Regeling vervallen per 31-12-2016

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 30-12-2016

De raad van de gemeente Vianen;

gelezen het voorstel van het college van de gemeente Vianen d.d. 17 november 2015;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2016.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

  • b.

    week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    jaar: een kalenderjaar;

  • e.

    vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

1.De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene

ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

2.In afwijking van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • a.

    voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

  • b.

    voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

  • c.

    voorwerpen, welke rechtens moeten worden gedoogd;

  • d.

    deuren, welke krachtens een wettelijk voorschrift naar buiten moeten openslaan;

  • e.

    brievenbussen en telefooncellen;

  • f.

    afvoerbuizen van hemelwater, welke aan een gebouw zijn aangebracht en niet meer dan 0,15 meter buiten de gevel uitsteken;

  • g.

    voorwerpen, welke uitsluitend voorzien in een algemeen belang dan wel worden gebezigd voor weldadige doeleinden en welke niet worden geëxploiteerd tegen betaling;

  • h.

    buizen in de grond, tot lozing van fecaliën, huishoud- of hemelwater;

  • i.

    voorwerpen op de openbare weg bij kleinschalige niet-commerciële buurtactiviteiten;

  • j.

    wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en van andere overeenkomstige instellingen;

  • k.

    bloemen- of plantenbakken.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

  • 1.

    Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2.

    Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

  • 3.

    De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 4.

    Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.

  • 5.

    Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.

  • 6.

    In afwijking van het bepaalde in lid 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting:

    • a.

      indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;

    • b.

      indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.

c indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1. De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. In de gevallen bedoeld in artikel 7, eerste lid, is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. In de gevallen bedoeld in artikel 7, tweede lid, is de precariobelasting verschuldigd bij het einde van het belastingtijdvak.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,--.

  • 5. Belastingbedragen van minder dan € 5,-- worden niet geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslag moet worden betaald binnen 6 weken na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 8, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending ervan, binnen dagen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening precariobelasting Vianen 2015, vastgesteld op 16 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Precariobelasting Vianen 2016’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2015.

De griffier, De voorzitter,

C.J. (Kees) Steehouwer W.G. (Wim) Groeneweg

Behoort bij besluit van de gemeenteraad

van 15 december 2015.

mij bekend,

de griffier van Vianen,

C.J. (Kees) Steehouwer

Tarieventabel 2016, behorende bij de "Verordening Precariobelasting 2016".

Nummer

Omschrijving

Eenheid

Tarief

00

Algemeen tarief

00.01

Voorwerpen waarvoor onder de volgende nummers niet in een bijzonder tarief is voorzien

Per m² per jaar

22,70

00.02

Als onder nummer 00.01

Per m² per maand

3,30

00.03

Als onder nummer 00.01

Per m² per week

1,45

10

Bouwmaterialen

10.01

Bouwmaterialen, andere dan die welke

zijn genoemd onder nummer 10.03

Per m² per maand

2,80

10.02

Als onder nummer 10.01

Per m² per jaar

28,00

10.03

Schuttingen en hekwerken

Per m1 per maand

2,80

10.04

Als onder nummer 10.03

Per m1 per jaar

28,00

20

Voertuigen en containers

20.01

Opleggers, chassis en aanhangwagens

Per m² per maand

2,80

20.02

Caravans, vouwwagens en andere voer-

tuigen bestemd voor de recreatie

Per m² per maand

2,80

20.03

Containers

Per m² per maand

2,80

30

Buizen en kabels

30.01

Buizen en transportleidingen

Per m1 per jaar

3,60

30.02

Kabels

Per m1 per jaar

1,80

40

Uitstallen

40.01

Uitstallen van goederen

Per m² per jaar

16,20

40.02

Als onder nummer 40.01

Per m² per maand

1,75

50

Automaten

50.01

Automatische weeg-, verkoop, of andere

toestellen

Per stuk per jaar

22,30

50.02

Als onder nummer 50.01

Per stuk per maand

2,20

60

Aankondigingen

60.01

Reclame of andere aankondiging, over de

frontoppervlakte

Per ½ m² per jaar

17,50

60.02

Als onder nummer 60.01

Per ½ m² per maand

1,75

70

Diverse voorwerpen

70.01

Stoeptreden indien deze verder dan 0,30 m. buiten de rooilijn uitsteekt

5,60

70.02

Hijsbalken en kikkers

Per stuk per jaar

16,70

70.03

Funderingen, koekoeken, perrons,

vlonders, plankieren, steigers, leidingviaducten

Per m² per jaar

5,60

Nummer

Omschrijving

Eenheid

Tarief

70.04

Luifels, erkers, uitbouwen, overbouwin-

gen en dergelijke onderdelen van ge-

bouwde eigendommen

Per m² per jaar

5,60

70.05

Spoorrails

Per m1 per jaar

1,80

70.06

Als onder nummer 70.05 echter van tijdelijke aard

Per m1 per jaar

2,20

70.07

Rolluikkasten, luidsprekers, ventilatiekasten

Per stuk per jaar

34,10

70.08

Markiezen, zonneschermen

Per stuk per jaar

34,10

70.09

Terrassen

Per m² per jaar

11,40

Per m² per kwartaal

3,95

Per m² per week

0,40