Uitstallingenbeleid Gemeente Venray 2020-2021

Geldend van 12-03-2020 t/m heden

Intitulé

Uitstallingenbeleid Gemeente Venray 2020-2021

1. Aanleiding:

Het huidige uitstallingenbeleid voor ondernemers dateert uit 2012. Voor het plaatsen van uitstallingen, die voldoen aan de door het college gestelde nadere regels, geldt geen vergunningsplicht. De bestaande regels zijn op zich helder. Toch is er, met name in het centrum van Venray, de wens ontstaan om de regels op een aantal punten aan te passen en te verruimen. Deze vraag komt vanuit ondernemers die de huidige regels op sommige punten te beperkend vinden.

Ondernemers hebben vooral moeite met andere ondernemers die het straatbeeld overschreeuwen of domineren, bijvoorbeeld door hoge(re) uitstallingen, plaatsen van banieren en/of heel veel uitstallingen. Het elkaar aanspreken op de regels blijft lastig. Hierdoor blijkt een behoefte voor een (beperkt) aantal regels. Deze regels zouden zich vooral moeten richten op de (verkeers-) veiligheid en leefbaarheid van het centrum.

Verder vragen de ondernemers dat er in ieder geval gehandhaafd moet worden op de nieuwe regels.

Iedereen is het eens dat er minder beperkingen moeten zijn , maar dat er wel een kwaliteitsslag gemaakt moet worden. Deze kwaliteitsslag kan worden gezocht in:

  • uniformiteit;

  • soort uitstallingen (onderscheid in reclame en verkoopproducten);

  • waarborgen van vrije doorgangen;

  • ondernemers laten inzien dat gezamenlijk meer kan dan alleen;

  • beleid moet kort, bondig en eenduidig zijn met minimale uitzonderingen.

In het nieuwe beleid is het belangrijk de balans te vinden tussen het bevorderen van de kwaliteit van uitstallingen en het behoud van de vrijheid van de ondernemer.

Om aan de huidige wens van de ondernemers te voldoen binnen de door het college gestelde kaders, zal dit beleid als pilot worden uitgezet voor de duur van 1 jaar en zal begin 2021 een evaluatieoverleg met de betrokken partners plaatsvinden.

2. Juridisch Kader:

In de Apv van de gemeente Venray is, wanneer het gaat om uitstallingen, het onderstaande artikel opgenomen.

Afdeling 5. Bruikbaarheid en aanzien van de weg

Artikel 2:10 Voorwerpen op, aan of boven de weg of een openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan

  • 1.

    Het is verboden de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.

  • 2.

    Het bevoegde bestuursorgaan kan in het belang van de openbare orde, veiligheid of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen ten aanzien van terrassen, uitstallingen en (reclame)uitingen.

  • 3.

    Het bevoegde bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van het verbod in het eerste lid.

  • 4.

    Het bevoegde bestuursorgaan kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in het eerste lid bedoelde gebruik voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j of onder k, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 5.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a.

      als het gebruik van de weg of een weggedeelte is toegestaan met een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 (evenementenvergunning);

    • b.

      als het gebruik van de weg of een weggedeelte is toegestaan met een vergunning als bedoeld in artikel 2:28 (horeca-exploitatievergunning);

    • c.

      als het gebruik van de weg of een weggedeelte is toegestaan met een vergunning als bedoeld in artikel 5:18 (standplaatsvergunning);

    • d.

      als het gebruik van de weg of een weggedeelte is toegestaan met een vergunning als bedoeld in artikel 2:10a (evenemententerras).

  • 6.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatwerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, of de provinciale wegenverordening.

  • 7.

    Op de ontheffing bedoeld in het derde lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

3. Definities uitstallingen

3.1 wat is een uitstalling?

Alles (losse voorwerpen) wat voor een pand wordt geplaatst met als doel, de aandacht te vestigen op de onderneming die in dat pand gevestigd is, en/of de leefbaarheid van de omgeving te verbeteren. Er is een onderscheid te maken in reclameobjecten, verkoopuitstallingen en aankleding ter verbetering voor de leefbaarheid van de straat/woonomgeving.

Reclameobjecten:

“iedere vorm van aanprijzen van verkoopwaren of diensten (ver- of onverlicht) door opschriften, aankondigingen en afbeeldingen in welke vorm dan ook”.

Voorbeelden hiervan zijn (niet limitatief):

  • Stoepborden (reclame-/mededelingenbord;

  • Banieren/beachvlag;

  • Kiddy rides (speeltoestel dat door inworp muntgeld in beweging wordt gebracht);

  • Parasols (met reclameprints).

Verkoopuitstallingen:

“uitstallingen voor het tonen van producten met als doel extra aandacht te vestigen op de winkel”.

Voorbeelden hiervan zijn (niet limitatief):

  • Winkel- / kleding- / schoenenrekken;

  • Verkoopbakken met groentes en fruit (geen verkoop op straat);

  • Verkoopbakken/rekken met bloemen en planten (geen verkoop op straat);

  • uitzoekbakken;

  • (Kip-)grill (geen verkoop op straat).

Aankleding ter verbetering van de leefbaarheid van de straat en woonomgeving

  • Bloem- /plantenbakken;

  • Bankje;

3.2 Wat is geen uitstalling (niet limitatief)?

  • Een horecaterras;

  • Een fietsenrek;

  • Borden aan de gevel;

  • Campagneborden;

  • Beeld;

4. Nieuwe regels uitstallingen

4.1 Algemene regels

  • Uitstallingen worden direct aansluitend aan de gevel van de entreezijde of adreszijde van de onderneming geplaatst;

  • Uitstallingen hebben een directe relatie met betreffende onderneming;

  • Uitstallingen mogen alleen tijdens openingstijden van de onderneming buiten staan en moeten altijd en onmiddellijk te verwijderen zijn;

  • De ingang(en)/nooduitgangen van het pand moet(en) worden vrijgehouden, denk aan toegang van woningen boven de winkels;

  • Bij aanwezigheid van een loopstrook/trottoir: een vrije en veilige passage van 1,20 meter voor voetgangers (inclusief rolstoel/scootmobiel/rollator/kinderwagen);

  • Bij aanwezigheid van een terras, behorende bij de onderneming, dient het reclameobject/-uitstalling op de oppervlakte bestemd voor een terras geplaatst te worden;

  • Indien in de directe omgeving van de onderneming een terras is, mag de uitstalling gelijk aan de maximale begrenzing van het terras worden geplaatst (vb Grote Markt);

  • Verkoop vanuit de uitstalling(en) is niet toegestaan;

  • 4,50 meter ruimte vrijhouden voor hulpdiensten;

  • Minimale vrije doorloophoogte (voor gevelvlaggen) is 230 cm;

  • Maximale afmetingen van uitstallingen: 100 cm breed en 160 cm hoog (uitzondering hierop is de beachvlag);

  • Uitstallingen mogen de verkeersveiligheid en/of de vrijheid van verkeer niet in gevaar brengen;

  • Uitstallingen mogen geen gevaar voor de omgeving en/of gevaar voor de voorbijgangers opleveren en moeten in een deugdelijke voet geplaatst worden, die niet kan omvallen of omwaaien;

  • Er mogen geen bevestigingsmaterialen in de ondergrond worden aangebracht om de uitstalling op te bevestigen;

  • Als het nodig is voor het uitvoeren van werkzaamheden in de openbare ruimte, een evenement of om enige andere reden, moet de uitstalling op eerste aanzegging en binnen de door de gemeente gestelde termijn en op eigen kosten verwijderd worden.

4.2 Maatwerk

Er is ruimte voor ondernemers/en of bewoners voor een maatwerkuitstalling per straat of gebied. Dit biedt de mogelijkheid om een gezamenlijk plan voor uitstallingen (op straatniveau) in te dienen.

In dit plan kan eventueel worden afgeweken van de hierboven genoemde regels, mits zij niet in strijd zijn met artikel 2:10 van de Apv en/of openbare orde en veiligheid.

Winkeliers zouden in gezamenlijkheid kunnen kiezen om de uitstallingen niet tegen de gevels maar aan de straatzijde te zetten. Omdat in de straat additionele of afwijkende uitstallingen geplaatst kunnen worden, geldt hiervoor een vergunningplicht. Het verbinden van een vergunningplicht is ook nodig om te voorkomen dat ondernemers afwijkende uitstallingen gaan plaatsen zonder dat deze deel uitmaken van een goedgekeurd plan.

De vergunningsaanvraag wordt getoetst op kwaliteit, samenhang en draagvlak. Een vergunning wordt voor maximaal 3 jaar uitgegeven. Een verzoek tot verlenging van deze periode met maximaal 3 jaar kan ingediend worden.

5. Overig

5.1 Ontheffingsmogelijkheden

Momenteel zijn er enkele ondernemers die een ontheffing voor hun reclame-uitstalling hebben aangevraagd qua aantal meters en maatvoering van de uitstalling. 

Op grond van eerder vastgesteld beleid behoorden de bloemenzaken en groentehandelaren tot de categorie die een ontheffing hiervoor konden aanvragen.

In het nog vast te stellen beleid vormen de bloemenzaken en groentehandelaren geen uitzondering meer.

Omdat zij geïnvesteerd hebben in de uitstallingen met afwijkende maatvoering, willen we ze in de gelegenheid stellen om de huidige uitstallingen te mogen blijven gebruiken.

Het advies is voor deze categorie qua hoogte een afwijkende maatvoering van max. 10% (naar boven afgerond) van de toegestane hoogte (175 cm) te laten voeren.

De betreffende ondernemers zullen daarvoor wel een ontheffing moeten aanvragen. Doen zij dit niet geldt voor hen ook de maximale afmeting van 175 cm.

5.2 Communicatie, gewenning en evaluatie

Na de inwerkingtreding van de nieuwe regels wordt een gewenningsfase van maximaal twee maanden aangehouden. Deze tijd is nodig om alle betrokkenen te informeren en te laten wennen aan de nieuwe regels.

Communicatie vergroot niet alleen het draagvlak onder de betrokken partijen, maar ook de kans op naleving van de regels.

Ter verduidelijking van de regels is een flyer ontwikkeld waarop de regels helder zijn weergegeven.

Het uitstallingenbeleid wordt begin 2021 met alle betrokken partijen geëvalueerd en indien nodig

bijgesteld.

5.3 Handhaving uitstallingen

Handhaving is geen op zichzelf staand doel. De bedoeling is dat zowel ondernemers als bewoners zich aan de nieuwe regels houden. Handhaving van de uitstallingen kan geschieden door toezicht en handhaving van de algemene regels, de Apv en in meer algemene zin andere regelgeving (Warenwet, Winkeltijdenwet etc.).

Om de ondernemers te laten wennen aan de nieuwe situatie wordt een overgangsperiode van 2 maanden ingesteld.

Indien een ondernemer na de overgangsperiode van 2 maanden nog niet voldoet aan de geldende regelgeving zal gehandhaafd worden.

Het college van burgemeester en wethouders,

de burgemeester,

L. M.C. Winants

de secretaris,

D. van der Giessen

Ondertekening