Regeling vervallen per 01-01-2021

Geluidsnota 2011-2016

Geldend van 06-09-2011 t/m 31-12-2020

Intitulé

Geluidsnota 2011-2016

Gemeente Vianen

Milieudienst Zuidoost-Utrecht 22 juni 2011VIA1104.S002/ 16208  

opgesteld door G. Verhoofstad

beoordeeld door B. Karnebeek

Inhoudsopgave

SAMENVATTING

 

1.           Verantwoording. 6

1.1                Opbouw nota. 6

2.           Inleiding en algemene uitgangspunten. 7

2.1                Doelstellingen geluidsnota. 7

2.2                Gezondheid en geluidshinder 8

2.3                Geluidshinder en geluidsniveaus. 8

2.4                Afbakening geluidsthema’s binnen gemeentelijk beleid. 9

2.5                Geluidsgevoelige bestemmingen. 10

2.6                Algemene principes ter beperking van geluidshinder 11

2.6.1         Bron-overdracht-ontvanger (Wet geluidhinder) 11

2.6.2         Beste Beschikbare Technieken (BBT; Wet milieubeheer) 12

3.           Thema wegverkeer. 13

3.1                Wettelijk kader 13

3.2                Huidige situatie. 13

3.3                Ontwikkelingen. 17

3.4                Gewenste situatie. 20

3.5                Mogelijkheden. 21

3.6                Beleidsuitspraken en activiteiten. 23

4.           Thema bedrijven. 25

4.1                Wettelijk kader 25

4.2                Huidige situatie. 26

4.3                Ontwikkelingen. 28

4.4                Gewenste situatie. 30

4.5                Mogelijkheden. 30

4.6                Beleidsuitspraken en activiteiten. 31

5.           Thema Algemene Plaatselijke Verordening (APV) 32

5.1                Wettelijk kader 32

5.2                Huidige situatie. 32

5.2.1         Bedrijfsmatige incidentele festiviteiten. 32

5.2.2         Evenementen. 33

5.2.3         Incidentele festiviteiten met een meer besloten karakter 33

5.2.4         Installaties of activiteiten (niet Wm) die geluidshinder veroorzaken. 33

5.2.5         Hinder of schade van het houden van dieren. 34

5.3                Ontwikkelingen. 34

5.4                Gewenste situatie en mogelijkheden. 34

5.5                Beleidsuitspraken en activiteiten. 35

6.           Overige thema’s. 36

6.1                Brommers en scooters. 36

6.2                Scheepvaart 36

6.3                Vergunningverlening en handhaving bouwplannen. 38

6.4                Planontwikkeling met gemengde functies. 40

6.4.1         Wonen boven of naast winkels, cafés, scholen of parkeergarages. 40

6.4.2         Bevoorrading en koeling- en luchtbehandelinginstallaties (winkel)bedrijven. 41

6.4.3         Wonen nabij scholen, naschoolse opvang en kinderdagverblijven. 42

6.5                Activiteiten vanwege sloop, nieuwbouw en verbouw (bouwlawaai) 42

6.6                Stiltegebieden. 44

6.7                Luchtvaart 45

6.8                Klachten algemeen. 46

7.           Organisatie. 47

7.1                Verankering onderwerp geluid binnen gemeentelijke organisatie. 47

7.1.1         Milieujaarprogramma. 47

7.1.2         Uitvoering wettelijke geluidstaken binnen gemeentelijke afdelingen. 48

7.1.3         Uitvoeringsbeleid: Beleidsregel hogere waarden Wgh. 49

7.1.4         Uitvoeringsbeleid: Beleidsregel AMvB-bedrijven. 51

7.2                Communicatie gemeentelijk geluidsbeleid. 51

BIJLAGE 1.           Geluid, gezondheid en geluidshinder 53

BIJLAGE 1.1         Informatie geluid en gezondheid (RIVM en CBS) 53

BIJLAGE 1.2         Relatie tussen geluidshinder en geluidsniveaus (POLKA) 58

BIJLAGE 2.           Juridisch kader 60

BIJLAGE 3.           (Akoestische) begrippen, afkortingen en websites van organisaties. 62

BIJLAGE 4.           Stille(re) wegdekken. 65

BIJLAGE 5.           Gezoneerd Industrieterrein De Biezen-De Hagen. 67

BIJLAGE 6.           Bepalingen uit de Algemene Plaatselijke Verordening Vianen 2010. 69

BIJLAGE 7.           Geluidsnormeringskaart voor bedrijven. 73

BIJLAGE 8.           Geluidsberekeningen wegverkeer en geluidscontourenkaarten. 76

BIJLAGE 9.           Beleidsuitspraken en bijbehorende activiteiten. 80

Samenvatting

Inleiding

Ons leven speelt zich af in een wereld vol geluiden en zonder deze geluiden is het leven zelfs moeilijk voorstelbaar. Hogere geluidsniveaus hebben vaak een negatieve uitwerking op de kwaliteit van de leefomgeving en op de gezondheid van de mens. De gemeente zet zich daarom in om de aanwezigheid van geluid in de leefomgeving te reguleren.

 

In de gemeente Vianen zijn diverse geluidsbronnen aanwezig, zoals wegverkeer, bedrijfsmatige activiteiten, festiviteiten en scheepvaart.

 

Aanleiding en doelen

De gemeente onderkent de noodzaak om gemeentelijk geluidsbeleid op te stellen. De nota is bedoeld voor alle betrokkenen; dit zijn de gemeentelijke afdelingen, het bestuur, de inwoners, de bedrijven, initiatiefnemers voor ruimtelijke plannen en externe organisaties.

 

Met deze geluidsnota wil de gemeente een aantal doelen bereiken:

  • een leesbare en samenhangende visie vastleggen over de wijze waarop de gemeente met haar wettelijke taken wil omgaan;

  • zorgvuldig en transparant omgaan met gemeentelijke keuzen om daar waar beleidsruimte is, de geluidshinder binnen de gemeente te voorkomen of te beperken;

  • het onderwerp geluid actief betrekken bij het maken van integrale verkeerskundige en stedenbouwkundige afwegingen;

  • de uitvoering van het geluidsbeleid vertalen naar activiteiten binnen de jaarlijkse gemeentelijke milieuprogramma’s en begrotingen.

 

De geluidsnota fungeert als beoordelingskader voor het vaststellen van ruimtelijke plannen en verkeersplannen, het reguleren van bedrijfsmatige activiteiten en het verlenen van omgevingsvergunningen en ontheffingen van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).

 

Opbouw geluidsnota

In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op algemene uitgangspunten, zoals het algemene wettelijke beginsel voor het treffen van geluidsreducerende maatregelen: eerst aan de bron, daarna in de overdracht en als laatste aan (de gevels van) woningen.

 

In de hoofdstukken 3 t/m 5 komen de volgende geluidsthema’s aan bod: wegverkeer, bedrijven en APV. De hoofdstukken hebben een vaste opbouw: een beschrijving van het wettelijke kader, de bestaande situatie, de ontwikkelingen, de gewenste situatie en de mogelijkheden. Ter afsluiting zijn beleidsuitspraken geformuleerd waaraan, ter concretisering, activiteiten zijn gekoppeld.

 

Hoofdstuk 6 gaat in op overige relevante geluidsthema’s zoals brommers, scheepvaart, bouwplannen en bouwactiviteiten, stiltegebieden en luchtvaart. In hoofdstuk 7 komt het inbedden van het geluidsbeleid binnen de gemeentelijke organisatie aan de orde.

 

Thema’s geluidsnota (kort)

In de geluidsnota is per geluidsthema aangegeven hoe de gemeente hiermee omgaat.

 

Wegverkeer:

  • de gemeente brengt 2-jaarlijks de geluidssituatie vanwege wegverkeer in beeld;

  • in het gemeentelijk verkeersbeleid en bij ruimtelijke ontwikkelingen langs wegen houdt de gemeente uitdrukkelijk rekening met de effecten van en op de geluidssituatie;

  • de gemeente past op de doorgaande gemeentelijke wegen volgens het wegbeheerprogramma stille(re) wegdekken toe;

  • de gemeente volgt de ontwikkelingen rond de rijkswegen A2 en A27 nauwlettend en toetst de door het Rijk vast te stellen wettelijke geluidproductieplafonds voor deze wegen.

 

Bedrijven:

Voor de meeste bedrijven in de gemeente gelden algemene geluidsnormen uit de Wet milieubeheer. Om niet meer geluid toe te staan dan nodig heeft de gemeente in 2003 de beleidsregel AMvB-bedrijven opgesteld.

 

De gemeente actualiseert haar bestaande uitvoeringsbeleid voor AMvB-bedrijven. Indien de wetgeving het toestaat zal de gemeente in navolging van een aangekondigde landelijke modelverordening in 2011/12, een gemeentelijke verordening AMvB-bedrijven opstellen. Deze verordening zal de voornoemde beleidsregel vervangen.

 

Zowel voor de geactualiseerde beleidsregel als voor een verordening heeft de gemeente een geluidsnormeringskaart voor bedrijven opgesteld. De kaart geeft aan waar en welke geluidsnormering voor een bedrijf van toepassing is. De kaart geldt voor zowel bestaande als nieuwe bedrijven.

 

De gemeente voert voor het bedrijventerrein De Biezen-De Hagen actief zonebeheer uit om de niet gebruikte geluidsruimte in te zetten voor het verhogen van de dynamiek van het bedrijventerrein.

 

APV:

In de geluidsnota en Algemene Plaatselijke Verordening (APV) zijn bepalingen opgenomen die niet specifiek in de Wet milieubeheer zijn geregeld, zoals geluid van festiviteiten, onversterkte muziek, festiviteiten van (horeca)bedrijven en overige geluiden van installaties of activiteiten die niet door de wetgeving is gereguleerd. Bij het wijzigen van de APV houdt de gemeente de geluidsbepalingen actueel en adequaat.

 

Scheepvaartlawaai:

De gemeente volgt de ontwikkelingen in de scheepvaart binnen de gemeente. Bij ruimtelijke ontwikkelingen direct langs de vaarwegen neemt zij het onderwerp scheepvaart op in een ruimtelijke onderbouwing.

 

Overige thema’s:

  • Op plaatsen waar wonen en werken is gecombineerd, zoals woningen boven of naast cafés, scholen, winkels of parkeergarages, kan geluidsoverlast optreden. Ook als voldaan wordt aan wettelijke vereisten. Dit kan bijvoorbeeld optreden bij de bevoorrading van (winkel)bedrijven of tijdens nachtelijke activiteiten. Bij nieuw te ontwikkelen situaties gaat de gemeente in overleg met initiatiefnemers en probeert met hen hierover concrete afspraken te maken.

  • Als gevolg van bouwwerkzaamheden kan geluidshinder ontstaan voor omwonenden. De gemeente kan, als het bouwproces daar aanleiding toe geeft, voorwaarden stellen om geluidshinder te beperken.

 

Inbedding gemeentelijke organisatie

Jaarlijks stelt de gemeente een milieuprogramma op met uit te voeren activiteiten. De in deze geluidsnota beschreven activiteiten zullen binnen het milieuprogramma worden uitgevoerd.

 

De gemeente past het geluidsbeleid ook toe in haar uitvoeringsbeleid: de ‘Beleidsregel hogere waarden Wgh, gemeente Vianen’. Het college van burgemeester en wethouders heeft dit uitvoeringsbeleid in 2008 vastgesteld. Daarnaast heeft de gemeente de Beleidsregel AMvB-bedrijven in 2003 vastgesteld. Deze moet worden geactualiseerd of vervangen door een gemeentelijke verordening.

 

Communicatie

De geluidsnota, het uitvoeringsbeleid en de gemaakte geluidskaarten zijn beschikbaar via de website van de gemeente en van de Milieudienst.

1 Verantwoording

De geluidsnota Vianen 2011-2016 is een weergave van het gemeentelijk geluidsbeleid. De geluidsnota is opgesteld in samenwerking met medewerkers van de gemeentelijke afdelingen die betrokken zijn bij de uitvoering van het geluidsbeleid. De Milieudienst Zuidoost-Utrecht (Milieudienst) is hierbij als een gemeentelijke afdeling beschouwd, omdat zij de meeste wettelijke milieutaken uitvoert namens het college van burgemeester en wethouders.

 

De foto’s in deze nota zijn gedownload van de websites van de gemeente en van Google (Maps & Earth).

1.1 Opbouw nota

In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de doelstellingen van de geluidsnota en enkele algemene uitgangspunten. In de hoofdstukken 3 t/m 5 komen de voor de gemeente relevante geluidsthema’s één voor één aan de orde. Aan de hand van het wettelijke kader, de huidige situatie, de ontwikkelingen, de gewenste situatie en de mogelijkheden, zijn beleidsuitspraken geformuleerd. Aan de beleidsuitspraken zijn ter concretisering activiteiten gekoppeld.

Hoofdstuk 3 behandelt het wegverkeer, hoofdstuk 4 de activiteiten van bedrijven, hoofdstuk 5 de Algemene Plaatselijke Verordening en hoofdstuk 6 gaat in op overige geluidsthema’s. In hoofdstuk 7 komt het neerzetten van het geluidsbeleid binnen de gemeente aan de orde.

Deze geluidsnota bevat negen bijlagen. De inhoudsopgave geeft overzicht over de inhoud van de bijlagen. In de nota wordt regelmatig verwezen naar websites van organisaties; deze zijn te vinden in bijlage 3. Deze bijlage bevat ook een overzicht van de in deze geluidsnota gebruikte (akoestische) begrippen en afkortingen. In de laatste bijlage zijn alle beleidsuitspraken met bijbehorende activiteiten opgenomen.

2 Inleiding en algemene uitgangspunten

Geluid is een belangrijk onderdeel van de kwaliteit van de leefomgeving. Ons leven speelt zich af in een wereld vol geluiden en zonder geluid is het leven zelfs moeilijk voorstelbaar. Hogere geluidsniveaus hebben een negatieve uitwerking op de kwaliteit van de leefomgeving en op de gezondheid van de mens.

Het Rijk stelt algemene wettelijke kaders1 ter bestrijding van geluidshinder. De wettelijke taken worden waar dat mogelijk is decentraal uitgevoerd. Hiertoe worden de wettelijke kaders met regelmaat aangepast en krijgt de gemeente meer mogelijkheden voor lokaal (geluids)beleid.

De gemeente vindt de kwaliteit van de leefomgeving en de gezondheid van mensen belangrijk en zet zich daarom in om de aanwezigheid van geluid in de leefomgeving te reguleren. In deze geluidsnota geeft de gemeente inzicht op welke wijze zij voor het aspect geluid de wettelijke kaders toepast en hoe zij met haar verantwoordelijkheden omgaat.

De nota is bedoeld voor alle betrokkenen: gemeentelijke afdelingen, het bestuur, inwoners, bedrijven, initiatiefnemers voor ruimtelijke plannen en externe organisaties.

In gemeente Vianen zijn diverse geluidsbronnen aanwezig, zoals wegverkeer, bedrijfsmatige activiteiten, scheepvaart, evenementen en festiviteiten. Paragraaf § 2.4 gaat in op geluidsthema’s die in deze nota worden behandeld.

Naast geluid zijn andere milieuaspecten onderdeel van de kwaliteit van de leefomgeving. Samen met de geluidsnota heeft de gemeente voor de aspecten luchtkwaliteit en bodemkwaliteit aparte beleidsnotities opgesteld. Voor ruimtelijke ontwikkelingen heeft de gemeente in 2010 een handreiking Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling opgesteld.

1 Bijlage 2 bevat een overzicht van de wettelijke kaders

2.1 Doelstellingen geluidsnota

Met de geluidsnota wil de gemeente een leesbare, samenhangende visie neerleggen over de wijze waarop de gemeente met haar wettelijke taken voor het aspect geluid wil omgaan. Zij concentreert zich op de wettelijke verplichtingen. Daar waar de gemeente beleidsruimte heeft, gaat ze zorgvuldig en transparant om met haar keuzen om de geluidshinder binnen de gemeente te voorkomen of te beperken.

De geluidsnota en het bijbehorende uitvoeringsbeleid fungeren als beoordelingskader voor het vaststellen van ruimtelijke plannen, verkeersplannen, het reguleren van bedrijfsmatige activiteiten, het verlenen van omgevingsvergunningen en ontheffingen van de Algemene Plaatselijke Verordening. De gemeente wil het aspect geluid actief betrekken bij het maken van integrale verkeerskundige en stedenbouwkundige afwegingen. Daarbij hanteert zij het principe van ‘werk met werk maken’. Zo zal het aanbrengen van stil asfalt voornamelijk plaatsvinden bij het groot onderhoud van een weg.

De gemeente wil haar geluidsbeleid zo concreet mogelijk formuleren. De uitvoering van het beleid wordt vertaald naar activiteiten waarvoor jaarlijks ruimte wordt gereserveerd binnen het gemeentelijke milieuprogramma en de bijbehorende begroting.

Puntsgewijs samengevat zijn de doelstellingen van de geluidsnota:

  • -

    een leesbare en samenhangende visie vastleggen over de wijze waarop de gemeente met haar wettelijke taken wil omgaan;

  • -

    zorgvuldig en transparant omgaan met gemeentelijke keuzen om daar waar beleidsruimte is, de geluidshinder binnen de gemeente te voorkomen of te beperken;

  • -

    het onderwerp geluid actief betrekken bij het maken van integrale verkeerskundige en stedenbouwkundige afwegingen;

  • -

    de uitvoering van het geluidsbeleid vertalen naar activiteiten binnen de jaarlijkse gemeentelijke milieuprogramma’s en begrotingen.

2.2 Gezondheid en geluidshinder

Geluid is aanwezig in ieders leefomgeving en ieder persoon ervaart geluid op een andere manier. Zo kan de één genieten van een avond dansen in een kroeg, terwijl hetzelfde geluid voor de ander een aanslag op het gehoor betekent of een bron van ergernis is.

Geluid kan bij hoge geluidsniveaus direct gehoorschade veroorzaken en bij minder hoge geluidsniveaus indirect leiden tot een verhoogde bloeddruk en hart- en vaatziekten. Geluidshinder veroorzaakt slaapverstoring, stress, ergernis en kan leiden tot een verminderd prestatievermogen.

Geluidshinder is een hardnekkig probleem. De economische groei en de toename van de bevolking is de laatste tientallen jaren gepaard gegaan met toenemende geluidshinder. Bronnen van geluidshinder zijn onder meer wegverkeer, railverkeer, luchtvaart, activiteiten van bedrijven, horeca, recreatie en buren.

Uit landelijke onderzoeken2 blijkt dat wegverkeer de meeste geluidshinder veroorzaakt. Vooral bromfietsen staan op de eerste plaats in de top tien van meest hinderlijke geluidsbronnen. Op de tweede en derde plaats volgen motoren en vrachtauto’s.

Na wegverkeer veroorzaken geluiden van buren en luchtvaart de meeste hinder. Geluidsoverlast van brommers en geluiden van buren zijn de belangrijkste bronnen van slaapverstoring.

2 Zie de informatie van RIVM over geluid en gezondheid in bijlage 1.1.

2.3 Geluidshinder en geluidsniveaus

Het ondervinden van geluidshinder heeft te maken met het aanwezige geluidsniveau. Een algemeen verband tussen geluidshinder en geluidsniveaus is beschreven in de huidige, van kracht zijnde, wettelijke ‘Regeling omgevingslawaai’; zie onderstaande figuur 2a en bijlage 1.2.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2a: Verband tussen geluidshinder en geluidsniveauklassen (bron: Regeling omgevingslawaai 2004)

De figuur laat zien dat verschillende soorten geluidsbronnen niet als even hinderlijk ervaren worden.

Uit de figuur blijkt dat bij lage(re) geluidsniveaus er nog steeds sprake kan zijn van geluidshinder.

Bij hoge(re) geluidsniveaus wordt niet altijd geluidshinder ondervonden. Zo ondervindt 46% van de mensen geen geluidshinder bij een Lden van 70-74 dB vanwege wegverkeer.

Als indicatie van geluidshinder onderzoekt de gemeente gebieden met de volgende geluidsniveaus bij woningen:

  • -

    vanwege wegverkeer: Lden = 55 dB (aansluiting met Europese Richtlijn omgevingslawaai);

  • -

    vanwege bedrijventerrein: Letm = 50 dB(A) (vanwege bedrijventerrein De Biezen-De Hagen enGaasperwaard);

Bij actualisatie van de gemeentelijke rekenmodellen worden de percentages geluidsgehinderden in beeld gebracht en toegelicht in een verslag.

2.4 Afbakening geluidsthema’s binnen gemeentelijk beleid

Het gemeentelijk geluidsbeleid bevat niet alle bestaande geluidsthema’s. De keuze voor de thema’s hangt samen met de vraag of het noodzakelijk of wenselijk is om voor bepaalde thema’s beleid te ontwikkelen.

Op grond van de geluidssituatie in de gemeente is ervoor gekozen de volgende geluidsthema’s in de geluidsnota te behandelen:

  • -

    wegverkeer;

  • -

    activiteiten van bedrijven waaronder horeca;

  • -

    activiteiten zoals festiviteiten/evenementen of installaties zoals koelunits waarvoor de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van toepassing is;

  • -

    brommers en scooters;

  • -

    activiteiten die geluidshinder kunnen veroorzaken bij het wonen boven of naast winkels, horeca of scholen, zoals laden en lossen of koeling- en luchtbehandelinginstallaties;

  • -

    activiteiten bij nieuwbouw en renovatie;

  • -

    burengeluiden, indien de activiteiten of installaties binnen het toepassingsgebied van de APV vallen;

  • -

    luchtvaart (ballonvaart en helikoptervluchten).

De volgende onderwerpen (met wettelijk toetsingskader) worden niet in deze nota behandeld:

  • -

    lawaai op de arbeidsplaats (Arbeidsomstandighedenwet);

  • -

    ‘piek’geluiden vanwege wegverkeer zoals de claxon van een auto (geen wettelijk toetsingskader);

  • -

    ‘piek’geluiden vanwege activiteiten van bedrijven, zoals het lossen van pallets (Wet milieubeheer);

  • -

    laagfrequent geluid en trillingshinder (Wet milieubeheer, Wet ruimtelijke ordening: binnen het begrip goede ruimtelijke ordening);

  • -

    railverkeer (Wet geluidhinder);

  • -

    luchtvaart (Wet luchtvaart);

  • -

    burengeluiden, indien de activiteiten of installaties buiten het toepassingsgebied van de APV vallen (Burgerlijk Wetboek; zie ook de informatie in de Handreiking Burenlawaai van VROM uit 2005).

2.5 Geluidsgevoelige bestemmingen

Naast afbakening van de geluidsthema’s is het belangrijk om te bepalen welke bestemmingen binnen het geluidsbeleid moeten worden beschermd.

De volgende geluidsgevoelige bestemmingen zijn beschermd en als volgt omschreven binnen de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer:

  • -

    woningen;

  • -

    onderwijsgebouwen;

  • -

    ziekenhuizen en verpleeghuizen;

  • -

    ‘andere gezondheidszorggebouwen’, zoals verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, medische centra, poliklinieken en medische kleuterdagverblijven;

  • -

    woonwagenstandplaatsen;

  • -

    terreinen behorende bij ‘andere gezondheidszorggebouwen’;

  • -

    natuurbeschermingsgebieden, zoals stiltegebieden (provinciaal beleid; zie § 6.6).

Alle bestemmingen die buiten bovenstaande omschrijvingen vallen, zijn niet direct beschermd tegen geluidshinder. Bij onduidelijkheid of een bestemming past binnen een omschrijving, is een goede motivering van belang.

De gemeente vindt dat kinderen in de kinderopvang, de peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang beschermd moeten worden tegen geluidshinder. Dit geldt voor de verblijfsruimten binnen de gebouwen.

De gemeente houdt bij tijdelijke bouwwerken rekening met het geluidsniveau in geluidsgevoelige vertrekken. Zij hanteert de voorschriften in het Bouwbesluit voor niet-tijdelijke bouwwerken; hiervan kan, binnen de wettelijke aangegeven grenzen, gemotiveerd worden afgeweken.

De gemeente is van mening dat recreërende mensen moeten kunnen genieten van een leefomgeving zonder geluidshinder en besteedt dus aandacht aan het onderwerp geluid bij planontwikkelingen met of nabij recreatiebestemmingen, zoals een camping, passanten- en jachthaven.

2.6 Algemene principes ter beperking van geluidshinder

Deze paragraaf behandelt twee algemene (wettelijke) principes die van toepassing zijn op het verminderen van geluidshinder.

2.6.1 Bron-overdracht-ontvanger (Wet geluidhinder)

Met een goede ruimtelijke ordening kan een goede kwaliteit van de leefomgeving worden bereikt. Zo kunnen geluidsknelpunten worden voorkómen als er voldoende afstand wordt gehouden tussen de geluidsbron en de ontvanger.

Dit is meestal niet mogelijk omdat de beschikbare ruimte voor een nieuwe ontwikkeling doorgaans beperkt is. Om dan te komen tot een goede (akoestische) leefomgeving hanteert de gemeente het in de Wet geluidhinder toegepaste principe van bron-overdracht-ontvanger:

  • -

    bij het nemen van maatregelen tegen geluidshinder ligt de prioriteit bij maatregelen aan de bron, zoals het toepassen van stil asfalt;

  • -

    als bronmaatregelen worden toegepast en deze onvoldoende effect hebben of als er redenen zijn om geen bronmaatregelen toe te passen, dan overweegt de gemeente overdrachtsmaatregelen, zoals het plaatsen van wallen of schermen;

  • -

    indien zowel bron- als overdrachtsmaatregelen onvoldoende effectief blijken of als er redenen zijn om deze niet toe te passen, dan komen maatregelen bij de ontvanger in aanmerking, zoals het aanbrengen van geluidsisolatie in gevels.

De gedachte achter dit principe is dat een zo klein mogelijk gebied aan een hoog geluidsniveau wordt blootgesteld. Hierdoor wordt de overige leefomgeving rond de geluidsbron zoveel mogelijk beschermd.

Vanaf de start van een planproces dient de geluidssituatie in beeld te worden gebracht zodat er een zorgvuldige afweging kan plaatsvinden welke maatregelen tegen geluidshinder getroffen worden.

Bronmaatregelen (fase: planvorming)

Maatregelen aan de bron kunnen op verschillende wijzen tot stand komen:

  • -

    gebruik maken van bronnen die minder geluid uitstralen, zoals stillere (vracht)wagens of een grotere ventilator met een lager toerental;

  • -

    aanpassen van het gebruik van de bron, zoals het uitzetten van een airconditioning in de avond- en nachtperiode. Ook kan een wegbeheerder de maximumsnelheid van een weg verlagen of (vracht)wagens weren;

  • -

    de uitstraling van de bron verminderen, zoals het toepassen van stille wegdekken, het gebruik van stille banden onder wagens, het omkasten van een koelinstallatie.

Overdrachtsmaatregelen (fase: planvorming)

Het vergroten van de afstand tussen een weg en een geluidsgevoelige bestemming is een overdrachtsmaatregel.

Ook het afschermen van geluidsgevoelige bestemmingen door een geluidscherm, geluidswal of een niet geluidsgevoelige bestemming zoals een kantoor is een overdrachtsmaatregel. De ruimtelijke inpasbaarheid van een geluidsscherm of -wal kan soms problemen geven vanwege het (af)gesloten karakter van de afscherming. Overigens zijn er steeds meer mogelijkheden om overdrachtsmaatregelen beter en mooier in de omgeving in te passen.

Maatregelen bij ontvanger/akoestische compensatie (fase: uitwerking plan)

De nadelen van een hoog geluidsniveau kunnen voor een deel worden gecompenseerd door het treffen van maatregelen bij, of in de buurt van de ontvanger. Dit maakt de situatie minder hinderlijk. Deze maatregelen kunnen akoestisch van aard zijn, maar dat hoeft niet.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2b: Akoestische compensatie (bron: L. Doorduijn - DHV)

Maatregelen van akoestische aard zijn bijvoorbeeld het toepassen van geluidsisolatie. Bij nieuwbouw kan de indeling van een woning worden aangepast zodat de woon- en slaapkamers aan de rustige zijde zijn gelegen; ook kan de tuin aan de rustige zijde worden gesitueerd.

In figuur 2b is het principe van akoestische compensatie weergegeven.

Maatregelen van niet-akoestische aard zijn bijvoorbeeld: veel groen in de nabije omgeving, een woonomgeving met veel winkels, goede bereikbaarheid per openbaar vervoer of de aanwezigheid van speelvoorzieningen dichtbij. De beleving van de (onveranderde) geluidssituatie verandert hierdoor in positieve zin. Omdat ieder mens de geluidssituatie anders ervaart, gaat de gemeente in de beoordeling van een ruimtelijke ontwikkeling terughoudend om met het mogelijke effect van niet-akoestische factoren.

Het toepassen van gevelisolatie is binnen stedelijke ontwikkeling en bouwplannen de meest voorkomende maatregel die bij de ontvanger wordt getroffen. Deze maatregel waarborgt een prettig woonklimaat in de woning. De gevelisolatie werkt alleen als ramen en deuren gesloten blijven. Voor geluidsisolatie wordt vaak speciale beglazing toegepast. Voor ventilatie wordt vaak gebruik gemaakt van geluidsdempende ventilatieroosters (suskasten) of van een mechanisch gebalanceerd ventilatiesysteem.

2.6.2 Beste Beschikbare Technieken (BBT; Wet milieubeheer)

Volgens de Wet milieubeheer (Wm) mag van ieder bedrijf een basisniveau aan voorzieningen worden verwacht. Bij het stellen van eisen wordt er daarom van uitgegaan dat de voor het bedrijf in aanmerking komende Beste Beschikbare Technieken (BBT) worden toegepast. Het bedrijf mag niet meer geluid produceren dan nodig. Als basisniveau wordt de toepassing van de BBT bedoeld die voor ieder bedrijf in de betreffende branche gebruikelijk zijn en dus betaalbaar worden geacht.

In de praktijk betekent dit dat bedrijven die maatregelen volgens de BBT hebben getroffen, meestal voldoen aan de gestelde geluidsnormen en daardoor meestal niet onnodig veel lawaai maken.

3. Thema wegverkeer

3.1 Wettelijk kader

De Wet geluidhinder (Wgh) is het wettelijk kader voor geluiden vanwege gemotoriseerd verkeer op de weginfrastructuur. De Wgh richt zich vooral op het voorkómen of beperken van geluidshinder bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, de aanleg of wijziging van de weginfrastructuur en het saneren van bestaande woningen met hoge geluidsniveaus.

De Wgh stelt voorkeurswaarden en maximale waarden voor geluidsniveaus op gevels of terreingrenzen van geluidsgevoelige bestemmingen; zie § 2.5. De gemeente kan bij een nieuwe ontwikkeling met geluidsniveaus die hoger zijn dan de voorkeurswaarde, ontheffing verlenen tot wettelijk vastgelegde maximumwaarden. Om deze wettelijke taak transparant en zorgvuldig uit te voeren, heeft het college in 2008 de ‘Beleidsregel hogere waarden Wgh, gemeente Vianen’ vastgesteld. Paragraaf 7.1.3 gaat hier nader op in.

Het geluidsniveau vanwege wegverkeer wordt uitgedrukt in een gemiddelde dagwaarde Lden in decibel (dB); zie de begrippenlijst in bijlage 3. De (hogere) geluidsniveaus vanwege passerende auto’s worden binnen de Wgh en het gemeentelijk geluidsbeleid niet afzonderlijk beschouwd. Het geluid van parkerende auto’s of piekgeluiden van bijvoorbeeld dichtslaande portiers worden in de Wgh niet gereguleerd.

3.2 Huidige situatie

Wegverkeer

Binnen het grondgebied van de gemeente worden de geluidsniveaus voor een groot deel bepaald door de rijkswegen A2 en A27 en in mindere mate door de provinciale en diverse drukkere gemeentelijke wegen; tabel 3a geeft een overzicht van deze wegen.

Omschrijving weg

Beheerder

A2

Utrecht - ’s Hertogenbosch

Rijkswaterstaat

A27

Utrecht - Breda

N484

Provincialeweg (Zijderveld)

Provincie

Route

Noordelijk deel Lexmondsestraatweg, Bentz-Berg, Prins Bernhardstraat, Aimé Bonnastraat, (Jan Blankenweg), Hagenweg

Gemeente

(woongebied)

Route

Helsdingse Achterweg, Burg. Jhr. Hoeufftlaan

Route

Langeweg, Clarissenhof

Overig

Het Slyk;

Route

Stuartweg, De Limiet (bedrijventerrein)

Gemeente

Route

Lange Dreef, Hoefslag (nieuwe weg langs Gaasperwaard)

(niet woongebied)

Overig

Westelijke Parallelweg

Overig

Zuidelijk deel Lexmondsestraatweg; Graaf Huibertlaan en doorgaande wegen in het buitengebied

Waterschap Rivierenland

Tabel 3a: Overzicht (niet uitputtend) van wegen met een hoge(re) geluidsuitstraling

Elke wegbeheerder is verantwoordelijk voor haar eigen wegen.

Akoestisch rekenmodel

De gemeente heeft een akoestisch rekenmodel voor wegverkeer met de peiljaren 2010 en 2020 opgesteld; zie bijlage 8. Het rekenmodel wordt gebruikt voor de advisering over verkeersplannen, ruimtelijke plannen, bouwplantoetsing en voor de inventarisatie van de geluidshinder.

Met het rekenmodel is voor het peiljaar 2010 een geluidscontourenkaart voor wegverkeer opgesteld; zie figuur 3a.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 3a: Geluidscontouren vanwege wegverkeerslawaai 2010 (bron: Milieudienst ZOU, oktober 2010)

Waar de invloed van het verkeer ontbreekt of minder op de voorgrond treedt, is sprake van relatief weinig omgevingsgeluid. Op de geluidscontourenkaart zijn dit de donkergroene en lichtgroene gebieden.

De hoge(re) geluidsniveaus zijn te vinden langs de weginfrastructuur in de gele, oranje, rode en paarse gebieden.

In onderstaande figuur 3b is een verdeling van het aantal inwoners van de gemeente in geluidsniveauklassen weergegeven.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 3b: Percentage inwoners in geluidsniveauklassen vanwege wegverkeer in 2010 (bron: Milieudienst ZOU, 2010)

Uit de figuur blijkt dat in het jaar 2010 zo’n 34% van de inwoners van gemeente Vianen vanwege wegverkeer een geluidsniveau hoger dan 55 dB ondervond. Gebruikmakend van de dosis-effectrelatie uit § 2.3 komt het percentage inwoners dat geluidshinder ondervond op 8%.

Ter vergelijking: de gemeenten Utrecht en Nieuwegein3 hebben op grond van Europese regelgeving voor 2006 (op verplichte basis) vergelijkbare berekeningen verricht en komen uit op 15% respectievelijk 11% geluidsgehinderden. In 2012 worden deze berekeningen geactualiseerd.

De in figuur 3b gepresenteerde cijfers geven een idee over de geluidssituatie in de gemeente; ze hebben geen juridische waarde. De cijfers hebben betrekking op het gehele grondgebied van de gemeente. Direct langs drukke (snel)wegen gelden de hoogste geluidsniveaus en daar wordt de meeste geluidshinder vanwege wegverkeer ondervonden.

De invloed van de afzonderlijke rijkswegen, provinciale en gemeentelijke wegen op de geluidsniveaus zijn binnen deze geluidsnota niet nader uitgewerkt. Het akoestisch rekenmodel kan dit wel in beeld brengen.

3 Bronnen: Actieplan Geluid Nieuwegein (2008) en de kaarten voor Europese Richtlijn Omgevingslawaai van gemeente Utrecht (2006).

Stille wegdekken

Rijkswaterstaat heeft vanwege de wegverbredingen, recent op de A2 vanaf knooppunt Everdingen naar het zuiden, dubbellaags ZOAB aangebracht. Dit type asfalt is een van de meest geluidsreducerende wegdekken op dit moment. Het asfalt voldoet aan de twee geluidsbeperkende principes: bronmaatregelen en BBT, zie § 2.6.

Het gedeelte van de A2 tussen de Jan Blankenbrug en knooppunt Everdingen is net als de A27 voorzien van enkellaags ZOAB. In de tabellen 3b en 3c is een overzicht gegeven van het aanwezige stil asfalt in de gemeente.

De Provincie Utrecht heeft op de N484 bij de kern Zijderveld geluidsreducerend asfalt aangebracht tussen de afrit van de A2 en de rotonde met de Dorpsweg.

Rijkswegen (beheerder Rijkswaterstaat)

wegdek

A2 (beide richtingen) tussen Jan Blankenbrug en knooppunt Everdingen (viaduct Stuartweg/De Limiet)

Enkellaags ZOAB (2010)

Dubbellaags ZOAB (2020)

A2 (beide richtingen) tussen knooppunt Everdingen (viaduct Stuartweg/De Limiet) en afrit Culemborg)

Dubbellaags ZOAB

A27 (beide richtingen) tussen Hagensteinse Brug en afrit Lexmond

Enkellaags ZOAB

Provinciale wegen (beheerder Provincie)

N484 tussen afrit A2 en rotonde met Dorpsweg (Zijderveld)

Dubofalt (semi-dicht)

Tabel 3b: Geluidsreducerend asfalt op niet-gemeentelijke wegen

De gemeente heeft op diverse gemeentelijke wegen geluidsreducerend asfalt aangebracht. Het betreft het type dunne deklagen. Ook dit type asfalt is voor een stedelijke omgeving een van de meest geluidsreducerende wegdekken op dit moment. Het asfalt voldoet aan de twee geluidsbeperkende principes: bronmaatregelen en BBT, zie §2.6.

Gemeentelijke wegen (wegvak)

wegdek

Route: (vanaf kruising Lange Waaijsteeg) Bentz-Berg, Prins Bernhardstraat, Aimé Bonnastraat (tot rotonde bij Kanaalweg),

ZSA 0/6 SD

(semi-dicht)

Hagenweg (van bocht Jan Blankenweg bij het kanaal tot rotonde bij A27)

ZSA 0/6 SD

Helsdingse Achterweg (tussen kruisingen met Lange Waaijsteeg en Het Slyk)

ZSA 0/6 SD

Rietkamp (tussen kruisingen met Helsdingse Achterweg en Groenekade)

ZSA 0/6 SD

Weidekamp (tussen kruisingen met Helsdingse Achterweg en Klaverkamp)

ZSA 0/6 SD

Tabel 3c: Geluidsreducerend asfalt op gemeentelijke wegen

Geluidsschermen/wallen

Binnen gemeente zijn diverse geluidsschermen en wallen aanwezig; zie de onderstaande tabel 3d.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 3c: Geluidsscherm langs westzijde A2 ter hoogte van afslag Vianen

Wegvak en beheerder geluidsscherm/wal

Locatie

Type afscherming

A2 (beheerder Rijkswaterstaat)

Zuidwest zijde, thv. afrit Vianen tot viaduct voor De Limiet-Stuartweg

Kern Vianen

Scherm

Noordoost zijde, thv. motel Vianen tot viaduct voor De Limiet-Stuartweg

Kern Vianen

Scherm

Noordoostzijde, ter hoogte van de Bolgerijsekade

Thv. Zijderveld

Wal

Noordoostzijde: thv. de Kerkweg

Thv. Zijderveld

Scherm

Zuidwestzijde, thv. de Dorpsweg en Kerkweg

Kern Zijderveld

Wal met topscherm

A27 (beheerder Rijkswaterstaat)

Noordzijde, ter hoogte van Achterkade 15

buitengebied

Wal

Zuidzijde, ter hoogte van Nieuweweg 17

buitengebied

Wal

Provincialeweg (beheerder gemeente)

noordzijde, ter hoogte van Bickelenberg

Kern Zijderveld

Scherm

Tabel 3d: Geluidsschermen en wallen binnen de gemeente

Gemeentelijk verkeersbeleid en wegbeheer

De wijze waarop de gemeente haar weginfrastructuur beheert is van belang voor het voorkómen en beperken van geluidshinder.

Het gemeentelijk verkeersbeleid is beschreven in het Verkeersveiligheidsplan (2003). Binnen de gemeente zijn diverse maatregelen getroffen ter beperking van geluidshinder. De gemeente:

  • -

    heeft voor de veiligheid een scheiding gemaakt tussen wegen in een verblijfsgebied en de doorgaande wegen. Het doel is om het wegverkeer te concentreren op de verkeersaders en de wegen in verblijfsgebieden in te richten als 30 km per uur wegen;

  • -

    beperkt het interlokale doorgaande (sluip)verkeer; zo zijn langs de doorgaande wegen in het buitengebied doseerinstallaties geplaatst;

  • -

    voert een actief beleid om het parkeren van grote voertuigen in woonwijken niet toe te staan;

  • -

    houdt in haar plannen en beheer rekening met het openbaar vervoer en fietsverkeer;

  • -

    houdt bij het ontwerpen van de verkeersmaatregelen rekening met het beperken van geluidshinder.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 3d: Doseerinstallatie Lexmondsestraatweg

Geluidssanering bestaande woningen (1986)

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (voorheen VROM) stelt gelden beschikbaar om woningen die bij het van kracht worden van de Wet geluidhinder in 1986, vanwege wegverkeer hoge geluidsniveaus ondervonden, voor geluid te saneren.

De gemeente heeft hiervan gebruik gemaakt en samen met Rijkswaterstaat geluidswerende maatregelen getroffen voor 273 woningen nabij de rijkswegen. De gemeente heeft eind 2008 een eindmelding ingediend bij het ministerie van VROM om in aanmerking te blijven komen voor subsidie van de kosten voor geluidssanering. Op de eindmelding zijn 443 adressen binnen de gemeente opgenomen, waarvan 170 adressen nog niet zijn gesaneerd.

Sinds 2010 is Rijkswaterstaat verantwoordelijk voor de geluidssanering van woningen langs rijkswegen. Zo’n geluidssanering valt meestal samen met een aanpassing van een snelweg. In de bovengenoemde gemeentelijke eindmelding zijn 60 woningen langs rijkswegen opgenomen die in aanmerking komen voor sanering.

Volgens de eindmelding zijn langs gemeentelijke wegen 110 woningen gelegen die in aanmerking komen voor geluidssanering door de gemeente.

De gemeente stelt 3-jaarlijks een verslag op met de stand van zaken van de geluidssanering; zie § 3.6.

3.3 Ontwikkelingen

Groei verkeer

Door de voortdurende landelijke groei van de bevolking en de economie neemt het wegverkeer jaarlijks toe. Ondanks technische innovaties waardoor auto’s en vrachtwagens stiller worden, nemen de geluidsniveaus en het aantal geluidsgehinderden toe. Uit verkeerstellingen blijkt dat de groei van het verkeer op de gemeentelijke wegen over het algemeen minder snel groeit dan provinciale wegen en rijkswegen. Ter indicatie: volgens het akoestisch rekenmodel met peiljaar 2020 zal ruim 40% van de inwoners van de gemeente een geluidsniveau van 55 dB of hoger gaan ondervinden. In 2010 was dit 34%.

De jaarlijkse geluidstoename wordt wettelijk beperkt gereguleerd. Dit probleem is landelijk onderkend en wordt het handhavingsgat genoemd. Vanwege de verkeerstoename worden bij nieuw te bouwen woningen de geluidsnormen eerder overschreden. Reeds gebouwde woningen zijn ontworpen op basis van de geluidssituatie destijds. De huidige geluidssituatie is door de jaarlijkse toename van het verkeer vaak minder gunstig, waardoor de (akoestische) leefomgeving buiten en binnen de woning verminderd is.

Voor nieuwe en bestaande situaties is het dan ook wenselijk om maatregelen te treffen om hogere geluidsniveaus te voorkómen of te beperken.

Wetgeving (SWUNG)

Het Rijk is bezig om de Wet geluidhinder te moderniseren onder de noemer ‘Samen Werken in de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid (SWUNG)’. In het voorstel voor wetswijziging4 worden op het moment dat de wet in werking is, naar verwachting in 2011, geluidproductieplafonds (gpp’s) geïntroduceerd voor rijkswegen. Daartoe worden op vaste referentiepunten van de randen van rijkswegen geluidsniveaus vastgesteld. Het doel hiervan is het voorkomen van verdere toename van het voorgenoemde handhavingsgat.

Op dit moment zijn de gevolgen voor de omgeving van rijkswegen onduidelijk. Voor het berekenen van de gpp’s moet worden uitgegaan van de heersende waarden (peiljaar 2008) op de referentiepunten vermeerderd met 1,5 dB. Dit betekent enerzijds een fikse toename van de geluidsruimte voor mogelijke ontwikkelingen op de rijkswegen. Anderzijds dient Rijkswaterstaat ervoor zorg te dragen dat deze vastgestelde gpp’s in de toekomst niet worden overschreden. Bij een dreigende overschrijding van de gpp’s moet Rijkswaterstaat tijdig maatregelen treffen.

4 Wetsvoorstel aan de Tweede Kamer (Kamerstukken 32252 1 t/m 4; 17 december 2009).

Wetgeving (Actieplannen Omgevingslawaai) en ontwikkelingen RWS en Provincie

Zowel Rijkswaterstaat als de provincie Utrecht heeft in het kader van de Wgh en de Europese Richtlijn Omgevingslawaai, geluidsbelastingkaarten en Actieplannen omgevingslawaai voor de periode 2008-2013 opgesteld. Voor Rijkswaterstaat betreft het de A2 en de A27 en voor de provincie delen van de N483 en N484.

Rijkswaterstaat:

In het ‘Actieplan omgevingslawaai van rijkswegen’ van 7 juli 2008 wordt de rijksweg A2 in Vianen genoemd als een weg waar geluidsreducerende maatregelen worden getroffen in de periode 2008-2013. Op de weg is als bronmaatregel dubbellaags ZOAB aangebracht.

Op dit moment lopen er diverse projecten voor de aanpassing van rijkswegen:

  • -

    een project voor de verbreding van de A2 tussen Utrecht en Deil (afgerond in 2011);

  • -

    een planstudie naar de capaciteitsuitbreiding van de A27 tussen Lunetten en Hooijpolder;

  • -

    een onderzoek naar een betere doorstroming op de Ring Utrecht;

  • -

    een wegaanpassingsbesluit voor een spits-/weefstrook langs de A27 tussen (Everdingen en Houten).

Het kabinet Rutte is van plan om de maximumsnelheid van de rijkswegen te verhogen van 120 naar 130 km/u. De rijksweg A2 tussen knooppunt Everdingen en knooppunt Deil is als een van de proeftrajecten aangewezen en de snelheid is per 1 mei 2011 verhoogd naar 130 km/u. Hoe de plannen verder vorm gaan krijgen en wat de gevolgen zijn voor de gemeente is nog niet duidelijk.

Op de website van Rijkswaterstaat is meer informatie te vinden over het Actieplan omgevingslawaai, de geluidsbelastingkaart en mogelijke ontwikkelingen.

Provincie Utrecht:

In het ‘Actieplan omgevingslawaai provinciale wegen provincie Utrecht’ van juli 2008 is een samenvatting van de resultaten van de geluidsbelastingkaart opgenomen. De N484 en N483 (beide nabij Zijderveld) zijn op de kaart aangegeven. Vanuit het actieplan is de N484 tussen de A2 en de rotonde met de Kerkweg in Zijderveld voorzien van geluidsreducerend asfalt. De Provincie heeft de overige wegdelen van de N484 en N483 niet als wegen aangewezen waaraan in de periode 2008-2013 maatregelen worden getroffen. Het actieplan bevat alleen beleidsvoornemens en voorgenomen maatregelen; het is niet gericht op direct rechtsgevolg.

Meer informatie over de geluidsbelastingkaart en het Actieplan omgevingslawaai is te vinden op de website van de provincie Utrecht.

Overige wegbeheerders:

Zowel de gemeente als het Waterschap Rivierenland hebben geen verplichtingen binnen de Europese Richtlijn Omgevingslawaai. Na de aanpassing van de aansluitingen op de A2 bij Zijderveld is het Waterschap Rivierenland wegbeheerder van de N483 geworden.

Wegbeheer in verblijfsgebieden (duurzaam veilig en 30-km wegen)

Het gemeentelijk wegbeheerprogramma volgt het verkeersbeleid om de wegen in verblijfsgebieden (woongebieden) duurzaam veilig in te richten en de maximumsnelheid te verlagen naar 30 km per uur (30-km wegen). Het betreft overwegend wegen met een verkeersintensiteit tot 2.500 motorvoertuigen per etmaal (mvt/etm).

In het verkeersbeleid zijn de verblijfsgebieden en de 30-km wegen aangewezen. Hiervan is ca. 50% gerealiseerd. Bij groot onderhoud wordt meestal gekozen voor klinkerbestrating in plaats van asfalt. Dit komt voort uit algemene verkeerskundige richtlijnen (ASVV 2004; C.R.O.W) voor de herkenning van duurzaam veilig ingerichte wegen. Vanwege de aanwezigheid van ondergrondse kabels en leidingen is asfalt vaak ook minder functioneel.

Langs drukkere 30-km wegen kunnen echter bij woningen hoge geluidsniveaus voorkomen. Ter indicatie: de wettelijke voorkeurswaarde voor nieuwbouw wordt al bereikt als een bouwplan op 12 meter van de as van een asfaltweg ligt en de weg een verkeersintensiteit heeft van 1.500 mvt/etm. Met dezelfde uitgangspunten wordt bij een wegdek met klinkerbestrating de voorkeurswaarde al bereikt bij een intensiteit van 600 mvt/etm.

Voor het beperken van geluidshinder is het dus onwenselijk om drukkere 30-km wegen met een verkeersintensiteit vanaf 1500 mvt/etm uit te voeren met klinkerbestrating.

De Wet geluidhinder is niet van toepassing voor geluidssituaties vanwege 30-km wegen. In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient bij een ruimtelijke ontwikkeling echter wel de geluidssituatie in beeld te worden gebracht. De gemeentelijke werkwijze is als volgt geformuleerd in de ‘Beleidsregel hogere waarden Wgh, gemeente Vianen’:

  • -

    Bij een ruimtelijke ontwikkeling of verkeersplan kiest de gemeente ervoor de akoestische situatie te (laten) onderzoeken bij wegen met een intensiteit van 1500 (asfalt) of 600 (klinkers) motorvoertuigen per etmaal of meer.

  • -

    Indien uit akoestisch onderzoek blijkt dat de wettelijke voorkeurswaarde wordt overschreden, dan stelt de gemeente conform deze beleidsregel dezelfde voorwaarden als voor een weg mét een zone 5.

In §7.1.3 wordt verder ingegaan op deze beleidsregel.

Wegbeheer stil asfalt

In het gemeentelijk wegbeheerprogramma is opgenomen dat in de periode tussen 2010 en 2020 de Helsdingse Achterweg (tussen Het Slyk en het viaduct van de A2) bij groot onderhoud zal worden voorzien van stil asfalt. In de periode na 2020 komen de Burg. Jhr. Hoeufftlaan, Het Slyk, Langeweg, Clarissenhof (tussen Helsdingse Achterweg en Langeweg) hiervoor in aanmerking.

De levensduur van de deklaag in stil asfalt is 25-30% korter dan het standaard asfalt en vraagt hierdoor meer aandacht en budget. De gemeente heeft de tussentijdse vervanging van de deklaag in haar beheerplan wegen opgenomen.

Bij de vervanging van een bestaande stille deklaag bestaat er de mogelijkheid dat na een integrale overweging, op een weg standaard deklaag wordt aangebracht. In dat geval moet de gemeente volgens de Wgh een akoestisch onderzoek naar de geluidssituatie uitvoeren en, bij een toename van het geluid, mogelijk maatregelen treffen aan woningen.

Bijlage 4 gaat nader in op het toepassen van stille(re) wegdekken, waaronder klinkerbestrating.

5 Een zone is een aandachtsgebied rond een weg. Bij nieuwe ontwikkelingen gelden procedures volgens de Wgh.

3.4 Gewenste situatie

Beperken van geluidshinder

De gemeente wil graag dat de geluidshinder vanwege wegverkeer wordt beperkt. Als referentie voor de geluidssituatie houdt de gemeente het akoestisch rekenmodel met peiljaar 2010 aan; zie figuren 3a en 3b.

Op grond van de jaarlijkse groei van het verkeer zijn hogere geluidsniveaus echter onvermijdelijk. Om het effect van de groei van het lokale verkeer te beperken, moet de gemeente binnen het gemeentelijk verkeersbeleid en wegbeheer flinke inspanningen verrichten om de getroffen bron- en schermmaatregelen in de huidige situatie te handhaven en waar mogelijk uit te breiden. De wegbeheerder hanteert daarbij zoveel mogelijk het principe ‘werk met werk maken’.

Geluidshinder heeft naast een direct verband met hogere geluidsniveaus ook een relatie met de (akoestische) kwaliteit van de leefomgeving. De gemeente streeft naar een zo goed mogelijke akoestische kwaliteit van de leefomgeving voor nieuwe- en bestaande woningen. Voor nieuw te bouwen woningen heeft de gemeente daartoe in 2008 de ‘Beleidsregel hogere waarden Wgh, gemeente Vianen’ vastgesteld.

Voor bestaande woningen benutten de gemeente en Rijkswaterstaat het door het Rijk toegewezen budget om geluidsreducerende maatregelen bij of aan woningen te treffen. Daarnaast weegt de gemeente het aspect geluidhinder mee in verkeersplannen en de uitvoering van het wegbeheer.

Geluidsschermen en wallen

Geluidsschermen en wallen zijn onderhoudsgevoelig en dienen in een goede staat van onderhoud te zijn. Bij onderhoud of vervanging wordt onderzocht of verbetering van de geluidsafschermende functie mogelijk is.

3.5 Mogelijkheden

De mogelijkheden om hogere geluidsniveaus vanwege verkeer te voorkómen of verminderen volgen in algemene zin het principe van bron-overdracht-ontvanger.

Bronmaatregelen

Hoewel de gemeente niet overal invloed op heeft (zoals de geluidsuitstraling van auto’s) kan zij als wegbeheerder wel invloed uitoefenen op de geluidssituatie. Zij kan de volgende maatregelen aan de gemeentelijke wegen treffen:

  • -

    verminderen van de verkeersintensiteit;

  • -

    verlagen van de maximumsnelheid;

  • -

    verminderen van het aantal vrachtwagens;

  • -

    actief beleid voor het aanbrengen en onderhouden van stil asfalt;

  • -

    beperken van het aantal wegen met standaard klinkerbestrating.

De gemeente kan deze maatregelen zowel ad hoc in verband met een ruimtelijke ontwikkeling treffen, als integraal binnen het verkeersbeleid en wegbeheer opnemen.

Overdrachtsmaatregelen en maatregelen bij ontvanger/compensatie

Zie de algemene tekst in § 2.6.1 en voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen de ‘Beleidsregel hogere waarden Wgh, gemeente Vianen’ in § 7.1.3.

Inbreng geluidsdeskundige bij ruimtelijke ontwikkeling

Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen met geluidsknelpunten is het gewenst om vanaf de start de inbreng te hebben van een geluidsdeskundige. De planopzet kan zich dan meer ‘vormen’ naar de geluidssituatie zodat een betere akoestische leefomgeving wordt bereikt. Met deze werkwijze worden (gekunstelde) aanpassingen van het plan achteraf, met de bijbehorende vertragingen, vermeden.

Stille banden

Autobanden moeten sinds 1 oktober 2009 voldoen aan de Europese eisen voor het afrolgeluid. De banden zijn voorzien van een S-markering. De banden hebben meestal een beperkt geluidsreducerend effect.

Op dit moment zijn ook stille banden verkrijgbaar. Deze banden reduceren het afrolgeluid met circa 3 dB ten opzichte van een standaardband. De stille banden zijn niet duurder of minder veilig. Met het verstrekken van informatie kan de gemeente een beperkte rol spelen in het proces om het gebruik van deze stille banden te stimuleren.

Verbreding rijkswegen

Naar verwachting zal door verbreding van de rijkswegen het verkeer op deze wegen rond de gemeente fors toenemen. Op het moment van aanpassing van de weg dient Rijkswaterstaat volgens de Wet geluidhinder een inspanning te doen om geluidshinder te voorkomen of te beperken. Dat kan met bronmaatregelen zoals het toepassen van (dubbellaags) ZOAB of snelheidsbeperking, of met overdrachtsmaatregelen zoals het realiseren van geluidsschermen.

De gemeente kan in vooroverleggen en wettelijke procedures voor de aanpassing van een weg haar standpunten uitdragen. De gemeente staat hierbij open voor overleg met belanghebbende (bewoners)organisaties.

Wijziging Wet geluidhinder

De gemeente kan de gevolgen van de invoering van geluidproductieplafonds in beeld brengen. Zij kan de berekeningen van Rijkswaterstaat controleren. Indien daar reden voor is kan de gemeente bij het Rijk om verlaging van de geluidproductieplafonds verzoeken.

3.6 Beleidsuitspraken en activiteiten

Om de geluidshinder vanwege wegverkeer te beperken heeft de gemeente beleidsuitspraken opgesteld. Om deze concreet te maken zijn in tabel 3e passende activiteiten geformuleerd.

Beleidsuitspraken wegverkeer:

  • 1.

    De gemeente houdt in haar verkeersbeleid en wegbeheer expliciet rekening met het onderwerp geluid en het gemeentelijk geluidsbeleid.

  • 2.

    De gemeente streeft erna om de in §3.3 genoemde gebiedsontsluitingswegen te voorzien van stil asfalt. Zij neemt in het volgende beheerprogramma de tussentijdse vervanging van de stille deklagen op.

  • 3.

    De gemeente zet zich in om bij nieuwe ruimtelijke en verkeerskundige ontwikkelingen maatreg e len te (laten) treffen in de volgorde:

    • a.

      bron, zoals stille(re) wegdekken en verkeersmaatregelen;

    • b.

      overdracht, zoals schermen of wallen;

    • c.

      ontvanger, waarbij de gemeente prioriteit geeft aan akoestische compensatie.

  • 4.

    Bij voorziene geluidsknelpunten dient de inbreng van een geluidsdeskundige vanaf de start van een planproces te worden meegenomen.

  • 5.

    De gemeente staat bij nieuwe ruimtelijke en verkeerskundige ontwikkelingen hogere geluidsn i veaus toe, indien er vooraf een zorgvuldige afweging heeft plaatsgevonden over de (akoestische) kwaliteit van de leefomgeving. De gemeente past de voorwaarden toe die in de Beleidsregel h o gere waarden Wgh zijn uitgewerkt.

  • 6.

    De gemeente draagt zorg voor een goed beheer van bestaande stille(re) wegdekken en geluid s schermen.

  • 7.

    De gemeente gebruikt de haar toegewezen rijksgelden voor geluidssanering van de in aanme r king komende, bestaande woningen.

  • 8.

    De gemeente draagt zorg voor een actueel inzicht van de geluidssituatie vanwege wegverkeer.

  • 9.

    De gemeente maakt bij groot onderhoud van 30-km wegen een integrale afweging over het toe te passen wegdektype.

  • 10.

    Bij nieuwe ruimtelijke en verkeerskundige ontwikkelingen brengt de gemeente de geluidssituatie vanwege 30-km wegen in beeld; zij behandelt een ontwikkeling bij 30-km wegen zo veel mogelijk als nabij niet 30-km wegen.

  • 11.

    De gemeente spreekt Rijkswaterstaat, het waterschap en de provincie Utrecht als wegbeheerder aan op onderhoud en behoud van eerder getroffen geluidsreducerende maatregelen.

  • 12.

    De gemeente zet zich in om de geluidshinder vanwege rijkswegen en provinciale wegen niet te laten toenemen en waar dat mogelijk is, te verminderen. Zij zal de wettelijke procedures voor het invoeren van geluidproductieplafonds, een verhoging van de maximumsnelheid, het aanpassen van een (rijks)weg en de geluidssanering van woningen kritisch volgen en haar standpunten hierover naar voren brengen.

De gemeente neemt een selectie van de in tabel 3e beschreven activiteiten op in het jaarlijks vast te stellen gemeentelijk milieuprogramma en/of –begroting. In een jaarlijks verslag vindt verantwoording plaats over de uitvoering van de activiteiten.

Beleidsuitspraak

Omschrijving activiteit

Frequentie

1

Opstellen/evalueren checklist over de toepassing van het geluidsbeleid binnen het gemeentelijk verkeersbeleid en wegbeheer.

3-jaarlijks

2, 6

Doorlichten/aanpassen beheerprogramma wegen.

3 jaarlijks

2, 6

Opstellen verslag over beheer stille wegdekken en geluidsschermen en wallen.

3-jaarlijks

4

Opstellen (GIS/FlexiWeb) kaart met aandachtsgebieden langs drukke wegen voor ruimtelijke en verkeerskundige ontwikkelingen.

2-jaarlijks

3, 4, 5, 10

Toepassen uitvoeringsbeleid: Beleidsregel hogere waarden Wgh.

Doorlopend

3, 4, 5,10

Evalueren van Beleidsregel hogere waarden Wgh

3-jaarlijks

7, 11, 12

Opstellen verslag stand van zaken over sanering van woningen vanwege wegverkeerslawaai.

3-jaarlijks

8

Actualiseren verkeersgegevens en akoestisch rekenmodel6 met korte notitie over het percentage inwoners verdeeld over de geluidsniveauklassen (indicatief karakter).

2-jaarlijks

8

Opstellen notitie met toegepast wegdek, snelheden n.a.v. actualisatie verkeersmodel.

2-jaarlijks

9

Opstellen/evalueren notitie met een integrale afweging over de toepassing van wegdektypen bij groot onderhoud van 30 km-wegen.

3 jaarlijks

11

Evaluatie geluidsreducerende maatregelen externe wegbeheerder/verzenden brief:

-verzoek initiatief voor bron- en overdrachtsmaatregelen;

-beheer van reeds getroffen geluidsreducerende voorzieningen.

3-jaarlijks

12

Notitie over de gevolgen voor de gemeente van de invoering van geluidproductieplafonds en de toetsing van bijbehorende berekeningen.

Eenmalig

12

Inbrengen van gemeentelijke standpunten binnen overleggen met externe wegbeheerders en de wettelijke inspraakronden bij de invoering van de geluidproductieplafonds, verhoging van de maximumsnelheid en de aanpassing van een rijksweg of een provinciale weg.

Doorlopend

Tabel 3e: Activiteiten thema wegverkeer

6 De meest recente versie zal op de website van de Milieudienst en de gemeente te vinden zijn.

4 Thema bedrijven

4.1 Wettelijk kader

Wet milieubeheer

De Wet milieubeheer (Wm) reguleert de bedrijfsmatige activiteiten van bedrijven zoals betonfabrieken, transportbedrijven, horeca, detailhandel en kantoorgebouwen. Het geluid dat deze bedrijven produceren noemt de wetgever ‘industrielawaai’.

De geluidsvoorschriften vanuit de Wm kennen over het algemeen twee soorten geluidsniveaus:

  • -

    het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau; dit is het gemiddelde geluidsniveau over een dag-, avond- en nachtperiode (etmaalwaarde; zie bijlage 3);

  • -

    het maximale geluidsniveau; dit is een piekwaarde. In deze geluidsnota is hiervoor geen aanvullend beleid geformuleerd.

AMvB bedrijven

Voor meer dan 90% van de bedrijven (AMvB-bedrijven) zijn algemene milieuregels van toepassing. De regels zijn vermeld in uitvoeringsbesluiten, zogenaamde artikel 8.40 AMvB’s7, zoals het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) en het Besluit landbouw milieubeheer. De uitvoeringsbesluiten gaan uit van eigen standaard geluidsvoorschriften.

Zo mogen volgens het Besluit landbouw milieubeheer bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden tot en met een geluidsniveau van 45 dB(A) etmaalwaarde op de gevels van nabijgelegen woningen. Voor het Activiteitenbesluit geldt een waarde tot 50 dB(A) etmaalwaarde.

De gemeente kan besluiten voor sommige situaties meer of minder geluid toe te staan:

  • -

    voor bijzondere activiteiten of festiviteiten waarvoor een individueel (horeca)bedrijf bij de gemeente een melding indient, zoals een live optreden in een café; zie § 5.2;

  • -

    voor bijzondere activiteiten die op een beperkt aantal dagen plaatsvinden waarvoor een individueel bedrijf bij de gemeente een verzoek tot maatwerkvoorschrift indient, zoals het overwerken op 20 avonden per jaar.

Daarnaast is de gemeente bevoegd om voor individuele situaties maatwerkvoorschriften of nadere eisen te stellen.

7 Voor het begrip 8.40 AMvB (Wm) zie de akoestische begrippenlijst in bijlage 4.

Vergunningplichtige bedrijven

Grotere, meer complexe bedrijven zijn vergunningplichtig en hebben een vergunning nodig met (geluids)voorschriften op maat.

Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, zoals werkzaamheden binnen een kinderdagverblijf of binnen een klein kantoorgebouw vallen niet altijd onder de Wm. Om mogelijke geluidshinder vanwege deze activiteiten te beperken gelden algemene regels uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Op dit onderwerp wordt in § 5.2.4 nader ingegaan.

Wet geluidhinder (gezoneerd industrieterrein)

Op een gezoneerd industrieterrein zijn vaak een aantal bedrijven gevestigd waarvan de activiteiten veel geluid uitstralen. Voor de koppeling met de ruimtelijke ordening moet volgens de Wet geluidhinder een geluidszone van 50 dB(A) om het bedrijventerrein zijn vastgesteld. Dit betekent dat de geluidsuitstraling van de activiteiten van alle op dit bedrijventerrein gevestigde bedrijven tezamen binnen de geluidszone moeten blijven.

4.2 Huidige situatie

In de gemeente zijn circa 1100 bedrijven aanwezig.

Bedrijfsvestiging naar activiteit

Procentuele verdeling

Commerciële dienstverlening

55 %

Winning en nijverheid

20 %

Niet-commerciële dienstverlening

14 %

Landbouw, bosbouw en visserij

11 %

Tabel 4a: Bedrijfsvestigingen in Vianen naar activiteit (bron: CBS 2006)

Binnen de bebouwde kom van Vianen zijn bedrijfsmatige activiteiten over het algemeen goed gescheiden van woongebieden. In het oude stadscentrum van Vianen is vooral rond de Voorstraat detailhandel en horeca aanwezig. Verder zijn in de woonwijken kleinschalige winkelcentra (Lijnbaan, Ursulinenhof en de Vijfheerenlanden) gelegen. Vianen kent één groot bedrijventerrein: De Biezen-De Hagen waarop circa 200 bedrijven gevestigd zijn. De gemeente ontwikkelt aan de oostzijde van A27 het bedrijventerrein Gaasperwaard.

Everdingen, Hagestein en Zijderveld zijn vooral dorpskernen waarbij de bedrijven tussen de woningen zijn gelegen.

Bestaand gemeentelijk beleid geluidsnormering bedrijven

De gemeente behandelt aanvragen en meldingen voor bedrijfsmatige activiteiten en handhaaft de gestelde milieuregels. Voor de meeste bedrijven zijn de algemene (geluids)voorschriften van de AMvB’s van toepassing.

In 2003 heeft het college van burgemeester en wethouders de ‘Gemeentelijke beleidsregel Geluidsnormering AMvB-inrichtingen Vianen’ vastgesteld. In deze nota wordt hiervoor de omschrijving beleidsregel AMvB-bedrijven gehanteerd.

Als er aanleiding toe is, zoals bij geluidsklachten vanwege een bedrijf, kan de gemeente met de beleidsregel AMvB-bedrijven maatwerkvoorschriften of nadere eisen stellen op basis van het achtergrondgeluid en het karakter van de omgeving. De gemeente stelt regelmatig strengere geluidsvoorschriften. Vanwege bestaande rechten gelden voor sommige (horeca)bedrijven en detailhandel ook ruimere geluidsvoorschriften. Vanwege veranderde wetgeving, zoals de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit, dient de beleidsregel AMvB-bedrijven te worden aangepast.

De gemeente heeft geen beleid voor strengere geluidsvoorschriften op zon- en feestdagen.

Klachten

De gemeente ontvangt regelmatig klachten over bedrijven. Zij hanteert een klachtenregistratiesysteem waarin onder andere de geluidshinder vanwege activiteiten van bedrijven is opgenomen. Hiermee is naast het aantal klachten ook de behandeling van de klachten inzichtelijk. Indien nodig voert de gemeente geluidsmetingen uit.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 4a: Bedrijventerrein De Biezen-De Hagen

Bedrijventerrein De Biezen-De Hagen

Dit is een ‘gezoneerd industrieterrein’ in de zin van de Wet geluidhinder. Om het terrein is een geluidszone vastgesteld: alle bedrijfsactiviteiten tezamen mogen buiten de zone niet meer geluid dan 50 dB(A) etmaalwaarde veroorzaken; zie figuur 4a en bijlage 5.

De geluidszone beschermt zowel de woongebieden rond het bedrijventerrein als de rechten van de bedrijven op het terrein.

De gemeente heeft de zone in 1991 vastgesteld en in verband met de woonwijk Blankenborch aan de noordwest zijde aangepast.

De gemeente beheert de zone (zonebeheer) met een akoestisch rekenmodel waarin de uitstraling van alle relevante geluidsproducerende activiteiten van de bedrijven is opgenomen.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 4b: Geluidszone De Biezen-De Hagen, gemeente Vianen (bron: Milieudienst, juni 2010)

Indien een bedrijf haar activiteiten wil wijzigen, dan beoordeelt de gemeente aan de hand van het rekenmodel of deze verandering binnen de geluidszone mogelijk is.

4.3 Ontwikkelingen

Aanpassen gemeentelijke beleidsregel AMvB-bedrijven

De gemeente gaat de beleidsregel AMvB-bedrijven aanpassen. Voor de boordeling van het achtergrondgeluid en het karakter van het gebied heeft ze de geluidsnormeringskaart voor bedrijven ontwikkeld; zie onderstaande figuur 4b en bijlage 7.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 4c: Geluidsnormeringskaart voor bedrijven, gemeente Vianen (bron: Milieudienst, oktober 2010)

Op de kaart zijn de algemeen te stellen geluidsnormen voor bedrijfsmatige activiteiten verdeeld in vier waarden: groen betekent een gebied met een geluidsnorm van 40 dB(A), geel 45 dB(A), rood 50 dB(A) en lichtblauw 55 dB(A). Het betreft langtijdgemiddelde beoordelingniveaus in etmaalwaarden op de gevels van woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen.

Voor de bedrijven op het gezoneerd bedrijventerrein De Biezen-De Hagen (paars) gelden afwijkende normwaarden.

De kaart wordt toegepast:

  • -

    als referentie voor de normwaarde voor vergunningplichtige bedrijven;

  • -

    als referentie om maatwerkvoorschriften te stellen voor AMvB-bedrijven.

Gemeentelijke verordening AMvB-bedrijven

Volgens artikel 2.19 van het Activiteitenbesluit kan de gemeenteraad in een gemeentelijke verordening gebieden aanwijzen waarbij afwijkende geluidsnormen gelden in plaats van de algemene geformuleerde standaardnorm van (meestal) 50 dB(A). De aangepaste normering is dan direct van toepassing voor alle bedrijven die vallen onder het Activiteitenbesluit en het Besluit landbouw.

Het artikel is nog niet in werking. De wetgever neemt voor dit artikel een afzonderlijk inwerkingtredingbesluit. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft een blauwdruk van een gemeentelijke verordening opgesteld; deze moet politiek nog worden bekrachtigd. Het is nog onduidelijk of artikel 2.19 in werking zal treden.

De gemeente volgt deze ontwikkeling en wil, zodra dat mogelijk is, met een gemeentelijke verordening uitvoering geven aan artikel 2.19 van het Activiteitenbesluit. Dit omdat een verordening een krachtig vervolg is van het bestaande beleid om bedrijven niet meer geluidsruimte te geven dan nodig is. De verordening zal volgens de voorgeschreven procedures van de Algemene wet bestuursrecht worden vastgesteld. De verordening komt dan in plaats van de gemeentelijke beleidsregel AMvB-bedrijven.

De geluidsnormeringskaart voor bedrijven geeft de gebieden met afwijkende normwaarden weer.

Beperkte gevolgen voor de geluidsruimte voor bedrijven (niet op bedrijventerrein)

Voor de meeste bedrijven geldt op dit moment de standaardnorm van 50 dB(A). Als er klachten zijn, komt dat vaak doordat de activiteiten van een bedrijf meer geluid produceren dan het achtergrondgeluid en/of het karakter van de omgeving. Voor deze bedrijven wordt dan een maatwerkvoorschrift of nadere eis op basis van het achtergrondgeluid en/of het karakter van de omgeving opgesteld.

In de praktijk wordt van deze mogelijkheid incidenteel gebruik gemaakt; de gemeente ontvangt jaarlijks een beperkt aantal klachten. Voor de meeste bedrijven heeft de toepassing van de geluidsnormeringskaart voor bedrijven geen of beperkte gevolgen.

De geluidsnormeringskaart is een actualisatie van de normwaarden en het omgevingsgeluid zoals beschreven in de huidige beleidsregel AMvB-bedrijven. Sommige (horeca)bedrijven hebben op basis van (oud) overgangsrecht de mogelijkheid om meer geluid te maken dan nabijgelegen collega (horeca)bedrijven. Met de geluidsnormeringskaart voor bedrijven zijn de te stellen normwaarden binnen één gebied weer hetzelfde.

Indien de aangepaste beleidsregel (of verordening) AMvB-bedrijven van kracht is, kunnen er redenen zijn om voor een (individueel) bedrijf toch een andere norm toe te staan dan vermeld op de geluidsnormeringskaart voor bedrijven. Voor de activiteiten van het bedrijf wordt dan een nadere eis of een maatwerkvoorschrift opgelegd. De gemeente neemt dan hiervoor een gemotiveerd besluit.

Met het gebruik van de beleidsregel (of verordening) AMvB-bedrijven wordt zo veel mogelijk voorkómen dat bewoners in de toekomst, zoals bij de melding van een nieuw bedrijf, geluidshinder gaan ondervinden. Voor bedrijven is het meteen helder aan welke geluidsnorm de gemeente zal toetsen, zodat zij niet achteraf met maatwerkvoorschriften of nadere eisen worden geconfronteerd.

Bedrijventerrein Gaasperwaard

De gemeente ontwikkelt het bedrijventerrein Gaasperwaard. Het is gelegen aan de oostzijde van de A27 en betreft het gebied tussen de Lange Dreef en de Biezenweg (paarse gebied in figuur 4b). Op dit moment worden de kavels uitgegeven. Aan de oostzijde van het plan worden bedrijfswoningen voorzien.

Een bedrijfswoning kan een belemmering vormen voor activiteiten van een ander bedrijf. Omdat op het bedrijventerrein ook bedrijfswoningen zijn gelegen, geeft de geluidsnormeringskaart voor het gebied Gaasperwaard een hogere waarde van 55 dB(A) aan. Dit sluit aan bij de waarden in het Activiteitenbesluit voor woningen op een niet-gezoneerd bedrijventerrein. Hierdoor worden nabijgelegen bedrijven minder beperkt en kunnen de bedrijfswoningen worden gerealiseerd.

Zonebeheer bedrijventerrein De Biezen-De Hagen

Dit bedrijventerrein is voor een groot deel ‘akoestisch vol’, waardoor er beperkte geluidsruimte over is voor uitbreiding van bestaande bedrijven en/of vestiging van nieuwe bedrijven. Dit geldt voornamelijk voor het westelijk deel van het terrein, waarbij de periode tussen 23:00 uur en 07:00 uur maatgevend is.

De gemeente wil graag de dynamiek van het terrein verhogen. Ze voert actief zonebeheer uit om de geluidsruimte van bedrijven die daar geen gebruik van maken, te beperken met maatwerkvoorschriften. Ze legt het accent vooral in de knellende nachtperiode. Daar liggen kansen, omdat veel bedrijven ‘s nachts niet in werking zijn maar op basis van algemene regels wel geluidsruimte toegewezen hebben gekregen.

4.4 Gewenste situatie

Voorkómen of beperken geluidshinder

Geluidshinder heeft een directe relatie met hogere geluidsniveaus, maar ook met de (akoestische) kwaliteit van de leefomgeving.

De gemeente neemt als referentiesituatie, de huidige situatie waarbij voor de meeste bedrijven de standaardvoorschriften gelden uit het Activiteitenbesluit en de overige AMvB’s. Veel bedrijven hebben nu meer geluidsruimte dan strikt noodzakelijk.

Met het opstellen van de in § 4.3 genoemde gemeentelijke verordening AMvB-bedrijven komt de toegestane geluidsruimte meer in overeenstemming met het achtergrondgeluid en/of het karakter van de omgeving. Naar verwachting zijn er ten opzichte van de referentiesituatie dan minder klachten over geluidshinder. Bij klachten kan de gemeente dan direct handhaven zonder eerst maatwerkvoorschriften te hoeven stellen.

Indien de gemeentelijke verordening met de geluidsnormeringskaart voor bedrijven van kracht wordt, zal circa 30% van de woningen gelegen zijn in een gebied met een lagere geluidsnorm dan 50 dB(A).

Van de bedrijven is dan circa 20% gelegen in een gebied met een lagere geluidsnorm dan 50 dB(A). Zo’n 19% van de bedrijven is gelegen op het bedrijventerrein De Biezen-De Hagen en Gaasperwaard; op deze terreinen is een hogere geluidsnorm dan 50 dB(A) mogelijk.

4.5 Mogelijkheden

Beste Beschikbare Technieken (BBT)

Bedrijven die maatregelen volgens de BBT hebben getroffen, voldoen meestal aan de gestelde geluidsnormen en maken daardoor niet onnodig veel lawaai.

De gemeente hanteert de toepassing van de BBT bij het stellen en handhaven van geluidsnormen voor bedrijven bij zowel nieuwe situaties als in bestaande situaties waar sprake is van wijzigingen of van een herziening van een gedateerde situatie.

Gemeentelijk geluidsbeleid AMvB-bedrijven

De gemeente kan de beleidsregel AMvB-bedrijven uit 2003 actualiseren en de geluidsnormeringskaart voor bedrijven als basis voor maatwerkvoorschriften gebruiken. Indien artikel 2.19 van het Activiteitenbesluit in werking treedt, kan de gemeente de gemeentelijke verordening AMvB-bedrijven en de geluidsnormeringskaart voor bedrijven vaststellen. De verordening is dan direct van toepassing voor de meeste AMvB-bedrijven.

Bedrijventerrein De Biezen-De Hagen

De gemeente kan met actief zonebeheer de niet gebruikte geluidsruimte inzetten om de dynamiek van het bedrijventerrein te verhogen.

Extra voorzieningen

Voor knelpuntsituaties kan de gemeente met een andere eis of een maatwerkvoorschrift voorzieningen eisen. Zo kan zij bijvoorbeeld een muziekbegrenzer8 of een vergelijkbare voorziening eisen indien uit handhavingonderzoek (bijvoorbeeld na klachten) blijkt dat de horeca-exploitant zich niet houdt aan de geluidsvoorschriften.

8 Een muziekbegrenzer begrenst het geluidsniveau binnen een ruimte tot een bepaald maximum geluidsniveau.

4.6 Beleidsuitspraken en activiteiten

Binnen de geluidsnota is beleid ontwikkeld ten aanzien van de geluidsvoorschriften in etmaalwaarden. Voor de piekwaarden worden de vergunningsvoorschriften gehanteerd zoals die zijn vermeld in de maatwerkvergunningen, de algemene milieuregels en zoals die nader worden uitgelegd in (voortschrijdende) jurisprudentie.

Om geluidshinder vanwege bedrijfsmatige activiteiten te voorkomen of beperken heeft de gemeente een aantal beleidsuitspraken opgesteld. Om deze zo concreet mogelijk te maken zijn in tabel 4b passende activiteiten geformuleerd.

Beleidsuitspraken bedrijven

  • 1.

    De geluidsnormeringskaart voor bedrijven geldt als referentie voor de normwaarde voor vergunningplichtige bedrijven en geldt als basis voor het stellen van maatwerkvoorschriften en nadere eisen voor AMvB-bedrijven.

  • 2.

    De gemeente actualiseert haar beleidsregel ‘Geluidsnormering AMvB-inrichtingen Vianen’.

  • 3.

    De gemeente geeft zodra dat wettelijk mogelijk is toepassing aan artikel 2.19 van het Activiteite n besluit om gebieden aan te wijzen met aangepaste geluidsnormering.

  • 4.

    De gemeente voert actief zonebeheer uit om de niet gebruikte geluidsruimte in te zetten ter verhoging van de d y namiek van het bedrijventerrein.

  • 5.

    De gemeente maakt de behandeling van geluidsgerelateerde klachten over activiteiten van bedri j ven inzichtelijk.

De gemeente neemt een selectie van de in tabel 4b beschreven activiteiten op in het jaarlijks vast te stellen gemeentelijke milieuprogramma en/of -begroting. In een jaarlijks verslag vindt verantwoording plaats over de uitvoering van de activiteiten.

Beleidsuitspraak

Omschrijving activiteit

Frequentie

1

Vaststellen geluidsnormeringskaart voor bedrijven.

Eenmalig

1, 2, 3

Aanpassen gemeentelijke beleidsregel ‘Geluidsnormering AMvB-bedrijven Vianen’ of opstellen gemeentelijke verordening AMvB-bedrijven.

Eenmalig

1, 2, 3

Evaluatie van gemeentelijk uitvoeringsbeleid AMvB-bedrijven en geluidsnormeringskaart voor bedrijven.

3-jaarlijks

4

Actief beheren akoestisch rekenmodel bedrijventerrein De Biezen-De Hagen.

Doorlopend

4

Opstellen verslag van invulling actief zonebeheer.

2-jaarlijks

5

Opstellen verslag behandeling geluidsgerelateerde klachten vanwege activiteiten van bedrijven.

2-jaarlijks

Tabel 4b: Activiteiten thema bedrijven

5. Thema Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

5.1 Wettelijk kader

De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is een gemeentelijke regeling die voor iedereen binnen de gemeente geldt en die tot doel heeft de gemeente netjes, veilig en leefbaar te houden.

De APV bevat een aantal bepalingen om geluidshinder voor omwonenden of voor de omgeving te beperken. Het betreft geluid dat niet wordt gereguleerd in de bestaande wetgeving zoals de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer. Een voorbeeld hiervan is het vieren van festiviteiten.

De APV wordt gewijzigd als daar aanleiding toe is. De meest recente versie is te vinden op de gemeentelijke website of op te vragen bij de gemeente. Deze nota gaat uit van de concept Algemene Plaatselijke Verordening Vianen 2010 (gemeenteraad 22 september 2010). Hoofdstuk 4 van de APV bevat de meeste bepalingen ten aanzien van geluidshinder; zie bijlage 6.

Paragraaf 5.2 Huidige situatie

5.2.1 Bedrijfsmatige incidentele festiviteiten

Bij het vieren van festiviteiten kunnen (horeca)bedrijven niet altijd voldoen aan de in het Activiteitenbesluit gestelde geluidsvoorschriften. De gemeenteraad biedt via de APV mogelijkheden om voor verruiming van de geluidsvoorschriften in aanmerking te komen; zie artikel 4:2 en 4:3 in bijlage 6.

De regeling heeft betrekking op festiviteiten zowel binnen het bedrijf als op het buitenterrein. De regeling wordt in Vianen regelmatig toegepast. Vaak betreft het een festiviteit van een horecabedrijf, maar het kan ook een personeelsfeest in een kantoor of bedrijfsruimte zijn. Een (horeca)bedrijf kan maximaal acht incidentele festiviteiten per kalenderjaar aanvragen. Daarnaast kan de gemeente per kalenderjaar collectieve festiviteiten aanwijzen.

Bedrijven dienen elke festiviteit die zou kunnen vallen onder deze bepalingen te melden bij de gemeente. De gemeente stelt, waar zij dat nodig acht, aangepaste geluidsvoorschriften aan festiviteiten ter voorkoming of beperking van geluidshinder.

Het komt voor dat de gemeente een niet tijdige of onvolledige melding van een (horeca)bedrijf ontvangt. Dit belemmert een zorgvuldige behandeling, waardoor een festiviteit niet of beperkt kan plaatsvinden of waardoor de gemeente niet adequaat een ontheffing kan verlenen en er mogelijk onnodige geluidshinder door omwonenden wordt ondervonden.

Dit is onwenselijk voor zowel de omwonenden, het bedrijf als de gemeente. Het geven van voorlichting aan de (horeca)bedrijven leidt tot verbetering.

De politie wordt als handhavende instantie geïnformeerd over festiviteiten met een gemeentelijke ontheffing, zodat zij adequaat kan optreden bij (niet-gemelde) festiviteiten.

5.2.2 Evenementen

Artikel 2:24 van de APV verstaat (samengevat) onder een evenement: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, waaronder een herdenkingsplechtigheid, braderie, optocht, feest, muziekvoorstelling of wedstrijd aan de weg, straatfeest of buurtbarbecue op één dag. Het artikel geeft ook aan welke activiteiten niet onder het begrip evenement vallen, zoals markten of samenkomsten als bedoeld in de Wet Openbare Manifestaties.

Op de evenementenkalender worden de evenementen vermeld die bij de gemeente bekend zijn. De kalender is te vinden op de gemeentelijke website.

De gemeente heeft parkeerterrein P1 aan de Kanaalweg aangewezen voor evenementen, zoals een kermis of circus.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 5a: Evenemententerrein parkeerterrein P1 aan de Kanaalweg

Organisatoren van een evenement met geluidsproducerende activiteiten, zoals het ten gehore brengen van muziekgeluid, dienen hiervoor een (evenementen)vergunning aan te vragen bij de gemeente. Indien daar aanleiding toe is, stelt de gemeente op basis van artikel 2:25 of 4:6 van de APV voorschriften met geluidsnormen op om geluidshinder te beperken. De gemeente kan de geluidsnormen controleren met een geluidsmeting. Indien daartoe aanleiding bestaat kan de geluidsnormering voor een locatie een volgende keer worden aangepast.

5.2.3 Incidentele festiviteiten met een meer besloten karakter

Festiviteiten met een meer besloten karakter zoals een buurtbarbecue of tuinfeest die worden georganiseerd op openbaar terrein of in woningen en/of in de tuinen van woningen, vallen ook onder de bepalingen in artikel 2:25 of 4:6 van de APV.

Organisatoren van zo’n festiviteit dienen dit te melden bij de gemeente. Indien daar aanleiding toe is, zoals klachten bij een vorige festiviteit, stelt de gemeente voorschriften met geluidsnormen om geluidshinder te beperken.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 5b: Buurtfeest in Ph. van de Marckstraat in 2009

5.2.4 Installaties of activiteiten (niet Wm) die geluidshinder veroorzaken

Permanente installaties of activiteiten die niet middels de Wm worden gereguleerd, zoals een airconditioning van een kleine kantoorruimte of een circulatiepomp bij een privé zwembad, kunnen geluidshinder bij een omwonende of voor de omgeving veroorzaken. De gemeente speelt bij een geschil tussen buren eerder een bemiddelende dan een handhavende rol.

De gemeente toetst ter objectivering van het begrip geluidshinder, het geluidsniveau van een dergelijke activiteit of permanente installatie aan de Wet milieubeheer en aan de gemeentelijke geluidsnormeringskaart voor bedrijven.

5.2.5 Hinder of schade van het houden van dieren

De gemeente stelt geen regels voor het hobbymatig houden van huisdieren, kippen of hanen.

Indien bij klachten een wijkagent of een Buitengewoon Opsporingsambtenaar (Boa) vaststelt dat er sprake is van hinder of schade gedurende langere tijd, zal geprobeerd worden om onderling of door tussenkomst van bemiddeling een oplossing voor het probleem te vinden. De bemiddeling kan gebeuren door buurtbemiddeling, de wijkagent en/of de Boa.

In het uiterste geval kan de gemeente op grond van de APV, artikel 2:60 een plaats (dit kan bijvoorbeeld de achtertuin zijn) aanwijzen waar het verboden is om de betreffende dieren te houden.

5.3 Ontwikkelingen

Geactualiseerde landelijke modelverordening

In juni 2008 is de modelverordening voor de APV door de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG) geactualiseerd.

De geluidsbepalingen van de gemeentelijke APV is deels op de algemene modelverordening gebaseerd en deels gestoeld op de ervaring van de gemeente. Daardoor sluit de recent vastgestelde APV goed aan op de huidige praktijk en het voorliggende geluidsbeleid. De verordening verleent de gemeentelijke uitvoering rechtskracht.

5.4 Gewenste situatie en mogelijkheden

Voorkómen en beperken van geluidshinder

In de APV zijn bepalingen opgenomen om geluidshinder voor omwonenden of voor de omgeving te voorkomen of te beperken en om het geluid van festiviteiten te reguleren.

Omdat de gemeente en de politie volgens de APV handhaven, hebben zij een adequate APV nodig om geluidshinder te voorkomen of te beperken. Daarvoor dienen de (geluids)voorschriften met regelmaat te worden geëvalueerd en indien nodig, te worden gewijzigd.

5.5 Beleidsuitspraken en activiteiten

De APV vormt naast de wettelijke regelgeving de juridische basis van het gemeentelijk geluidsbeleid.

Om geluidshinder vanwege activiteiten gerelateerd aan de APV te voorkomen of te beperken heeft de gemeente een aantal beleidsuitspraken opgesteld. Om deze zo concreet mogelijk te maken zijn in tabel 5a passende activiteiten geformuleerd.

Beleidsuitspraken APV

  • 1.

    De gemeente houdt de geluidsbepalingen in de APV actueel en adequaat om de in deze geluid s nota beschreven praktijk en geluidsbeleid voldoende rechtskracht te geven.

  • 2.

    De gemeente geeft voorlichting aan de (horeca)bedrijven over de APV.

  • 3.

    De gemeente registreert gemelde festiviteiten en evenementen en informeert de politie als mede-han d havende instantie hierover.

De gemeente neemt een selectie van de in tabel 5a beschreven activiteiten op in het jaarlijks vast te stellen gemeentelijk milieuprogramma en/of -begroting. In een jaarlijks verslag vindt verantwoording plaats over de uitvoering van de activiteiten.

Beleidsuitspraak

Omschrijving activiteit

Frequentie

1

Evaluatie geluidsbepalingen APV.

3-jaarlijks

2

Opstellen van informatiebrochure over melding festiviteiten.

eenmalig

2

Evaluatie informatiebrochure.

3-jaarlijks

3

Registratie gemelde geluidsproducerende activiteiten en evenementen.

Doorlopend

3

Opstellen jaarlijkse evenementenkalender.

Doorlopend

3

Informeren van politie bij gemelde festiviteiten en evenementen.

Doorlopend

Tabel 5a: Activiteiten thema APV

Hoofdstuk 6 Overige thema’s

Dit hoofdstuk behandelt diverse thema’s. Elke paragraaf geeft beknopte informatie over een specifiek thema. Aan het eind van de paragraaf volgen beleidsuitspraken en bijbehorende activiteiten. Daarmee wijkt dit hoofdstuk qua opbouw af van hoofdstukken 3 tot en met 5.

Paragraaf 6.1 Brommers en scooters

Uit onderzoeken blijkt dat wanneer mensen wordt gevraagd aan welke geluiden zij zich ergeren, brommers en scooters hoog scoren.

Indien daar aanleiding toe is neemt de politie opgevoerde brommers en scooters in beslag. Zij houdt regelmatig controles waarbij brommers en scooters naar een locatie met meetapparatuur worden geloodst en gecontroleerd. Dit is in lijn met het politieke beleid (kamerstuk 30300 XI nr. 6; 6 oktober 2005) om de geluidsoverlast van brommers en scooters te beperken.

Bij overlast door brommers en scooters spelen vaak meer aspecten dan alleen geluid. De gemeente neemt dit onderwerp mee in haar communicatie met het voortgezet onderwijs. De politie behandelt meldingen van overlastsituaties.

Beleidsuitspraak brommers en scooters

De gemeente faciliteert de politie in overlastsituaties vanwege brommers en scooters.

Omschrijving activiteit

Frequentie

Opnemen onderwerp brommers en scooters in het overleg tussen politie, wijkbeheer en Boa’s.

Jaarlijks

Meenemen onderwerp overlast door brommers in communicatie met voortgezet onderwijs.

2-jaarlijks

Tabel 6a: Activiteiten thema brommers en scooters

6.2 Scheepvaart

Wetgeving

De Nederlandse wetgeving kent geen grenswaarden ten aanzien van de geluidsbelasting van geluidsgevoelige bestemmingen vanwege de scheepvaart. Met betrekking tot de scheepvaart worden er in Nederland alleen eisen gesteld aan de geluidsproductie van binnenvaartschepen.

Huidige situatie

Binnen de gemeente zijn twee vaarwegen aanwezig. De rivier de Lek begrenst het noordelijk grondgebied van de gemeente. Het Merwedekanaal stroomt door de kom van Vianen naar het zuidwesten in richting van de gemeenten Lexmond en Zederik.

Rijkswaterstaat beheert de Lek en Provincie Zuid-Holland het Merwedekanaal.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 6a: Scheepvaart in Merwedekanaal

De gemeente ontvangt geen klachten over de scheepvaart langs en door de gemeente.

Laad- en loswallen

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Figuren 6b en 6c: Losplaatsen aan Lekdijk 62 en Stuartweg 4

Langs de Lek is ter hoogte van Lekdijk 62 een laad- en loswal aanwezig. Langs het Merwedekanaal zijn twee mogelijkheden voor overslag: de laad- en loshaven aan de Stuartweg en een particuliere laad- en loswal op het terrein van Betonmortel B.V. aan de Limiet 23. Beide liggen op het bedrijventerrein De Biezen-De Hagen.

De activiteiten aan de laad- en losplaatsen zijn gereguleerd door de Wet milieubeheer; zie hoofdstuk 4. De gemeente ontvangt nauwelijks klachten over geluidshinder vanwege de laad- en losactiviteiten. Voor overslag van grondstoffen zoals zand en grind is transport met zwaar vrachtverkeer van en naar de laad- en loswal noodzakelijk. De gemeente ontvangt met regelmaat klachten over zwaar vrachtverkeer dat (langs woningen) over de Lekdijk gaat.

Ligplaatsen plezier- en beroepsvaart

Langs de Lek is in de Middelwaard de jachthaven WSV De Peiler gelegen. Aan het Merwedekanaal zijn diverse locaties aanwezig waar schepen tijdelijk mogen aanmeren:

  • -

    bij de wijk Blankenborch is in de dode arm van het Merwedekanaal de Passantenhaven gelegen. Deze haven is geschikt voor de pleziervaart;

  • -

    de passantensteiger in de Voorhaven (tussen de sluis en de Lek) is geschikt voor ongeveer negen vaartuigen;

  • -

    nabij de laad- en loshaven aan de Stuartweg zijn diverse aanlegsteigers gelegen. De haven is niet toegankelijk voor pleziervaart;

  • -

    in het kader van Ruimte voor de rivier wordt mogelijk een passantenhaven met ongeveer tien ligplaatsen gerealiseerd nabij de veerpont naar Nieuwegein.

De provincie heeft bij de ligplaatsen aan de Jan Blankenweg, het Sluiseiland en de Havenweg walstroomkasten geplaatst. Binnenvaartschepen die hier afmeren kunnen gebruikmaken van walstroom als ze elektriciteit nodig hebben. De schepen hoeven op deze manier niet langer hun dieselgeneratoren te laten draaien. Vanaf 2011 is dat zelfs verboden. Voor omwonenden betekent dat schonere lucht en minder geluidsoverlast. Met het aanbieden van deze en andere voorzieningen voor binnenvaartschepen wil de provincie onder meer het goederenvervoer over water stimuleren.

Ontwikkelingen scheepvaart

De Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB) wil graag dat 'Blue Ports', dit zijn binnenhavens en logistieke knooppunten, langs de vaarwegen worden ontwikkeld. De laad- en loshaven van Vianen maakt daar ook onderdeel van uit. Als de plannen van NVB concretere vormen aannemen, zal mogelijk de laad- en loshaven intensiever worden gebruikt, mits dat past binnen de voorschriften in de Wet milieubeer en de geluidszone van het bedrijventerrein.

Goede ruimtelijke ordening

Volgens jurisprudentie dient lawaai veroorzaakt door voorbijvarende (binnenvaart)schepen ook als een geluidsbron te worden beschouwd. Op grond van een goede ruimtelijke ordening en de Awb moet het bevoegd gezag bij haar besluitvorming alle relevante feiten verzamelen.

Ten aanzien van onderzoek naar de geluidsbelasting vanwege scheepvaart doen zich in de praktijk twee problemen voor:

  • -

    er is geen wettelijk vastgestelde berekeningmethode voor het bepalen van de geluidsbelasting vanwege varende schepen;

  • -

    scheepvaartlawaai is niet opgenomen in de berekeningsmethode voor de gecumuleerde geluidsbelasting. Dit betekent dat het scheepvaartlawaai niet direct “opgeteld” kan worden met andere geluidsbronnen zoals wegverkeer.

Voornoemde jurisprudentie is vooral gebaseerd op drukke vaarroutes. Voor Vianen geldt dit in mindere mate. De gemeente zal daarom alleen bij ruimtelijke ontwikkelingen die direct aan de vaarwegen liggen, rekening houden het aspect scheepvaart.

Beleidsuitspraak scheepvaart

De gemeente onderzoekt bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen direct langs vaarwegen, de mogelijk te ondervinden geluidshinder bij geluidsgevoelige bestemmingen vanwege scheepvaart.

Omschrijving activiteit

Frequentie

Opnemen van de geluidsbron scheepvaart in de ruimtelijke onderbouwing van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen met geluidsgevoelige bestemmingen direct langs vaarwegen.

Doorlopend

Tabel 6b: Activiteiten scheepvaart

6.3 Vergunningverlening en handhaving bouwplannen

De gemeente verleent vergunningen aan plannen voor nieuwbouw of verbouw. Zij toetst deze plannen aan het gemeentelijk bestemmingsplan (Wet ruimtelijke ordening), de Woningwet, het Bouwbesluit en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo); zie bijlage 2.

Bestemmingsplan

Een bestemmingsplan regelt de bouwmogelijkheden op gronden en het gebruik ervan. Zo geeft de gemeente aan of er in een gebied bijvoorbeeld woningen of (horeca)bedrijven mogen komen. Het bestemmingsplan is bindend voor iedereen, dus zowel voor bewoners, bedrijven, instellingen als voor de gemeente zelf. Bestemmingsplannen bevatten niet alleen regels over het grondgebruik, maar bijvoorbeeld ook over de maximale hoogte en breedte van bouwwerken.

Past een bouwplan niet in het bestemmingsplan, dan kan de gemeente onder bepaalde voorwaarden9 toch medewerking verlenen om het plan te realiseren. Daarbij geldt altijd het principe van ‘een goede ruimtelijke ordening’. Als het gaat om een nieuwe geluidsgevoelige bestemming zoals een woning, dan dient de initiatiefnemer de nieuwe situatie akoestisch in beeld te brengen. Het betreft het geluid van (vaar)wegen en mogelijk van activiteiten van direct nabijgelegen bedrijven.

Indien blijkt dat een voorkeurswaarde uit de Wet geluidhinder voor wegverkeer of een gezoneerd bedrijventerrein wordt overschreden, dan kan de gemeente onder voorwaarden een procedure hogere waarden doorlopen. De gemeente heeft voor wegverkeer uitvoeringsbeleid opgesteld: de ‘Beleidsregel hogere waarden Wgh, gemeente Vianen’; zie § 7.1.3.

Indien blijkt dat een bedrijf in haar activiteiten wordt beperkt, dan zal de initiatiefnemer maatregelen moeten treffen om dit te voorkómen. Als het bedrijf medewerking verleent kan dit bij het bedrijf zelf, anders in de overdracht, zoals een scherm of bij de geluidsgevoelige bestemming zelf.

Als het plan binnen een bestemmingsplan past of binnen een bestemmingsplanprocedure is geregeld, moet de initiatiefnemer voor de realisatie van het bouwplan een vergunning bij de gemeente aanvragen en is het Bouwbesluit van toepassing.

9 Deze zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en in de bij de wetten bijbehorende besluiten; zie ook informatie op website van de gemeente en het ministerie van I & M.

Bouwbesluit

Het Bouwbesluit bevat bouwtechnische voorschriften waaraan alle bouwwerken, zoals woningen, kantoren of winkels minimaal moeten voldoen. Ook verbouwingen vallen onder het Bouwbesluit. De eisen hebben betrekking op veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. De geluidsvoorschriften zijn opgenomen in het hoofdstuk gezondheid.

Het Bouwbesluit kent de volgende algemene geluidseisen:

  • -

    bescherming tegen geluid van buiten: het Bouwbesluit stelt eisen aan de geluidswering van de gevel van een gebouw om geluidsoverlast ten gevolge van wegverkeer en gezoneerde bedrijventerreinen te voorkomen. Indien de voorkeurswaarde voor wegverkeer en gezoneerde bedrijventerreinen (Wgh) wordt overschreden, moet in de meeste gevallen de initiatiefnemer een akoestisch onderzoek naar de toekomstige geluidswering van de gevels laten uitvoeren. Hierin zijn ook de ventilatievoorzieningen opgenomen. De gemeente toetst dit akoestisch onderzoek naar de geluidswering van de gevels;

  • -

    bescherming tegen geluid van installaties: het geluidsniveau in een ruimte vanwege geluid afkomstig van installaties moet binnen een bepaald maximum blijven;

  • -

    geluidswering tussen ruimten van verschillende en dezelfde gebruiksfunctie: het Bouwbesluit stelt eisen aan de lucht- en contactgeluidsisolatie (Ilu;k en Ico) tussen ruimten;

  • -

    beperking van galm: veel galm in een ruimte vermindert de verstaanbaarheid en veroorzaakt een verhoogd geluidsniveau. In gemeenschappelijke verkeersruimten in woongebouwen kan dit leiden tot hoge geluidsniveaus, waardoor hinder in de woningen kan ontstaan.

De gemeente toetst niet maar alleen vooraf; indien daar aanleiding toe is treedt zij handhavend op tijdens of na de uitvoering van het bouwplan. Het betreft controle van de toepassing en wijze van plaatsing van de in het onderzoek beschreven geluidswerende elementen en/of een geluidsmeting naar de karakteristieke geluidswering van de gevels.

Monumenten

De gemeente kent ongeveer 190 rijksmonumenten. Als de voorschriften van het Bouwbesluit onwenselijke effecten op het karakter van het monument hebben, dan kan de gemeente afwijken en de voorschriften van de monumentenvergunning aanhouden. Omdat het maatwerk betreft, wordt dit in overleg met de gemeentelijke (geluids)deskundige per geval bekeken.

Beleidsuitspraak vergunningverlening en handhaving bouwplannen

De gemeente voert binnen haar verantwoordelijkheden en bevoegdheden de voor (ver)bouwplannen geldende regels en voorschriften op het gebied van geluid op adequate wijze uit.

Omschrijving activiteit

Frequentie

Voeren van een adequaat uitvoeringsbeleid betreffende de procedure hogere waarden Wgh.

Doorlopend

Toetsing en handhaving van de geluidseisen in het Bouwbesluit op adequate wijze.

Doorlopend

Tabel 6c: Activiteiten vergunningverlening en handhaving bouwplannen

6.4 Planontwikkeling met gemengde functies

De gemeente heeft veel gebieden waar voornamelijk wordt gewoond. De gemeente kent ook locaties waar naast wonen meerdere functies zoals detailhandel, dienstverlening en/of horeca inpandig of aanpandig aanwezig zijn. Een voorbeeld is het oude centrum van Vianen. Veel (bedrijfs)activiteiten produceren weinig storende geluiden en zijn eenvoudig met een woonomgeving te combineren.

Sommige activiteiten van bedrijven produceren echter meer storende geluiden, vooral als deze plaatsvinden in de vroege ochtend, in de avond en/of nacht.

De activiteiten zijn vaak noodzakelijk voor levendigheid in de gemeente maar zetten vanwege mogelijke geluidsoverlast de (akoestische) kwaliteit van de leefomgeving in de woningen onder druk. Te denken valt aan woningen die boven of naast cafés, winkels, scholen en parkeergarages zijn gelegen.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 6d: Horeca en detailhandel onder en naast woningen in oude centrum Vianen

6.4.1 Wonen boven of naast winkels, cafés, scholen of parkeergarages

Wettelijk kader en huidige situatie

Voor nieuwbouw stelt het Bouwbesluit eisen aan de geluidsisolatie van gevels en aan de isolatie van binnenwanden tegen luchtgeluid en contactgeluid tussen aangrenzende woonfuncties en overige functies; zie paragraaf 6.3. Voldoen aan deze eisen is echter geen garantie dat buren geen hinder van elkaar ondervinden. De eisen kunnen worden beschouwd als ‘minimum’ eisen.

In een gebouw met gemengde functies, zijn sommige bedrijfsactiviteiten duidelijk hoorbaar, vooral bij nachtelijke werkzaamheden. De gemeente voert naar aanleiding van klachten geluidsmetingen uit bij dit soort situaties en vaak blijkt dat er geen of nauwelijks sprake is van overschrijding van de geluidsnormen uit het Bouwbesluit en de Wm. In dat geval komen de ondernemer, exploitant, bewoners van vaak meerdere appartementen en de gemeente terecht in een voor alle partijen onbevredigende situatie.

Gewenste situatie

Om geluidshinder te voorkómen en een betere woon- en werkkwaliteit te realiseren streeft de gemeente bij nieuwbouwprojecten met aan- en inpandige gemengde functies, naar een contact- en luchtgeluidsisolatie die minimaal 5 dB strenger is dan de wettelijke minimumeisen. Voor grotere nieuwbouwprojecten zijn de extra kosten circa € 1.500 per woning. De winst voor de initiatiefnemer is dat het project beter verkoopbaar is en dat de functies (ook in de toekomst) beter te beheren en flexibeler in te richten zijn. Omdat de gemeente de strengere geluidswensen niet wettelijk kan afdwingen, zal zij de initiatiefnemers verzoeken om deze bij woningen te realiseren.

Ook bij grootschalige renovatieprojecten streeft de gemeente ernaar te komen tot een betere woon- en werkkwaliteit door in overleg met de initiatiefnemer te komen tot een betere contact- en luchtgeluidsisolatie.

Beleidsuitspraak wonen boven of naast winkels, cafés, scholen of parkeergarages

De gemeente spant zich in om bij nieuwbouwprojecten met aan- en inpandige gemengde functies, waaronder wonen, een betere kwaliteit van de leef- en werkomgeving te realiseren.

Omschrijving activiteit

Frequentie

De gemeente verzoekt initiatiefnemers van grotere nieuwbouw- of renovatieprojecten met aan- en inpandige gemengde functies, waaronder wonen, om een contact- en luchtgeluidsisolatie te realiseren die minimaal 5 dB strenger is dan de wettelijke minimumeisen.

Doorlopend

De gemeente stelt een informatiefolder op.

Eenmalig

De gemeente evalueert de informatiefolder en de behaalde resultaten in grote projecten.

3-jaarlijks

Tabel 6d: Activiteiten planontwikkeling wonen boven of naast winkels, cafés, scholen of parkeergarages

6.4.2 Bevoorrading en koeling- en luchtbehandelinginstallaties (winkel)bedrijven

Wanneer een laad- en losplaats ongunstig is gelegen, veroorzaakt de bevoorrading van (winkel)bedrijven vaak geluidshinder. Daarnaast zijn de verkeersafwikkeling en de tijden waarop geladen en gelost wordt van invloed op de ondervonden geluidshinder.

Voor de gehele binnenstad van Vianen geldt een gemeentelijke ‘geslotenverklaring’ voor vrachtverkeer:

  • ·

    een verbod voor vrachtauto´s (boven 3500 kg.) tussen 11.00 en 18.00 uur;

  • ·

    een verbod voor voertuigen (ongeacht welk gewicht) langer dan 8 meter gedurende het hele etmaal.

De politie handhaaft deze ‘geslotenverklaring’.

Om de overlast te beperken of voorkomen is het mogelijk om een laad- en lospunt (gedeeltelijk) te overkappen of inpandig te realiseren. Daarnaast hebben steeds meer transporteurs de mogelijkheid om ‘Piek-Keur’ gecertificeerd10 transportmaterieel in te zetten, zoals stillere vrachtwagens gecombineerd met het gebruik van stillere magazijnwagentjes.

Koeling- en luchtbehandelinginstallaties van (winkel)bedrijven veroorzaken ook vaak geluidshinder. Een goed gedimensioneerd en geïntegreerd ontwerp bij de bouw kan veel geluidshinder voorkomen. De gemeente kan bij toetsing van een bouwplan dit ontwerp niet wettelijk afdwingen maar brengt haar intentie en haar visie over het aspect geluid binnen een ‘goede ruimtelijke ordening’ over naar de initiatiefnemer.

10 De stichting Piek-Keur heeft een certificeringsysteem voor stille producten en voertuigen.

Beleidsuitspraak bevoorrading en koeling- en luchtbehandelinginstallaties (winkel)bedrijven

De gemeente besteedt aandacht aan het voorkómen van lokale knelpunten in een planontwikkeling waarin gemengde functies met (winkel)bedrijven wo r den voorzien nabij wonen.

Omschrijving activiteit

Frequentie

De gemeente wijst de initiatiefnemers van een planontwikkeling waarin gemengde functies met (winkel)bedrijven worden voorzien nabij woningen op mogelijke knelpunten, zoals de bevoorrading van (winkel)bedrijven en de plaatsing en het dimensioneren van koeling- en luchtbehandelinginstallaties.

Doorlopend

De gemeente stelt een informatiefolder op.

Eenmalig

De gemeente evalueert de informatiefolder en de behaalde resultaten in grote projecten.

3-jaarlijks

Tabel 6e: Activiteiten planontwikkeling bevoorrading en koeling- en luchtbehandelinginstallaties bedrijven

6.4.3 Wonen nabij scholen, naschoolse opvang en kinderdagverblijven

Ook vanwege de activiteiten in en rond scholen, naschoolse opvang en kinderdagverblijven geldt dat een goed geïntegreerd ontwerp veel geluidshinder kan voorkómen. De gemeente kan dit wettelijk niet afdwingen: zij brengt haar intentie en visie over het aspect geluid binnen een ‘goede ruimtelijke ordening’ over naar de initiatiefnemer.

Beleidsuitspraak planontwikkeling scholen, naschoolse opvang en kinderdagverblijven

De gemeente stimuleert de initiatiefnemer van een planontwikkeling waarin een school, naschoolse opvang of kinderdagverblijf wordt voorzien nabij woningen, om te komen tot een goed geïntegreerd ontwerp om geluidshinder te voorkómen.

Omschrijving activiteit

Frequentie

De gemeente verzoekt initiatiefnemers van een planontwikkeling waarin een school, naschoolse opvang of kinderdagverblijf wordt voorzien nabij woningen, aandacht te besteden aan de situering en inrichting van het schoolplein of buitenplaats ten opzicht van tuinen van woningen en balkons bij appartementen.

Doorlopend

De gemeente stelt een informatiefolder op.

Eenmalig

De gemeente evalueert de informatiefolder en de behaalde resultaten in grote projecten.

3-jaarlijks

Tabel 6f: Activiteiten planontwikkeling scholen en kinderdagverblijven

6.5 Activiteiten vanwege sloop, nieuwbouw en verbouw (bouwlawaai)

Activiteiten vanwege slopen en (ver)bouwprojecten kunnen veel lawaai veroorzaken. Het lawaai wordt voor een groot deel veroorzaakt door machines die voor het bouwproces noodzakelijk zijn.

Voorbeelden zijn aggregaten, pompen, heistellingen, sloophamers en vrachtwagens. Als gevolg van (nachtelijke) bouw- en onderhoudswerkzaamheden en activiteiten rond bodemsanering kan veel en langdurig geluidshinder ontstaan voor omwonenden.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 6e: Bouw zorgcentrum Hof van Batenstein

Wettelijk kader en huidige situatie

Bouwlawaai- en trillingshinder worden meestal gereguleerd door onder voorwaarden ontheffing te verlenen van de bepalingen in de gemeentelijke Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Incidenteel worden voorschriften gehanteerd uit de gemeentelijke bouwverordening of worden de activiteiten gereguleerd volgens de Wet milieubeheer, zoals het mobiel breken van bouw- en sloopafval.

Om de hinder als gevolg van bouw- of sloopwerkzaamheden te reguleren geeft de Circulaire Bouwlawaai (Ministerie van I & M) uit 2010 aanbevelingen voor het reguleren van bouwlawaai zowel overdag, in de avond en nacht.

De initiatiefnemer draagt zorg voor aanvaardbare bouwmethodes om excessieve geluidshinder voor de omwonenden te voorkomen. Dit kan door de inzet van stiller materiaal, stillere voertuigen, voldoende afscherming tussen bron en ontvanger en het creëren van rustmomenten voor de bewoners bij langdurige werkzaamheden. Een goede, tijdige en juiste informatievoorziening over de verschillende gebeurtenissen in het bouwproces kan bij omwonenden zorgen voor begrip en kan klachten voorkómen.

Beleidsdoelstelling en activiteiten

Bouwlawaai is niet altijd te voorkomen en veroorzaakt in sommige gevallen tijdelijk geluidsoverlast. Daarom vindt de gemeente het belangrijk dat er een goede, tijdige en juiste informatievoorziening over de verschillende gebeurtenissen in het bouwproces plaatsvindt. De initiatiefnemer dient zorg te dragen voor een adequate informatie aan de gemeente en omwonenden.

De gemeente stelt een aanvraagformulier op waarin de initiatiefnemer onder meer inzicht geeft in het bouwproces, de te verwachten geluidsniveaus en de communicatie met omwonenden. Hiermee weegt de gemeente zorgvuldig de diverse belangen af en neemt waar nodig voorschriften op bij het verlenen van een ontheffing. Indien nodig handhaaft de gemeente hierop.

Beleidsuitspraak activiteiten vanwege nieuwbouw en verbouw (bouwlawaai)

De gemeente stelt bij te verwachten geluidshinder voorwaarden aan het bouwproces.

Omschrijving activiteit

Frequentie

De gemeente stelt een aanvraagformulier op waarin de initiatiefnemer inzicht geeft in het bouwproces.

Eenmalig

Indien het bouwproces daar aanleiding toe geeft, stelt de gemeente voorwaarden aan het bouwproces, zoals de geluidsniveaus op woningen, het gebruik van luidruchtige machines, de tijden en de periode waarin de werkzaamheden plaatsvinden.

Doorlopend

Tabel 6g: Activiteiten bij activiteiten vanwege nieuwbouw en verbouw (bouwlawaai)

6.6 Stiltegebieden

Stiltegebieden zijn milieubeschermingsgebieden die van belang zijn voor de natuur en de rustzoekende recreant.

afbeelding binnen de regeling

Foto 6f: Nederboeicopperwetering

Wettelijk kader

De provincie Utrecht heeft op basis van de Provinciale Milieuverordening (PMV) binnen de gemeente Vianen het stiltegebied Hei- en Boeicop aangewezen. Het gebied sluit op de gemeentegrens met Zederik aan op het stiltegebied Vijfheerenlanden (PMV Zuid-Holland); zie figuur 6.

Het stiltegebied Hei- en Boeicop is opgenomen in de provinciale structuurvisie waaraan ruimtelijke plannen worden getoetst in het kader van de Wro-procedures.

Het provinciale beleid kan gevolgen hebben voor ruimtelijke plannen en de activiteiten van de bedrijven in de omgeving van deze stiltegebieden.

Op dit moment zijn er geen bedrijven gelegen in het stiltegebied.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 6: Stiltegebieden in en rondom gemeente Vianen (bron: provincie Utrecht)

Opheffing stiltegebied Hei- en Boeicop

De provincie heeft eind 2010 een ‘Ontwerp Notitie uitvoering stiltegebieden provincie Utrecht 2010’ opgesteld. Uit deze notitie blijkt dat de provincie het stiltegebied Hei- en Boeicop hoogstwaarschijnlijk gaat opheffen gezien de relatief geringe omvang van het gebied, de matige heersende geluidskwaliteit en de beperkte ontsluiting voor de rustzoekende recreant. Voor bedrijven en mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen gelden dan vanuit de provincie geen beperkingen.

Overige stillere gebieden

Zoals uit de geluidscontourenkaart vanwege wegverkeer (figuur 3a) blijkt zijn er aan de westzijde (Middelwaard) en aan de oostzijde (Everdingen-Lekdijk) van de gemeente stillere gebieden. Deze gebieden komen niet in aanmerking voor een provinciale aanwijzing.

Door het ontbreken van (snel)wegverkeer geeft het verkeer op de dijken een ver dragend en onrustig geluidsbeeld. Het betreft meestal (zwaar) vrachtverkeer en woon-werkverkeer. Ook het recreatieve gebruik van motoren in de weekenden wordt als verstorend ervaren.

De gemeente wijst op de geluidsnormeringskaart voor bedrijven stillere gebieden aan waar een geluidsnormering van 40 dB(A) is opgenomen en geeft bedrijven niet meer geluidsruimte dan nodig is. De gemeente levert verder geen extra inspanning om deze gebieden stiller te krijgen.

6.7 Luchtvaart

Wettelijk kader

De Wet luchtvaart (Wlv) en de Regelgeving Burgerluchtvaart en Militaire Luchthavens (RBML) bevat regels om de milieuruimte en externe veiligheidsruimte van luchthavens te bepalen, zowel voor het gebruik van de luchthaven door vliegverkeer als voor de ruimtelijke indeling van het gebied in de nabijheid van luchthavens.

Binnen de gemeente is regulier vliegverkeer van en naar nationale en regionale vliegvelden hoorbaar. De trend is dat steeds meer vliegtuigen gebruik maken van het luchtruim boven de provincie Utrecht. De gemeente heeft geen invloed op deze vliegbewegingen.

Luchtvaartnota provincie Utrecht

De provincie Utrecht is per 1 november 2009 bevoegd gezag over de niet-nationale luchtvaartterreinen in de provincie. Zij beslist over de milieugebruikersruimte en de ruimtelijke inpassing van deze luchtvaartterreinen. Ze heeft haar visie en beleid over burgerluchtvaart geformuleerd in de Luchtvaartnota provincie Utrecht (26 oktober 2009).

In de nota zijn diverse beleidsuitspraken over mogelijkheden voor kleine en recreatieve luchtvaart opgenomen.

De provincie kan een verbod op vliegen over een bepaald gebied niet juridisch afdwingen.

De minimum (wettelijke) vlieghoogte bedraagt 150 m (500 voet) in het algemeen en 330 m (1000 voet) boven aaneengesloten bebouwing.

afbeelding binnen de regeling

Foto 6g: Kom Vianen vanuit de lucht

De provincie doet in haar nota uitspraak over diverse lichtere vormen van luchtvaart. Binnen de gemeente heeft de provincie geen helihavens (voor helikopters), ballonopstapplaatsen of andere terreinen voor luchtvaartactiviteiten aangewezen.

De provincie zet zich actief in om de toegenomen geluidshinder van luchtvaart te beperken en zij maakt - waar mogelijk – afspraken met het Ministerie van I & M en de Luchtverkeersleiding Nederland over het gebruik van routes en het vermijden van kwetsbare gebieden. Ook bepleit de provincie dat de luchtvaart niet op een lage hoogte over stilte- en groene contourgebieden vliegt.

De gemeente sluit zich in grote lijnen aan bij dit beleid van de provincie.

6.8 Klachten algemeen

Klachten over geluidsoverlast worden tijdens kantooruren via het algemene gemeentelijke telefoonnummer doorgestuurd naar de betreffende afdeling van de gemeente. Daarnaast biedt de digitale balie van de gemeentelijke website ook de mogelijkheid om klachten in te dienen.

7. Organisatie

7.1 Verankering onderwerp geluid binnen gemeentelijke organisatie

7.1.1 Milieujaarprogramma

Een milieujaarprogramma dient ter uitvoering van het gemeentelijk milieubeleid. Het programma bevat de planning voor de in dat jaar uit te voeren werkzaamheden, ook voor het aspect geluid.

Het milieujaarprogramma legt daarmee jaarlijks helder vast welke geluidstaken en mogelijke projecten worden uitgevoerd. Daarmee wordt ook binnen de gemeente de bijbehorende jaarlijkse begroting voor geluidstaken en -activiteiten vastgelegd. Jaarlijks stelt de gemeente een verslag op van het gevoerde milieubeleid.

De gemeente streeft ernaar om alle in deze nota genoemde activiteiten tot stand te laten komen binnen de jaarlijkse milieubegrotingen.

Beleidsuitspraak milieujaarprogramma

De gemeente maakt elk jaar inzichtelijk op welke wijze de wettelijke geluidstaken en de voortgang van de activiteiten uit het geluidsbeleid zijn uitgevoerd.

Omschrijving activiteit

Frequentie

Opstellen milieujaarprogramma & -begroting; vaststellen verslag uitgevoerde milieubeleid met deelonderwerp geluid (gemeenteraad).

Jaarlijks

Evaluatie uitvoering activiteiten uit deze geluidsnota (ambtelijk).

2-jaarlijks

Tabel 7a: Activiteiten milieujaarprogramma

afbeelding binnen de regeling

Figuur 7a: Gemeentehuis Vianen

7.1.2 Uitvoering wettelijke geluidstaken binnen gemeentelijke afdelingen

Het onderwerp geluid is relevant voor werkzaamheden binnen diverse afdelingen van de gemeente.

AfdelingBeheer Openbare Ruimte

Deze afdeling beheert de openbare ruimte en heeft daardoor invloed op de geluidssituatie in de gemeente, door bijvoorbeeld een weg met asfalt te veranderen in een bestrating met elementenverharding. De afdeling heeft verbindingen met het proces voor stedelijke vernieuwing en draagt zorg voor een goede uitvoering en beheer van eventuele geluidsreducerende maatregelen, zoals stil asfalt of schermen.

Binnen de afdeling zijn verkeerskundigen en wegbeheerders aanwezig. Bij specialistische geluidsvragen wordt de Milieudienst ingeschakeld. Bij het opstellen van verkeersbeleid en het nemen van verkeersbesluiten weegt de afdeling het aspect geluid integraal mee. Om de aanwezigheid van geluid in de leefomgeving adequaat te reguleren, is het van belang dat de gemeente het geluidsbeleid op de juiste momenten en wijze in het proces betrekt.

Voor deze afdeling zijn binnen de geluidsnota de hoofdstukken 2, 3 (bijlage 4) en § 7.1 het meest relevant.

AfdelingVergunningen Handhaving

Binnen dit cluster worden diverse werkzaamheden uitgevoerd die met verschillende geluidsaspecten te maken krijgen:

  • -

    behandeling aanvraag en handhaving omgevingsvergunningen. De gemeente kan de Milieudienst inschakelen bij specialistische vragen bij aanvragen voor omgevingsvergunningen, zoals (ver)bouwactiviteiten, bij voorbereidingsprocedures of voor het uitvoeren van geluidsmetingen. Voor de werkzaamheden zijn de hoofdstukken 2, 6 en § 7.1 het meest relevant;

  • -

    het reguleren van bedrijfsmatige activiteiten van bedrijven zoals beschreven in de Wet milieubeheer (Wm). De Milieudienst voert de werkzaamheden namens de gemeente uit. De medewerkers stellen daar waar nodig (maat)voorschriften op en zien erop toe dat bedrijven deze voorschriften naleven. Voor de werkzaamheden zijn de hoofdstukken 2, 4, 5 en § 6.6 en § 7.1 het meest relevant;

  • -

    behandeling meldingen, ontheffingen- en vergunningaanvragen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). De gemeente schakelt de Milieudienst in bij specialistische vragen of voor het uitvoeren van geluidsmetingen. Voor de werkzaamheden zijn de hoofdstukken 2, 5, 6 en § 7.1 het meest relevant.

Stadswerf/Wijkbeheer

De Stadswerf en het Wijkbeheer zijn van belang voor signalen van de leef- en werkomgeving van de mensen in de gemeente. Naar aanleiding van vragen of klachten worden medewerkers van andere afdelingen ingeschakeld. Bij specialistische vragen vraagt de afdeling advies aan de Milieudienst.

Voor deze afdeling zijn binnen de geluidsnota hoofdstukken 2, 5, 6 het meest relevant.

AfdelingStedelijkeOntwikkeling en Projecten

Deze afdeling is betrokken bij het proces van stedelijke vernieuwing. Binnen dit proces moeten veel verschillende overwegingen plaatsvinden waarbij het voorkómen van geluidshinder één van de vele onderdelen is. Het geheel van al deze afwegingen resulteert in een stedenbouwkundige invulling van een plangebied met een bepaalde ruimtelijke kwaliteit. Het proces loopt van ontwerpschets tot de daadwerkelijke realisatie van het plan. Het aspect geluid kan meespelen in alle planfases: van initiatieffase naar ontwerpfase en bouwfase tot en met de gebruikersfase.

Om de aanwezigheid van geluid in de leefomgeving adequaat te reguleren is het van belang om de geluidsthema’s wegverkeer, bedrijven en scheepvaart op de juiste momenten en wijze in het planproces te betrekken. Het betreft de structuurvisie, bestemmingsplannen, projectbesluiten (Wro) en overige ruimtelijke projecten.

De inbreng van een geluidsdeskundige varieert: van een adviserende, uitnodigende rol bij aanvang van grotere projecten tot een strikt toetsende rol (detailniveau) op bouwplanniveau. Grof gezegd geldt dat hoe hoger de geluidsniveaus, des te dwingender de geluidsthema’s zijn. Bij knelpunten is vanaf de start van een planproces de inbreng van een geluidsdeskundige noodzakelijk.

Voor de stedelijke vernieuwing zijn binnen de geluidsnota de hoofdstukken 2, 3, 4 en 6 en § 7.1 het meest relevant.

Beleidsuitspraak uitvoering wettelijke taken

De gemeente betrekt in de uitvoering van haar wettelijke taken het geluidsbeleid op een adequate m a nier in het planproces.

Omschrijving activiteit

Frequentie

Initiatiefnemers van ruimtelijk plannen direct op de hoogte brengen van het gemeentelijk geluidsbeleid en aangeven wanneer en in hoeverre de inbreng van een geluidsdeskundige noodzakelijk is.

Doorlopend

Opstellen korte checklisten tussen betrokken afdelingen voor de inbreng van geluid in de diverse planprocessen.

Eenmalig

Evaluatie checklisten op effectiviteit, resultaat, handhaafbaarheid en beheer (schermen, stil wegdek) op langere termijn.

3-jaarlijks

Opstellen (GIS/FlexiWeb) kaart met aandachtsgebieden langs spoorwegen en drukke wegen voor ruimtelijke en verkeerskundige ontwikkelingen; deze kaart maakt inzichtelijk in welke gebieden de inbreng van een geluidsdeskundige in het begin van een ruimtelijk planproces noodzakelijk is.

2-jaarlijks

Tabel 7b: Activiteiten stedelijke vernieuwing

7.1.3 Uitvoeringsbeleid: Beleidsregel hogere waarden Wgh

Wet geluidhinder (Wgh)

Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moet volgens de Wgh bij geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen worden onderzocht of de te verwachten geluidsniveaus vanwege wegverkeer of een gezoneerd bedrijventerrein lager of gelijk zijn aan wettelijk vastgestelde voorkeurswaarden. Indien dat niet het geval is, moet worden onderzocht met welke geluidsreducerende maatregelen deze hogere waarden kan worden voorkomen (wettelijke onderzoeksplicht).

Als deze maatregelen niet in alle redelijkheid mogelijk blijken en de gemeente wil de ontwikkeling voortzetten dan is dat, onder voorwaarden, mogelijk tot een wettelijk bepaald maximaal geluidsniveau.

Dit maximale geluidsniveau is afhankelijk van de situatie; zo staat de Wgh voor een plangebied binnen de bebouwde kom hogere geluidsniveaus toe dan buiten de bebouwde kom. De gemeente moet hiervoor een procedure hogere waarden volgen.

Het doel van deze procedure is om hogere geluidsniveaus11 niet zonder meer toe te staan. De gemeente onderschrijft deze doelstelling en voor een heldere uitvoering van de procedure heeft het college van burgemeester en wethouders in 2008 de gemeentelijke ‘Beleidsregel hogere waarden Wgh, gemeente Vianen’ vastgesteld.

11 Geluidsniveaus die hoger zijn dan de wettelijke voorkeurswaarde

De beleidsregel is niet in deze geluidsnota opgenomen. Op deze manier kan de beleidsregel eenvoudiger worden aangepast, als dat nodig blijkt wegens voortschrijdende inzichten.

Inhoud beleidsregel

Inhoudelijk komen de volgende punten in de Beleidsregel hogere waarden Wgh aan de orde:

  • -

    motiveringsplicht en onderzoeksplicht: wettelijke voorwaarden waaronder hogere waarden worden toegelaten;

  • -

    geluidsluwe gevel: het principe dat op minimaal één gevel van de woning de voorkeurswaarde gehaald moet worden;

  • -

    indelingsvoorschrift: het principe dat bij hogere geluidsniveaus, de indeling van de woning afhankelijk wordt gemaakt van het geluid, zoals het situeren van een badkamer aan de drukke straatkant;

  • -

    maximale ontheffingswaarde voor weg- en railverkeerslawaai: de gemeente verleent bij uitzondering waarden die hoger zijn dan 10 dB boven de voorkeurswaarden voor weg- en railverkeerslawaai;

  • -

    toepassing dove gevel: randvoorwaarden voor het toepassen van ‘dove’ gevels; dit zijn gevels met niet te openen ramen of deuren;

  • -

    procedurele aspecten: wanneer en op welke wijze wordt een geluidsspecialist betrokken binnen het planproces.

Verkeersmaatregelen en reconstructies

Bij verkeersmaatregelen of de aanleg of reconstructie van een weg moet ook de akoestische situatie bij bestaande geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen worden onderzocht.

De procedure hogere waarden geldt bij reconstructie van een weg in de zin van de Wet geluidhinder. Dit kan voorkomen bij verkeersmaatregelen of maatregelen aan een weg, zoals het verleggen van de as van een weg. De Beleidsregel hogere waarden Wgh is ook voor deze situatie van toepassing.

Cumulatie van meerdere geluidsbronnen

Indien de wettelijke voorkeurswaarde vanwege minimaal één geluidsbron wordt overschreden, dan houdt de gemeente rekening met cumulatie van het geluid. Indien er meerdere bronnen vanuit verschillende richtingen zijn, dient de gemeente voor een goede ruimtelijke ordening zorgvuldig te overwegen in hoeverre de (akoestische) kwaliteit en de leefomgeving rond een nieuwe ontwikkeling gewaarborgd zijn.

De gemeente houdt geen rekening met cumulatie van geluidsniveaus als de diverse geluidsbronnen afzonderlijk niet hoger zijn dan de wettelijke voorkeurswaarden. De minimale eisen aan de geluidswering van de gevels volgens het Bouwbesluit garandeert dan voor de meeste gevallen een voldoende akoestisch klimaat binnen de woning.

Beleidsuitspraak uitvoeringsbeleid: Beleidsregel hogere waarden Wgh

De gemeente staat bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen niet zonder meer hogere geluidsniveaus toe. Voor het volgen van een procedure hogere waarden past de gemeente de Beleidsregel hogere waa r den Wgh toe.

Omschrijving activiteit

Frequentie

Toepassen Beleidsregel hogere waarden Wgh.

Doorlopend

Opstellen evaluatieverslag Beleidsregel hogere waarden Wgh.

3-jaarlijks

Vastleggen van vastgestelde hogere waarden in GIS omgeving.

Doorlopend

Tabel 7c: Activiteiten uitvoeringsbeleid: Beleidsregel hogere waarden Wgh

7.1.4 Uitvoeringsbeleid: Beleidsregel AMvB-bedrijven

Deze beleidregel is in 2003 onder de naam ‘Gemeentelijke beleidsregel Geluidsnormering AMvB-inrichtingen Vianen’ vastgesteld en is reeds behandeld in hoofdstuk 4 van deze nota. De bij de beleidsregel horende beleidsuitspraken en uit te voeren activiteiten zijn opgenomen in § 4.6.

7.2 Communicatie gemeentelijk geluidsbeleid

Om ervoor te zorgen dat het geluidsbeleid en de activiteiten uit deze nota daadwerkelijk worden uitgevoerd, is het belangrijk dat de juiste personen bekend zijn met de aanwezigheid en inhoud van het gemeentelijk geluidsbeleid. Het betreft de geluidsnota en het bijbehorende uitvoeringsbeleid: de Beleidsregel hogere waarden Wgh en de beleidsregel AMvB-bedrijven.

Binnen de gemeente is er één aanspreekpunt voor het geluidsbeleid, de communicatie en het beheer van alle bijbehorende informatie, zoals de verslagen en notities volgend uit de in deze nota beschreven activiteiten.

De wijze waarop zowel binnen als buiten de gemeentelijke organisatie over het geluidsbeleid wordt gecommuniceerd, volgt hieronder.

Binnen de gemeentelijke organisatie

Na vaststelling van het geluidsbeleid licht de Milieudienst de inhoud toe tijdens werkoverleggen van de in § 7.1.2 genoemde afdelingen. De afdelingen informeren elkaar over de inhoud en toepassing van het geluidsbeleid.

Naast dat de geluidsnota, het uitvoeringsbeleid en het kaartmateriaal beschikbaar zijn via de website en het intranet, ontvangt elke betrokken afdeling of cluster een papieren versie van de geluidsnota en het uitvoeringsbeleid.

Buiten de gemeentelijke organisatie

De gemeente publiceert de definitieve geluidsnota, het bijbehorende uitvoeringsbeleid en kaartmateriaal op haar website.

De gemeente neemt bij de uitvoering van het gemeentelijk Natuur- en MilieuCommunicatieplan (2010) het onderwerp geluid mee in haar contacten met inwoners, bedrijven, scholen en maatschappelijke organisaties. Zo kan het onderwerp overlast door brommers meegenomen worden in de communicatie met het voortgezet onderwijs of kan er tijdens campagnes informatie worden verstrekt over het gebruik van stille banden.

De gemeente staat bij aanpassing van de rijkswegen open voor overleg met belanghebbende (bewoners)organisaties.

Beleidsuitspraak communicatie gemeentelijk geluidsbeleid

De gemeente communiceert haar geluidsbeleid via de gemeentelijke website. De bij het onderwerp geluid betrokken afdelingen blijven geïnformeerd. Binnen de gemeente is één aanspreekpunt aanwezig voor de communicatie en het beheer van informatie over het geluidsbeleid.

Omschrijving activiteit

Frequentie

Betrokken afdelingen informeren over geluidsbeleid tijdens werkoverleggen.

3- jaarlijks

Opstellen pagina over geluidsbeleid op website gemeente en Milieudienst.

3-jaarlijks

Opstellen beknopte samenvatting geluidsbeleid voor balie/frontofficie.

3-jaarlijks

Aanwijzen contactpersoon voor communicatie en beheer van informatie over geluidsbeleid.

Doorlopend

Tabel 7d: Activiteiten communicatie gemeentelijk geluidsbeleid

BIJLAGE 1. Geluid, gezondheid en geluidshinder

BIJLAGE 1.1 Informatie geluid en gezondheid (RIVM en CBS)

Informatie van Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) over geluid en gezondheid met resultaten uit een periodiek landelijk onderzoek naar de verstoring van de leefomgeving. Vanaf 1977 zijn 4 peilingen verricht. Voor de vijfde peiling, in 2003, zijn 2.000 Nederlanders van 16 jaar en ouder geïnterviewd. Het onderzoek is in opdracht van het Ministerie van VROM, directie Lokale Milieukwaliteit en Verkeer, uitgevoerd door het RIVM en TNO Inro.

Blootstelling aan geluid kan hinder en slaapverstoring veroorzaken. Indirect kan geluid, via stress processen, leiden tot een verhoogde bloeddruk, hart- en vaatziekten en een verminderd prestatievermogen. Voor andere gezondheidseffecten van geluid zoals aantasting van het hormoon- en immuunsysteem, psychische stoornissen en een verlaagd geboortegewicht, is de wetenschappelijke bewijslast nog onvoldoende. Bij de huidige geluidsniveaus in onze woonomgeving komen hinder en slaapverstoring het meest voor. Gehoorschade treedt niet op bij deze niveaus. Wel neemt het percentage jongeren met gehoorschade toe door het gebruik van lawaaiig speelgoed en lawaaiige muziek (popconcerten, discotheken, walkmans).

Hinder

Hinder is een verzamelterm voor allerlei negatieve reacties op geluid, zoals ergernis, ontevredenheid, boosheid, teleurstelling en ongerustheid. Hinder wordt gemeten met een vragenlijst. De mate waarin iemand zich gehinderd voelt hangt samen met de blootstelling aan geluid. Daarnaast spelen ook individuele eigenschappen een rol, zoals geluidsgevoeligheid, angst voor en houding ten opzichte van de geluidsbron.

Bronnen van hinder door omgevingsgeluid zijn wegverkeer, railverkeer en luchtvaart, industriële activiteiten, recreatie en burenlawaai. Wegverkeer veroorzaakt de meeste hinder (29% ernstige hinder). Na wegverkeer veroorzaken geluiden van vliegverkeer en buren de meeste hinder (beide 12% ernstige hinder). De ernstige hinder door treinen, trams en metro is met 2% het laagst.  Bromfietsen zijn van alle geluidsbronnen het meest hinderlijk (19% ernstige hinder). Daarna volgen motoren (11% ernstige hinder) en vrachtauto’s (10% ernstige hinder). Alle geluiden in de hinder top tien zijn afkomstig van wegverkeer of buren.

Belangrijkste bronnen van geluidshinder (in procenten)

afbeelding binnen de regeling

Bron: Franssen et al., 2004

Ernstige hinder door het geluid van wegverkeer, brommers, snelwegen en bouw- en sloopterreinen neemt sinds 1993 nog steeds toe. Voor militaire vliegtuigen, personenauto’s en bussen zien we een afname in de tijd. 

Trend in ernstige geluidshinder

afbeelding binnen de regeling

Bron: Franssen et al., 2004

Slaapverstoring

Geluid kan de slaap op verschillende manieren beïnvloeden. Voor en tijdens de slaap leidt het tot verlenging van de inslaaptijd, verandering in slaappatronen, tussentijds wakker worden en vervroegd ontwaken. Maar ook de volgende dag, na een verstoorde slaap worden effecten waargenomen. Dit zijn bijvoorbeeld een slecht humeur, vermoeidheid en een verminderd prestatievermogen.

Wegverkeer, buren- en industrie veroorzaken de meeste slaapverstoring. Mensen hebben tijdens hun slaap de meeste last van het geluid van brommers. Maar ook passagiers- en vrachtvliegtuigen verstoren de slaap.

Belangrijkste bronnen van slaapverstoring door geluid (in procenten)

afbeelding binnen de regeling

Bron: Franssen et al., 2004

De ernstige slaapverstoring door het geluid van wegverkeer en industrie en bedrijvigheid is tussen 1998 en 2003 toegenomen. Ook de ernstige slaapverstoring door recreatieve activiteiten (van 2 naar 3%) en van buurwoningen (van 5 naar 6%) is in 2003 iets gestegen. Slaapverstoring door vliegverkeer en railverkeer is vrijwel gelijk gebleven. 

Trend in slaapverstoring door geluid

afbeelding binnen de regeling

Bron: Franssen et al., 2004

Hart- en vaatziekten

Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan geluid de kans op hartvaatziekten (o.a. hoge bloeddruk en coronaire hartziekten zoals myocard infarct en angina pectoris) kan vergroten. Door het vaak ontbreken van statistische significantie in epidemiologische studies is er nog geen betrouwbare blootstelling-effect relatie op te stellen. Voor een schatting van het aantal mensen met hoge bloeddruk of hart- en vaatziekten door geluid ga naar: Geschatte omvang van gezondheidseffecten door geluid.

Voor meer informatie over coronaire hartziekten en de omvang ervan in de Nederlandse bevolking zie het ‘Nationaal Kompas Volksgezondheid’.

Leerprestatie

Blootstelling aan geluid kan de leerprestaties van kinderen beïnvloeden. Voor elke 5 dB(A) dat het geluid van vliegverkeer toeneemt (binnen een geluidsniveau van 30-77 dB(A), LAeq7-23 uur) kunnen Nederlandse lagere schoolkinderen een leesachterstand van circa 1 maand oplopen. De betekenis van deze leesachterstand voor de totale groep van Nederlandse schoolkinderen is nog onduidelijk. Meer resultaten uit deze internationale studie naar de effecten van weg- en vliegverkeer op de leerprestaties van kinderen worden in 2005 gepubliceerd.

Bij welke niveaus worden effecten bestudeerd?

Effecten op de gezondheid worden bestudeerd bij geluidsniveaus vanaf 40 dB(A). Bij ouderen, zieken, jonge kinderen en mensen die gevoelig zijn voor geluid kunnen ook bij lagere geluidsniveaus al effecten optreden.

Informatie van RIVM over bromfietsgeluid

Bromfietsgeluid

In 2003 gaf 19% van de ondervraagden aan ernstige hinder te hebben van het geluid van bromfietsen. Daarmee vormen bromfietsen veruit de meest hinderlijke verkeerscategorie. De overheid probeert daarom al jaren het geluid van bromfietsen te beperken.

Zo worden er wettelijke eisen gesteld aan de maximaal te produceren geluidsniveaus bij nieuwe bromfietsen, de zogenaamde typekeuringseisen, waarbij een maximaal geluidsniveau voorgeschreven wordt bij een per type bromfiets verschillend toerental. Om zowel het geluidsniveau als het toerental tegelijkertijd goed te kunnen meten is speciale apparatuur nodig. Deze is bij alle politiekorpsen in Nederland beschikbaar.

Hoewel alle nieuwe bromfietsen nu in principe voldoen aan de Europese en Nederlandse geluidseisen, produceren bromfietsen in de praktijk vaak veel meer lawaai doordat ze dikwijls zijn opgevoerd. Landelijke cijfers over het aantal opgevoerde bromfietsen ontbreken, maar uit gegevens van de Utrechtse politie blijkt dat in 2001 ruim een derde van alle aangehouden bromfietsen was opgevoerd. Handhaving op geluid heeft vooralsnog geen hoge prioriteit bij de politie.

Informatie afkomstig van de website http://www.milieuennatuurcompendium.nl/ over het percentage geluidsg e hinderden in Nederland uit enquêtes van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS).

In 2009 gaf 41 procent van de bevolking aan 'last' of 'soms last' te hebben van geluid van verkeer (vlieg-, rail- en/of wegverkeer) en/of industrie of bedrijven.

afbeelding binnen de regeling

RIVM report 500029001 page 7 of 97 (Knol, A.B. & Staatsen, B.A.M. (2005) Trends in the environmental burden of disease in the Netherlands 1980 – 2020, RIVM report 500029001/2005.

Maat voor gezondheidseffecten door middel van DALY’s (samenvatting)

Disability-adjusted life years (levensjaren gecorrigeerd voor beperkingen, of DALY's) zijn een maat voor de totale last die ontstaat door ziektes. De maat is ontwikkeld door de Wereldgezondheidsorganisatie. De DALY meet niet alleen het aantal mensen dat vroegtijdig sterft door ziekte, maar meet ook het aantal jaren dat mensen leven met beperkingen door ziekte. Doorgaans worden DALY's gebruikt om beslissingen over de gezondheidszorg te ondersteunen.

In Nederland leidt blootstelling aan geluid in 2007 tot 2300 DALY’s per een miljoen inwoners. Geluid vormt hiermee na chronische blootstelling aan fijn stof de grootste milieugerelateerde bedreiging van de gezondheid.

afbeelding binnen de regeling

BIJLAGE 1.2 Relatie tussen geluidshinder en geluidsniveaus (POLKA)

Informatie afkomstig van de Projectorganisatie Omgevingslawaai Kartering en Actieplannen (POLKA) over de relatie tussen geluidsniveaus en ondervonden geluidshinder (dosis-effectrelatie).

Onderzoek naar geluid en hinder

Tijdens een onderzoek naar geluid en hinder wordt aan de aan het geluid blootgestelde bewoners een vragenlijst voorgelegd. Geluidshinder wordt gemeten met behulp van een tien puntschaal.

helemaal niet hinderlijk

-----

heel erg hinderlijk

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

.....

.....

.....

.....

.....

.....

.....

.....

.....

.....

De bovenste 3 klassen (8, 9 en 10) worden samengenomen. Dit worden de ernstig gehinderden genoemd.

Klassen 6 t/m 10 worden gehinderd genoemd. Hier zijn de ernstig gehinderden dus bij inbegrepen. Wanneer men gehinderd is gedurende de nachtperiode wordt dit aangeduid met slaapverstoord.

In de resultaten van dergelijke vragenlijsten wordt bij bewoners die lage geluidsniveaus ondervinden minder gehinderden gevonden. Bij hogere geluidsniveaus worden hogere percentage gehinderden gevonden. Door deze resultaten in een grafiek te zetten wordt een dosis-effectrelatie verkregen.

Dosis-effectrelatie ondervonden hinder en geluidsniveauklassen

In de wettelijke Regeling omgevingslawaai (14 juli 2004, nr. LMV2004067083) zijn drie dosis-effectrelaties voorgeschreven waarmee het gemiddeld (ernstig) percentage gehinderden of slaapgestoorden per geluidsniveauklasse kan worden berekend; zie de onderstaande figuren.

afbeelding binnen de regeling

In de figuren komt terug dat verschillende soorten geluidsbronnen (wegverkeer, railverkeer en luchtvaart) niet als even hinderlijk ervaren worden.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

BIJLAGE 2. Juridisch kader

Algemeen

Om geluidshinder te voorkómen of te beperken heeft de overheid een juridisch kader opgesteld. Het kader bestaat uit veel bouwstenen en dat maakt het onderwerp moeilijk toegankelijk en weinig overzichtelijk.

In de relevante wet- en regelgeving gelden meestal termen als geluidsbelasting of geluidsniveau die worden getoetst aan grenswaarden. Het geluidsniveau op of de geluidsbelasting van de gevel van een geluidsgevoelige bestemming wordt meestal berekend en soms gemeten. De wetgever heeft hiervoor standaard reken- en meetmethoden ontwikkeld die de overdracht tussen bron (zoals een koelunit of weg) en ontvanger (zoals de gevel van een woning) berekenen. Met behulp van een computerprogramma wordt de werkelijke situatie in een rekenmodel ‘vertaald’. Aan de hand van een (gemeten of gestandaardiseerd) bronvermogen wordt dan het geluidsniveau bij de ontvanger berekend.

Relevante wet- en regelgeving

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Het ministerie van I & M streeft ernaar om de verschillende vergunningen voor wonen, ruimte en milieu zoveel mogelijk samen te voegen. Voor één initiatief volstaat dan één vergunning die bij één loket wordt aangevraagd: de omgevingsvergunning. Het betreft één procedure waarop één besluit volgt. Voor beroep tegen een of meerdere onderdelen van dit besluit geldt één beroepsprocedure.

De Wabo met bijhorende besluiten en ministeriële regelingen is op 1 oktober 2010 in werking getreden; burgers en bedrijven worden hierdoor in staat gesteld om hun vergunning digitaal bij de gemeente aan te vragen. De Wabo bundelt 26 vergunningen en 1600 formulieren voor ontheffingen, vrijstellingen en meldingen die nodig zijn voor het realiseren van een fysieke bestemming of activiteit (bouw, aanleg, oprichting, gebruik en sloop).

Wet geluidhinder (Wgh)

De Wet geluidhinder met bijbehorende besluiten, richtlijnen en circulaires is het wettelijk kader voor geluiden van gemotoriseerd verkeer op rijkswegen, provinciale en (inter)gemeentelijke wegen. De wet stelt binnen wettelijke aandachtsgebieden (zones) langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen met ‘grote lawaaimakers’ eisen aan de geluidsbelasting op gevels van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen. Ook worden eisen gesteld aan de geluidsbelasting binnen verblijfsruimten van geluidsgevoelige bestemmingen. De Wet geluidhinder is gekoppeld aan de Wet ruimtelijke ordening. Voor nieuwbouw is er ook een koppeling met het Bouwbesluit.

Piekgeluiden van voorbijrijdende brommers of vrachtwagens, parkeergeluiden, dichtslaande portierdeuren, kapotte uitlaten, muziekgeluiden uit auto’s etc. worden binnen de Wgh niet beschouwd.

Wet ruimtelijke Ordening

De Wet ruimtelijke ordening regelt hoe ruimtelijke plannen in Nederland tot stand komen of gewijzigd worden. Binnen de wet is het bestemmingsplan een belangrijk instrument dat juridisch bindend is. Voordat een bestemmingsplan tot stand komt of wordt gewijzigd, dient het nieuwe plan goed ruimtelijk te worden onderbouwd. Daarbij is wordt het begrip ‘goede ruimtelijke ordening’ gehanteerd.

Wet luchtvaart (Wlv)

Op grond van de Wet luchtvaart is bepaald waar (geluid)zones rond burger- en militaire vliegvelden liggen. In die zones moeten maatregelen worden getroffen om geluidshinder vanwege vliegverkeer te beperken, zoals beperking van vliegbewegingen of isolatie van woningen.

Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

Op grond van de gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht stelt een gemeente een Algemene Plaatselijke Verordening vast. In de APV worden ter voorkoming van geluidshinder onderwerpen geregeld die in het verlengde liggen van het handhaven van de openbare orde. Bijvoorbeeld het toestaan van een kermis waarbij de gemeente krachtens de APV een vergunning of ontheffing verleent, waaraan voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Wet milieubeheer (Wm; onderdeel omgevingsvergunning)

Op grond van de Wet milieubeheer moeten bedrijven die nadelige gevolgen voor het milieu kunnen veroorzaken ofwel over een milieuvergunning beschikken of voldoen aan algemene regels die voorschriften bevatten met betrekking tot de bescherming van het milieu.

Sinds 1 januari 2008 zijn de algemene regels gemoderniseerd. Diverse voormalige besluiten (AMvB) gebaseerd op artikel 8.40 Wm, zijn herzien en samengevoegd in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer: het Activiteitenbesluit. Het Activiteitenbesluit en enkele andere nog in werking zijnde besluiten, zoals het Besluit landbouw, gelden voor meer dan 90% van de Nederlandse bedrijven; voor deze bedrijven gelden dus algemene regels, waaronder geluidsvoorschriften. Voor de overige bedrijven worden in de milieuvergunning geluidsvoorschriften op maat gesteld.

Bouwbesluit (onderdeel omgevingsvergunning)

Het Bouwbesluit is een besluit (AMvB) op grond van de Woningwet dat eisen stelt aan onder meer de geluidswering van gevels, wanden en vloeren van gebouwen. Het gaat hier om de bescherming tegen geluiden van buiten (geluidswering van gevels), installatiegeluiden en burengeluiden (geluidswering van (woningen)scheidende wanden en vloeren).

Bijlage 3. (Akoestische) begrippen, afkortingen en websites van organisaties

Begrip of afkorting

Omschrijving

Activiteitenbesluit

Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer: dit is een AMvB die van toepassing is voor de meeste bedrijven in Nederland.

akoestische compensatie

Het nadeel van een hoog geluidsniveau wordt gecompenseerd met maatregelen die in de akoestische sfeer liggen, zoals het toepassen van geluidsisolatie.

AMvB

8.40 AMvB (Wm)

Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Een AMvB op basis van artikel 8.40 van de Wet milieubeheer is een boekwerk met algemene regelingen die voorschriften bevatten, waaronder geluidsvoorschriften met betrekking tot de bescherming van het milieu.

APV

Algemene Plaatselijke Verordening

Artikel 110g Wgh

Bij geluidsberekeningen mag rekening worden gehouden met het stiller worden van het wegverkeer. Van de berekende geluidsbelasting wordt een waarde afgetrokken. Die waarde is afhankelijk van de snelheid van het verkeer. De aftrek mag niet worden toegepast voor de bepaling van de geluidsisolatie van woningen.

ASVV 2004

Een handboek waarin alle bestaande kennis over verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom is gebundeld

Awb

Algemene wet bestuursrecht

Afweging

Het oor is voor verschillende frequenties meer of minder gevoelig. Door de gemeten geluidssterktes op een bepaalde manier te filteren wordt er gecorrigeerd voor deze gevoeligheid van het oor.

BBT

Beste Beschikbare Technieken

Boa

Buitengewoon opsporingsambtenaar (medewerker gemeente)

Bouwbesluit

Het Bouwbesluit is een AMvB vanuit de Woningwet dat eisen stelt aan onder meer de geluidswering van gevels, wanden en vloeren van gebouwen.

contactgeluid; isolatie-index (Ico)

Isolatie-index voor contactgeluid tussen twee ruimten (een zendruimte en een ontvangruimte); opgenomen in Bouwbesluit en beschreven in de Nederlandse norm NEN 5077

CROW

Landelijk kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte

cumulatie

Het optellen van geluidsniveaus van verschillende geluidsbronnen

dB

Een geluidsniveau wordt uitgedrukt in dB (decibel). De decibel is een logaritmische grootheid. Dit betekent dat een verdubbeling van het geluidsniveau niet leidt tot een verdubbeling van het aantal decibels, maar tot een toename van 3 dB.

dB(A)

A-gewogen decibel.

dB versus dB(A)

In de Wgh worden de Lden in dB en de Letm in dB(A) uitgedrukt. Dit is zuiver terminologisch bedoeld ter onderscheid van de twee dosismaten. Het zijn beide A-gewogen decibel grootheden. Bij de wetswijziging van de Wgh in januari 2007 is ervan uitgegaan dat Lden vanwege (spoor)verkeer een twee dB lager waarde heeft dan Letm. In de praktijk blijkt dit vaak minder te zijn.

dosismaat

Uitdrukking van geluidsniveaus die een zekere hindermaat aangeven, bijvoorbeeld de Lden in dB, de Letm in dB(A) etmaalwaarde of de BKL.

dove gevel

Het geluidsniveau op een dove gevel hoeft niet te worden getoetst conform de Wet geluidhinder en Wet milieubeheer. Het betreft een bouwkundige constructie waarin:

-geen te openen delen aanwezig zijn (zoals een vast raam);

-alleen bij uitzondering te openen delen (zoals een vluchtdeur) aanwezig zijn, mits deze delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte.

De dove gevel dient voorzien te zijn van voldoende geluidsisolatie (Bouwbesluit).

geluidsbelasting

Het gemiddelde geluidsniveau op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de geluidsbronnen in een bepaald gebied. De geluidsbelasting wordt uitgedrukt in Letm [dB(A)] of Lden [dB].

geluidshinder

Overlast ten gevolge van geluid die leidt tot gevoelens van irritatie, wrevel, afkeer, boosheid, ergernis en dergelijke.

Geluidsniveauklasse

Gewoon Nederlands voor een geluidsniveaubandbreedte, weergegeven met een getal en een kleur.

gi-terrein; gezoneerd industrieterrein

Bedrijventerrein waarop ‘grote lawaaimakers’ kunnen zijn gevestigd. Rondom dit terrein is conform de Wgh een (geluid)zone van kracht. Het totale geluidsniveau van alle op dit terrein aanwezige bedrijven mag op de zonegrens zone niet meer dan 50 dB(A) etmaalwaarde bedragen. In de gemeente Vianen is een gezoneerd industrieterreinen aanwezig.

gpp’s

Geluidproductieplafonds; een nieuw begrip in het wetsvoorstel: ‘Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de invoering van geluidproductieplafonds en de overheveling van hoofdstuk IX van de Wet geluidhinder naar de Wet milieubeheer (modernisering instrumentarium geluidbeleid, geluidproductieplafonds)’.

grote lawaaimaker

Een inrichting die in belangrijke mate geluidshinder kan veroorzaken. Daarnaast worden ook termen als ‘Wgh-bedrijf’ of ‘A-inrichting’ gebruikt.

handhavingsgat

De geluidssituatie is door de jaarlijkse toename van het verkeer vaak minder gunstig geworden, waardoor de (akoestische) leefomgeving buiten en binnen bestaande woningen verminderd is. Deze toename van geluid wordt binnen de Wet geluidhinder niet of beperkt gehandhaafd.

hogere waarde

Een geluidsniveau dat hoger is dan de voorkeurswaarde genoemd in de Wet geluidhinder.

I & M

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

industrielawaai

Wettelijke term voor het geluid afkomstig vanwege activiteiten van bedrijf. Het betreft zowel kleine bedrijven, zoals winkels of cafés als grote, complexere bedrijven zoals een betoncentrale

LA

LA is het A gewogen geluidsniveau in dB(A).

LAeq

Het equivalent geluidsniveau, een gemiddeld A gewogen geluidsniveau over een bepaalde tijdsduur.

LAmax

Het maximaal A-gewogen geluidsniveau. Dit is een ‘piek’niveau waarbij de geluidsmeter in de gestandaardiseerde mode 'fast' is gezet.

LAr,LT

Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (industrielawaai; A-gewogen).

Lden

Level day-evening-night; het geluidsniveau in dB waarbij het etmaal verdeeld in een dagperiode (07.00-19.00 uur), een avondperiode (19.00-23.00 uur) en een nachtperiode (23.00-07.00 uur) waarvoor het gemiddelde geluidsniveau over een heel jaar wordt bepaald. De Lden is een gewogen energetisch gemiddelde van deze drie etmaalperioden waarin een correctie van 5 dB voor de avondperiode en van 10 dB voor de nachtperiode is opgenomen. Hiermee wordt de extra hindergevoeligheid voor deze perioden in rekening gebracht.

Letm

Etmaalwaarde: het geluidsniveau in dB(A) welke de hoogste is van de volgende drie waarden:

a.de waarde van het gemiddelde geluidsniveau over de dagperiode 07.00- 19.00 uur

b.de met 5 dB(A) verhoogde waarde van het gemiddelde geluidsniveau over de avondperiode 19.00-23.00 uur;

c.de met 10 dB(A) verhoogde waarde van het gemiddelde geluidsniveau over de nachtperiode 23.00-07.00 uur.

Hiermee wordt de extra hindergevoeligheid voor deze perioden in rekening gebracht.

luchtgeluid; isolatie-index (Ilu;k)

Isolatie-index voor luchtgeluid tussen twee ruimten (een zendruimte en een ontvangruimte); opgenomen in Bouwbesluit en beschreven in de Nederlandse norm NEN 5077.

meldingsplichtig bedrijf

Een bedrijf dat geen milieuvergunning nodig heeft maar haar activiteiten moet melden bij de gemeente.

Milieudienst

Milieudienst Zuidoost-Utrecht

mvt/etm

motorvoertuigen per etmaal

nieuwe situatie

-de aanleg van een nieuwe weg of spoorweg bij bestaande woningen;

-de bouw van woningen bij een bestaande weg of spoorweg;

-de vestiging van een bedrijf bij bestaande woningen;

-de bouw van woningen bij een bestaand bedrijf;

-in het geval van een vergunningplichtig bedrijf: een niet door een milieuvergunning gedekte situatie.

niet-akoestische compensatie

Alle factoren die niet de geluidsniveaus beïnvloeden, maar wel als positief element kunnen worden gezien in een omgeving.

POLKA

Projectorganisatie Omgevingskwaliteit Kartering en Actieplannen

RBML

Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens

RIVM

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

stand-still beginsel

Dit houdt in dat de huidige toestand niet verslechtert.

vergunningplichtig bedrijf

Een bedrijf dat een vergunning op grond van de Wet milieubeheer nodig heeft.

Voorkeurswaarde (Wgh)

Het geluidsniveau dat in de Wet geluidhinder acceptabel wordt gevonden. Bij geluidsniveaus boven de voorkeurswaarde moeten bijzondere maatregelen worden getroffen. De voorkeurswaarde voor verkeerslawaai bedraagt 48 dB; voor railverkeerslawaai 55 dB. Men ziet ook wel de term voorkeursgrenswaarde.

VROM

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer dit ministerie is in 2010 overgegaan in het Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Wabo

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; zie bijlage 2

Wgh

Wet geluidhinder

WHO

Wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organisation)

Wm

Wet milieubeheer

Wro/WRO

Wet ruimtelijke ordening (1 juli 2008), was voorheen Wet op de Ruimtelijke Ordening

Organisatie

Websiteadres

Gemeente Vianen

www.vianen.nl

Informatiesite over stille banden

www.stille-autobanden.com

Milieudienst Zuidoost-Utrecht (Milieudienst)

www.milieudienstzou.nl

Ministerie van VROM is in oktober 2010 overgegaan in Ministerie van I & M

www.rijksoverheid.nl

Omgevingsloket (aanvraag omgevingsvergunning)

www.omgevingsloket.nl

Provincie Utrecht

www.provincie-utrecht.nl

Rijkswaterstaat

www.rijkswaterstaat.nl

Stichting Piek-Keur (certificering stil transportmaterieel)

www.piek-international.com

BIJLAGE 4. Stille(re) wegdekken

Stil Asfalt

Algemeen

Landelijk gezien wordt steeds meer stil asfalt in een stedelijke omgeving toegepast. De ontwikkeling staat niet stil en is er meer bekend over de randvoorwaarden voor de uitvoeringspraktijk. Sinds een aantal jaren zijn de zogenaamde dunne deklagen voor gemeentelijke wegen het meest geschikt als bronmaatregel tegen verkeerslawaai. Het betreft asfalt met goede akoestische eigenschappen. Dunne deklagen zijn relatief goedkoop en hebben een redelijke levensduur.

De deklagen kunnen niet overal worden toegepast. In de bochten is het minder bestand tegen ‘wringend’ zwaar verkeer en vanwege minder optimale uitvoeringswerkzaamheden kunnen kwetsbare wegdelen ontstaan. Daardoor wordt de duurzaamheid van het geplaatste stille asfalt sterk beperkt en verminderen de akoestische voordelen. Extra reparaties leiden tot meer kosten en tot extra overlast voor de omgeving. Om een goede uitvoeringspraktijk te bevorderen kunnen ook garantiebepalingen voor levensduur en geluidsreductie worden opgenomen in het bestek of onderhoudscontract. Een variant voor kritische plaatsen zoals rotondes of drukke kruispunten is het veel minder stille maar sterkere SMA 0/6.

De gemeente heeft op diverse wegen dunne deklagen toegepast en is voornemens meer gemeentelijke wegen hiermee te voorzien. Daarbij dient goed gelet worden op de uitvoering, zodat het asfalt duurzaam is en de beloofde akoestische eigenschappen heeft. Volgens indicatieve berekeningen12 kost de aanleg en het onderhoud van stil asfalt jaarlijks in de ordegrootte van 0,66 €/m2 meer dan standaard asfalt. Voor een weg van 6 meter breed betekent dit extra kosten van jaarlijks € 4.000,- per km. Op de gemeentelijke wegen is circa 4,0 km stil asfaltwegdek aanwezig.

12 Bron: rapporten van M+P raadgevende ingenieurs in opdracht van gemeenten Almere (2006) en Utrechtse Heuvelrug (2008); het betreft zogenaamde dunne deklagen type 1.

Nieuwe projecten

De aanleg van stil asfalt is een krachtige bronmaatregel om geluidshinder te beperken. Voor nieuwe projecten zoals een groot bouwplan voor woningen of grootonderhoud van wegen geldt het principe van maatregelen aan de bron-overdracht-ontvanger. Vanuit de Wet geluidhinder en gemeentelijk geluidsbeleid heeft de gemeente een motiveringsplicht over de toe te passen geluidswerende maatregelen.

Bestaande woningen

Het toepassen van stil asfalt op drukke wegen waarlangs woningen zijn gelegen is een effectieve methode om te voldoen aan de doelstelling van deze geluidsnota: het voorkomen of beperken van geluidshinder.

Gemeentelijke uitvoering

De gemeente benut haar ervaring met stil asfalt bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, de herinrichting of onderhoudswerkzaamheden aan bestaande wegen en aanleg van nieuwe wegen. Over het algemeen komen de wegen in aanmerking die deel uitmaken van het hoofdwegennet en waarlangs veel woningen liggen op korte afstand van de weg. De effectiviteit van de maatregel ten opzichte van de gecumuleerde waarde van overige nabijgelegen wegen dient te worden meegenomen. Zo is het uitvoeren van stil asfalt op een gemeentelijke weg nabij een rijksweg niet altijd effectief.

Indien gekozen wordt om op een wegvak stil asfalt toe te passen, dan dient een bijbehorende reservering voor het beheer in de meerjarenbegroting opgenomen te worden.

(Stille) klinkerbestrating

Verkeer op een weg met klinkerbestrating (elementenverharding) maakt circa 4 dB meer geluid dan een weg met standaard asfalt.

Stillere alternatieven voor elementenverharding zijn:

  • -

    ‘stille’ elementenverharding; het landelijke kennisplatform CROW geeft aan dat bij 30 km/u het geluidsniveau van stille elementenverharding vergelijkbaar is met dat van standaard asfalt;

  • -

    ‘standaard’ asfalt;

  • -

    asfalt met klinkermotief of straatprint; dit wegdek lijkt op een weg met klinkers maar heeft vergelijkbare akoestische eigenschappen als ‘standaard’ asfalt. Dit type asfalt wordt niet vaak meer toegepast;

  • -

    elementenverharding met vlakke elementen, aangelegd in keperverband en op een vlakke stabiele ondergrond geven voor personenauto’s circa 2 dB geluidsreductie ten opzichte van elementen aangelegd in halfsteens- of elleboogverband; zie voorbeeld in onderstaande figuur B4.

afbeelding binnen de regeling

Figuur B4: Straatbakstenen in keperverband (bron: persbericht M+P raadgevende ingenieurs)

De figuur toont straatbakstenen die in het midden zijn aangelegd in keperverband en aan de zijkanten in halfsteens verband.

Om de geluidsreductie van 2 dB voor het laatstgenoemde alternatief toe te kunnen passen dient de gemeente de typering van dit wegdek expliciet in haar beheerprogramma op te nemen. Het betreft de eigenschappen: vlakke elementen, aangelegd in keperverband, op een stabiele vlakke ondergrond en een regelmatige controle op vlakheid.

BIJLAGE 5. Gezoneerd Industrieterrein De Biezen-De Hagen

afbeelding binnen de regeling

Figuur B5 & figuur 4b: Geluidszone rond bedrijventerrein De Biezen-De Hagen (bron: Milieudienst)

Geluidszone

Bovenstaande figuur toont de geluidszone rond het bedrijventerrein. Deze zone beschermt zowel de nabijgelegen woongebieden als de rechten van de bedrijven op het terrein. De zone is door de gemeente vastgesteld, heeft een juridische status en kan niet zonder meer worden gewijzigd.

De zone is gebaseerd op de 50 dB(A) contour uit een akoestisch rekenmodel. Voor de berekeningen is een wettelijk vastgestelde rekenmethode ontwikkeld: de reken- en meetmethode industrielawaai. De rekenmethode wordt landelijk regelmatig getoetst aan metingen in de praktijk; de berekende geluidsbelasting is betrouwbaar en geeft een goed beeld van de te onderzoeken situatie.

Rekenmodel gezoneerd bedrijventerrein

Voor het hele bedrijventerrein en omgeving is een rekenmodel opgezet. De rekenmethode wordt toegepast op een model van de werkelijke geografische situatie, waarbij veel details zijn meegenomen. Zo is de afscherming en reflectie door bebouwing meegenomen in de berekeningen.

Invoergegevens

Voor het rekenmodel zijn de onderstaande invoergegevens van belang:

  • -

    gegevens van vergunde activiteiten van bedrijven:

    • ·

      stationaire bronnen zoals koelinstallaties of laad- en losplaatsen verkregen uit geluidsmetingen, fabrieksspecificaties of kentallen;

    • ·

      mobiele bronnen zoals verkeersbewegingen op het terrein van de bedrijven verkregen uit geluidsmetingen, fabrieksspecificaties of kentallen;

    • ·

      bedrijfsduur van de afzonderlijke deelbronnen, waarbij wordt uitgegaan van een representatieve bedrijfssituatie;

    • ·

      algemene kengetallen voor AMvB-bedrijven met beperkte geluiduitstralende activiteiten;

  • -

    ligging en hoogte van afschermende bestemmingen zoals gebouwen;

  • -

    bodemgesteldheid, zoals de geluidsabsorptie door de bodem (algemene waarde 80% absorptie);

  • -

    waarneemhoogte van 4 meter boven het lokale maaiveld;

Voor het berekenen van de geluidsniveaus voor bedrijvenlawaai is gebruik gemaakt van het computerprogramma GeoMilieu van het bureau DGMR. Het rekenmodel wordt doorlopend geactualiseerd.

Berekende geluidsniveaus

Het rekenmodel geeft inzicht in de (juridische) geluidsruimte van bedrijven. De berekende geluidscontour van 50 dB(A) is een etmaalgemiddelde van het totaal van alle vergunde deelbronnen. De vastgestelde geluidszone is gebaseerd op de berekende geluidscontour. Omdat de berekende contour grillig van aard is, raakt de (gladgestreken) geluidszone de buitenste waarden van de geluidscontour.

De geluidszone is iets anders dan de werkelijk uitgestraalde en ondervonden geluidsniveaus. De etmaalwaarden van de werkelijke situatie liggen vaker significant lager, omdat voor de afzonderlijke bedrijven niet elke dag een representatieve bedrijfssituatie geldt. De geluidszone (etmaalwaarde) is meestal ook veel lager dan een afzonderlijke ‘piek’geluidsniveau vanwege bijvoorbeeld laden- en lossen. Deze piekwaarden worden per bedrijf afzonderlijk getoetst vanuit de voorschriften uit de Wet milieubeheer.

BIJLAGE 6. Bepalingen uit de Algemene Plaatselijke Verordening Vianen 2010

(vastgesteld in gemeenteraad 22 september 2010)

Hoofdstuk 2 Openbare orde, leefbaarheid, veiligheid en behoud stadsschoon

Artikel 2:24 Begripsbepaling

  • 1.

    In deze afdeling wordt onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

    • a.

      bioscoopvoorstellingen;

    • b.

      markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5:22 van deze verordening;

    • c.

      kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen ;

    • d.

      het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;

    • e.

      betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

    • f.

      activiteiten als bedoeld in artikel 2:9 en 2:39 van deze verordening.

  • 2.

    Onder evenement wordt mede verstaan:

    • a.

      een herdenkingsplechtigheid;

    • b.

      een braderie;

    • c.

      een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3 van deze verordening, op de weg;

    • d.

      een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg;

    • e.

      een klein evenement.

  • 3.

    Onder klein evenement wordt verstaan een straatfeest of buurtbarbecue beperkt tot maximaal een dag.

Artikel 2:25 Evenement

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

  • 2.

    Geen vergunning is vereist voor een klein evenement, indien:

    • a.

      het aantal aanwezigen niet meer bedraagt dan 50 personen;

    • b.

      het evenement tussen 08.00 en 23.00 uur plaatsvindt, met dien verstande dat op vrijdag en zaterdag het evenement plaatsvindt tussen 08.00 en 24.00 uur en op zondagen tussen 13.00 en 23.00 uur;

    • c.

      geen muziek ten gehore wordt gebracht voor 08.00 uur of na 23.00 uur en geen sprake is van ontoelaatbare overlast;

    • d.

      het evenement niet plaatsvindt op de rijbaan, (brom)fietspad of parkeerplaats of anderszins een belemmering vormt voor het verkeer en de hulpdiensten;

    • e.

      slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m² per object;

    • f.

      er een organisator is;

    • g.

      de organisator tenminste drie weken voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester.

  • 3.

    De burgemeester kan binnen zeven dagen na ontvangst van de melding besluiten het organiseren van een evenement als bedoeld in het tweede lid te verbieden, indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

  • 4.

    De burgemeester kan nadere algemene voorschriften stellen voor kleine evenementen;

  • 5.

    Het verbod van het eerste lid geldt niet voor een wedstrijd op of aan de weg, voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 10 juncto 148, van de Wegenverkeerswet 1994.

Artikel 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren

  • 1.

    Het is verboden in of nabij woningen buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer dieren te houden, op een dusdanige wijze dat dit voor de omgeving en/of omwonenden hinderlijk of schadelijk is.

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt slechts, nadat de betrokkene door het college is aangeschreven, dat dit verbod ten aanzien van de in die aanschrijving te noemen diersoorten van toepassing is. Degene tot wie de aanschrijving is gericht of diens rechtsopvolger is verplicht de aanschrijving op te volgen.

  • 3.

    Het college kan buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer plaatsen aanwijzen waar het ter voorkoming of opheffing van overlast of schade aan de openbare gezondheid verboden is daarbij aangeduide dieren:

    • a.

      aanwezig te hebben, of;

    • b.

      aanwezig te hebben anders dan met inachtneming van de door hen gestelde regels, of;

    • c.

      aanwezig te hebben tot een groter aantal dan in die aanwijzing is aangegeven.

  • 4.

    Het is verboden op een krachtens het derde lid aangewezen plaats daarbij aangeduide dieren aanwezig te hebben, dan wel aanwezig te hebben anders dan met inachtneming van de door het college gestelde regels, dan wel aanwezig te hebben in een groter aantal dan door het college is aangegeven.

  • 5.

    Het college kan de rechthebbende op een onroerende zaak gelegen binnen een krachtens het derde lid aangewezen gedeelte van de gemeente ontheffing verlenen van het in het vierde lid gestelde verbod.

Hoofdstuk 4 bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente

Artikel 4:1 Begripsbepalingen

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Besluit: het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer;

  • b.

    inrichting: inrichting type A of type B als bedoeld in het Besluit;

  • c.

    houder van een inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft;

  • d.

    collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is verbonden;

  • e.

    incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit die gebonden is aan één of een klein aantal inrichtingen;

  • f.

    geluidsgevoelige gebouwen: woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als geluidsgevoelige gebouwen met uitzondering van gebouwen behorende bij de betreffende inrichting;

  • g.

    geluidsgevoelige terreinen: terreinen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als geluidsgevoelige terreinen met uitzondering van terreinen behorende bij de betreffende inrichting;

  • h.

    onversterkte muziek: muziek die niet elektronisch is versterkt.

Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten

  • 1.

    De geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.

  • 2.

    De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.

  • 3.

    In een aanwijzing als bedoeld in het eerste en tweede lid, kan het college bepalen dat de aanwijzing slechts geldt in een of meer gebieden in de gemeente.

  • 4.

    Het college maakt de aanwijzing voor het begin van een nieuw kalenderjaar bekend.

  • 5.

    Het college kan wanneer een collectieve festiviteit redelijkerwijs niet te voorzien was, een festiviteit terstond als collectieve festiviteit als bedoeld in het eerste lid aanwijzen.

  • 6.

    Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT en het maximale geluidsniveau LAmax veroorzaakt door de inrichting mag 20 dB(A) hoger zijn dan de reguliere geluidsnorm die op de inrichting van toepassing is conform de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit. De geluidswaarden zijn inclusief onversterkte muziek. Voor de beoordeling van de geluidsniveaus geldt de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai, 1999.

  • 7.

    Het college kan geluidsnormen stellen die afwijken van de in lid 6 genoemde waarden.

  • 8.

    Op de dagen als bedoeld in het eerste lid dient het ten gehore brengen van extra muziek - hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening- uiterlijk om 24.00 uur te worden beëindigd.

Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten

  • 1.

    Het is een inrichting toegestaan maximaal acht incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.

  • 2.

    Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal acht incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.

  • 3.

    Het college stelt een formulier vast voor het doen van een kennisgeving.

  • 4.

    De kennisgeving wordt geacht te zijn gedaan wanneer het formulier, volledig en naar waarheid ingevuld, tijdig is ingeleverd op de plaats op dat formulier vermeld.

  • 5.

    De kennisgeving wordt tevens geacht te zijn gedaan wanneer het college op verzoek van de houder van een inrichting een incidentele festiviteit, die redelijkerwijs niet te voorzien was, terstond toestaat.

  • 6.

    Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT en het maximale geluidsniveau LAmax veroorzaakt door de inrichting mag 20 dB(A) hoger zijn dan de reguliere geluidsnorm die op de inrichting van toepassing is conform de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit. De geluidswaarden zijn inclusief onversterkte muziek. Voor de beoordeling van de geluidsniveaus geldt de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai, 1999.

  • 7.

    Het college kan geluidsnormen stellen die afwijken van de in lid 6 genoemde waarden.

  • 8.

    Op de dagen als bedoeld in het eerste lid wordt het ten gehore brengen van extra muziek - hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening - uiterlijk om 24.00 uur beëindigd.

  • 9.

    Bij het ten gehore brengen van muziekgeluid blijven ramen en deuren gesloten, behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen.

Artikel 4:4 Verboden incidentele festiviteiten

[niet in gebruik]

Artikel 4:5 Onversterkte muziek

  • 1.

    Bij het ten gehore brengen onversterkte muziek zoals bedoeld in artikel 2.18 lid 1f en artikel 2.18 lid 5 van het Besluit binnen inrichtingen bedragen de waarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr, LT op de gevel van gevoelige gebouwen niet meer dan 55 dB(A), 50 dB(A) en 40 dB(A) tussen respectievelijk 07.00-19.00 uur, 19.00-23.00 uur en 23.00-07.00 uur. De beoordeling vindt plaats aan de hand van de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai, 1999.

  • 2.

    Bij onversterkte muziek zoals bedoeld in artikel 2.18 lid 1f en artikel 2.18 lid 5 van het Besluit binnen inrichtingen bedragen de waarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr, LT in geluidsgevoelige ruimten niet meer dan 40 dB(A), 35 dB(A) en 25 dB(A) tussen respectievelijk 07.00-19.00 uur, 19.00-23.00 uur en 23.00-07.00 uur. De beoordeling vindt plaats aan de hand van de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai, 1999.

  • 3.

    De in het eerste lid aangegeven waarden op de gevel gelden bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein.

  • 4.

    De in het tweede lid aangegeven waarden gelden binnen in- of aanpandige gevoelige gebouwen niet indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidsmetingen.

  • 5.

    De waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, gelden voor zover het woningen betreft, in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten.

  • 6.

    De bedrijfsduurcorrectie wordt op onversterkte muziek toegepast met uitzondering van de nachtperiode.

  • 7.

    Indien versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is het Besluit van toepassing.

  • 8.

    Het in artikel bepaalde geldt niet indien artikel 4:2 of artikel 4:3 van deze verordening van toepassing is.

Artikel 4:6 Overige geluidhinder

  • 1.

    Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of het Besluit toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.

  • 2.

    Bij de beoordeling of sprake is van geluidhinder gelden de geluidsnormen conform de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit. Voor de beoordeling van de geluidsniveaus gelden de bepalingen in het Besluit en de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai, 1999.

  • 3.

    Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 4.

    Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de Provinciale milieuverordening Provincie Utrecht.

Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente

Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen

  • 1.

    Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren op een door het college aangewezen plaats, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

  • 2.

    Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter te parkeren op een door het college aangewezen weg, waar dit parkeren naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte.

  • 3.

    Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet op werkdagen van maandag tot en met vrijdag, dagelijks van 08.00 tot 18.00 uur.

  • 4.

    Het college kan van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen.

Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen

  • 1.

    Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hun anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.

  • 2.

    Het verbod geldt niet gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt voor het uitvoeren van werkzaamheden waarvoor de aanwezigheid van het voertuig ter plaatse noodzakelijk is.

Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden

  • 1.

    Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onder z, Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990, een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onder i, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of met een fiets of een paard.

  • 2.

    Het college kan terreinen aanwijzen waarvoor het in het eerste lid gestelde verbod niet van toepassing is. Het kan daarbij regels stellen ten aanzien van het gebruik van deze terreinen:

    • a.

      in het belang van het voorkomen van overlast;

    • b.

      in het belang van de bescherming van natuur- of milieuwaarden;

    • c.

      in het belang van de veiligheid van het publiek.

  • 3.

    Het verbod in het eerst lid geldt niet voor bestuurders van motorvoertuigen en bromfietsen en voor fietsers of berijders van paarden:

    • a.

      ten dienste van politie, brandweer en geneeskundige hulpverlening en van andere krachtens artikel 29, eerste lid, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 door de minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen hulpverleningsdiensten;

    • b.

      die worden gebruikt in verband met beheer, onderhoud of exploitatie van de terreinen als in het eerste lid bedoeld;

    • c.

      die worden gebruikt in verband met werken die krachtens wettelijk voorschrift moeten worden uitgevoerd;

    • d.

      van de zakelijk gerechtigden, huurders en pachters van percelen die gelegen zijn binnen de terreinen als in het eerste lid bedoeld;

    • e.

      voor het verkeer ten behoeve van bezoek en van de verzorging van de onder d bedoelde personen.

  • 4.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt voorts niet:

    • a.

      op wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994;

    • b.

      binnen de bij of krachtens de Provinciale Milieuverordening Provincie Utrecht aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als 'toestel'.

  • 5.

    Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

BIJLAGE 7. Geluidsnormeringskaart voor bedrijven

Normstelling

Normstelling is belangrijk voor het geluidsbeleid voor bedrijven. Het geeft duidelijkheid vooraf. De inwoners kunnen kennisnemen van het beschermingsniveau dat de gemeente in een bepaald gebied passend acht.

Deze duidelijkheid werkt ook de andere kant op. Wanneer een ondernemer zich wil vestigen wenst hij duidelijkheid over de voorwaarden waaraan moet worden voldaan. Indien helder is aan welke geluidsnormen een bedrijf moet voldoen, kan de ondernemer in een vroeg stadium (laten) beoordelen wat dit betekent voor het bedrijf. De praktijk leert dat bedrijven deze duidelijkheid vooraf ook graag willen en dat dit een bedrijf zeker niet afschrikt. Met duidelijke normen kunnen al in de acquisitiefase potentiële bedrijven worden geïnformeerd over de voorwaarden die in het desbetreffende gebied in de gemeente gelden. Bedrijven kunnen dan al anticiperen op deze voorwaarden. Dit kost een bedrijf minder geld en tijd dan het nemen van maatregelen achteraf.

Bij de normstelling voor geluid is het onderscheid gemaakt tussen vergunningplichtige bedrijven en bedrijven die vallen onder de 8.40 AMvB’s (AMvB-bedrijven).

Vergunningplichtige bedrijven

Bij vergunningplichtige bedrijven wordt de norm individueel vastgesteld. Er wordt dan ook een milieuvergunning op maat gegeven. Dit geldt voor zowel nieuwe als bestaande situaties. Het kan zo zijn dat voor bestaande situaties hogere normen worden gehanteerd. Meestal wordt een etmaalwaarde opgelegd afhankelijk van de vergunde activiteiten en het karakter van de omgeving waar het bedrijf is gevestigd.

AMvB-bedrijven (inclusief Activiteitenbesluit)

In de meeste gevallen is een standaard geluidsnorm van 50 dB(A) etmaalwaarde ter plaatse van woningen van derden van toepassing. Op locaties waar omgevingsgeluiden beperkt aanwezig zijn, zoals in een rustige woonwijk, kan het hanteren van deze standaard geluidsnorm voor overlast zorgen. De gemeente kan een andere normwaarde opleggen, die beter past bij de omgeving. Deze normwaarde is dan meestal gerelateerd aan het karakter van het gebied en het heersende omgevingsgeluid. Voor een bedrijf betekent dit meestal geen beperkingen in haar activiteiten.

Geluidsnormeringskaart voor bedrijven

De geluidsnormeringskaart voor bedrijven is bedoeld om binnen het grondgebied van de gemeente een zo helder mogelijk inzicht te geven in het geluid dat bedrijven mogen produceren op gevels van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen.

De kaart is opgesteld vanuit het stand-still beginsel waarbij rekening is gehouden met de volgende aspecten:

  • -

    karakterisering van de omgeving (bedrijventerrein, winkelgebied, etc.);

  • -

    indicatie van het referentieniveau van het omgevingsgeluid uit berekeningen van wegverkeer, voor de situatie 2010 (LAeq in etmaalwaarden) en exclusief 2-5 dB aftrek volgens artikel 110g Wgh;

  • -

    toekomstige ontwikkelingen in een bepaald gebied.

Dit heeft geleid tot gebieden met vier geluidsnormen:

  • -

    40 dB(A) etmaalwaarde in de groene gebieden;

  • -

    45 dB(A) etmaalwaarde in de gele gebieden;

  • -

    50 dB(A) etmaalwaarde in de rode gebieden;

  • -

    55 dB(A) etmaalwaarde in de lichtblauwe gebieden.

Voor het paarse gebied, het gezoneerd bedrijventerrein De Biezen-De Hagen, gelden vanwege de geluidszone per bedrijf andere geluidsnormen.

De geluidsnormen gelden op gevels van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen. Zo mag een bedrijf dat is gelegen bij de grens van een rood en geel gebied een geluidsniveau produceren tot en met 50 dB(A) op de gevel van nabij gelegen woningen in het rode gebied en tot en met 45 dB(A) op de gevel van nabij gelegen woningen in het gele gebied. Voor een stiltegebied kan bij een bedrijf een referentiepunt in het gebied gekozen worden.

Beoordelingshoogte

De geluidsnormen gelden voor alle beoordelingshoogten, Deze zijn voor de meeste gevallen aangegeven in de onderstaande tabel; hiervan kan gemotiveerd worden afgeweken. Het betreft plaatsen waar geluidshinder van bedrijven kan worden ondervonden. In de dagperiode zijn dat de woonvertrekken en de avond- en nachtperiode de slaapvertrekken. Er wordt geen rekening gehouden met bijzondere slaapgevoeligheid, zoals de aanwezigheid van slapende baby’s of omwonenden die ’s nachts werken en daarom overdag slapen. Het bovenstaande volgt de jurisprudentie van de Raad van State.

Omschrijving

Periode

Beoordelingshoogte

reguliere eengezinswoningen

dag

avond en nacht

1,5 m boven maaiveld

5,0 m boven maaiveld

eenlaags (flat)woningen

etmaal

1,5 m boven de verdiepingsvloer van elke woning

meerlaags gestapelde (flat)woningen

dag

avond en nacht

1,5m boven laagste verdiepingsvloer van elke woning

5,0 m boven laagste verdiepingsvloer van elke woning

eenlaags bungalows

etmaal

1,5 m boven maaiveld

woningen boven winkel of garage

dag

avond en nacht

1,5 m boven laagste verdiepingsvloer van elke woning

5,0 m boven laagste verdiepingsvloer van elke woning

scholen, ziekenhuizen etc.

etmaal

1,5 m boven elke verdiepingsvloer

overige gevallen

etmaal

5,0 m boven maaiveld

Tabel B6: Beoordelingshoogten voor verschillende gebouwen

Het kan voorkomen dat op een bepaalde beoordelingshoogte de geluidsnormeringskaart niet een adequate waarde weergeeft. Dit kan bijvoorbeeld gelden op een hoge flat in de invloedsfeer van drukke wegen, waar het omgevingsgeluid groter is dan op de eerste verdieping. In dat geval kan de gemeente met een maatwerkvoorschrift of nadere eis gemotiveerd afwijken van de waarde uit de geluidsnormeringskaart.

Actualisatie

Eventuele toekomstige wijzigingen van de geluidsnormeringskaart voor bedrijven zullen opnieuw door de gemeente worden vastgesteld volgens de voorgeschreven procedures van de Algemene wet bestuursrecht.

De geluidsnormeringskaart voor bedrijven wordt digitaal op de website van de gemeente en de Milieudienst beschikbaar gesteld.

afbeelding binnen de regeling

Figuur B6 & figuur 4c: Geluidsnormeringskaart voor bedrijven, gemeente Vianen (bron: Milieudienst, augustus 2010)

BIJLAGE 8. Geluidsberekeningen wegverkeer en geluidscontourenkaarten

Meten en berekenen

Bij een geluidsonderzoek denken de meeste mensen aan het meten van geluid met een geluidsmeter op locatie. Dit is wat ook regelmatig gebeurt. Vooral het geluid van evenementen en bedrijven wordt op deze manier gemeten en beoordeeld.

Voor het bepalen van geluidsniveaus vanwege weg- en railverkeer is het niet gebruikelijk om te meten: het geluid wordt dan berekend. Berekenen is efficiënter, goedkoper, eenduidig en beter controleerbaar dan meten. Dat komt omdat metingen langs wegen altijd beïnvloed worden door de sterkte en richting van de wind, overige weersinvloeden, de wisselende intensiteit en samenstelling van het verkeer en overige toevallig optredende lokale omstandigheden. Bovendien zijn toekomstige situaties alleen met berekeningen in beeld te brengen.

Voor geluidsberekeningen zijn wettelijk vastgestelde rekenmethoden ontwikkeld. Deze rekenmethoden worden regelmatig getoetst aan metingen in de praktijk. We kunnen ervan uitgaan dat een berekende geluidsbelasting betrouwbaar is en een goed beeld geeft van de te onderzoeken situatie. Voor eenvoudige situaties wordt de standaardrekenmethode I gebruikt. Voor meer complexe situaties, zoals wanneer er sprake is van afscherming, geldt de standaardrekenmethode II.

Rekenmodel wegverkeerslawaai

Om een goede indicatie te krijgen van de te verwachten geluidsniveaus binnen de gemeente is voor het hele grondgebied een rekenmodel voor wegverkeerslawaai opgezet. Daarbij is gebruik gemaakt van de standaardrekenmethode II voor wegverkeerslawaai. Deze rekenmethode wordt toegepast op een model van de werkelijke situatie, waarbij veel details zijn meegenomen. Zo is de afscherming en reflectie door schermen en bebouwing meegenomen in de berekeningen.

Het rekenmodel wordt gebruikt voor advisering in ruimtelijke plannen, toetsing op bouwplanniveau en inventarisatie van de geluidshinder binnen de gemeente.

Invoergegevens

Voor een rekenmodel voor wegverkeer zijn de onderstaande invoergegevens van belang:

  • -

    verkeersgegevens (uit tellingen, kentallen en het regionale verkeersmodel):

    • ·

      verkeersintensiteiten per dag, per avond en per nacht, waarbij is uitgegaan van telgegevens tot 2008 en de prognose van het gemeentelijke verkeersmodel voor 2020 (de Wgh gaat uit van prognoses over 10 jaar);

    • ·

      de verdeling in voertuigcategorieën zoals lichte, middelzware en zware motorvoertuigen op basis van kentallen verkregen uit recente tellingen en overige bekende gegevens;

    • ·

      toegestane maximumsnelheid;

  • -

    ligging, hoogte, breedte en het type wegdek van de weg:

    • ·

      er is gebruik gemaakt van de gegevens op de digitale Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) van de gemeente;

    • ·

      de wegen zijn conform de rekenmethode als reflecterend (bodemfactor 0,0) ingevoerd;

  • -

    ligging en hoogte van afschermende bestemmingen zoals gebouwen en schermen (middels hoogtedataset van Idelft BV en gegevens van Rijkswaterstaat);

  • -

    bodemgesteldheid, zoals de geluidsabsorptie door de bodem (algemene waarde 80% absorptie);

  • -

    waarneemhoogte is 4 meter boven het lokale maaiveld;

  • -

    aanwezigheid van snelheidsremmende obstakels, rotondes en verkeerslichten.

Voor het berekenen van de geluidsniveaus voor wegverkeerslawaai is gebruik gemaakt van het computerprogramma GeoMilieu van het bureau DGMR, versie 1.60. Bij de berekening zijn de minder drukke wegen buiten beschouwing gelaten. Het verkeersmodel, rekenmodel en de geluidscontourenkaart voor wegverkeerslawaai wordt regelmatig (2-jaarlijks) geactualiseerd.

Berekende geluidsniveaus

De gepresenteerde geluidsniveaus zijn berekende waarden op basis van verkeersgegevens. De waarden zijn een (jaar)gemiddelde over een hele etmaalperiode en dus lager dan de afzonderlijke ‘piek’geluiden van passerende treinen of (vracht)wagens, brommers en motoren.

Er is een algemeen verband tussen het aantal passages, het gemiddelde geluidsniveau en geluidshinder: hoe drukker een weg, des te meer passages er zijn en hoe hoger het gemiddelde geluidsniveau en de ondervonden geluidshinder. Zie de korte toelichting in de paragrafen 2,2 & 2.3 & 3.2 & 4.2.

Geluidscontourenkaart

Op de geluidscontourenkaart worden geluidsniveaus met dezelfde waarde verbonden met een lijn, een contour. Op deze wijze wordt de geluidsuitstraling van wegen gevisualiseerd. De geluidscontourenkaart heeft geen juridische status.

afbeelding binnen de regeling

Figuur B8-a & figuur 3a: Geluidscontouren* vanwege wegverkeerslawaai 2010 (bron: Milieudienst, oktober 2010);

* de berekende waarden zijn exclusief aftrek artikel 110g Wgh

afbeelding binnen de regeling

Figuur B8-b: Geluidscontouren* vanwege wegverkeerslawaai 2020 (bron: Milieudienst, oktober 2010);

* de berekende waarden zijn exclusief aftrek artikel 110g Wgh

BIJLAGE 9. Beleidsuitspraken en bijbehorende activiteiten

Beleidsuitspraken wegverkeer:

  • 1.

    De gemeente houdt in haar verkeersbeleid en wegbeheer expliciet rekening met het onderwerp geluid en het gemeentelijk geluidsbeleid.

  • 2.

    De gemeente streeft erna om de in §3.3 genoemde gebiedsontsluitingswegen te voorzien van stil asfalt. Zij neemt in het volgende beheerprogramma de tussentijdse vervanging van de stille deklagen op.

  • 3.

    De gemeente zet zich in om bij nieuwe ruimtelijke en verkeerskundige ontwikkelingen maatreg e len te (laten) treffen in de volgorde:

    • a.

      bron, zoals stille(re) wegdekken en verkeersmaatregelen;

    • b.

      overdracht, zoals schermen of wallen;

    • c.

      ontvanger, waarbij de gemeente prioriteit geeft aan akoestisch compensatie.

  • 4.

    Bij voorziene geluidsknelpunten dient de inbreng van een geluidsdeskundige vanaf de start van een planproces te worden meegenomen.

  • 5.

    De gemeente staat bij nieuwe ruimtelijke en verkeerskundige ontwikkelingen hogere geluidsn i veaus toe, indien er vooraf een zorgvuldige afweging heeft plaatsgevonden over de (akoestische) kwaliteit van de leefomgeving. De gemeente past de voorwaarden toe die in de Beleidsregel h o gere waarden Wgh zijn uitgewerkt.

  • 6.

    De gemeente draagt zorg voor een goed beheer van bestaande stille(re) wegdekken en geluid s schermen.

  • 7.

    De gemeente gebruikt de haar toegewezen rijksgelden voor geluidssanering van de in aanme r king komende, bestaande woningen.

  • 8.

    De gemeente draagt zorg voor een actueel inzicht van de geluidssituatie vanwege wegverkeer.

  • 9.

    De gemeente maakt bij groot onderhoud van 30-km wegen een integrale afweging over het toe te passen wegdektype.

  • 10.

    Bij nieuwe ruimtelijke en verkeerskundige ontwikkelingen brengt de gemeente de geluidssituatie vanwege 30-km wegen in beeld; zij behandelt een ontwikkeling bij 30-km wegen zo veel mogelijk als nabij niet 30-km wegen.

  • 11.

    De gemeente spreekt Rijkswaterstaat, het waterschap en de provincie Utrecht als wegbeheerder aan op onderhoud en behoud van eerder getroffen geluidsreducerende maatregelen.

  • 12.

    De gemeente zet zich in om de geluidshinder vanwege rijkswegen en provinciale wegen niet te laten toenemen en waar dat mogelijk is, te verminderen. Zij zal de wettelijke procedures voor het invoeren van geluidproductieplafonds, een verhoging van de maximumsnelheid, het aanpassen van een (rijks)weg en de geluidssanering van woningen kritisch volgen en haar standpunten hierover naar voren brengen.

Beleidsuitspraak

Omschrijving activiteit

Frequentie

1

Opstellen/evalueren checklist over de toepassing van het geluidsbeleid binnen het gemeentelijk verkeersbeleid en wegbeheer.

3-jaarlijks

2, 6

Doorlichten/aanpassen beheerprogramma wegen.

3 jaarlijks

2, 6

Opstellen verslag over beheer stille wegdekken en geluidsschermen en wallen.

3-jaarlijks

4

Opstellen (GIS/FlexiWeb) kaart met aandachtsgebieden langs drukke wegen voor ruimtelijke en verkeerskundige ontwikkelingen.

2-jaarlijks

3, 4, 5, 10

Toepassen uitvoeringsbeleid: Beleidsregel hogere waarden Wgh.

Doorlopend

3, 4, 5,10

Evalueren van Beleidsregel hogere waarden Wgh.

3-jaarlijks

7, 11, 12

Opstellen verslag stand van zaken over sanering van woningen vanwege wegverkeerslawaai.

3-jaarlijks

8

Actualiseren verkeersgegevens en akoestisch rekenmodel met korte notitie over het percentage inwoners verdeeld over de geluidsniveauklassen (indicatief karakter).

2-jaarlijks

8

Opstellen notitie met toegepast wegdek, snelheden n.a.v. actualisatie verkeersmodel.

2-jaarlijks

9

Opstellen/evalueren notitie met een integrale afweging over de toepassing van wegdektypen bij groot onderhoud van 30 km-wegen.

3 jaarlijks

11

Evaluatie geluidsreducerende maatregelen externe wegbeheerder/verzenden brief:

-verzoek initiatief voor bron- en overdrachtsmaatregelen;

-beheer van reeds getroffen geluidsreducerende voorzieningen.

3-jaarlijks

12

Notitie over de gevolgen voor de gemeente van de invoering van geluidproductieplafonds en de toetsing van bijbehorende berekeningen

Eenmalig

12

Inbrengen van gemeentelijke standpunten binnen overleggen met externe wegbeheerders en de wettelijke inspraakronden bij de invoering van de geluidproductieplafonds, verhoging van de maximumsnelheid en de aanpassing van een rijksweg of een provinciale weg.

Doorlopend

Tabel 3e: Activiteiten thema wegverkeer

Beleidsuitspraken bedrijven

  • 1.

    De geluidsnormeringskaart voor bedrijven geldt als referentie voor de normwaarde voor vergunningplichtige bedrijven en geldt als basis voor het stellen van maatwerkvoorschriften en nadere eisen voor AMvB-bedrijven.

  • 2.

    De gemeente actualiseert haar beleidsregel ‘Geluidsnormering AMvB-inrichtingen Vianen’.

  • 3.

    De gemeente geeft zodra dat wettelijk mogelijk is toepassing aan artikel 2.19 van het Activiteite n besluit om gebieden aan te wijzen met aangepaste geluidsnormering.

  • 4.

    De gemeente voert actief zonebeheer uit om de niet gebruikte geluidsruimte in te zetten ter verhoging van de d y namiek van het bedrijventerrein.

  • 5.

    De gemeente maakt de behandeling van geluidsgerelateerde klachten over activiteiten van bedri j ven inzichtelijk.

Beleidsuitspraak

Omschrijving activiteit

Frequentie

1

Vaststellen geluidsnormeringskaart voor bedrijven.

Eenmalig

1, 2, 3

Aanpassen gemeentelijke beleidsregel ‘Geluidsnormering AMvB-bedrijven Vianen’ of opstellen gemeentelijke verordening AMvB-bedrijven .

Eenmalig

1, 2, 3

Evaluatie van gemeentelijk uitvoeringsbeleid AMvB-bedrijven en geluidsnormeringskaart voor bedrijven.

3-jaarlijks

4

Actief beheren akoestisch rekenmodel bedrijventerrein De Biezen-De Hagen.

Doorlopend

4

Opstellen verslag van invulling actief zonebeheer.

2-jaarlijks

5

Opstellen verslag behandeling geluidsgerelateerde klachten vanwege activiteiten van bedrijven.

2-jaarlijks

Tabel 4b: Activiteiten thema bedrijven

Beleidsuitspraken APV

  • 1.

    De gemeente houdt de geluidsbepalingen in de APV actueel en adequaat om de in deze geluid s nota beschreven praktijk en geluidsbeleid voldoende rechtskracht te geven.

  • 2.

    De gemeente geeft voorlichting aan de (horeca)bedrijven over de APV.

  • 3.

    De gemeente registreert gemelde festiviteiten en evenementen en informeert de politie als mede-han d havende instantie hierover.

Beleidsuitspraak

Omschrijving activiteit

Frequentie

1

Evaluatie geluidsbepalingen APV.

3-jaarlijks

2

Opstellen van informatiebrochure over melding festiviteiten.

eenmalig

2

Evaluatie informatiebrochure.

3-jaarlijks

3

Registratie gemelde geluidsproducerende activiteiten en evenementen.

Doorlopend

3

Opstellen jaarlijkse evenementenkalender.

Doorlopend

3

Informeren van politie bij gemelde festiviteiten en evenementen.

Doorlopend

Tabel 5a: Activiteiten thema APV

Beleidsuitspraak brommers en scooters

De gemeente faciliteert de politie in overlastsituaties vanwege brommers en scooters.

Omschrijving activiteit

Frequentie

Opnemen onderwerp brommers en scooters in het overleg tussen politie, wijkbeheer en Boa’s.

Jaarlijks

Meenemen onderwerp overlast door brommers in communicatie met voortgezet onderwijs.

2-jaarlijks

Tabel 6a: Activiteiten thema brommers en scooters

Beleidsuitspraak scheepvaart

De gemeente onderzoekt bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen direct langs vaarwegen, de mogelijk te ondervinden geluidshinder bij geluidsgevoelige bestemmingen vanwege scheepvaart.

Omschrijving activiteit

Frequentie

Opnemen van de geluidsbron scheepvaart in de ruimtelijke onderbouwing van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen met geluidsgevoelige bestemmingen direct langs vaarwegen.

Doorlopend

Tabel 6b: Activiteiten scheepvaart

Beleidsuitspraak vergunningverlening en handhaving bouwplannen

De gemeente voert binnen haar verantwoordelijkheden en bevoegdheden, de voor (ver)bouwplannen geldende regels en voorschriften op het gebied van geluid op een adequate wijze uit.

Omschrijving activiteit

Frequentie

Voeren van een adequaat uitvoeringsbeleid betreffende de procedure hogere waarden Wgh.

Doorlopend

Toetsing en handhaving van de geluidseisen in het Bouwbesluit op adequate wijze.

Doorlopend

Tabel 6c: Activiteiten vergunningverlening en handhaving bouwplannen

Beleidsuitspraak wonen boven of naast winkels, cafés, scholen of parkeergarages

De gemeente spant zich in om bij nieuwbouwprojecten met aan- en inpandige gemengde functies, waaronder wonen, een betere kwaliteit van de leef- en werkomgeving te realiseren.

Omschrijving activiteit

Frequentie

De gemeente verzoekt initiatiefnemers van grotere nieuwbouw- of renovatieprojecten met aan- en inpandige gemengde functies, waaronder wonen, om een contact- en luchtgeluidsisolatie te realiseren die minimaal 5 dB strenger is dan de wettelijke minimumeisen.

Doorlopend

De gemeente stelt een informatiefolder op.

Eenmalig

De gemeente evalueert de informatiefolder en de behaalde resultaten in grote projecten.

3-jaarlijks

Tabel 6d: Activiteiten planontwikkeling wonen boven of naast winkels, cafés, scholen of parkeergarages

Beleidsuitspraak bevoorrading en koeling- en luchtbehandelinginstallaties (winkel)bedrijven

De gemeente besteedt aandacht aan het voorkómen van lokale knelpunten in een planontwikkeling waarin gemengde functies met (winkel)bedrijven wo r den voorzien nabij wonen.

Omschrijving activiteit

Frequentie

De gemeente wijst de initiatiefnemers van een planontwikkeling waarin gemengde functies met (winkel)bedrijven worden voorzien nabij woningen op mogelijke knelpunten, zoals de bevoorrading van (winkel)bedrijven en de plaatsing en het dimensioneren van koeling- en luchtbehandelinginstallaties.

Doorlopend

De gemeente stelt een informatiefolder op

Eenmalig

De gemeente evalueert de informatiefolder en de behaalde resultaten in grote projecten

3-jaarlijks

Tabel 6e: Activiteiten planontwikkeling bevoorrading en koeling- en luchtbehandelinginstallaties bedrijven

Beleidsuitspraak planontwikkeling scholen, naschoolse opvang en kinderdagverblijven

De gemeente stimuleert de initiatiefnemer van een planontwikkeling waarin een school, naschoolse opvang of kinderdagverblijf wordt voorzien nabij woningen, om te komen tot een goed geïntegreerd ontwerp om geluidshinder te voorkómen.

Omschrijving activiteit

Frequentie

De gemeente verzoekt initiatiefnemers van een planontwikkeling waarin een school, naschoolse opvang of kinderdagverblijf wordt voorzien nabij woningen, aandacht te besteden aan de situering en inrichting van het schoolplein of buitenplaats ten opzicht van tuinen van woningen en balkons bij appartementen.

Doorlopend

De gemeente stelt een informatiefolder op.

Eenmalig

De gemeente evalueert de informatiefolder en de behaalde resultaten in grote projecten.

3-jaarlijks

Tabel 6f: Activiteiten planontwikkeling scholen en kinderdagverblijven

Beleidsuitspraak activiteiten vanwege nieuwbouw en verbouw (bouwlawaai)

De gemeente stelt bij te verwachten geluidshinder voorwaarden aan het bouwproces.

Omschrijving activiteit

Frequentie

De gemeente stelt een aanvraagformulier op waarin de initiatiefnemer inzicht geeft in het bouwproces.

Eenmalig

Indien het bouwproces daar aanleiding toe geeft, stelt de gemeente voorwaarden aan het bouwproces, zoals de geluidsniveaus op woningen, het gebruik van luidruchtige machines, de tijden en de periode waarin de werkzaamheden plaatsvinden.

Doorlopend

Tabel 6g: Activiteiten bij activiteiten vanwege nieuwbouw en verbouw (bouwlawaai)

Beleidsuitspraak milieujaarprogramma

De gemeente maakt elk jaar inzichtelijk op welke wijze de wettelijke geluidstaken en de voortgang van de activiteiten uit het geluidsbeleid zijn uitgevoerd.

Omschrijving activiteit

Frequentie

Opstellen milieujaarprogramma & -begroting; vaststellen verslag uitgevoerde milieubeleid met deelonderwerp geluid (gemeenteraad).

Jaarlijks

Evaluatie uitvoering activiteiten uit deze geluidsnota (ambtelijk).

2-jaarlijks

Tabel 7a: Activiteiten milieujaarprogramma

Beleidsuitspraak uitvoering wettelijke taken

De gemeente betrekt in de uitvoering van haar wettelijke taken het geluidsbeleid op een adequate m a nier in het planproces.

Omschrijving activiteit

Frequentie

Initiatiefnemers van ruimtelijk plannen direct op de hoogte brengen van het gemeentelijk geluidsbeleid en in hoeverre de inbreng van een geluidsdeskundige noodzakelijk is.

Doorlopend

Opstellen korte checklisten tussen betrokken afdelingen voor de inbreng van geluid in de diverse planprocessen.

Eenmalig

Evaluatie checklisten op effectiviteit, resultaat, handhaafbaarheid en beheer (schermen, stil wegdek) op langere termijn.

3-jaarlijks

Opstellen (GIS/FlexiWeb) kaart met aandachtsgebieden langs spoorwegen en drukke wegen voor ruimtelijke en verkeerskundige ontwikkelingen; deze kaart maakt inzichtelijk in welke gebieden de inbreng van een geluidsdeskundige in het begin van een ruimtelijk planproces noodzakelijk is.

2-jaarlijks

Tabel 7b: Activiteiten stedelijke vernieuwing

Beleidsuitspraak uitvoeringsbeleid: Beleidsregel hogere waarden Wgh

De gemeente staat bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen niet zonder meer hogere geluidsniveaus toe. Voor het volgen van een procedure hogere waarden, past de gemeente de Beleidsregel hogere waa r den Wgh toe.

Omschrijving activiteit

Frequentie

Toepassen Beleidsregel hogere waarden Wgh.

Doorlopend

Opstellen evaluatieverslag Beleidsregel hogere waarden Wgh.

3-jaarlijks

Vastleggen van vastgestelde hogere waarden in GIS omgeving.

Doorlopend

Tabel 7c: Activiteiten uitvoeringsbeleid: Beleidsregel hogere waarden Wgh

Beleidsuitspraak communicatie gemeentelijk geluidsbeleid

De gemeente communiceert haar geluidsbeleid via de gemeentelijke website. De bij het onderwerp geluid betrokken afdelingen blijven geïnformeerd. Binnen de gemeente is één aanspreekpunt aanwezig voor de communicatie en het beheer van informatie over het geluidsbeleid.

Omschrijving activiteit

Frequentie

Betrokken afdelingen informeren over geluidsbeleid tijdens werkoverleggen.

3- jaarlijks

Opstellen pagina over geluidsbeleid op website gemeente en Milieudienst.

3-jaarlijks

Opstellen beknopte samenvatting geluidsbeleid voor balie/frontofficie.

3-jaarlijks

Aanwijzen contactpersoon voor communicatie en beheer van informatie over geluidsbeleid.

Doorlopend

Tabel 7d: Activiteiten communicatie gemeentelijk geluidsbeleid