Regeling vervallen per 01-01-2017

Beleidsregel uitvoering Hulp bij het Huishouden versie 2

Geldend van 01-12-2011 t/m 31-12-2016

Intitulé

Het college van burgemeester en wethouders van Vianen;

gezien het besluit van 18 oktober 2011 inzake de oplevering van het Project Beheersing Wmo-uitgaven en de daarbij opgenomen maatregelen in hoofdstuk 4.1.2 van de Rapportage project beheersing Wmo uitgavenonder A.1.2;

gelet op de bepalingen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2010 en het besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2010;

besluit:

  • 1.

    De bij besluit van 28 juni 2011 vastgestelde ‘Beleidsregel uitvoering maatregel Hulp bij het Huishouden’ in te trekken per 1 december 2011;

  • 2.

    De CIZ-richtlijn Wmo Indicatieadvisering Hulp bij het Huishouden (bijlage 3 bij de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2010) niet meer te hanteren bij de beoordeling van aanvragen om hulp bij het huishouden op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning per 1 december 2011;

  • 3.

    De herziene ‘Beleidsregel uitvoering Hulp bij het Huishouden versie 2’ met bijbehorende ‘Wmo-richtlijn indicatieadvisering voor Hulp bij het Huishouden gemeente Vianen versie 1.3, 16 november 2011’, vast te stellen (inwerkingtreding per 1 december 2011.)

Hiermee vervalt de toelichting op de maatregelen zoals weergegeven in hoofdstuk 4.1.2 van de Rapportage Project beheersing Wmo uitgaven onder A.1.2, van het Project Beheersing Wmo-uitgaven en is de artikelsgewijze toelichting in dit besluit van kracht.

Artikel 1.

Definities: In dit Besluit wordt verstaan onder:

  • 1.

    Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo);

  • 2.

    Individuele voorziening: een voorziening die individueel wordt aangeboden indien een algemene voorziening geen adequate oplossing biedt;

  • 3.

    Eigen bijdrage: een vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura, een persoonsgebonden budget (Pgb) + financiële vergoeding voor rekening van de aanvrager komt;

  • 4.

    Persoonsgebonden budget (Pgb): een geldbedrag waarmee de aanvrager een of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven;

  • 5.

    Verordening: Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2010;

  • 6.

    Besluit: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2010;

  • 7.

    Aanvrager: de persoon voor wie de voorziening is bedoeld, zie Verordening artikel 1.1. sub a.

  • 8.

    Budgethouder: een persoon aan wie ingevolge deze Verordening een persoonsgebonden budget is toegekend en die aan het college verantwoording over de besteding van het persoonsgebonden budget verschuldigd is;

  • 10.

    Beleidsregel: beleidsregel uitvoering Hulp bij het Huishouden versie 2, bij besluit van het College d.d. 22 november 2011.

  • 11.

    Wmo-richtlijn Vianen: Wmo-richtlijn indicatieadvisering voor Hulp bij het Huishouden gemeente Vianen versie 1.3, 16 november 2011.

  • 12.

    Overige begrippen: alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Verordening, de Wmo en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2.

De beleidsregel met bijbehorende Wmo-richtlijn treedt in werking met ingang van 1 december 2011 en is van toepassing op nieuwe en bestaande indicaties.

Artikel 3.

  • 3a Alleen cliënten met een bij beschikking toegekende indicatie aan minuten hulp bij het huishouden van 180 minuten of meer per week,welke geldig is op 1 juli 2011 of met als ingangsdatum 1 juli 2011 of later, worden individueel herbeoordeeld.

  • 3b Bij de cliënten, zoals in artikel 3.a. aangegeven, waar geen termijn van periodieke herindicatie is afgegeven, zal de termijn van periode herindicatie opnieuw worden vastgesteld bij de individuele beoordeling

Artikel 4.

De ondergrens voor toekenning van hulp bij het huishouden wordt vastgesteld op 90 minuten per

week.

Artikel 5.

Cliënten met een indicatie voor zorgniveau 2 vallen buiten deze beleidsregel en worden niet herbeoordeeld.

Artikel 6.

Er vindt geen periodieke herindicatie meer plaats voor cliënten van 75 jaar en ouder.

Herindicatie van deze cliënten vindt slechts plaats op basis van een verzoek van cliënt en in

geval dat het college dat vanuit het oogpunt van bedrijfsvoering noodzakelijk acht.

Artikel 7.

Voor zover van toepassingdient cliënt de ingezette middelen uit het Pgb-budget in zijn totaliteit administratief te verantwoorden met ingang van 1 januari 2012.Of zodra de Verordening en het bijbehorende besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2010 hiervoor is aangepast.

De toegekende bedragen worden alleen nog via overboeking/storting op een op naam van cliënt gesteld bankrekeningnummer overgemaakt.

Artikel 8.

Het gestelde in artikel 2 en 3 van deze beleidsregel wordt bij bestaande indicaties alleen uitgevoerd onder toepassing van een gewenningsperiode, vastgelegd in een overgangsperiode.

De aanvang van de overgangsperiode loopt van de datum inwerkingtreding van deze beleidsregel tot 1 januari 2012, of zodra de Verordening en het bijbehorende besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2010 hiervoor is aangepast.

Bij vermindering van minuten aan indicatie zal de overgangs- of gewenningsperiode bestaan uit minimaal 4 weken en maximaal 12 weken.

De termijn van periodieke herindicatie zal in de overgangs- of gewenningsperiode , op individuele gronden, minimaal 6 weken en maximaal 5 jaar zijn.

Nota-toelichting

  • 1

    Toelichting.

 

  • 1.1.

    Algemeen.

Algemeen

 

Bepalen omvang hulp:

Onder toepassing van de Wmo-richtlijn Vianen wordt het recht op een voorziening hulp bij het huishouden vastgesteld.

De omvang van de in te zetten hulp wordt bepaald aan de hand van de normering die in dit document is opgenomen. Deze normering vormt het uitgangspunt maar mag niet worden gezien als een star gegeven. Afwijken van de normering is mogelijk, zowel in positieve als in negatieve zin. Voorop staat immers dat de objectief vastgestelde beperkingen bij de uitvoer van het huishouden gecompenseerd dienen te worden.

Dit kan betekenen dat gezien de persoonlijke situatie van belanghebbende, er met meer of minder minuten/uren dan de norm dient te worden volstaan. Een lager aantal minuten/uren kan worden bepaald mits hier een heldere en acceptabele motivering aan ten grondslag ligt. Hetzelfde geldt uiteraard ook wanneer het toepassen van de normering zou leiden tot een onvoldoende compensatie van de objectief vastgestelde beperkingen en dus meer minuten/uren nodig zijn.

Kortom, de gemeente Vianen heeft voor de indicatie van hulp bij het huishouden normtijden per activiteit. Deze normtijden zijn indicatief. Dat betekent dat de normtijden zowel naar boven als naar beneden kunnen worden bijgesteld op grond van de individuele situatie van de persoon. Afwijking van normtijden dient altijd te worden gemotiveerd.

Eenpersoonshuishouden in een seniorenwoning, zorgniveau 1, leveren 15 minuten per week in ten opzichte van de in het gestelde in hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden  in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2010 , inclusief de bij de Verordening behorende bijlage 3 CIZ richtlijn Wmo. Vervolgens ook in hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden in het Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2010 .

 Eenpersoonshuishouden in een eengezinswoning / meerpersoonshuishouden, leveren gemiddeld 45 minuten per week in bij een combinatie van toekenning gedeeltelijk licht huishoudelijke werk en volledig zwaar huishoudelijk werk. Ten opzichte van de in het gestelde in hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden  in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2010 , inclusief de bij de Verordening behorende bijlage 3 CIZ richtlijn Wmo en  ook in hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden in het Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2010, is er een vermindering van 45 minuten.

 

Bij alleen toekenning zwaar huishoudelijk werk levert de cliënt gemiddeld 30 minuten per week in.

Voorgaande normering  is mogelijk omdat , mede door voortschrijdend inzicht, er op bepaalde onderdelen binnen het indicatieproces, de tijdsduur in minuten per taakonderdeel naar beneden kan worden bijgesteld.

De nieuwe Wmo-richtlijn Indicatieadvisering voor Hulp bij het Huishouden gemeente Vianen is grotendeels gebaseerd op de eerder gehanteerde Wmo richtlijn indicatieadvisering voor hulp bij het huishouden versie 1.0 2006 van het CIZ. Naar aanleiding van voortschrijdend inzicht en ervaringen uit de dagelijkse praktijk is de nieuwe Wmo-richtlijn Vianen naar de huidige lokale praktijk van alle dag aangepast. Tevens hebben wij de Wmo-richtlijnen van de gemeenten Delft, Alphen aan den Rijn en Sittard Geleen geraadpleegd en waar passend binnen onze lokale omstandigheden, overgenomen. Gelet op de aard en inhoud van de voorzieningen waarop deze richtlijnen betrekking hebben is er geen reden die niet als uitgangspunt te nemen.  Door de CIZ-richtlijn te gebruiken en richtlijnen van de eerder genoemde gemeenten te raadplegen  achten wij de nieuwe Wmo-richtlijn getoetst aan de praktijk. Verder blijft maatwerk bij het indiceren en herbeoordelen van de voorziening hulp bij het huishouden leidend bij de individuele besluitvorming.  De huidige gecontracteerde zorgleveranciers blijven voldoen aan de kwaliteitseisen die zijn gesteld bij de aanbesteding in 2010 door nog efficiënter de werkzaamheden uit te voeren.

 

Door toepassing van een toeslag van 15 minuten bij licht huishoudelijk werk en 30 minuten bij zwaar huishoudelijke werk wordt er voor gezorgd dat personen met zorgniveau 2, ten opzichte van de huidige situatie, wat betreft het aantal uren hulp bij het huishouden, gelijk blijven.

Personen met zorgniveau 2 in een seniorenwoning/2-kamerappartement/3-kamerappartement zullen ten opzichte van de huidige situatie er met 30 minuten op vooruit gaan. (dit is een handvol cliënten).

 

De voorgestelde maatregelen voldoen allen aan de uitgangspunten welke zijn vastgelegd in de projectopdracht.

 

Artikelen.

 

Artikel 1.

Behoeft geen toelichting.

 

Artikel 2.

Vanaf 1 december 2011 vindt het indiceren plaats op grond van de Wmo-richtlijn indicatieadvisering voor Hulp bij het Huishouden gemeente Vianen versie 1.3, 16 november 2011. Genoemde richtlijn gaat uit van een reële vermindering in minuten bij vaststellen van de indicatie voorziening Hulp bij het Huishouden. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan het gelijkheidsbeginsel. De gemeente is verplicht om gelijke gevallen gelijk te behandelen, en ongelijke gevallen naar de mate van hun ongelijkheid. In overeenstemming met dit algemeen beginsel van behoorlijk bestuur dienen daarom individuele beslissingen genomen te worden in overeenstemming met het gevoerde beleid. Hiermee worden de eerder genomen besluiten individueel herbeoordeeld.

 

Artikel 3.

3.a. Hiermee wordt de doelgroep van 245 cliënten bedoeld die een bij beschikking afgegeven herbeoordeling, op grond van de beleidsregel uitvoering maatregel Hulp bij het Huishouden bij besluit van 28 juni 2011, hebben ontvangen. In de periode tussen 25 juli en 15 augustus 2011 heeft deze herbeoordeling plaats gevonden.

3.b.  Dezelfde doelgroep cliënten, doch jonger dan 75 jaar, heeft in dezelfde beschikking geen besluit van herziene termijn van periodieke indicatie ontvangen. Bij de individuele herbeoordeling worden alle termijnen van periodieke herindicatie dan ook opnieuw individueel beoordeeld en vastgesteld.

Daarnaast wordt hiermee de doelgroep bedoeld die voor het eerst hulp bij het huishouden hebben aangevraagd op of na 1 juli 2011 of in de periode na 1 juli 2011 een aanvraag hebben ingediend voor uitbreiding van de indicatie hulp bij het huishouden.

 

 

Artikel 4.

Ondergrens in uren per week.

De ondergrens van het aantal uren dienstverlening per week is thans niet bepaald.

Voorgesteld wordt om die ondergrens vast te stellen op 90 minuten per week, welke in de

praktijk wordt ingevuld als 3 uur om de week. Op deze wijze kan de dienstverlening ook

realistisch worden ingeroosterd bij de gecontracteerde thuiszorginstellingen.

 

 Artikel 5.

Bij het opstellen van de nieuwe Wmo-richtlijn blijft het uitgangspunt dat cliënten met een indicatie voor zorgniveau 2, ten opzichte van de situatie nu, er niet op achteruit mogen gaan.

Door middel van toeslagen bij licht en zwaar huishoudelijk werk worden indicaties bij zorgniveau 2 gelijk gesteld met huidig indicaties van zorgniveau 2 cliënten.

 

Artikel 6.

Cliënten van 75 jaar en ouder worden middels een verkorte procedure geïndiceerd door een klantmanager Wmo. Indien tot afwijzing wordt geconcludeerd wordt zorgvuldigheidshalve alsnog de uitgebreide toetsing uitgevoerd. Er vindt geen periodieke herindicatie meer plaats voor cliënten van 75 jaar en ouder.

Herindicatie van deze cliënten vindt slechts plaats op basis van een verzoek van cliënt en in geval dat het college dat vanuit het oogpunt van bedrijfsvoering noodzakelijk acht (dat laatste is bijvoorbeeld het geval wanneer als gevolg van een aanbesteding andere aanbieders contractant worden. In de huidige overeenkomst is immers een voortgangsclausule opgenomen die een cliënt tot herindicatiedatum gekoppeld houdt aan

de bestaande zorgverlener.)

 

Artikel 7.

Verantwoording Pgb 100%

Van het persoonsgebonden budget behoeft nu een bedrag van € 250,00 per jaar niet te worden verantwoord. Deze regeling komt te vervallen met ingang van 1 januari 2012. Of - en - zodra de Verordening en het bijbehorende besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2010 is aangepast.

Van de besteding van het Pgb Hulp bij het Huishouden dient door cliënt een administratie te worden bijgehouden en dient jaarlijks verantwoording te worden afgelegd van de ingezette middelen.

Er wordt afgerekend, waarbij het toegekende Pgb als bijdrageplafond wordt gehanteerd.

De toegekende bedragen worden alleen nog via overboeking/storting op  - een op naam van cliënt - gesteld bankrekeningnummer overgemaakt. Met andere woorden, een toegekend budget wordt niet meer contant uitbetaald.  

Artikel 8.

Gewenningsperiode, vastgelegd in een overgangsperiode.

Indicering en herbeoordeling op grond van de Wmo richtlijn Indicatieadvisering voor Hulp bij het Huishouden gemeente Vianen. De termijn van periodieke herindicatie zal tijdens de herbeoordeling opnieuw moeten worden vastgesteld. Aangezien hier sprake is van een beleidswijziging is het raadzaam om op grond van het zorgvuldigheidsbeginsel en rechtszekerheidsbeginsel voor bestaande gevallen (refererend aan de doelgroep van 245 cliënten) een overgangsperiode in acht te nemen. Deze overgangsperiode  bestaat uit het bestaande niveau aan minuten van hulp in het huishouden  en de termijn van periodieke herindicatie langzaam af te bouwen tot een nieuwe termijn of  (lager) niveau. Het afbouwen naar een nieuwe termijn of lager niveau aan minuten huishoudelijke hulp, wordt ook wel gewenningsperiode genoemd. Van strijd met het rechtszekerheidsbeginsel in geen sprake. De cliënt kreeg en krijgt de noodzakelijke compensatie op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning.

 

Voor elke cliënt waar een herbeoordeling aan minuten/uren aan hulp bij het huishouden noodzakelijk is gelden 3 criteria:

 

  • 1.

    1.Tijdens de herbeoordeling van de indicatie blijven de eerder toegekende minuten/uren aan HbH (2) gelijk:

    Actie: geen. Met andere woorden, het genomen besluit is gelijk aan de feitelijk verstrekte minuten en uren aan HbH. Wel besluit bij beschikking afgeven.

 

  • 2.

    Tijdens de herbeoordeling van de indicatie verandert de eerder toegekende minuten/uren aan HbH , door vermindering van de minuten aan HbH.

    Actie: ja. Cliënt ontvangt nog 3 periodes (CAK tijdvak) (3) van het eerder genomen besluit en bij de 4e periode gaat het hernieuwde besluit in.

  • 3.

    Tijdens de herbeoordeling van de indicatie verandert het aantal minuten/uren door verhoging van de eerder toegekende minuten aan HbH:

    Actie: ja. Bij verhoging van de minuten/uren aan HbH, wordt het besluit bij de eerst volgende CAK periode (4) uitgevoerd.

 

(1) Hiermee wordt bedoeld: de indicatie die is afgegeven van voor 15 augustus 2011

(2) Hulp bij het Huishouden

(3) 1 CAK periode is 4 weken.

(4) 1 CAK periode is 4 weken.