stichting Parkmanagement Venlo stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:

  • meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie,

  • een wijziging van de statuten,

  • verandering of beëindiging van activiteiten.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 17 Intrekken oude verordening en overgangsrecht

De Verordening BIZ 19 bedrijventerreinen 2016 wordt ingetrokken op de datum van ingang van de heffing, bedoeld in artikel 18, tweede lid, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Bedrijveninvesteringszone 20 bedrijventerreinen Venlo 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 juni 2020.

De griffier, De voorzitter

Geert van Soest, Antoin Scholten

Bijlage 1 Witveld

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 Arienstraat

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3 Genooyerbergen

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 4 Kaldenkerkerweg

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 5 Emmaplein

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 6 Erkenkamp

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 7 Bolenberg

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 8 Spikweien

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 9 Keulse barriere

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 10 Hagerhof

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 11 Trade port Ubroek

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 12 Trade port Oost

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 13 Trade port West

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 14 Trade port Noord

afbeelding binnen de regeling