Regeling vervallen per 01-07-2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Vianen 2012

Geldend van 01-12-2011 t/m 30-06-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-12-2011

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Vianen 2012

Hoofdstuk 1 Regels voor het persoonsgebonden budget

Inleiding

Voor u ligt het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012. Dit Besluit is een financiële uitwerking van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012.

Er wordt uitwerking gegeven aan de verstrekkingmogelijkheden en aan de hoogte van een persoonsgebonden budget, financiële tegemoetkoming en vergoeding, eigen bijdrage en/of eigen aandeel per individuele voorziening.

De in het kader van dit besluit gehanteerde normbedragen voor de vergoeding van voorzieningen,worden periodiek aangepast aan de werkelijke prijsontwikkeling en prijsindexen waarnaar verwezen is.

Artikel 1.1 Verstrekking

  • 1. Verstrekking van een persoonsgebonden budget vindt niet plaats in de volgende gevallen:

    • a.

      Wanneer een algemene Wmo voorziening, zoals omschreven in de Verordening, het ervaren participatieprobleem compenseert en een individuele Wmo voorziening niet noodzakelijk is;

    • b.

      Wanneer op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager, of diens wettelijk vertegenwoordiger, problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget. Bijvoorbeeld indien de aanvrager met eerdere budgetten onverantwoord is omgegaan;

    • c.

      Lid b is niet van toepassing indien aanvrager de beschikking heeft over een goed netwerk dat zorg draagt voor het beheer van het persoonsgebonden budget.

    • d.

      Indien verwacht wordt dat de toe te kennen voorziening een korte gebruiksperiode heeft en op basis van inhoudelijke en efficiency argumenten het persoonsgebonden budget niet als adequaat kan worden gekenmerkt.

  • 2. Bij toekenning van een persoonsgebonden budget kent de beschikking een bijlage waarin de voorwaarden rondom de verstrekking van het persoonsgebonden budget zijn opgenomen. Deze bijlage maakt onderdeel uit van de betreffende beschikking.

Artikel 1.2 Besteding

  • Bij besteding van het persoonsgebonden budget gelden de volgende regels:

  • 1. Voorwaarde is dat met behulp van het persoonsgebonden budget die participatieproblemen gecompenseerd worden die volgens de beschikking in aanmerking komen voor compensatie (en dus toekenning van het budget). Uitgangspunt is de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager en het compensatiebeginsel. Men kan dus zelf een andere (goedkopere) oplossing bedenken voor zijn of haar beperking dan de geïndiceerde voorziening. Het budget dat de aanvrager eventueel bespaart door scherp op de prijs te letten, moet óf:

    • a.

      besteed worden aan het compenseren van overige, als gevolg van aantoonbare beperkingen, ervaren participatieproblemen in de geest van artikel 4 lid 1 van de Wmo; óf

    • b.

      terugbetaald worden aan het college.

  • 2. De budgethouder ontvangt bovenop het persoonsgebonden budget nog een apart persoonsgebonden budget voor reparatie- en onderhoudskosten.

Artikel 1.3 Omvang

  • 1. De hoogte van het persoonsgebonden budget ten behoeve van de verstrekking van

    • ·

      tilliften en douche- en toiletvoorzieningen;

    • ·

      individuele vervoersvoorzieningen;

    • ·

      en rolstoelvoorzieningen;

    wordt op gelijke wijze bepaald, te weten:

    a.Depotvoorziening voorhanden

    Indien een adequate depotvoorziening aanwezig is, wordt er een persoonsgebonden budget verstrekt waarmee de klant in staat gesteld wordt om een tweedehands voorziening te kopen op de reguliere markt. De hoogte van het persoonsgebonden budget is gerelateerd aan de adequate voorziening die in het depot aanwezig is. Het persoonsgebonden budget bedraagt de helft van het bedrag dat het college zou betalen voor deze voorziening wanneer deze nieuw verstrekt zou worden door de gecontracteerde leverancier, exclusief kortingspercentage. Zie bijlage 10 en 10a;

    b.Geen depotvoorziening voorhanden

    De hoogte van het persoonsgebonden budget is de tegenwaarde van het bedrag dat het college zou betalen voor een natura voorziening verstrekt door de gecontracteerde leverancier, exclusief kortingpercentages. Zie bijlage 10 en 10a.

  • 2. In uitzondering van het gestelde in het eerste lid wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget ten behoeve van:

    • a.

      Autoaanpassingen bepaald aan de hand van een door de aanvrager opgevraagde offerte van een bedrijf dat is aangesloten bij Auto Aanpassers Nederland (AAN).

    • b.

      een al dan niet aangepaste bruikleenauto bepaald aan de hand van het "normbedrag referentie auto" zoals opgenomen in de UWV normbedragen. Zie bijlage 9.

  • 3. Medische noodzakelijke aanpassingen

    Indien er medische noodzakelijke aanpassingen verricht moeten worden aan voorzieningen zoals genoemd in het eerste lid van dit artikel, dan wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget bepaald aan de hand van de tarieven zoals deze door de gecontracteerde leverancier zijn aangeboden in de aanbesteding. Indien dit niet mogelijk is wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget gelijk gesteld aan de werkelijk gemaakte kosten.

Artikel 1.4 Onderhoud, keuring en reparatie

  • 1. Ten behoeve van de voorzieningen zoals genoemd in artikel 1.3 lid 1 wordt jaarlijks een persoonsgebonden budget ten behoeve van onderhoud, keuring of reparatie verstrekt. De hoogte van het persoonsgebonden budget is de tegenwaarde van het bedrag dat de gecontracteerde leverancier vraagt voor onderhoudscontracten, exclusief kortingpercentages. Zie bijlage 10.

  • 2. In uitzondering van het gestelde in het eerste lid, wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget ten behoeve van reparatie en eigen risico van een al dan niet aangepaste bruikleenauto bepaald aan de hand van het "normbedrag reparaties vervoersvoorzieningen-eigen bijdrage c.q. risico bedragen" zoals opgenomen in de UWV normbedragen. Zie bijlage 9.

Artikel 1.5 Looptijd

1. Alle materiële voorzieningen worden lineair afgeschreven. Onder gelijkblijvende omstandigheden kan de aanvrager gedurende de looptijd van het persoonsgebonden budget niet opnieuw een beroep doen op de gemeentelijke compensatieplicht voor dezelfde voorziening.

  • a.

    De termijn van de afschrijving is 10 jaar, dat neerkomt op een afschrijving van ¹/120 ste per maand. Concreet betekent dit dus dat bijvoorbeeld een voorziening van vier jaar en 2 maanden oud een restwaarde heeft van 34/120 ste deel van het verstrekte persoonsgebonden budget.

  • b.

    In de uitzondering op wat gesteld is onder sub a betreft de termijn van afschrijving drieënhalf jaar wanneer de hoogte van het persoonsgebonden budget is gerelateerd aan een adequate voorziening die in het depot aanwezig is. Dit komt neer op een afschrijving van ¹/42 ste per maand. Concreet betekent dit dus dat bijvoorbeeld een voorziening van 2 jaar en 9 maanden oud een restwaarde heeft van 9/42 ste deel van het verstrekte persoonsgebonden budget.

Artikel 1.6 Verplichtingen

  • 1. Aanschaftermijn: een voorziening moet binnen zes maanden worden aangeschaft. De hulp bij het huishouden moet binnen zes weken zijn ingekocht. Als deze termijnen niet worden nageleefd is terugvordering mogelijk. In de beschikking staat de termijn waarvoor de voorziening wordt verstrekt.

  • 2. Eigen verantwoordelijkheid: de gebruiker is verplicht om wijzigingen in de situatie die van invloed kunnen zijn op de verstrekking aan de gemeente door te geven.

  • 3. Eigen risico: de kosten voor onzorgvuldig gebruik komen voor rekening van de gebruiker van de voorziening.

  • 4. Als de door de aanvrager aangeschafte voorziening niet blijkt te voldoen aan de eisen die door de gemeente zijn gesteld, dan is de aanvrager zelf verantwoordelijk voor het aanschaffen van een adequate voorziening. Hij kan dan eventueel de voorziening verkopen en dat bedrag inzetten voor een geschikte voorziening.

  • 5. Bij verslechtering van de medische situatie stelt het college een nieuw pakket van eisen op. Op basis daarvan wordt het persoonsgebonden budget vastgesteld, rekening houdend met het eerder toegekende bedrag en het eerder vastgestelde pakket van eisen. Dit laatste kan betekenen dat als de voorziening niet meer gebruikt kan worden, de tegenwaarde in mindering wordt gebracht op het nieuwe persoonsgebonden budget. Maar ook is het mogelijk dat een aanvullend persoonsgebonden budget kan worden verstrekt als de voorziening nog wel blijkt te voldoen maar alleen aanpassing nodig is.

Artikel 1.7 Verantwoording

  • 1. Er is volledige verantwoording verschuldigd over de uitbetaalde persoonsgebonden budgetten voor de individuele voorzieningen.

  • 2. Hierbij geldt dat tot maximaal vijf jaar na uitbetaling van het persoonsgebonden budget, de budgethouder rekening moet houden met controle door het college naar de besteding van het persoonsgebonden budget.

    De budgethouder moet hiervoor de volgende van belang zijnde stukken, zover van toepassing, beschikbaar houden:

    • a.

      de nota/factuur van de aangeschafte voorziening;

    • b.

      de nota’s van de reparatie en onderhoudskosten;

    • c.

      een betalingsbewijs van de aangeschafte voorziening;

    • d.

      een overzicht van de salarisadministratie;

    • e.

      burgerservicenummer en NAW gegevens van de persoon die door de budgethouder is ingehuurd;

    • f.

      bescheiden en tekeningen met betrekking tot woonvoorzieningen.

Artikel 1.8 Betaling

    • Uitbetaling van het budget vindt vooraf plaats, waarbij het persoonsgebonden budget op rekeningnummer van de aanvrager wordt overgemaakt volgens onderstaande frequentie:

      Alle Persoonsgebonden budgetten voor hulp in het huishouden

      Hulp in het huishouden

      Per 4 weken

      Persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen:

      Bouwkundige of woontechnische woonvoorzieningen tot € 7.000, -

      In één keer

      Bouwkundige of woontechnische woonvoorzieningen vanaf € 7.000, -

      In één keer, dat wil zeggen na gereedmelding (kan in fases), tenzij de offerte betaling in termijnen aangeeft. In dat geval vindt betaling conform offerte plaats. Bevoorschotting niet mogelijk.

      Niet bouwkundige of niet woontechnische woonvoorzieningen

      In één keer

      Onderhoud, keuring en reparatie niet bouwkundige of niet woontechnische woonvoorzieningen

      Per jaar in verband met indexering

      Onderhoud, keuring en reparatie bouwkundige of woontechnische woonvoorzieningen

      Op verzoek, conform artikel 4.6 van dit Besluit

      Persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen

      Vervoersvoorzieningen onder artikel 5.3 lid 1 van de Verordening

      in één keer

      Onderhoud, keuring en reparatie

      Per jaar in verband met indexering

      Aanpassingen

      In één keer

      Persoonsgebonden budget voor rolstoelen

      Rolstoelen

      In één keer

      Onderhoud, keuring, reparatie

      Per jaar in verband met indexering

      Aanpassingen

      In één keer

Hoofdstuk 2 Eigen bijdrage en inkomensgrenzen

Artikel 2.1 Maximale omvang eigen bijdrage

  • 1. De maximale bedragen voor de eigen bijdrage zijn conform artikel 4.1. van het Landelijk Besluit maatschappelijke ondersteuning (een Algemene maatregel van bestuur) en worden conform deze Algemene maatregel van bestuur periodiek aangepast. Zie bijlage 2.

  • 2. De eigen bijdrage bedraagt maximaal de kostprijs van de verstrekte voorziening.

  • 3. Als de maximale eigen bijdrage wordt betaald voor een Wmo voorziening, hoeft geen eigen bijdrage betaald te worden voor andere Awbz of Wmo voorziening.

Artikel 2.2 Termijn van betaling eigen bijdrage

  • 1. De termijn van betaling van eigen bijdragen is afhankelijk van de omvang van een voorziening, maar is maximaal 39 perioden van vier weken (drie jaar).

  • 2. In uitzondering op bovenstaand lid geldt voor hulp bij het huishouden dat een eigen bijdrage wordt geheven zolang gebruik gemaakt wordt van de voorziening.

Artikel 2.3 Toepassing en berekening eigen bijdrage

  • 1. Een eigen bijdrage wordt gevraagd bij:

    • a.

      Hulp bij het huishouden;

    • b.

      Bouwkundige en woontechnische woonvoorzieningen (inclusief de losse woonunit);

    • c.

      Een uitraasruimte;

    • d.

      De hoogte van de eigen bijdrage voor de woonvoorzieningen onder lid b en c wordt als volgt bepaald:

      • ·

        Tot € 20.000,- wordt 10% van de kostprijs meegenomen in de bepaling van de eigen bijdrage van het CAK;

      • ·

        Boven de € 20.000,- wordt daarnaast ook 50% van het bedrag dat de € 20.000,- te boven gaat meegenomen in de bepaling van de eigen bijdrage van het CAK;

    • e.

      Autoaanpassingen, te weten 50% van de kostprijs wordt meegenomen in de bepaling van de eigen bijdrage van het CAK;

    • f.

      Autozitjes, te weten de kosten van een regulier autozitje. Kinderen kleiner dan 1,35 meter moeten namelijk in een goedgekeurd en passend kinderzitje zitten. Goedgekeurde zitjes zijn voorzien van labels: ECE R44/03 en R44/04. Onder passend verstaan we: geschikt voor lengte en gewicht van het kind;

    • g.

      (driewiel/ kinder/ aangepaste) Fietsen, te weten de kosten van een reguliere fiets. Een fiets is in Nederland algemeen gebruikelijk;

    • h.

      Fietszitjes, te weten de kosten van een regulier fietszitje. Een fietszitje is in Nederland algemeen gebruikelijk;

    • i.

      Buggy's, te weten de kosten van een reguliere buggy. Een buggy is in Nederland algemeen gebruikelijk.

  • 2. In uitzondering op wat gesteld in lid 1 sub b wordt er géén eigen bijdrage gevraagd wanneer de bouwkundige of woontechnische woonvoorziening een traplift betreft.

  • 3. De hoogte van de eigen bijdrage voor de voorzieningen als genoemd in lid 1 sub f tot en met i is gelijk aan de richtprijs van de kosten van deze voorzieningen zoals opgenomen in de Nibud prijzengids. Zie bijlage 7.

Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden

Artikel 3.1 Uurtarief hulp bij het huishouden

De uurtarieven voor hulp bij het huishouden worden jaarlijks geïndexeerd conform de afspraken zoals deze zijn vastgelegd in de aanbesteding/ overeenkomst met de leverancier(s). De uurtarieven zijn opgenomen in bijlage 4.

Artikel 3.2 Kosten Sociale Verzekering Bank (SVB)

  • 1. De kosten voor de dienstverlening van de SVB wordt niet ingehouden op elk toegekend persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden.

  • 2. In uitzondering op wat gesteld in het eerste lid worden de kosten voor het door de SVB laten uitvoeren van de salarisadministratie maandelijks gefactureerd. Bovendien worden deze kosten alleen gefactureerd aan die budgethouders die van deze dienst gebruik maken.

Artikel 3.3 Vaststelling hoogte van het persoonsgebonden budget (waaronder de vergoeding voor een alfa hulp)

De hoogte van het persoonsgebonden budget wordt als volgt opgebouwd:

Aantal geïndiceerde uren hulp (HH 1 of HH 2) X uurtarief (zie bijlage 4) X 4 weken

- Eigen bijdrage berekend door het CAK

-----------------------------------------------------------

= Totaal bedrag persoonsgebonden budget per vier weken

Hoofdstuk 4 Woonvoorzieningen

Artikel 4.1 Financiële tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten

  • 1. De financiële tegemoetkoming voor verhuizing en inrichting wordt jaarlijks geïndiceerd conform de prijsontwikkelingen op basis van de Consumenten Prijs Index (CPI) alle huishouden van het Centraal Bureau voor de Statistiek en zijn opgenomen in bijlage 5.

  • 2. De financiële tegemoetkoming wordt, na aanvaarding van de nieuw te betrekken woning, in één keer uitbetaald.

Artikel 4.2 Een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening in natura

  • 1. Verstrekking van bouwkundige of woontechnische woonvoorzieningen in natura vindt plaats in eigendom.

  • 2. Uitgezonderd wat gesteld in het eerste lid wordt een traplift in bruikleen verstrekt. Zie bijlage 13 voor bruikleenovereenkomst.

Artikel 4.3 Omvang bouwkundige of woontechnische woonvoorziening

  • 1. De hoogte van de door het college te vergoeden bedragen voor een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening, als bedoeld in artikel 4.3, lid 1 sub a van de Verordening, minus de eigen bijdrage voor woonvoorzieningen, bedraagt maximaal twee keer de hoogte van een financiële tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten, tenzij verhuizen om individuele en medische redenen niet mogelijk is.

  • 2. De hoogte van het persoonsgebonden budget of de natura voorziening, minus de eigen bijdrage voor woonvoorzieningen, wordt als volgt vastgesteld:

    a. Woonvoorzieningen tot €7000, eigen woning

    Indien mogelijk wordt aansluiting gezocht bij het gemeentelijk bijzondere bijstandsbeleid op basis van NIBUD prijzen en/of op basis van de periodiek geïndiceerde marktconforme prijslijst: “de limitatieve lijst”. Zie bijlage 6. Wanneer de voorziening niet op deze lijst voorkomt moet de woningeigenaar zorg dragen voor twee offertes. Er wordt uitgegaan van de tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld op de goedkoopst adequate, door het college geaccepteerde, offerte;

    b. Woonvoorzieningen tot € 7000, huurwoning

    Er wordt uitgegaan van de prijslijsten zoals ingediend door de woningbouwvereniging. Wanneer de voorziening niet op deze lijst voorkomt, wordt tot het bedrag van € 7.000,-, uitgegaan van de tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld op de door de woningbouw ingediende offerte. Zie bijlage 5;

    c. Woonvoorzieningen vanaf € 7000

    De tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld op de goedkoopst adequate, door het college geaccepteerde, offerte, waarbij;

    Bouwkundige of woontechnische voorzieningen die niet voorkomen op de “limitatieve lijst”/ prijslijst van de woningbouwvereniging of het bedrag van € 7.000,- te boven gaan, op basis van twee open offertes worden beoordeeld. Bouwkundige of woontechnische voorzieningen die het bedrag van € 20.000,- te boven gaan op basis van een bouwkundig advies, een kostenraming en drie open offertes worden beoordeeld;

    d. Losse woonunit

    Wordt beoordeeld op basis van een bouwkundig advies en twee open offertes. De hoogte van het persoonsgebonden budget is de tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld op de goedkoopst adequate door het college geaccepteerde offerte.

  • 3. De kosten voor een natura voorziening of de hoogte van een persoonsgebonden budget voor het bezoekbaar maken van de woning bedraagt maximaal € 2.500,-.

  • 4. De kosten voor een natura voorziening of de hoogte van een persoonsgebonden budget voor het aanpassen van een woonschip of woonwagen bedraagt maximaal € 1.000,-.

Artikel 4.4 Niet bouwkundige of niet woontechnische woonvoorzieningen

  • 1. Onder de niet bouwkundige of niet woontechnische woonvoorzieningen vallen de categorieën woningsanering, tilliften en douche- en toilethulpmiddelen.

  • 2. Verstrekking van tilliften en douche- en toiletvoorzieningen in natura vindt plaats in bruikleen. De door de gemeente gecontracteerde leverancier verstrekt de voorzieningen inclusief eventuele medisch noodzakelijke aanpassingen. De voorzieningen van het merk en type zoals deze door de leverancier zijn aangeboden in de aanbesteding zijn voorliggend. Daarnaast geldt dat een voorziening in depot als een voorliggende voorziening wordt aangemerkt.

  • 3. In uitzondering op wat gesteld in het tweede lid worden tilliften en douche- en toiletvoorzieningen in eigendom verstrekt wanneer de herverstrekkingskosten van de voorziening hoger zijn dan, of gelijk zijn aan, de kosten voor het verstrekken van een nieuwe voorziening. Zie bijlage 7.

    a.Op de tilliften en douche- en toiletvoorzieningen in eigendom verstrekt gelden dezelfde voorwaarden rondom onderhoud, keuring en reparatie zoals deze zijn opgenomen in artikel 4.6.

Artikel 4.4.1 Woningsanering

  • 1. Indien de in artikel 4.3 lid 2 onder b van de Verordening bedoelde voorzieningen vloerbedekking en/of raambedekking betreft, vindt verstrekking plaats in de vorm van een financiële tegemoetkoming.

  • 2. Vloer- en raambedekking worden beschouwd als algemeen gebruikelijke voorzieningen die over 8 jaar worden afgeschreven:

    • ·

      voor een artikel ouder dan twee jaar wordt 100% van de kosten in aanmerking gebracht;

    • ·

      tussen de twee en vier jaar wordt 75% van de kosten in aanmerking gebracht;

    • ·

      tussen vier en zes jaar wordt 50% van de kosten in aanmerking gebracht;

    • ·

      tussen zes en acht jaar wordt 25% van de kosten in aanmerking gebracht.

  • 3. De financiële tegemoetkoming wordt berekend over dat deel van de voorziening dat op moment van vervanging nog niet is afgeschreven. De levensduur van een artikel wordt vastgesteld aan de hand van de nota. Indien deze er niet is, wordt een inschatting gemaakt op grond van de verkregen gegevens van de aanvrager en/of de woonduur op het adres op basis van de Gemeentelijke Basis Administratie.

  • 4. De hoogte van de financiële tegemoetkoming wordt berekend aan de hand van de benodigde oppervlakte, de richtprijs van de Nibud prijzengids (zie bijlage 7) en wat reeds is afgeschreven.

  • 5. Er wordt geen financiële tegemoetkoming voor vloerbedekking en/of raambedekking gegeven bij verhuizing of wanneer de beperkingen of problemen al langer bekend zijn, waardoor aanvrager hier bij de inrichting van zijn woning rekening mee had kunnen houden. Het medisch advies moet hierover uitsluitsel bieden.

Artikel 4.5 Een uitraasruimte

De hoogte van het persoonsgebonden budget of de natura voorziening, minus de eigen bijdrage voor woonvoorzieningen, wordt beoordeeld op basis van twee open offertes. De hoogte van het persoonsgebonden budget is de tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld op de goedkoopst adequate, door het college geaccepteerde, offerte.

Artikel 4.6 Onderhoud, keuring en reparatie

  • 1. Onderhoud, keuring en reparatie van een woonvoorziening verstrekt zowel in natura als in een persoonsgebonden budget anders dan genoemd in artikel 1.3 lid 1, vindt plaats op verzoek van aanvrager, mits de kosten niet groter zijn dan de afschrijvingswaarde van de voorziening. Voor de woonvoorziening geldt een lineaire afschrijftermijn van zeven jaar. Afschrijving vindt plaats vanaf het moment van eerste verstrekking.

  • 2. In geval het tilliften en douche- en toiletvoorzieningen in natura betreft brengt de door het college gecontracteerde leverancier voor elke onderhoud, keuring of reparatie activiteit een offerte uit. In geval het overige woonvoorzieningen betreft zorgt de eigenaar van de woning voor een offerte van elke onderhoud, keuring of reparatie activiteit. Van de activiteit wordt een notitie gemaakt in het dossier van aanvrager.

  • 3. Bij verstrekking in natura vindt voor onderhoud, keuring en reparatie tot € 1000,- toekenning plaats in de beschikking waarin de voorziening is toegekend. Onderhoud, keuring en reparatie vanaf € 1000,- wordt apart beschikt.

Artikel 4.7 Tijdelijke huisvesting

Een financiële tegemoetkoming ter hoogte van de werkelijk gemaakte kosten met een maximum dat gelijk is aan de maximumhuur die van toepassing is voor berekening van de huursubsidie.

Artikel 4.8 Huurderving

  • 1. De financiële tegemoetkoming is ter hoogte van de kale huur van de woonruimte, maar deze zal niet meer bedragen dan de helft van de werkelijke kosten en bovendien niet meer dan de helft van het maximale bedrag waarop evt. huurtoeslag van toepassing is.

  • 2. De eerste maand dat de woning leeg staat wordt niet vergoed.

  • 3. De financiële tegemoetkoming wordt maximaal gedurende 6 maanden toegekend.

  • 4. De financiële tegemoetkoming wordt maandelijks uitbetaald.

Hoofdstuk 5 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel

Artikel 5.1 Collectief vervoer

  • 1. Het college stelt de aanvrager in staat om 388 zones te reizen, te weten 1750 km.

  • 2. Het tarief per zone wordt jaarlijks aangepast aan de prijsontwikkelingen van de regiotaxi zoals deze door de Bestuursregio Utrecht (BRU) wordt vastgesteld. Zie bijlage 8.

  • 3. Het college acht aanvrager (deels) zelfredzaam in de kosten voor vervoer in de directe leefomgeving, conform het overzicht in bijlage 8.

  • 4. Vanaf 1 april 2012 wordt een eigen bijdrage van € 0,60 per zone geheven. Een overgang- en gewenningsperiode wordt hier in acht genomen conform het overzicht in bijlage 8.

Artikel 5.2 Individuele vervoersvoorzieningen in natura

  • 1. Verstrekking van individuele vervoersvoorzieningen in natura vindt plaats in bruikleen. Zie bijlage 13 voor bruikleenovereenkomst. De door de gemeente gecontracteerde leverancier verstrekt de voorzieningen, inclusief eventuele medisch noodzakelijke aanpassingen. De voorzieningen van het merk en type zoals deze door de leverancier zijn aangeboden in de aanbesteding zijn voorliggend. Daarnaast geldt dat een voorziening in depot van de gemeente Vianen als een voorliggende voorziening wordt aangemerkt.

  • 2. Uitgezonderd wat gesteld in het eerste lid worden auto-aanpassingen in eigendom verstrekt.

Artikel 5.3 Onderhoud, keuring en reparatie

  • 1. Onderhoud, keuring en reparatie van een vervoersvoorziening vindt plaats op verzoek van aanvrager, mits de kosten niet groter zijn dan de afschrijvingswaarde van de voorziening. Voor een vervoersvoorziening geldt een lineaire afschrijftermijn van 10 jaar. Afschrijving vindt plaats vanaf het moment van eerste verstrekking.

  • 2. De door het college gecontracteerde leverancier brengt voor elke onderhoud, keuring of reparatie activiteit een offerte uit. Van de activiteit wordt een notitie gemaakt in het dossier van aanvrager.

  • 3. Bij verstrekking in natura vindt voor onderhoud, keuring en reparatie tot € 1000,- toekenning plaats in de beschikking waarin de voorziening is toegekend. Onderhoud, keuring en reparatie vanaf € 1000,- wordt apart beschikt.

  • 4. In uitzondering van het gestelde in het eerste, tweede en derde lid vindt onderhoud, keuring en reparatie van een al dan niet aangepaste bruikleenauto plaats met in achtneming van het "normbedrag reparaties vervoersvoorzieningen-eigen bijdrage c.q. risico bedragen" zoals opgenomen in de UWV normbedragen. Zie bijlage 9.

Artikel 5.4 Financiële tegemoetkoming gebruikskosten vervoer

  • 1. Het college stelt de aanvrager in staat om 1750 km. te reizen.

  • 2. De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor gebruikskosten, als bedoeld in artikel 5.3, lid 2 van de Verordening, wordt bepaald aan de hand van de Beleidsregels UWV normbedragen voorzieningen.

  • 3. De financiële tegemoetkoming wordt maandelijks uitbetaald. Zie bijlage 9.

Hoofdstuk 6 Verplaatsen in en rond de woning

Artikel 6.1 Een rolstoel voor verplaatsing binnen, buiten of binnen en buiten in natura

Verstrekking van een rolstoel vindt plaats in bruikleen. Zie bijlage 13 voor bruikleenovereenkomst. De door de gemeente gecontracteerde leverancier verstrekt de voorzieningen, inclusief eventuele medisch noodzakelijke aanpassingen. De voorzieningen van het merk en type zoals deze door de leverancier zijn aangeboden in de aanbesteding zijn voorliggend. Daarnaast geldt dat een voorziening in depot van de gemeente Vianen als een voorliggende voorziening wordt aangemerkt.

Artikel 6.2 Onderhoud, keuring en reparatie

  • 1. Onderhoud, keuring en reparatie van een rolstoelvoorziening vindt plaats op verzoek van aanvrager, mits de kosten niet groter zijn dan de afschrijvingswaarde van de voorziening. Voor een rolstoelvoorziening geldt een lineaire afschrijftermijn van 10 jaar. Afschrijving vindt plaats vanaf het moment van eerste verstrekking.

  • 3. De door het college gecontracteerde leverancier brengt voor elke onderhoud, keuring of reparatie activiteit een offerte uit. Van de activiteit wordt een notitie gemaakt in het dossier van aanvrager.

  • 4. Bij verstrekking in natura vindt voor onderhoud, keuring en reparatie tot € 1000,- toekenning plaats in de beschikking waarin de voorziening is toegekend. Onderhoud, keuring en reparatie vanaf € 500,- wordt apart beschikt.

Artikel 6.3 Een sportvoorziening

  • 1. Een sportvoorziening wordt uitsluitend in een financiële tegemoetkoming verstrekt. De financiële tegemoetkoming wordt jaarlijks geïndiceerd conform de prijsontwikkelingen op basis van de Consumenten Prijs Index (CPI) alle huishouden van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Zie bijlage 11.

  • 2. Een sportvoorziening wordt maximaal eens per drie jaar toegekend.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 7.1 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 december 2011.

Artikel 7.3 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012.

Bijlage 1 voorwaarden verstrekking persoonsgebonden budget

Beschikking

Deze bijlage, welke voortvloeit uit de bepalingen van de Verordening en het Besluit, maakt onverbrekelijk deel uit van de beschikking met kenmerk …………………

 

Looptijd Persoongebonden budget

De looptijd van het Persoonsgebonden budget is gelijk aan de duur van de indicatie zoals genoemd in de beschikking waar deze bijlage onderdeel van uit maakt.

 

Verplichtingen

U verplicht zich:

  • 1.

    binnen 6 weken hulp in te schakelen waardoor de ervaren participatieproblemen op Wmo gebied gecompenseerd worden op straffe van terugvordering van het gehele Persoonsgebonden budget door de gemeente;

  • 2.

    burgerservicenummer, naam, adres en woonplaats gegevens van de ingehuurde hulpverlener aan de gemeente door te geven;

  • 3.

    het ontvangen Persoonsgebonden budget voor individuele voorzieningen bedragen volledig te verantwoorden;

  • 4.

    wanneer u een Persoonsgebonden budget ontvangt van meer dan of gelijk aan € 4.000,- op jaarbasis een overzicht van de salarisadministratie gedurende 5 jaar te bewaren;

  • 5.

    bij controle de in sub c en d aangegeven bescheiden te kunnen overleggen op straffe van terugvordering van het gehele of gedeeltelijke Persoonsgebonden budget;

  • 6.

    de gemeente onmiddellijk in kennis te stellen, indien u geen gebruik meer maakt van de hulp bij het huishouden;

  • 7.

    de gemeente in kennis te stellen op het moment dat u meer dan vier weken aaneengesloten op vakantie gaat; uw Persoonsgebonden budget zal worden opgeschort tot melding van terugkomst van uw vakantie.

 

Beëindiging

Het toegekende Persoonsgebonden budget wordt beëindigd, in geval van:

  • 1.

    overlijden;

  • 2.

    verhuizing;

  • 3.

    een overstap naar zorg in natura op grond van de beschikking waar deze bijlage onderdeel

  • 4.

    vanuit maakt; u kunt maximaal 1x per jaar wisselen tussen zorg in natura en zorg in de vorm van een Persoonsgebonden budget;

  • 5.

    beëindiging op eigen verzoek.

 

Intrekking

Het college kan deze beschikking geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

  • 1.

    niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens de Verordening;

  • 2.

    op grond van de gegevens beschikt is en gebleken dat de gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • 3.

    de verplichtingen, zoals ze in deze bijlage zijn opgenomen niet worden nageleefd.

Terugvordering

Terugvordering van het persoonsgebonden budget vindt plaats wanneer:

  • 1.

    1.         er sprake is van een beëindiging zoals hierboven genoemd.In dat geval zal het college het eventueel reeds teveel verstrekte persoonsgebonden budgetterugvorderen;

  • 2.

    2.     er sprake is van een intrekking zoals hierboven genoemd.       In dat geval zal het college het verstrekte persoonsgebonden budget in zijn geheel       terugvorderen. Dit voor zover na de datum van het besluit tot toekenning van de hulp bij het       huishouden nog geen vijf jaren verstreken zijn;

  • 3.

    3.         het persoonsgebonden budget abusievelijk ten onrechte of tot een te hoog bedrag isverstrekt.

 

Bovenstaande vloeit voort uit de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012 en het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012.

 

 

 

 

1 Ten behoeve van Hulp bij het Huishouden.

Bijlage Beschikking

Beschikking (Behoeft nadere onderzoek qua termijn afschrijving )

Deze bijlage maakt onderdeel uit van de beschikking met kenmerk ...

Looptijd budget

De materiële voorzieningen worden lineair afgeschreven. De termijn van afschrijving is drieënhalf jaar. Onder gelijkblijvende omstandigheden kan u gedurende genoemd termijn niet opnieuw een beroep doen op de gemeentelijke compensatieplicht voor dezelfde voorziening.

Voorwaarden besteding

Het persoonsgebonden budget mag vrij besteed worden.

Voorwaarde is dat u:

  • 1.

    een voorziening aanschaft die voldoet aan de eisen die door de gemeente zijn gesteld. Indien de voorziening niet aan de eisen blijkt te voldoen bent u zelf verantwoordelijk voor het aanschaffen van aan adequate voorziening.

  • 2.

    Het budget dat u eventueel bespaart door scherp op de prijs te letten, moet of: a. besteed worden aan het compenseren van overige, als gevolg van aantoonbare beperkingen, ervaren participatieproblemen in de geest van artikel 4 lid 1 van de Wmo; b. of terugbetaald worden aan het college.

Verplichtingen

U verplicht zich;

  • 1.

    binnen 6 maanden een voorziening aan te schaffen waardoor de ervaren participatieproblemen op Wmo gebied gecompenseerd worden op straffe van terugvordering van het gehele budget door het college;

  • 2.

    wanneer u een budget ontvangt van meer dan of gelijk aan €3000 / €4000 de nota/factuur en het betalingsbewijs van de aangeschafte voorziening evenals de nota's van reparatie en onderhoudskosten gedurende drieënhalf jaar te bewaren;

  • 3.

    bij controle de in sub b aangegeven bescheiden te kunnen overleggen op straffe van terugvordering van het gehele of gedeeltelijke budget door het college;

  • 4.

    de gemeente onmiddellijk in kennis te stellen, indien u de voorziening niet meer gebruikt.

Onderhoud en reparaties

  • 1.

    U ontvangt bovenop het budget jaarlijks een geldbedrag voor onderhoud- en reparatiekosten.

  • 2.

    De kosten voor onzorgvuldig gebruik komen voor uw rekening.

Beëindiging

Het recht op het toegekende persoonsgebonden budget wordt beëindigd, in geval van:

  • 1.

    overlijden;

  • 2.

    verhuizing buiten gemeente Vianen;

  • 3.

    een overstap naar een bruikleenvoorziening op grond van de beschikking waar deze bijlage onderdeel vanuit maakt.

Het college neemt, in uitzondering van wat is gesteld onder punt 1, alleen dan de voorziening terug wanneer er billijke redenen zijn en herverstrekking van de voorziening mogelijk is.

Intrekking

Het college kan deze beschikking geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

  • 1.

    niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens de verordening;

  • 2.

    op grond van gegevens beschikt is en gebleken is dat de gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • 3.

    de voorwaarden en verplichtingen, zoals ze in deze bijlage zijn opgenomen niet worden nageleefd.

Terugvordering

Terugvordering van het persoonsgebonden budget vindt plaats wanneer:

  • 1.

    er sprake is van een intrekking zoals hierboven benoemd. In dat geval zal het college het verstrekte persoonsgebonden budget in zijn geheel terugvorderen. Dit voorzover na de datum van het besluit tot toekenning van de voorziening nog geen vijf jaren verstreken zijn;

  • 2.

    het persoonsgebonden budget abusievelijk ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verstrekt

Aansprakelijkheid

Het college is niet aansprakelijk voor schade, veroorzaakt door uw onachtzaamheid of schuld of door onjuist gebruik van de door u aangeschafte voorziening.

Bovenstaande vloeit voort uit de Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Vianen 2012 en het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012.

Bijlage voorwaarden verstrekking persoonsgebonden budget¹

Beschikking

Deze bijlage maakt onderdeel uit van de beschikking met kenmerk …

Looptijd budget

De materiële voorzieningen worden lineair afgeschreven. De termijn van afschrijving is drieënhalf jaar. Onder gelijkblijvende omstandigheden kan u gedurende genoemd termijn niet opnieuw een beroep doen op de gemeentelijke compensatieplicht voor dezelfde voorziening.

Voorwaarden besteding

Het persoonsgebonden budget mag vrij besteed worden. Voorwaarde is dat u:

  • 1.

    een voorziening aanschaft die voldoet aan de eisen die door de gemeente zijn gesteld. Indien de voorziening niet aan de eisen blijkt te voldoen bent u zelf verantwoordelijk voor het aanschaffen van aan adequate voorziening.

Het budget dat u eventueel bespaart door scherp op de prijs te letten, moet óf:

  • 1.

    besteed worden aan het compenseren van overige, als gevolg van aantoonbare beperkingen, ervaren participatieproblemen in de geest van artikel 4 lid 1 van de Wmo; óf

  • 2.

    terugbetaald worden aan het college.

Verplichtingen

U verplicht zich:

  • 1.

    binnen 6 maanden een voorziening aan te schaffen waardoor de ervarenparticipatieproblemen op Wmo gebied gecompenseerd worden op straffe van terugvordering van het gehele budget door het college;

  • 2.

    wanneer u een budget ontvangt van meer dan of gelijk aan €3000 / €4000 de nota/factuur en het betalingsbewijs van de aangeschafte voorziening evenals de nota's van reparatie en onderhoudskosten gedurende 5 jaar te bewaren;

  • 3.

    bij controle de in sub b aangegeven bescheiden te kunnen overleggen op straffe vanterugvordering van het gehele of gedeeltelijke budget door het college;de onder b en c gestelde voorwaarden zijn alleen van kracht op nieuwe aanvragen.

  • 4.

    De gemeente onmiddellijk in kennis te stellen, indien u de voorziening niet meer gebruikt.

Onderhoud en reparaties

U ontvangt bovenop het budget jaarlijks een geldbedrag voor onderhoud- en reparatiekosten.

De kosten voor onzorgvuldig gebruik komen voor uw rekening.

Beëindiging

Het recht op het toegekende persoonsgebonden budget wordt beëindigd, in geval van:

  • 1.

    overlijden;

  • 2.

    verhuizing buiten gemeente Vianen;

  • 3.

    een overstap naar een bruikleenvoorziening op grond van de beschikking waar deze bijlage onderdeel vanuit maakt.

Het college neemt, in uitzondering van wat is gesteld onder punt 1, alleen dan de voorziening terug wanneer er billijke redenen zijn en herverstrekking van de voorziening mogelijk is.

Intrekking

Het college kan deze beschikking geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

  • 1.

    niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens de verordening;

  • 2.

    op grond van gegevens beschikt is en gebleken is dat de gegevens zodanig onjuist waren dat,waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • 3.

    de voorwaarden en verplichtingen, zoals ze in deze bijlage zijn opgenomen niet wordennageleefd.

Terugvordering

Terugvordering van het persoonsgebonden budget vindt plaats wanneer:

  • 1.

    er sprake is van een intrekking zoals hierboven benoemd. In dat geval zal het college het verstrekte persoonsgebonden budget in zijn geheel terugvorderen. Dit voor zover na de datum van het besluit tot toekenning van de voorziening nog geen vijf jaren verstreken zijn;

  • 2.

    het persoonsgebonden budget abusievelijk ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verstrekt.

Aansprakelijkheid

Het college is niet aansprakelijk voor schade, veroorzaakt door uw onachtzaamheid of schuld of door onjuist gebruik van de door u aangeschafte voorziening.

Bovenstaande vloeit voort uit de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2010 en het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012.

1 Voorwaarden zoals deze gelden bij rolstoelen, vervoersvoorzieningen en niet bouwkundige of niet woontechnische woonvoorzieningen waarbij een depotvoorziening aanwezig.

Bijlage voorwaarden verstrekking persoonsgebonden budget¹

Beschikking

Deze bijlage maakt onderdeel uit van de beschikking met kenmerk …

Looptijd budget

De materiële voorzieningen worden lineair afgeschreven. De termijn van afschrijving is zeven jaar. Onder gelijkblijvende omstandigheden kunt u gedurende genoemd termijn niet opnieuw een beroep doen op de gemeentelijke compensatieplicht voor dezelfde voorziening.

Voorwaarden besteding

Het persoonsgebonden budget mag vrij besteed worden. Voorwaarde is dat u:

1.een voorziening aanschaft die voldoet aan de eisen die door de gemeente zijn gesteld. Indien de voorziening niet aan de eisen blijkt te voldoen bent u zelf verantwoordelijk voor het aanschaffen van aan adequate voorziening.

Het budget dat u eventueel bespaart door scherp op de prijs te letten, moet óf:

  • 1.

    besteed worden aan het compenseren van overige, als gevolg van aantoonbare beperkingen, ervaren participatieproblemen in de geest van artikel 4 lid 1 van de Wmo; óf

  • 2.

    terugbetaald worden aan het college.

Verplichtingen

U verplicht zich:

  • 1.

    binnen 6 maanden een voorziening aan te schaffen waardoor de ervaren participatieproblemen op Wmo gebied gecompenseerd worden op straffe van terugvordering van het gehele budget door het college;

  • 2.

    wanneer u een budget ontvangt van meer dan of gelijk aan €3000 / €4000 de nota/factuur en het betalingsbewijs van de aangeschafte voorziening evenals de nota’s van reparatie en onderhoudskosten gedurende zeven jaar te bewaren;

  • 3.

    bij controle de in sub b aangegeven bescheiden te kunnen overleggen op straffe van terugvordering van het gehele of gedeeltelijke budget door het college;

  • 4.

    de gemeente onmiddellijk in kennis te stellen, indien u de voorziening niet meer gebruikt.

Onderhoud en reparaties

U ontvangt bovenop het budget jaarlijks een geldbedrag voor onderhoud- en reparatiekosten.

De kosten voor onzorgvuldig gebruik komen voor uw rekening.

Beëindiging

Het recht op het toegekende persoonsgebonden budget wordt beëindigd, in geval van:

  • 1.

    overlijden;

  • 2.

    verhuizing buiten gemeente Vianen;

  • 3.

    een overstap naar een bruikleenvoorziening op grond van de beschikking waar deze bijlage onderdeel vanuit maakt.

Het college neemt, in uitzondering van wat is gesteld onder punt 1, alleen dan de voorziening terug wanneer er billijke redenen zijn en herverstrekking van de voorziening mogelijk is.

Intrekking

Het college kan deze beschikking geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

  • 1.

    niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens de verordening;

  • 2.

    op grond van gegevens beschikt is en gebleken is dat de gegevens zodanig onjuist waren dat,waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • 3.

    de voorwaarden en verplichtingen, zoals ze in deze bijlage zijn opgenomen niet wordennageleefd.

Terugvordering

Terugvordering van het persoonsgebonden budget vindt plaats wanneer:

1.er sprake is van een intrekking zoals hierboven benoemd.

In dat geval zal het college het verstrekte persoonsgebonden budget in zijn geheel terugvorderen. Dit voor zover na de datum van het besluit tot toekenning van de voorziening nog geen vijf jaren verstreken zijn;

2.het persoonsgebonden budget abusievelijk ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verstrekt.

Aansprakelijkheid

Het college is niet aansprakelijk voor schade, veroorzaakt door uw onachtzaamheid of schuld of door onjuist gebruik van de door u aangeschafte voorziening.

Bovenstaande vloeit voort uit de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012 en het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012

¹ Voorwaarden zoals deze gelden bij rolstoelen, vervoersvoorzieningen en niet bouwkundige of niet woontechnische woonvoorzieningen waarbij geen depotvoorziening aanwezig.

Bijlage voorwaarden verstrekking persoonsgebonden budget¹

Beschikking

Deze bijlage maakt onderdeel uit van de beschikking met kenmerk …

Looptijd budget

De materiële voorzieningen worden lineair afgeschreven. De termijn van afschrijving is zeven jaar. Onder gelijkblijvende omstandigheden kunt u gedurende genoemd termijn niet opnieuw een beroep doen op de gemeentelijke compensatieplicht voor dezelfde voorziening.

Voorwaarden besteding

Het persoonsgebonden budget mag vrij besteed worden. Voorwaarde is dat u:

1.een voorziening aanschaft die voldoet aan de eisen die door de gemeente zijn gesteld. Indien de voorziening niet aan de eisen blijkt te voldoen bent u zelf verantwoordelijk voor het aanschaffen van aan adequate voorziening.

Het budget dat u eventueel bespaart door scherp op de prijs te letten, moet óf:

  • 1.

    besteed worden aan het compenseren van overige, als gevolg van aantoonbare beperkingen, ervaren participatieproblemen in de geest van artikel 4 lid 1 van de Wmo; óf

  • 2.

    terugbetaald worden aan het college.

Verplichtingen

U verplicht zich:

  • 1.

    binnen 6 maanden een voorziening aan te schaffen waardoor de ervaren participatieproblemen op Wmo gebied gecompenseerd worden op straffe van terugvordering van het gehele budget door het college;

  • 2.

    wanneer u een budget ontvangt van meer dan of gelijk aan €3000 de nota/factuur en het betalingsbewijs van de aangeschafte voorziening evenals de nota’s van reparatie en onderhoudskosten gedurende zeven jaar te bewaren;

  • 3.

    bij controle de in sub b aangegeven bescheiden te kunnen overleggen op straffe van terugvordering van het gehele of gedeeltelijke budget door de gemeente;

  • 4.

    het college onmiddellijk in kennis te stellen, indien u de voorziening niet meer gebruikt.

Onderhoud en reparaties

Voor onderhoud, keuring en reparatie van de voorziening dient u een verzoek in te dienen. Bij toekenning ontvangt u bovenop het persoonsgebonden budget een geldbedrag voor deze kosten.

De kosten voor onzorgvuldig gebruik komen voor uw rekening.

Intrekking

Het college kan deze beschikking geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

  • 1.

    niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens de verordening;

  • 2.

    op grond van gegevens beschikt is en gebleken is dat de gegevens zodanig onjuist waren dat,waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • 3.

    3.de voorwaarden en verplichtingen, zoals ze in deze bijlage zijn opgenomen niet wordenageleefd.

Terugvordering

Terugvordering van het persoonsgebonden budget vindt plaats wanneer:

  • 1.

    er sprake is van een intrekking zoals hierboven benoemd; In dat geval zal het college het verstrekte persoonsgebonden budget in zijn geheel terugvorderen. Dit voor zover na de datum van het besluit tot toekenning van de voorziening nog geen vijf jaren verstreken zijn;

  • 2.

    het persoonsgebonden budget abusievelijk ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verstrekt.

Aansprakelijkheid

Het college is niet aansprakelijk voor schade, veroorzaakt door uw onachtzaamheid of schuld of door onjuist gebruik van de door u aangeschafte voorziening.

Bovenstaande vloeit voort uit de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012 en het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012.

¹ Voorwaarden zoals deze gelden bij bouwkundige of woontechnische woonvoorzieningen.

Toelichting op de bijlagen

Jaarlijkse of halfjaarlijkse indexering van de bedragen.

De bijlagen zijn vanaf 1 december 2011 gebaseerd op de indexering van 2011 en zo verder. De jaarlijkse en of halfjaarlijkse indexering is gebaseerd op de cijfers van het CBS, NIBUD, UWV, SV en gecontracteerde leveranciers.

Bijlage 2.

Maximale bijdragen volgens artikel 4.1. landelijk Besluit maatschappelijke ondersteuning

Prijspeil per 1-1-2012

Ongehuwden

jonger dan 65 jaar

Inkomen minder dan

€ 22.905,-per jaar

Inkomen meer dan

€ 22.905,- per jaar

Eigen bijdrage is

Maximaal

Per 4 weken € 18,00

Per 4 weken € 18,00 plus

1/13 van 15% van het inkomen meer dan

€ 22.905,-

Ongehuwden

van 65 jaar en ouder

Inkomen minder dan

€ 16.007,-per jaar

Inkomen meer dan

€ 16.007,-

per jaar

Eigen bijdrage is

Maximaal

Per 4 weken € 18,-

Per 4 weken € 18,- plus

1/13 van 15% van het inkomen meer dan

€ 16.007,-

Gehuwden/samenw.

1 of beiden jonger dan 65 jaar

Inkomen minder dan

€ 28.306,- per jaar

Inkomen meer dan € 28.306,-

per jaar

Eigen bijdrage is

Maximaal

Per 4 weken € 25,80

Per 4 weken € 25,80 plus

1/13 van 15% van het inkomen meer dan

€ 28.306,-

Gehuwden/samenw.

beiden 65 jaar en ouder

Inkomen minder dan € 22.319,-per jaar

Inkomen meer dan

€ 22.319,-per jaar

Eigen bijdrage is

Maximaal

Per 4 weken € 25,80

Per 4 weken € 25,80 plus

1/13 van 15% van het inkomen meer dan

€ 22.319,-

Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg)De Eerste Kamer heeft 23 december 2008 groen licht gegeven voor de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg).

Dit verandert binnen de bestaande eigen bijdrageregelingen:

  • 1.

    Alle Zorg met Verblijf cliënten krijgen vanaf 1 januari 2010 8% of 16% korting op de eigen bijdrage.

  • 2.

    Zorg zonder Verblijf en Wmo cliënten krijgen 33% korting op de eigen bijdrage 2010. De korting wordt achteraf, in 2010, uitbetaald.

Daarnaast wordt voor het betalen van de laagste maximale bijdrage Zorg zonder Verblijf/Wmo voor cliënten jonger dan 65 jaar de inkomensgrens verhoogd met € 5.000,-.

Bijlage 3. Norminkomens

Jaarlijkse aanpassing

De bijlagen zijn vanaf 1 december 2011 gebaseerd op de indexering van 2011 en zo verder. De jaarlijkse en of halfjaarlijkse indexering is gebaseerd op de cijfers van het CBS, NIBUD, UWV, SV en gecontracteerde leveranciers.

Het norminkomen is het rekeninkomen ten hoogte van de norm van de Wet werk en bijstand.

Onderstaande norminkomens gelden per jaar. Het betreffen netto bedragen, exclusief de vakantietoeslag:

Prijspeil per 01-01-2011

Norminkomen op jaarbasis *

Gehuwden beiden tot 65 jaar

€ 15046,32

Alleenstaande ouder tot 65 jaar

€ 13.541,64

Alleenstaanden tot 65 jaar

€ 10.532,4 0

Gehuwden, één partner 65 jaar of ouder

€ 15.904,44

Gehuwden beide 65 jaar of ouder

€ 15.904,44

Alleenstaande ouder 65 jaar of ouder

€ 14.541,00

Alleenstaande 65 jaar of ouder

€ 11.554,80

Gehuwden in inrichting

€ 6.157,68

Alleenstaande in inrichting

€ 3.863,64

*1 De gemeente kan zelf in het beleid bepalen wat onder norminkomen wordt verstaan. In deze tabel is uitgegaan van de volgende definitie: "de normen, genoemd in paragraaf 3.2 van de Wet werk en bijstand, omgerekend tot een bedrag per kalenderjaar, waarbij deze normen voor een belanghebbende van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar die een alleenstaande of een alleenstaande ouder is, en die niet in een inrichting verblijft, eerst zijn verhoogd met de toeslag, genoemd in artikel 25 lid 2 WWB, en de normen van een alleenstaande of een alleenstaande ouder, of gehuwde, die in een inrichting verblijft, eerst zijn verhoogd met de bedragen, genoemd in artikel 23 lid 2 WWB".

Bijlage 4. Hulp bij het huishouden: tarieven en Sociale Verzekeringsbank

Prijspeil per 01-01-2011.

Hulp bij het huishouden in natura

HH1:

Do Care: € 17,50 per uur

Thuiszorg in Holland: € 18,70 per uur

Huis ter Leede:€ 18,25 per uur

HH2: voor alle zorgleveranciers hetzelfde bedrag ad €21,50 per uur

Hulp bij het huishouden in pgb

De hoogte van het persoonsgebonden budget bedraagt:

HH 1: € 15,75 per uur

HH 2: €21,50 per uur

Hulp bij het huishouden in pgb: een vergoeding voor een alfa hulp

De hoogte van dit persoonsgebonden budget bedraagt:

HH 1: € 15,75 per uur

Bijlage 5. Woonvoorzieningen: verhuiskostenvergoeding en bedragen Lekstede Wonen

De financiële tegemoetkoming voor verhuiskosten en herinrichting bedraagt € 3641,30.

Het bedrag voor het al dan niet hanteren van het primaat bedraagt twee keer de hoogte van een financiële tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten: € 7.282,60.

Standaard bedragen Lekstede Wonen (MIVA aanpassingen algemeen te Vianen).

Type aanpassing

Materiaalspecificatie

Prijs incl. werkloon, excl. btw

Toiletpot + 6

1 Closetpot 73 ao/pk wit verhoogd + 6

2 Closetpotschroeven set messing zeskant

1 Closetafvoermanchet nr7 excentrisch

1 Diverse hulpmaterialen

€ 292.30

Toiletpot 10 +.

1 Sph Eurobase Closet 83 ao/pk Wit

2 Closetpotschroeven set messing zeskant

1 Closetafvoermanchet nr7 excentrisch

1 Diverse hulpmaterialen

€ 316,82

Linido opklapbeugel 700 mm

1 Lini Opklapbeugel 70 cm Wit

1 Diverse hulp/bevestigings materialen

€ 159,19

Linido opklapbeugel 800 mm

1 Lini Opklapbeugel 80cm Wit

1 Diverse hulp/bevestigings materialen

€ 161,19

Linido opklapbeugel 900 mm.

1 Lini Opklapbeugel 90cm Wit

1 Diverse hulp/bevestigings materialen

€ 165,19

Hulppoot opklapbeugel.

1 Lini Hulppootset Wit

1 Diverse hulp/bevestigings materialen

€ 133,19

Linido Douchezitje LI-2202

1 Lini Dchzit+rugl.opkl Nwmod Wit

1Diverse hulp/bevestigings materialen

€ 324,50

Linido Douchestoeltje LI-2203.

1 Lini Dchzit+rugl+arml Nwmod Wi

1 Diverse hulp/bevestigings materialen

€ 342,25

Hulppoot douchestoeltje voet.

1 Lini Dubb.hulpt Zit Nw Mod Wit

€ 106,38

Linido contraplaat

1 Lini Contraplaat Opklapbeugel

1 Diverse hulpmaterialen

€ 63,38

Algemeen.

Berekend:

Gelijktijdige en aaneensluitende uitvoering van de werkzaamheden.

Niet berekend:

Eventuele bouwkundige kosten.

Schilders/stucwerkzaamheden.

Werkzaamheden anders dan genoemd.

Bijlage 6. Woonvoorzieningen: lijst van standaard woonvoorzieningen

Bijlage 7.

Woonvoorzieningen:

Berekening al dan niet in eigendom verstrekken van tilliften, douche- en toilethulpmiddelen:

Tilliften, douche- en toilethulpmiddelen worden in eigendom verstrekt wanneer de nieuwkosten van de voorziening lager zijn dan € 140.

(Onderliggende som is: herverstrekkingskosten + afhandelingskosten consulenten => €125 + €60 x 0.25 minuten = €140)

Als de kosten hoger liggen dan genoemd bedrag wordt de voorziening in bruikleen verstrekt.

Woonvoorzieningen en vervoersvoorzieningen: NIBUD prijzengids 2008-2009

Prijs

Per

Benodigde meters/banen/rollen per huishouden van

1 pers.

2 pers.

3 pers.

4 pers.

5 pers.

6 pers.

vloerbedekking vinyl

€ 40,00

meter (4 m breed)

13

14

14

18

18

20

laminaat

€ 20,00

jaloezieën

€ 15.00

meter (175 cm hg.)

vitrage

€ 10,00

meter (180 cm br.)

overgordijnen

€ 12,00

meter (140 cm br.)

20

20

20

24

24

28

maakloon

€ 8,00

baan

10

10

10

12

12

14

gordijnrail, U-rail

€ 5,00

meter

7,5

7,5

7,5

9

9

10,5

behang

€ 8,00

rol (10 m)

13

14

14

18

18

20

behanglijm

€ 5,00

verf

€ 5,00

literblik

6

6

6

8

8

9

Kosten van een:

Fietsvoorziening:

Tweewielfiets volwassenen : € 350,-

Tweewielfiets kinderen (24”) : € 220,-

Tweewielfiets kinderen (16”) : € 150,-

Fietszitje : € 45,-

Autozitje : € 130,-

Buggy : € 65,-

Bijlage 8. Vervoersvoorzieningen: budget collectief vervoer

Budget CVV prijspeil per 01-01-2012.

  • -

    Een zone met de regiotaxi Utrecht kost € 2,55,waarbij er een opstaptarief van één zone wordt gerekend.

  • -

    Dit betekent een budget van € 989,40 op jaarbasis.

  • -

    Er wordt uit gegaan van 1750 km, te weten 388 zones:

  • -

    De eigen bijdrage betreft € 0,60 per zone.

Conform jurisprudentie WVG voldoet de gemeente in haar zorgplicht wanneer de vervoersvoorziening voorziet in 1500-2000 km op jaarbasis, dit betekent tussen de 333- 444 zones (één zone is 4,5 km).

Ingangsdatum reizigersbijdrage en aantal zones nieuwe gebruikers /pashouders:

  • 1.

    Voor nieuwe pashouders geldt als ingangsdatum voor wat betreft het aantal km, (1750 km of wel 388 zones) 1 januari 2012.

  • 2.

    Voor wat betreft de reizigersbijdrage, zijnde € 0,60 per zone, is de datum van 1 april 2012.

  • 3.

    Om de administratieve lasten te verlichten sluiten we hiermee aan bij de administratieve systematiek van het BRU.

Afstemming vervoersvoorziening op leeftijd

De verplaatsingsbehoefte hangt nauw samen met de leeftijd van de belanghebbende. De persoon met beperkingen moet een zelfstandige (individuele) vervoersbehoefte hebben. Zij reizen mee met de ouders. Het is duidelijk dat zeer jonge kinderen niet of nauwelijks een zelfstandige verplaatsingsbehoefte hebben. Vanaf vijf jaar kan een kind wel een zelfstandige vervoersbehoefte hebben. (uit Jurisprudentie Rechtbank Arnhem 19-10-2010, nr. AWB 10/1224) De hoogte van de vervoerskostenvergoeding kan hierop worden afgestemd.

Boven de 15 jaar gaat men uit van een zelfstandige vervoersbehoefte. Vanaf 12 jaar wordt verondersteld dat jongeren zich in de richting van een zelfstandige vervoersbehoefte ontwikkelen. Zij gaan dan steeds vaker en verder (alleen) van huis.

Berekening budget voor kinderen van 12 tot 15 jaar.

Er wordt uitgegaan van 1750 km te weten 388 zones.

Het budget op jaarbasis voor berekening is € 989,40

Leeftijd

Aantal zones op jaar basis

Totaal aantal zones op jaarbasis

12 tot 15 jaar

75 % x 388 = 291

291

Vanaf 15 jaar

388

388

Leeftijd

Budget op jaar basis

Budget op jaarbasis

12 tot 15 jaar

75 % x € 989,40 = € 742,05

€ 742,05

Vanaf 15 jaar

€ 989,40

€ 989,40

Gewenningsperiode:

-een gewenningsperiode van 3 maanden te hanteren, zijnde 1 januari 2012 tot en met 31 maart2012 en in deze periode uit te gaan van 2525 km zonder eigen reizigersbijdrage;

-ingaande 1 april 2012 uitgaan van 1750 km en wel een reizigersbijdrage van € 0,60 per zone.

Bijlage 9. Vervoersvoorzieningen: UWV Normbedragen voorzieningen

Prijspeil vanaf 01-01-2012

Er wordt uit gegaan van 1750 kmper jaar vanaf 1 januari 2012.

Code

Beschrijving

Motorinvalidenwagen

C11

-in bruikleen, vergoeding per km

€ 0,12

C13

-in eigen bezit, vergoeding per km

€ 0,46

Afweging taxivervoer t.o.v. (bruikleen)auto

C18-IA

Normbedrag (inclusief BTW)

€ 25.800,--

Referentieauto

C18-II

Normbedrag Referentieauto (aanschafbedrag inclusief BTW)

€ 16.700,--

Inkomensgrenzen vervoersvoorziening

C20-I

Inkomensgrens werk- en leefvervoer

€ 35.200,--

C20-III

Inkomensgrens tweede auto

€ 52.800,--

Kilometervergoeding bruikleenauto's

C22-BA

Brandstof benzine, automatische transmissie, bedrag per kilometer

€ 0,13

C22-BS

Brandstof benzine, handgeschakeld, bedrag per kilometer

€ 0,11

C22-D

Brandstof dieselolie, bedrag per kilometer

€ 0,14

Reparaties vervoersvoorziening-eigen bijdrage c.q. risico bedragen inclusief BTW

C24-I

Eigen bijdrage bij schade:  (bruikleencontract volgens model 1994 t/m 2004)

€ 67,--

C41

Eigen risico bij frequent voorkomende aanrijdingschade

€ 133,--

Kilometervergoeding voor auto's in eigen bezit

C25-I

Personenauto

€ 0,46

C25-V

Bestelauto

€ 0,58

Aftrek algemeen gebruikelijke kosten per kilometer

C26-I

beneden inkomensgrens C20-I, resp. C20-III

€ 0,10

C26-II

boven inkomensgrens C20-I, resp. C20-III

€ 0,46

Taxikostenvergoeding leefvervoer (maximaal)

C31

Algemeen

€3.770,-

C32

Gehalveerd (visueel gehandicapten)

€ 1.885,-

C33

Rolstoeltaxikosten

€ 4.610,-

Begeleidingskosten

C71

Maximale vergoeding reiskosten van de begeleider per jaar

€ 815,--

Bijlage 10. Persoonsgebonden budget tarieven per categorie voorziening.

Overzicht PGB bedragen

De bedragen zijn voor voorzieningen in complete uitvoeringen en zijn incl. evt accu´s, laders, en btw.

Geen vergelijkbare voorziening in depot

Vergelijkbare voorziening in depot

Jaarbedrag

1.1.V

Rolstoelen voor incidenteel gebruik

€ 917,96

€ 458,98

€ 122,11

Accessoires

o Beensteunen hoekverstelbaar

€ 260,23

€ 130,12

o Verlengde remmen

€ 62,01

€ 31,01

o Versterkte uitvoering/zware personen

€ 206,70

€ 103,35

1.1.K

Rolstoelen voor incidenteel gebruik

€ 1.208,40

€ 604,20

€ 122,11

Accessoires

o Beensteunen hoekverstelbaar

€ 124,02

€ 62,01

o Heupgordel

€ 41,87

€ 20,94

o Spaakbeschermers

€ 201,93

€ 100,97

o Spatborden. Geen kledingbeschermers

€ 18,55

€ 9,28

o Stokhouder

€ 43,46

€ 21,73

o Taxifixatie ISO 7176-19 norm

€ -

€ -

o Verlengde remmen

€ 24,91

€ 12,46

1.2.V

Rolstoelen voor (semi)permanent gebruik

€ 1.780,80

€ 890,40

€ 122,11

Accessoires

o Amputatiesteun

€ 128,26

€ 64,13

o Anti-kiep

€ 110,24

€ 55,12

o Beensteunen hoekverstelbaar

€ 311,11

€ 155,56

o Doorlopende armleggers

€ 25,44

€ 12,72

o Gepolsterde armleggers

€ 106,00

€ 53,00

o Taxibevestiging ISO 7176-19 normering

€ 44,52

€ 22,26

o Verlengde remmen

€ 69,96

€ 34,98

o Versterkte uitvoering/zware personen

tot minimaal 150 kg

€ 371,00

€ 185,50

o Werkblad

€ 215,71

€ 107,86

1.2.K

Rolstoelen voor (semi)permanent gebruik

€ 2.240,31

€ 1.120,16

€ 122,11

Accessoires

o Antikiep

€ 87,98

€ 43,99

o Beensteunen hoekverstelbaar

€ 245,92

€ 122,96

o Doorlopende armleggers

€ -

€ -

o Gepolsterde armleggers

€ 106,00

€ 53,00

o Heupgordel

€ 45,05

€ 22,53

o Spaakbeschermers

€ 133,56

€ 66,78

o Stokhouder

€ 43,46

€ 21,73

o Verlengde remmen

€ 46,64

€ 23,32

o Werkblad

€ 250,16

€ 125,08

1.3.V

Rolstoelen voor permanent gebruik kantelbaar

€ 2.964,29

€ 1.482,15

€ 122,11

Accessoires

o Achterwielen quick release 24" en hoepels

€ 239,56

€ 119,78

(banden massief, lekvrij of lucht)

o Amputatiesteun

€ 268,18

€ 134,09

o Anti-kiep

€ -

€ -

o Beensteunen hoekverstelbaar

€ 659,85

€ 329,93

o Doorlopende armleggers

€ -

€ -

o Eendelige hoekverstelbare beensteun

€ 311,11

€ 155,56

o Gepolsterde armleggers

€ -

€ -

o Hoofdsteun

€ 245,92

€ 122,96

o Stokhouder

€ 44,52

€ 22,26

o Verlengde remmen

€ 64,13

€ 32,07

o Werkblad

€ 238,50

€ 119,25

1.3.K

Rolstoelen voor permanent gebruik kantelbaar

€ 4.371,44

€ 2.185,72

€ 122,11

Accessoires

o Beensteunen hoekverstelbaar

€ 282,49

€ 141,25

o Doorlopende armleggers

€ 98,58

€ 49,29

o Eendelige beensteun

€ 132,50

€ 66,25

o Fixatiegordel/vest

€ 100,70

€ 50,35

o Gepolsterde armleggers

€ 106,00

€ 53,00

o Heupgordel

€ 55,12

€ 27,56

o Hoofdsteun

€ 278,78

€ 139,39

o Spaakbeschermers

€ 145,75

€ 72,88

o Spatborden. Geen kledingbeschermers

€ 163,77

€ 81,89

o Stokhouder

€ 44,52

€ 22,26

o Verlengde remmen

€ 53,00

€ 26,50

o Werkblad

€ 265,00

€ 132,50

1.4.V

Rolstoelen voor actief gebruik vouwbaar

€ 1.57,00

€ 528,50

€ 122,11

Accessoires

o Anti-kiep

€ 62,23

€ 31,12

o Beensteunen hoekverstelbaar

€ 245,50

€ 122,75

o Doorlopende armleggers

€ -

€ -

o Stokhouder

€ 3,51

€ 1,76

o Verlengde remmen

€ 58,50

€ 29,25

1.4.K

Rolstoelen voor actief gebruik vouwbaar

€ 1.509,44

€ 754,72

€ 122,11

Accessoires

o Beensteunen hoekverstelbaar

€ 124,02

€ 62,01

o Doorlopende armleggers

€ -

€ -

o Heupgordel

€ 41,87

€ 20,94

o In hoogte verstelbare armsteunen

€ 92,22

€ 46,11

o Spaakbeschermers

€ 201,93

€ 100,97

o Spatborden. Geen kledingbeschermers

€ 60,95

€ 30,48

o Stokhouder

€ 43,46

€ 21,73

o Verlengde remmen

€ 24,91

€ 12,46

1.5.V

Rolstoelen voor actief gebruik vast frame

€ 2.227,06

€ 1.113,53

€ 122,11

Accessoires

o Anti-kiep

€ 137,27

€ 68,64

o In hoogte verstelbare armsteunen

€ 245,39

€ 122,70

o In hoogte verstelbare duwhandvatten

€ 249,63

€ 124,82

o Trapdop

€ 81,62

€ 40,81

o Verlengde remmen

€ 31,80

€ 15,90

1.5.K

Rolstoelen voor actief gebruik vast frame

€ 2.329,88

€ 1.164,94

€ 122,11

Accessoires

o Anti-kiep

€ 137,27

€ 68,64

o In hoogte verstelbare armsteunen

€ 245,39

€ 122,70

o In hoogte verstelbare duwhandvatten

€ 249,63

€ 124,82

o Spaakbeschermers

€ 133,56

€ 66,78

o Spatborden. Geen kledingbeschermers

€ 120,84

€ 60,42

o Stokhouder

€ 44,52

€ 22,26

o Verlengde remmen

€ 31,80

€ 15,90

2.1.V

Electrische rolstoelen (binnen/buiten)

€ 8.924,14

€ 4.462,07

€ 549,50

Accessoires

o Eendelige beensteun

€ -

€ -

o Elektrische kantelverstelling

€ 1.284,19

€ 642,10

o Elektrische rughoekverstelling

€ 1.228,01

€ 614,01

o Elektrisch hoekverstelbare beensteunen

€ 2.044,21

€ 1.022,11

o Elektrische hoog/laag verstelling

€ 2.580,57

€ 1.290,29

o Mechanische hoekverstelbare beensteunen

€ 440,96

€ 220,48

o Stokhouder

€ 44,52

€ 22,26

o Verzwaarde uitvoering t.b.v. zware personen

€ -

€ -

o Werkblad

€ 265,00

€ 132,50

o Werkblad met werkbladbesturing

€ 1.223,77

€ 611,89

2.1.K

Elektrische rolstoelen (binnen/buiten)

€ 9.523,57

€ 4.761,79

€ 549,50

Accessoires

o Eendelige beensteun

€ 132,50

€ 66,25

o Elektrische kantelverstelling

€ 656,14

€ 328,07

o Elektrische rughoekverstelling

€ 1.033,50

€ 516,75

o Elektrisch hoekverstelbare beensteunen

€ 1.663,67

€ 831,84

o Elektrische hoog/laag verstelling

€ 3.253,14

€ 1.626,57

o Mechanische hoekverstelbare beensteunen

€ 298,92

€ 149,46

o Stokhouder

€ 44,52

€ 22,26

o Werkblad

€ 265,00

€ 132,50

o Werkblad met werkbladbesturing

€ 1.256,10

€ 628,05

2.2.V

Elektrische rolstoelen (buiten/binnen)

€ 8.513,39

€ 4.256,70

€ 549,50

Accessoires

o Eendelige beensteun

€ 143,10

€ 71,55

o Elektrische kantelverstelling

€ 1.270,41

€ 635,21

o Elektrische rughoekverstelling

€ 1.185,08

€ 592,54

o Elektrisch hoekverstelbare beensteunen

€ 2.199,50

€ 1.099,75

o Elektrische hoog/laag verstelling

€ 2.943,09

€ 1.471,55

o Mechanische hoekverstelbare beensteunen

€ 555,97

€ 277,99

o Stokhouder

€ 44,52

€ 22,26

o Verzwaarde uitvoering t.b.v. zware personen

€ -

€ -

o Werkblad

€ 265,00

€ 132,50

o Werkblad met werkbladbesturing

€ 970,43

€ 485,22

2.2.K

Elektrische rolstoelen (buiten/binnen)

€ 12.191,59

€ 6.095,80

€ 549,50

Accessoires

o Eendelige beensteun

€ 132,50

€ 66,25

o Elektrische kantelverstelling

€ -

€ -

o Elektrische rughoekverstelling

€ 937,04

€ 468,52

o Elektrisch hoekverstelbare beensteunen

€ 1.860,30

€ 930,15

o Elektrische hoog/laagverstelling

€ 1.934,50

€ 967,25

o Mechanisch hoekverstelbare beensteunen

€ 343,44

€ 171,72

o Stokhouder

€ 44,52

€ 22,26

o Werkblad

€ 265,00

€ 132,50

o Werkblad met werkbladbesturing

€ 1.183,49

€ 591,75

3.1

Scootmobielen, compact

€ 3.863,17

€ 1.931,59

€ 396,86

Accessoires

o Spiegel

€ -

€ -

o Voetgasbediening

€ 503,50

€ 251,75

o Voetgasbediening i.c.m. handgasbediening

€ 612,68

€ 306,34

o Zuurstoffleshouder

€ 79,50

€ 39,75

3.2

Scootmobielen, standaard

€ 6.659,45

€ 3.329,73

€ 396,86

Accessoires

o Spiegel

€ 43,99

€ 22,00

o Voetgasbediening

€ 503,50

€ 251,75

o Voetgasbediening i.c.m. handgasbediening

€ 612,68

€ 306,34

o Zuurstoffleshouder

€ 79,50

€ 39,75

3.3

Scootmobielen, extra geveerd

€ 8.568,51

€ 4.284,26

€ 396,86

Accessoires

o Spiegel

€ 25,97

€ 12,99

o Voetgasbediening

€ 503,50

€ 251,75

o Voetgasbediening i.c.m. handgasbediening

€ 612,68

€ 306,34

o Zuurstoffleshouder

€ 79,50

€ 39,75

3.4

Scootmobielen,extra geveerd en voor zware personen

€ 7.787,29

€ 3.893,65

€ 396,86

Accessoires

o Spiegel

€ 45,05

€ 22,53

o Voetgasbediening

€ 503,50

€ 251,75

o Voetgasbediening i.c.m. handgasbediening

€ 612,68

€ 306,34

o Zuurstoffleshouder

€ 79,50

€ 39,75

4.1

Woonvoorziening, actieve tilliften

€ 4.735,55

€ 2.367,78

€ 198,43

4.2

Woonvoorziening, passieve tilliften

€ 4.377,80

€ 2.188,90

€ 198,43

Accessoires

o Onderstelpoten elektrisch te openen en te sluiten

€ -

€ -

o Elektrisch kanteljuk

€ 818,85

€ 409,43

5.1.V

Toiletstoel incl. ondersteek of toiletemmer

€ 101,76

€ 50,88

€ 91,58

5.1.K

Toiletstoel incl. ondersteek of toiletemmer

€ 790,76

€ 395,38

€ 122,11

5.2.V

Douchestoel

€ 210,94

€ 105,47

€ 91,58

5.2.K

Douchestoel

€ 691,12

€ 345,56

€ 122,11

5.3.V

Douche/toiletstoel verrijdbaar

€ 584,06

€ 292,03

€ 122,11

5.3.K

Douche/toiletstoel verrijdbaar

€ 778,45

€ 389,23

€ 122,11

5.4.V

Douche/toiletstoel zelfrijder

€ 746,24

€ 373,12

€ 122,11

5.4.K

Douche/toiletstoel zelfrijder

€ 1.416,16

€ 708,08

€ 122,11

5.5.V

Douche/toiletstoel met hoogteverstelling

€ 4.299,36

€ 2.149,68

€ 122,11

5.5.K

Douche/toiletstoel verrijdbaar met "kuipzitting"

€ 1.287,90

€ 643,95

€ 122,11

5.6.V

Douche/toiletstoel met kantelverstelling

€ 2.134,84

€ 1.067,42

€ 122,11

Accessoires

o Sleutelgatzitting

€ 109,18

€ 54,59

5.6.K

Douche/toiletstoel met kantelverstelling

€ 2.525,98

€ 1.262,99

€ 122,11

Accessoires

o Pelotten

€ 324,36

€ 162,18

6.1.V

Driewielfietsen

€ 2.121,06

€ 1.060,53

€ 152,64

Accessoires

o Crankaanpassingen

€ 56,71

€ 28,36

o Achteruitrijautomaat

€ 277,72

€ 138,86

o Eenhandige remgreep

€ 31,80

€ 15,90

o Hulpmotor

€ 2.091,38

€ 1.045,69

o Rugsteun met of zonder riem

€ 313,76

€ 156,88

o Spiegel

€ 28,62

€ 14,31

o Stokhouder

€ 78,44

€ 39,22

o Stuur in verschillende vormen

€ 167,48

€ 83,74

o Versnellingen

€ 119,25

€ 59,63

o Voetfixatie

€ 36,04

€ 18,02

o Zadel in verschillende vormen

€ 37,63

€ 18,82

6.2.K

Driewielfietsen klein model

€ 1.209,99

€ 605,00

€ 152,64

Accessoires

o Crankaanpassingen

€ 28,09

€ 14,05

o Achteruitrijautomaat

€ 390,61

€ 195,31

o Duwbeugel

€ 62,54

€ 31,27

o Opstapplaat

€ 23,85

€ 11,93

o Rugsteun met of zonder riem

€ 261,82

€ 130,91

o Stuur in verschillende vormen

€ 135,68

€ 67,84

o Voetfixatie

€ 25,44

€ 12,72

o Voetfixatie i.c.m. onderbeenfixatie

€ 167,48

€ 83,74

o Zadel in verschillende vormen

€ 40,81

€ 20,41

6.3.K

Driewielfietsen middelste model

€ 1.673,74

€ 836,87

€ 152,64

Accessoires

o Crankaanpassingen

€ 28,09

€ 14,05

o Achteruitrijautomaat

€ 390,61

€ 195,31

o Duwbeugel

€ 62,54

€ 31,27

o Eenhandige remgreep

€ 72,61

€ 36,31

o Hulpmotor

€ 2.160,28

€ 1.080,14

o Opstapplaat

€ 79,50

€ 39,75

o Rugsteun met of zonder riem

€ 246,98

€ 123,49

o Spiegel

€ 24,91

€ 12,46

o Stokhouder

€ 54,06

€ 27,03

o Stuur in verschillende vormen

€ 135,68

€ 67,84

o Voetfixatie

€ 25,44

€ 12,72

o Voetfixatie i.c.m. onderbeenfixatie

€ 167,48

€ 83,74

o Zadel in verschillende vormen

€ 40,81

€ 20,41

6.4.K

Driewielfietsen groot model

€ 1.800,94

€ 900,47

€ 152,64

Accessoires

o Crankaanpassingen

€ 62,54

€ 31,27

o Eenhandige remgreep

€ 72,61

€ 36,31

o Hulpmotor

€ 2.160,28

€ 1.080,14

o Opstapplaat

€ 79,50

€ 39,75

o Rugsteun met of zonder riem

€ 271,36

€ 135,68

o Spiegel

€ 24,91

€ 12,46

o Stokhouder

€ 60,95

€ 30,48

o Versnellingen

€ 244,86

€ 122,43

o Voetfixatie

€ 25,44

€ 12,72

o Voetfixatie i.c.m. onderbeenfixatie

€ 181,79

€ 90,90

o Achteruitijautomaat

€ 247,51

€ 123,76

7

Individuele aanpassingen

Douche/toilet

Abductieklos op maat, incl. bevestiging

€ 174,90

Rugleuning op maat, incl. bevestiging en neopreenbekleding

€ 174,90

of equivalent van neopreenbekleding

Zitting op maat, incl. bevestiging en neopreenbekleding

€ 143,10

of equivalent van neopreenbekleding

Rolstoel

Abductieklos op maat, incl. bevestiging

€ 174,90

Armlegger op maat, incl. bevestiging

€ 61,48

Hoofdsteun op maat, incl. bevestiging

€ 265,00

Pelotten op maat, incl. bevestiging

€ 371,00

Rugleuning op maat, incl. bevestiging

€ 174,90

Zitkussen op maat

€ 55,12

Zitplaat op maat, incl bevestiging t.b.v. anti-decubitus kussen

€ 121,90

Zitting op maat, incl. bevestiging

€ 143,10

Orthese

Abductieklos op maat, incl. bevestiging

€ 174,90

Armlegger op maat, incl. bevestiging

€ 61,48

Hoofdsteun op maat, incl. bevestiging

€ 265,00

Rugorthese, incl. bevestiging

€ 1.113,00

Zit-/rugorthese (eendelig)

€ 1.886,80

Zit-/rugorthese (tweedelig)

€ 1.886,80

Zitorthe, incl. bevestiging

€ 1.197,80

Werkblad

Werkblad op maat, incl. (eventuele) polstering en bevestiging

€ 312,70

Bijlage 10.a. Kernassortiment Vianen

Vanaf 1 januari 2012

Bijlage 11. Sportvoorziening

Het bedrag voor een sportvoorziening bedraagt de kostprijs, van de goedkoopst-adequate voorziening inclusief aanschaf en onderhoud (op basis van declaraties), maar is maximaal € 3.588.

Bijlage 12. Kernpakket van de leverancier Hartingbank

Apart bijgevoegd.

Bijlage 13. Bruikleenovereenkomst

Bruikleenovereenkomst ten behoeve van woon-, rolstoel en vervoersvoorzieningen

Overeenkomst van bruikleen

De ondergetekenden:

A.De gemeente Vianen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer W.G. Groeneweg, burgemeester van de gemeente Vianen en als zodanig de gemeente ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigende, hierna te noemen gemeente,

en

B., wonende te       , hierna te noemen: gebruiker

overwegen

dat gemeente bereid is aan gebruiker op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de gemeentelijke Verordening maatschappelijke ondersteuning Wmo gemeente Vianen tijdelijk een soort voorziening beschikbaar te stellen;

dat partijen deze overeenkomst onder na te noemen bepalingen wensen te sluiten;

komen het volgende overeen:

Artikel 1.   Beschikking

Op basis van de beschikking geeft gemeente met ingang van (datum) door (organisatie) aan gebruiker in bruikleen een soort voorziening van het (merk en type).

Artikel 2.   Aflevering

Gebruiker verklaart dat onder 1. genoemde voorziening in goede staat van onderhoud van gemeente in ontvangst te hebben genomen.

Artikel 3.   Verplichtingen gebruiker

Gebruiker verplicht zich:

  • 1.

    De voorziening niet aan een ander in gebruik af te staan of te verhuren;

  • 2.

    Goed voor de voorziening te zorgen om de normale duurzaamheid te waarborgen;

  • 3.

    Van de voorziening geen enkel ander gebruik te maken dan wat de aard van de voorziening meebrengt dan wel bij deze overeenkomst is bepaald;

  • 4.

    De voorziening niet in het buitenland te gebruiken;

  • 5.

    Eventuele boetes die voortkomen uit gebruik van de voorziening te voldoen;

  • 6.

    De voorschriften, zoals deze door de fabrikant zijn bijgeleverd met betrekking tot het gebruik, de bediening en het onderhoud stipt na te komen;

  • 7.

    Een door gemeente aangewezen (rechts)persoon in de gelegenheid te stellen de voorziening te controleren;

  • 8.

    Gemeente onmiddellijk in kennis te stellen, indien hij/zij de voorziening niet meer gebruikt.

  • 9.

    Gebruiker is niet gerechtigd zonder toestemming van gemeente wijzigingen of aanpassingen op de voorziening aan te brengen.

Artikel 4.   Onderhoud en reparaties

Gebruiker verplicht zich alle door gemeente noodzakelijk geachte onderhoudsbeurten en reparaties tijdig te laten verrichten. Kosten van onderhoud en reparaties zijn voor rekening van gemeente, voor zover deze niet gedekt worden door een verzekering of vallen binnen de garantietermijn.

De bepaling in bovenstaand lid geldt niet voor onderhoud en reparaties als gevolg van opzet, grove schuld of ernstige nalatigheid van gebruiker of van personen voor welke gebruiker aansprakelijk is.

Gebruiker verplicht zich de gemeente onmiddellijk te informeren over schade aan of defect van de voorziening evenals door gebruik van de voorziening aan derden toegebrachte schade.

Gebruiker verplicht zich voor onderhoud en reparatie aan de voorziening in principe naar de werkplaats van de door gemeente aangewezen leverancier te gaan. Indien gebruiker hiertoe niet in staat is, bestaat de mogelijkheid dat de (rechts)persoon de reparatie bij gebruiker thuis verricht dan wel de voorziening ophaalt voor reparatie in zijn werkplaats.

Artikel 5.   Teruggave

Gebruiker zal de hem/haar ter beschikking gestelde voorziening binnen drie werkdagen na een verzoek om teruggave van gemeente in dezelfde staat waarin de voorziening is aanvaard teruggeven. Bij de beoordeling van de staat van de voorziening blijven normale slijtage en veroudering buiten beschouwing.

Artikel 6.   Beëindiging

De overeenkomst wordt geacht beëindigd te zijn, in geval dat:

  • 1.

    gebruiker overlijdt;

  • 2.

    gemeente de in artikel 1 genoemde beschikking intrekt;

  • 3.

    gebruiker de in artikel 1 genoemde voorziening teruggeeft;

  • 4.

    vervanging noodzakelijk is geworden.

Ieder der partijen is gerechtigd deze overeenkomst door middel van een aangetekend schrijven buiten rechte te ontbinden, indien de andere partij ook na schriftelijke aanmaning stellende een redelijke termijn in gebreke blijft aan zijn verplichtingen uit deze overeenkomst te voldoen.

Artikel 7.   Aansprakelijkheid

Gemeente is niet aansprakelijk voor schade, veroorzaakt door onachtzaamheid of schuld van de gebruiker of door onjuist gebruik van de voorziening.

Bruikleenovereenkomst ten behoeve van bruikleenauto

Overeenkomst van bruikleen

De ondergetekenden:

A.De gemeente Vianen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer W.G. Groeneweg, burgemeester van de gemeente Vianen en als zodanig de gemeente ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigende, hierna te noemen gemeente,

en

B., wonende te       , hierna te noemen: gebruiker

overwegen

dat gemeente bereid is aan gebruiker op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de gemeentelijke Verordening maatschappelijke ondersteuning Wmo gemeente Vianen tijdelijk een soort voorziening beschikbaar te stellen;

dat partijen deze overeenkomst onder na te noemen bepalingen wensen te sluiten;

komen het volgende overeen:

Artikel 1.   Beschikking

Op basis van de beschikking geeft gemeente met ingang van (datum) door (organisatie) aan gebruiker in bruikleen een soort voorziening van het (merk en type).

Artikel 2.   Aflevering

Gebruiker verklaart dat onder 1. genoemde voorziening in goede staat van onderhoud van gemeente in ontvangst te hebben genomen.

Artikel 3.   Verplichtingen gebruiker

Gebruiker verplicht zich:

  • 1.

    De voorziening niet aan een ander in gebruik af te staan of te verhuren; 2. Goed voor de voorziening te zorgen om de normale duurzaamheid te waarborgen;

  • 3.

    Van de voorziening geen enkel ander gebruik te maken dan wat de aard van de voorziening meebrengt dan wel bij deze overeenkomst is bepaald;

  • 4.

    De voorziening niet in het buitenland te gebruiken;

  • 5.

    Eventuele boetes die voortkomen uit gebruik van de voorziening te voldoen;

  • 6.

    De voorschriften, zoals deze door de fabrikant zijn bijgeleverd met betrekking tot het gebruik, de bediening en het onderhoud stipt na te komen;

  • 7.

    Een door gemeente aangewezen (rechts)persoon in de gelegenheid te stellen de voorziening te controleren;

  • 8.

    Gemeente onmiddellijk in kennis te stellen, indien hij/zij de voorziening niet meer gebruikt. 9. Gebruiker is niet gerechtigd zonder toestemming van gemeente wijzigingen of

aanpassingen in de voorziening aan te brengen.

Artikel 4.   Onderhoud en reparaties

Gebruiker verplicht zich alle door gemeente noodzakelijk geachte onderhoudsbeurten en reparaties tijdig te laten verrichten.

Kosten van onderhoud en reparaties zijn voor rekening van gemeente:

met in achtneming van het “normbedrag reparaties vervoersvoorzieningen – eigen bijdrage c.q. risico bedragen” zoals opgenomen in de UWV normbedragen;

voor zover deze niet gedekt worden door een verzekering of vallen binnen de garantietermijn.

De bepaling in bovenstaand lid geldt niet voor onderhoud en reparaties als gevolg van opzet, grove schuld of ernstige nalatigheid van gebruiker of van personen voor wie gebruiker aansprakelijk is.

Gebruiker verplicht zich de gemeente onmiddellijk te informeren over schade aan of defect van de voorziening alsmede door gebruik van de voorziening aan derden toegebrachte schade.

Artikel 5.   Teruggave

Gebruiker zal de hem/haar ter beschikking gestelde voorziening binnen drie werkdagen na een verzoek om teruggave van gemeente in dezelfde staat waarin de voorziening is aanvaard teruggeven. Bij de beoordeling van de staat van de voorziening blijven normale slijtage en veroudering buiten beschouwing.

Artikel 6.   Beëindiging

De overeenkomst wordt geacht beëindigd te zijn, in geval dat:

  • 1.

    gebruiker overlijdt;

  • 2.

    gemeente de in artikel 1 genoemde beschikking intrekt;

  • 3.

    gebruiker de in artikel 1 genoemde voorziening teruggeeft;

  • 4.

    vervanging noodzakelijk is geworden.

Ieder der partijen is gerechtigd deze overeenkomst door middel van een aangetekend schrijven buiten rechte te ontbinden, indien de andere partij ook na schriftelijke aanmaning stellende een redelijke termijn in gebreke blijft aan zijn verplichtingen uit deze overeenkomst te voldoen.

Artikel 7.   Aansprakelijkheid

Gemeente is niet aansprakelijk voor schade, veroorzaakt door onachtzaamheid of schuld van de gebruiker of door onjuist gebruik van de voorziening.