Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening cliëntenparticipatie 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2011

Intitulé

De raad van de gemeente Vianen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 december 2011;

gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte zelfstandigen en artikel 150 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de Verordening cliëntenparticipatie 2012.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte zelfstandigen en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vianen;

    • b.

      Afdeling: de afdeling Ondersteuning en Participatie van de gemeente Vianen

    • c.

      Cliëntenraad: de cliëntenraad van de gemeente Vianen;

    • d.

      WWB: de Wet werk en bijstand;

    • e.

      IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • f.

      IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

Artikel 2 Samenstelling Cliëntenraad

  • 1. In de cliëntenraad zitten minimaal 5, maximaal 7 personen die deskundig zijn op het gebied van en/of actief betrokken zijn bij de uitvoering van de sociale zekerheidswetgeving. Deze personen kunnen zowel dienstverlener zijn als gebruiker.

  • 2. De leden worden geselecteerd uit de vakbeweging (maximaal 2), de cliënten die bijstand op grond van de WWB of een uitkering op grond van de IOAW of IOAZ ontvangen, de minima en de allochtonen

  • 3. De cliëntenraad heeft een onafhankelijk voorzitter, die gekozen is door de leden van de cliëntenraad. Indien geen onafhankelijk voorzitter gevonden kan worden, mag uit de leden zelf een voorzitter worden gekozen.

  • 4. De cliëntenraad kiest uit haar midden een secretaris en penningmeester.

Artikel 3 Benoeming en zittingsduur leden cliëntenraad en voorzitter

  • 1. Nieuwe of vervangende leden van de cliëntenraad worden benoemd door het college op voordracht van de cliëntenraad. De leden van de belangenorganisaties worden voorgedragen door de organisaties.

  • 2. De voorzitter van de cliëntenraad wordt benoemd door het college op voordracht van de cliëntenraad.

  • 3. De zittingsduur van de leden valt, behoudens tussentijds aftreden, samen met de zittingsduur van de gemeenteraad.

  • 4. De leden treden gelijktijdig af, doch zijn eenmaal terstond herbenoembaar (zittingsduur van maximaal twee aaneengesloten raadsperiodes). Zij blijven hun functie waarnemen totdat een nieuwe benoeming heeft plaatsgevonden.

    • a.

      Indien in de situatie van een lid van de cliëntenraad gedurende zijn zittingsperiode verandering optreedt zodanig dat daardoor de (cliënt)relatie met de afdeling wordt verbroken, dan kan hij de functie blijven waarnemen totdat de plaatsvervanger is benoemd met een maximale termijn van 12 maanden.

    • b.

      Indien iemand, zijnde een vertegenwoordiger uit een belangenorganisatie, uit de cliëntenraad treedt dan moet uit die organisatie die hij vertegenwoordigt een voordracht voor opvolging komen. Hiervan kan worden afgeweken wanneer met het oog op een betere afspiegeling de voorkeur moet worden gegeven aan een andere organisatie dan wel wanneer uit een beoogde organisatie geen kandidaten kunnen worden voorgedragen.

    • c.

      Indien een lid, zijnde een vertegenwoordiger uit een belangenorganisatie verhinderd is een vergadering van de cliëntenraad bij te wonen, kan hij zich laten vervangen door een andere vertegenwoordiger uit dezelfde belangenorganisatie.

Artikel 4 Taken en bevoegdheden van de cliëntenraad

  • 1. De cliëntenraad heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren aan het college over alle onderwerpen, die de vorming, de uitvoering, de controle en evaluatie van het gemeentelijk beleid betreffen ten aanzien van cliënten van de afdeling.

  • 2. De taak als genoemd in het eerste lid richt zich in ieder geval op het beleid ten aanzien van:

    • a.

      de WWB;

    • b.

      de IOAW;

    • c.

      de IOAZ.

  • 3. Tot deze onderwerpen behoren in ieder geval procedures, regelingen en alle andere met individuele gevallen verband houdende zaken met een algemeen karakter.

  • 4. Tot deze onderwerpen horen niet klachten, bezwaarschriften en andere zaken, die op individuele cliënten betrekking hebben, alsmede over de uitvoering van wettelijke voorschriften voor zover bij deze uitvoering geen ruimte voor gemeentelijk beleid is gelaten.

  • 5. De cliëntenraad geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het college over het feit of de gemeente volledig gebruik maakt van de ruimte die de wetgever biedt.

  • 6. De cliëntenraad geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het college over het feit of de gemeente volledig gebruik maakt van de ruimte die de wetgever biedt.

Artikel 5 Werkwijze

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat alle voorstellen tot nieuw of gewijzigd beleid met betrekking tot bovengenoemde beleidsterreinen voorafgaande aan diens beslissing, ter advisering worden voorgelegd aan de cliëntenraad tenzij naar het oordeel van het hoofd van de afdeling advisering vooraf zal leiden tot een ongewenste vertraging in de dienstverlening naar de cliënten. In dat geval zal een en ander pas achteraf in de cliëntenraad ter discussie worden gesteld.

  • 2. Door het college voorgelegde voorstellen dienen vertrouwelijk behandeld te worden, aangezien deze zich nog in de conceptfase bevinden.

  • 3. Indien het college afwijkt van het uitgebrachte advies van de cliëntenraad, stelt zij de cliëntenraad daarvan gemotiveerd schriftelijk in kennis.

  • 4. Van belang zijnde actuele informatie (vakbladen, brochures e.d.) op het van toepassing zijnde beleidsterrein zal door de gemeente aan de secretaris van de cliëntenraad worden toegezonden.

Artikel 6 Taken afzonderlijke leden cliëntenraad

  • 1. De voorzitter stelt in overleg met de cliëntenraad de vergaderdata en –tijden vast.

  • 2. Hij stelt de agenda van de vergaderingen vast, maakt de vergaderingen openbaar bekend, leidt de vergadering, handhaaft de orde, deelt de uitslag van de stemmingen mede en geeft de secretaris opdrachten voor onderzoek.

  • 3. Hij vertegenwoordigt de cliëntenraad naar buiten; hij kan zich hiertoe laten vervangen door een lid van de cliëntenraad.

  • 4. De secretaris registreert de inkomende en uitgaande stukken en zendt de stukken aan de leden van de cliëntenraad toe.

  • 5. De secretaris maakt van iedere vergadering een verslag op.

  • 6. De secretaris draagt in zijn algemeenheid zorg voor een goede ondersteuning van de cliëntenraad, opdat deze haar taak op een goede wijze kan uitvoeren.

  • 7. De penningmeester stelt de begroting op, voert het beheer over de kas en zorgt voor het financieel jaarverslag.

  • 8. De begroting dient uiterlijk 1 december overlegd te worden. Het financieel jaarverslag dient binnen een half jaar na het verstrijken van het jaar te worden opgesteld.

Artikel 7 Vergaderingen en vergaderorde

  • 1. De cliëntenraad vergadert minimaal 5 maal per jaar of zoveel meer als waartoe zij besluit.

  • 2. De vergaderingen zijn als regel openbaar. De cliëntenraad kan besluiten een besloten vergadering te houden.

  • 3. Zowel op verzoek van de cliëntenraad als op verzoek van het college kan een vergadering worden uitgeschreven waarbij beide partijen aanwezig zijn.

  • 4. Indien een vergadering vanuit het college plaatsvindt, zal door de gemeente worden zorggedragen voor de verslaglegging en accommodatie.

Artikel 8 Besluitvorming

  • 1. Voor het vaststellen van zowel interne als externe adviezen en standpunten worden binnen de cliëntenraad besluiten éénstemmig of bij meerderheid van stemmen (de helft plus tenminste één) genomen. Daarbij worden meerderheid- en minderheidsstandpunten vermeld met aantallen.

  • 2. De leden van de cliëntenraad hebben stemrecht. Indien gekozen wordt voor een onafhankelijk voorzitter, dan heeft deze persoon geen stemrecht.

  • 3. Voor een geldige stemming is de aanwezigheid van tenminste de helft van het aantal leden vereist.

Artikel 9 Faciliteiten en kosten

  • 1. De kosten van de cliëntenraad komen in beginsel ten laste van de gemeente. Kosten kunnen worden gemaakt voor het inhuren van deskundigen, voor vorming en scholing van de leden, en organisatiekosten (huren van ruimte, administratiekosten).

  • 2. Het college stelt daartoe aan de cliëntenraad een zodanig budget beschikbaar dat zij in staat kan worden geacht haar adviserende taak op een goede wijze uit te kunnen voeren.

  • 3. Dit budget wordt jaarlijks toegekend op basis van een begroting, die door de cliëntenraad tijdig wordt overlegd.

  • 4. De voorzitter respectievelijk de leden ontvangen voor het bijwonen van een vergadering van de cliëntenraad een vergoeding met dien verstande dat zij per jaar niet meer dan 8 keer die vergoeding ontvangen.

  • 5. De hoogte van de vergoeding wordt jaarlijks door het college vastgesteld. Deze vergoeding kan jaarlijks aangepast worden op basis van trendmatige verhoging.

  • 6. De vergoeding zal op basis van een door de secretaris van de cliëntenraad verstrekte presentielijst aan de leden worden uitbetaald.

Artikel 10 Nadere regels

  • 1. Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

  • 2. Voordat het college nadere regels stelt wordt de cliëntenraad hierover gehoord.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van het tijdstip waarop de ‘Wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden’, in werking treedt.

  • 2. Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening cliëntenparticipatie 2010, vastgesteld bij raadsbesluit van 23 november 2010, ingetrokken.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening cliëntenparticipatie 2012.

Toelichting verordening cliëntenparticipatie

Algemene toelichting

Binnen verschillende sociale zekerheidsregelingen, waarvan de uitvoering is opgedragen aan de gemeente, wordt er belang gehecht aan de vormgeving van cliëntenparticipatie. Dit belang wordt ook groter, naarmate de gemeente meer beleidsvrijheid krijgt. Om deze redenen heeft de wetgever in een aantal sociale zekerheidsregelingen de verplichting opgelegd dat de gemeente bij verordening regels stelt over de wijze waarop cliëntenparticipatie plaatsvindt. Een dergelijke bepaling is opgenomen in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ). In deze verordening wordt vormgegeven aan cliëntenparticipatie ten aanzien van de hier genoemde wetten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de wetten waarop deze verordening betrekking heeft (WWB, IOAW en de IOAZ) niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in deze wetten ook de verordening moet worden aangepast.

De begrippen die niet zijn omschreven of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven.

Artikel 2. Samenstelling cliëntenraad

Dit artikel regelt de samenstelling van de cliëntenraad. Zoals in het tweede lid is bepaald, kunnen zowel vertegenwoordigers van belangenorganisaties als individuele cliënten lid zijn van de cliëntenraad.

Artikel 4. Taken en bevoegdheden van de cliëntenraad

Dit artikel bepaalt de reikwijdte van de taken en bevoegdheden die aan de cliëntenraad zijn toebedeeld. Naast een adviserende taak wat betreft de algemene werkzaamheden en dienstverlening van de afdeling Ondersteuning en Participatie, heeft de cliëntenraad ook het recht van initiatief op dit terrein. Uitdrukkelijk worden individuele zaken buiten het overleg van de cliëntenraad gehouden omdat deze worden behandeld via andere procedures en overlegstructuren.

In het tweede lid is bepaald dat de taak van de cliëntenraad zich in ieder geval richt op de WWB, de IOAW en de IOAZ. De woorden “in ieder geval” duiden er op dat er geen sprake is van een limitatieve opsomming. De cliëntenraad kan zich ook bezighouden met andere sociale zekerheidswetgevingen waarvan de uitvoering is neergelegd bij de gemeente. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen of het gemeentelijk minimabeleid dat buiten de WWB is vormgegeven. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) behoren in principe niet tot het taakveld van de verordening cliëntenparticipatie, omdat de Wmo en Wsw hun eigen vorm van cliëntenparticipatie kennen.

Artikel 5. Werkwijze

Hierin is geregeld dat de cliëntenraad in ieder geval om advies wordt gevraagd bij het opstellen van beleidsplannen en verordeningen.

Artikel 6. Taken afzonderlijke leden cliëntenraad

In dit artikel staat een aantal taken opgesomd, die de voorzitter tijdens het overleg tussen het college en de cliëntenraad heeft. Deze taken hebben hoofdzakelijk te maken met de ordehandhaving tijdens het overleg. Daarnaast staat een aantal taken opgesomd die de secretaris tijdens het overleg tussen het college en de cliëntenraad heeft en te maken hebben met de voorbereiding op en verslaglegging tijdens het overleg.

Artikel 7. Vergaderingen en vergaderorde

Het eerste lid biedt een waarborg voor een minimale vergaderfrequentie van vijf maal per jaar tussen het college en de cliëntenraad. Uiteraard is het mogelijk om extra vergaderingen uit te schrijven. Dit kan zowel op verzoek van de cliëntenraad als op verzoek van de gemeente.

Artikel 8. Besluitvorming

Indien een stemprocedure wordt gestart voor een uit te brengen advies, bepaalt het eerste lid dat voor een uit te brengen advies een meerderheid (de helft plus één) van het aantal aanwezige leden van de cliëntenraad c.q. stemgerechtigden nodig is. Een stemming is pas geldig als tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is.

Artikel 9. Faciliteiten en kosten

Het college draagt kosteloos zorg voor alle faciliteiten om het overleg met de cliëntenraad naar behoren te laten verlopen. Hier wordt onder andere onder verstaan het beschikbaar stellen van ruimte en het bevorderen van de deskundigheid van de leden van de cliëntenraad.

Ter bestrijding van de kosten in verband met het uitvoeren van de adviserende taak wordt door het college aan de cliëntenraad jaarlijks een bedrag ter beschikking gesteld. Dit college stelt jaarlijks het bedrag vast aan de hand van de begroting die door de cliëntenraad wordt overlegd.

Artikel 10. Nadere regels

Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen. In het tweede lid wordt geregeld dat de cliëntenraad hier vooraf over gehoord wordt.