Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening Participatie sociaal domein gemeente Venray

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening Participatie sociaal domein gemeente Venray

Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • -

    WSW: Wet Sociale Werkvoorziening;

  • -

    PLIV: Platform Lage Inkomens Venray;

  • -

    FNV: Federatie Nederlandse Vakbeweging;

  • -

    GPV: Gehandicapten Platform Venray;

  • -

    Participatie sociaal domein: adviesorgaan van het college van burgemeester en wethouders op het sociaal domein in de gemeente Venray bestaande uit participatieraad en werkkamers;

  • -

    Participatieraad: hoogste orgaan van de participatie sociaal domein, verantwoordelijk voor de advisering aan het college of raad tevens fungerend als dagelijks bestuur van de participatie sociaal domein;

  • -

    Sociaal Domein: het sociaal domein gaat over alles wat mensen in hun directe bestaan raakt. Het heeft primair betrekking op zorg, welzijn, arbeid, inkomen, onderwijs, gezondheidszorg en vrije tijdsbesteding. Het sociaal domein gaat dus om mensen en de wijze waarop zij in staat zijn om deel te nemen aan de samenleving;

  • -

    Werkkamer: per domein werkzaam orgaan waarin vertegenwoordigers van de belangenorganisaties, burgers en cliënten/gebruikers, zitting kunnen hebben en dat, al of niet in samenwerking met andere werkkamers, adviseert aan de participatieraad;

  • -

    Leden: vertegenwoordigers van de belangenorganisaties en burgers al of niet met een specifieke, niet bij de belangenorganisaties aanwezige kennis die zitting kunnen hebben in de participatiekamer en/of (thema-) werkkamers;

  • -

    Vrijwilligersorganisatie: een georganiseerd verband met (beperkte) rechtspersoonlijkheid waarvan de werkzaamheden in overwegende mate onbetaald, door vrijwilligers worden verricht;

  • -

    Belangenorganisatie: vrijwilligersorganisatie met als statutaire taak het behartigen van de belangen van de doelgroep waarop de organisatie zich richt;

  • -

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venray;

  • -

    Raad: de gemeenteraad van de gemeente Venray;

  • -

    Gemeente: de gemeente Venray;

  • -

    Inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereidingvan gemeentelijk beleid.

Hoofdstuk 2 - Doel en taken

Artikel 2. Doel

  • 1. Het doel van de participatie sociaal domein is om door middel van beleidsadviezen bij te dragen aan de voorbereiding, totstandkoming of verbetering van integraal beleid in de gemeente op het gebied van het sociaal domein.

  • 2. De beleidsadviezen worden aangeboden aan het college.

  • 3. Minimaal één maal per jaar vindt overleg plaats tussen de betreffende portefeuillehouders en de participatieraad.

Artikel 3. Taak

  • 1. De participatieraad heeft tot taak het college gevraagd en ongevraagd te adviseren bij de voorbereiding van het beleid inzake het sociaal domein. Dit adviesrecht heeft niet alleen betrekking op alle beleidsvoorstellen op dit gebied maar tevens op de door de participatie sociaal domein gesignaleerde kansen, mogelijkheden maar ook leemten en knelpunten in de uitvoering daarvan.

  • 2. Voor een goede uitoefening van het adviesrecht zorgt het college tijdig, in ieder geval zes weken voor de datum waarop het college een besluit neemt over het vast te stellen beleid, voor verstrekking van alle informatiedie de participatie sociaal domein voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft.

  • 3. De belangenorganisaties die zitting hebben in de participatie sociaal domein informeren en raadplegen hun eigen achterban.

Artikel 4. Geheimhouding

De leden van de participatie sociaal domein zijn verplicht tot geheimhouding conform artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 3 - Organisatie

Artikel 5. De structuur

Het adviesorgaan participatie sociaal domein bestaat uit de participatieraad en werkkamers.

Artikel 6. Samenstelling

  • 1. Het adviesorgaan participatie sociaal domein bestaat uit afgevaardigden van lokale belangenorganisaties en individuele burgers.

  • 2. De participatieraad bestaat uit een onafhankelijk voorzitter, voorzitters van de werkkamers en een onafhankelijk secretaris.

  • 3. Een werkkamer bestaat uit een voorzitter en minimaal 4 leden. Individuele burgers zijn bij voorkeur ingezetene van de gemeente.

  • 4. De voorzitters en de leden hebben geen directe betrokkenheid of binding met het bestuur van de gemeente, waaronder ook begrepen leden van een commissie(pool) of leden van de gemeenteraad.

  • 5. Elke belangenorganisatie heeft één stem, ongeacht het aantal leden. Elk lid dat niet is aangesloten bij een belangenorganisatie heeft één stem.

  • 6. De leden worden benoemd door het college voor een zittingsperiode van maximaal vier jaar. Herbenoeming voor een periode van maximaal vier jaar is mogelijk.

  • 7. Door het college wordt een ambtenaar aangewezen als contactpersoon voor de leden van de participatie sociaal domein.

  • 8. De voorzitters en secretarissen van de werkkamers worden gekozen uit en door de leden van de werkkamers. De voorzitter en secretaris van de participatieraad is onafhankelijk, derhalve niet gebonden aan of betrokken bij een belangenorganisatie of gemeente en wordt benoemd door het college op voordracht van de leden van de participatie sociaal domein. De voordracht dient te geschieden op basis van een unaniem door de leden van de participatie sociaal domein genomen besluit.

  • 9. Bij gewone meerderheid van stemmen wordt door de leden van de werkkamers besloten over de toelating van een nieuwe belangenorganisatie of burger als lid van de participatie sociaal domein. Het lidmaatschap eindigt door:

    • a.

      het verstrijken van de zittingsduur;

    • b.

      het vervallen van de hoedanigheid van vertegenwoordiger van een vrijwilligers- en belangenbehartigingsorganisatie, die in de participatie sociaal domein zitting heeft;

    • c.

      aftreden op eigen verzoek;

    • d.

      overlijden;

    • e.

      opzeggen van het vertrouwen door een gewone meerderheid van de zitting hebbende leden.

  • 10. Het functioneren van de participatie sociaal domein wordt minimaal eens per drie jaar geëvalueerd door het college tezamen met de participatieraad.

Artikel 7. Het dagelijks bestuur

  • 1. De participatieraad fungeert tevens als dagelijks bestuur.

  • 2. Het dagelijks bestuur regelt de dagelijkse gang van zaken.

  • 3. Het dagelijks bestuur is, als vertegenwoordiger van de participatie sociaal domein,degesprekspartner voor het college.

Hoofdstuk 4 - Inspraak

Artikel 8. Inspraak

  • 1. Een advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd en gegeven, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 2. Het advies wordt tijdig gevraagd, tegelijk met de verstrekking van alle relevante informatie. Hiervan is in ieder geval sprake indien dit gebeurt zes weken voorafgaand aan de datum waarop het college een besluit neemt over het vast te stellen beleid.

  • 3. Het advies wordt tijdig gegeven. Hiervan is in ieder geval sprake indien dit gebeurt twee weken voorafgaand aan de datum waarop het college een besluit neemt over het vast te stellen beleid.

  • 4. Indien de gestelde termijnen in lid 2 en lid 3 van dit artikel niet haalbaar blijken te zijn, treden de gemeente en de participatieraad hierover met elkaar in overleg.

  • 5. Indien het college in een voorstel aan de raad afwijkt van het advies van de participatieraad, dan wordt dit bij het voorstel vermeld met opgave van de gronden van afwijking. Het advies van de participatieraad wordt gevoegd bij het voorstel indien dat wordt voorgelegd aan de raad.

  • 6. Het college en de raad nemen geen voorstellen op het gebied van werk, inkomen, zorg, jeugd, welzijn en leefbaarheid in behandeling indien het voorstel niet is voorzien van een advies van de participatieraad of voorzien is van een aantekening door de voorzitter en de secretaris van de participatieraad dat het voorstel gezien is door de participatieraad.

Hoofdstuk 5 - Overige bepalingen

Artikel 9. Ondersteuning en vergoedingen

  • 1.

    Leden van de participatie sociaal domein hebben recht op een onkostenvergoeding.

  • 2.

    Het college stelt ten behoeve van het functioneren van de participatie sociaal domein jaarlijks een zodanig werkbudget beschikbaar dat daarmee de kosten van

    • -

      deskundigheidsbevordering,

    • -

      externe deskundigen,

    • -

      kantoorfaciliteiten,

    • -

      voorlichting en pr

      kunnen worden betaald.

  • 3.

    Secretariële ondersteuning van de participatieraad en werkkamers wordt voor maximaal 6 uur per maand bekostigd door het college. De secretariële ondersteuner is onafhankelijk en heeft geen directe binding of betrokkenheid bij het bestuur van de gemeente.

  • 4.

    Het college zorgt daarnaast voor verdere ondersteuning door een vergaderruimte ter beschikking te stellen. Ook stelt het college ambtenaren van de gemeente in de gelegenheid een vergadering bij te wonen voor het geven van toelichting en uitleg als daarom door de participatieraad is gevraagd.

Artikel 10. Huishoudelijke reglement

Voor de nadere regeling van de organisatie van de participatie sociaal domein wordt door de participatieraad een huishoudelijk reglement vastgesteld.

Artikel 11. Beslissing college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

  • 1. In gevallen de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college, na de participatieraad te hebben gehoord.

  • 2. Het college is bevoegd nadere regels stellen over de uitvoering van deze verordening.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

Artikel 13. Citeertitel

Deze regeling kan aangehaald worden als de “Verordening Participatie sociaal domein gemeente Venray”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Venray op 16 december 2014.
De Raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,