Verordening op de commissies van advies voor de concessiegebieden in de Vervoerregio Amsterdam

Geldend van 11-04-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de commissies van advies voor de concessiegebieden in de Vervoerregio Amsterdam

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen bestuur: de Regioraad van de Vervoerregio Amsterdam;

  • b.

    adviescommissie of commissie (van advies): de commissie samengesteld uit de portefeuillehouders voor openbaar vervoer van de gemeenten in elk concessiegebied die advies geeft aan het dagelijks bestuur van de Vervoerregio terzake van de uitoefening van diens bevoegdheden en taken als concessieverlener, ingesteld op grond van artikel 24, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 47, eerste lid van de Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam;

  • c.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam;

  • d.

    facilitaire gemeente: de gemeente die met ondersteunende en administratieve werkzaamheden de dagelijkse uitvoering van de taken van de adviescommissie faciliteert (zie art. 11, lid 2);

  • e.

    PvE: programma van Eisen.

Hoofdstuk 2 Taken en bevoegdheden van de adviescommissie

Artikel 2 Taken en bevoegdheden

  • 1. De adviescommissie heeft tot taak om het dagelijks bestuur van de Vervoerregio te adviseren bij de voorbereiding van voornemens of besluiten betreffende het verlenen, wijzigen of intrekken van een concessie of daaraan verbonden voorwaarden en voorschriften, alsmede betreffende overige zaken die verband houden met voor het beleid relevante aspecten en ontwikkelingen van het openbaar vervoer in de betreffende concessie.

  • 2. De adviescommissie wordt in ieder geval advies gevraagd over voorstellen tot vaststelling, wijziging of intrekking van het programma van eisen in de betreffende concessie, zowel in procedures van openbare en niet-openbare aanbesteding als procedures van onderhandse gunning van het in een concessie opgenomen openbaar vervoer.

Artikel 3 Adviesprocedure programma van eisen

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt een voorstel voor een programma van eisen of een wijziging daarvan in ontwerp vast en legt dit ontwerp-besluit tenminste 16 weken vóórafgaand aan de vergadering waarop dit voorstel door haar wordt behandeld om advies voor aan de betreffende adviescommissie(s).

  • 2. De commissie brengt uiterlijk 13 weken na ontvangst van het adviesverzoek advies uit aan het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur kan een langere adviestermijn vaststellen, bijvoorbeeld wanneer de adviestermijn deels in het reces valt.

  • 3. Voordat de commissie advies uitbrengt vragen de gemeenten in het concessiegebied een zienswijze over het ontwerp-besluit aan hun raden. De adviescommissie betrekt de zienswijzen van de raden bij het formuleren van haar advies.

  • 4. Wanneer het dagelijks bestuur voornemens is het advies van de commissie geheel of gedeeltelijk niet over te nemen, brengt zij zulks met redenen omkleed binnen een termijn van 14 dagen schriftelijk ter kennis van de commissie.

  • 5. Wanneer de advisering een voorstel betreft dat raakt aan een openbaar vervoervoorziening die deels ook wordt verricht in of van invloed is op het voorzieningenniveau in een van de andere concessies, stelt het dagelijks bestuur de betrokken commissie(s) binnen de onder lid 1 genoemde termijn tijdig in de gelegenheid om een advies uit te brengen, dan wel om onderling overleg c.q. afstemming te hebben of tot een gezamenlijk advies te komen, alvorens te besluiten.

Artikel 4 Overige onderwerpen van advies

De adviescommissie kan gedurende de looptijd van de concessie het dagelijks bestuur gevraagd en ongevraagd van advies dienen inzake het openbaar vervoer behorend tot het gebied van de concessie, over openbaar vervoer dat vanuit andere gebieden in die concessie wordt geëxploiteerd, alsmede over aangelegenheden zoals Vervoerregio-eigen tarieven en kaartsoorten, over de bekostiging, de ontwikkeling van HOV-verbindingen, de wenselijkheid van nieuwe infrastructuur, en voorstellen van de concessiehouder tot wijziging van de dienstregeling.

Artikel 5 Bevoegdheid tot verzamelen van informatie

  • 1. Een adviescommissie heeft het recht om aan het dagelijks bestuur binnen 2 weken na ontvangst van het adviesverzoek te verzoeken nadere gegevens te leveren die voor het uitbrengen van het advies in kwestie wenselijk of noodzakelijk worden geacht.

  • 2. Deze gegevens stelt het dagelijks bestuur beschikbaar op een termijn van maximaal 2 weken na ontvangst van dat verzoek, mits de informatie voor het bestuur in redelijkheid zonder nader onderzoek of kosten kunnen worden verzameld en voor zover deze informatie niet door vertrouwelijkheid of door bescherming van bedrijfsgevoelige informatie of persoonsgegevens is gekwalificeerd.

  • 3. Wanneer het verzoek om nadere informatie betrekking heeft op gegevens waar de vervoerder in kwestie op grond van het door de Vervoerregio voorgeschreven informatieprofiel periodiek over rapporteert, draagt het dagelijks bestuur binnen een termijn van 2 weken zorg voor de aanlevering door de vervoerder, bijzondere omstandigheden daargelaten.

Hoofdstuk 3 Lidmaatschap van de commissies van advies

Artikel 6 Samenstelling van de commissies van advies

In de adviescommissie Amstelland en Meerlanden hebben zitting de portefeuillehouders verkeer en vervoer (of hun plaatsvervangers) van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel en Uithoorn.

In de adviescommissie Zaanstreek en Waterland hebben zitting de portefeuillehouders verkeer en vervoer (of hun plaatsvervangers) van de gemeenten Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zaanstad.

In de adviescommissie Amsterdam hebben zitting de portefeuillehouders verkeer en vervoer (of hun plaatsvervangers) van de gemeenten Amsterdam, Diemen en Ouder-Amstel. In het adviesproces vraagt de portefeuillehouder van Amsterdam de gemeenteraad van Amsterdam om een zienswijze. De adviescommissie betrekt de zienswijze van de gemeenteraad van Amsterdam bij het formuleren van haar advies.

Artikel 7 Taken en bevoegdheden van de voorzitter

  • 1. De voorzitter is belast met de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van de adviescommissie alsmede met de leiding van de vergaderingen.

  • 2. De voorzitter tekent de stukken die van de adviescommissie uitgaan.

Artikel 8 Openbaarheid van de vergadering van adviescommissies

De zittingen van de adviescommissies zijn in beginsel openbaar, tenzij de adviescommissie uit oogpunt van veiligheid of vertrouwelijkheid van te behandelen zaken anders beslist.

Hoofdstuk 4 Ambtelijke ondersteuning

Artikel 9 Secretaris

De secretaris van de adviescommissie is een door de adviescommissie aan te wijzen ambtenaar.

Artikel 10 Taken en bevoegdheden van de secretaris

  • 1. De secretaris bereidt de vergaderingen van de adviescommissie voor en draagt zorg voor de verslaglegging en voor informatie aan de overige adviescommissies.

  • 2. De stukken die van de adviescommissie uitgaan worden door de secretaris mede ondertekend.

Artikel 11 Capaciteit ten behoeve van de adviescommissie

  • 1. Ter ondersteuning van de werkzaamheden kan de adviescommissie het dagelijks bestuur verzoeken om naar de mogelijkheden expertise beschikbaar te stellen voor het geven van incidentele ondersteuning, voor zover dat in het belang is voor een adequate advisering.

  • 2. De ambtelijke capaciteit die nodig is voor de uitvoering van de werkzaamheden voor de aan de adviescommissie opgedragen taken wordt geleverd door de facilitaire gemeente in elk concessiegebied. Dit zijn voor Amsterdam de gemeente Amsterdam, voor Amstelland-Meerlanden de gemeente Haarlemmermeer en voor de concessie Zaanstreek-Waterland de gemeente Purmerend, tenzij dit per adviescommissie anders wordt afgesproken.

Hoofdstuk 5 Vergaderingen

Artikel 12 Frequentie van de vergadering

De adviescommissie vergadert ten minste twee maal per jaar en voorts zo dikwijls als de door het dagelijks bestuur gevraagde adviesverzoeken dat nodig maken of de voorzitter of tenminste één of meer leden dat nodig oordelen.

Hoofdstuk 6 Overig

Artikel 13

[vervallen]

Artikel 14 De reizigersadviesraad

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van de Wet Personenvervoer vraagt het dagelijks bestuur over de voorstellen bedoeld in artikel 2 lid 2 eveneens advies aan de Reizigersadviesraad Vervoerregio Amsterdam.

Artikel 15 Nadere regels

Het dagelijks bestuur kan nadere regels stellen ter zake van haar omgang met en de verhouding tot de werkzaamheden van de commissies van advies.

Hoofdstuk 7 Toezicht

Artikel 16 Inlichtingenplicht

  • 1. De adviescommissie verstrekt het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur de door hen gevraagde gegevens en inlichtingen omtrent de uitoefening van de haar opgedragen taken.

  • 2. De notulen van de vergadering van de adviescommissie worden ter kennisneming aan het dagelijks bestuur toegezonden.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 17 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of wanneer er verschil van mening is over de uitleg van deze verordening beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening op de commissies van advies voor de concessiegebieden in de Vervoerregio Amsterdam.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking na bekendmaking in het Blad Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam.