Regeling vervallen per 14-02-2020

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Vianen (AVOI)

Geldend van 07-10-2015 t/m 13-02-2020

Intitulé

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Vianen (AVOI)

De raad van de gemeente Vianen;

gelezen het voorstel van het college van 21 juli 2015;

gelet op de artikelen 149, 154, 156 en 229 van de Gemeentewet, artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht en de artikelen 5.2 en 5.4 van de Telecommunicatiewet;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor de realisatie van één uniform regime voor al het werk in of op de grond in de openbare ruimte, waaronder specifiek die met kabels en leidingen, en de gemeente in staat te stellen de gewenste regierol optimaal in te vullen;

besluit vast te stellen de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Vianen (AVOI).

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en bijbehorende toelichting worden verstaan onder:

a.

calamiteit:

een incident met voor de omgeving mogelijk grote gevolgen, die niet zelfstandig kunnen worden afgewikkeld en waarbij gecoördineerde inzet van hulpverleningsorganisaties en diensten van verschillende disciplines is vereist om de gevolgen te beperken;

b.

college:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vianen;

c.

degeneratiekosten:

de kosten voor de gemeente door vermindering van de kwaliteit en/of duurzaamheid van de verharding of andere gemeente-eigendommen, veroorzaakt door de werkzaamheden onder verhardingsconstructies of andere voorzieningen;

d.

gedoogplichtige:

degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in de Belemmeringenwet Privaatrecht of de Telecommunicatiewet;

e.

handboek:

het handboek kabels en leidingen (Standaardbepalingen voor het opnemen van de sleufverharding, het graven, aanvullen en verdichten van sleuven en het leggen etc. van kabels en leidingen in gronden die in eigendom of beheer zijn bij de gemeente Vianen), zijnde door het college vast te stellen nadere regels betreffende de voorbereiding en uitvoering van ontwerp, aanleg, exploitatie, onderhoud en verwijdering van kabels en leidingen inclusief de toepasselijke indieningsvereisten;

f.

herstel:

het op vakkundige wijze terugbrengen van de verhardingsmaterialen in het oorspronkelijke verband;

g.

(huis)aansluiting:

het gedeelte van de kabel of leiding door openbare grond dat een netwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt;

h.

instemmingsbesluit:

schriftelijk besluit van het college zoals bedoeld in artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet;

i.

kabel- en leidingentracé:

de locatie waarvan de gemeente heeft bepaald waar kabels en/of leidingen kunnen worden gelegd;

j.

kabels en leidingen:

kabels en/of (buis)leidingen als onderdeel van een net(werk);

k.

leggen van kabels en leidingen:

het aanleggen, instandhouden, onderhouden, verleggen, vernieuwen, herstellen en verwijderen van kabels en leidingen en het verrichten van hierbij behorende werkzaamheden;

l.

marktconforme kosten:

kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

m.

net of netwerk:

één of meer ondergrondse kabel(s) en/of leiding(en), daaronder mede begrepen lege buizen, kokerconstructies en voorzieningen, bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie, uitgezonderd het rioleringsnetwerk;

n.

net voor transport van informatie:

de openbare elektronische communicatienetwerken als bedoeld in artikel: 1.1 onder h. van de Telecommunicatiewet;

o.

netbeheerder:

degene die als natuurlijk persoon handelend in de uitvoering van een beroep of een bedrijf dan wel als rechtspersoon een kabel- en/of leidingennet beheert;

p.

niet-openbare kabels en leidingen:

kabels en leidingen (dan wel het netwerk waartoe ze behoren) die niet worden gebruikt om openbare (voor het publiek beschikbare) diensten aan te bieden;

q.

nutsbedrijf:

bedrijf dat producten en diensten levert in het algemeen belang, en in het kader van deze verordening meer specifiek op het gebied van elektriciteits-, gas- en drinkwatervoorziening, waaronder ook begrepen eventuele warmte-koude voorzieningen en dat mede daartoe netten/netwerken beheert voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen of van energie;

r.

openbare gronden:

openbare wegen en wateren zoals bedoeld in artikel 1.1, onder aa. van de Telecommunicatiewet;

s.

spoedeisende werkzaamheden:

werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening, waarvan uitstel redelijkerwijs niet mogelijk of wenselijk is;

t.

vergunning:

vergunning, op schriftelijke aanvraag van een nutsbedrijf verleend door het college voor het verrichten van werkzaamheden in verband met het leggen van kabels en leidingen in openbare gronden die door de gemeente beheerd worden;

u.

verleggingen:

definitieve of tijdelijke maatregelen waaronder het verplaatsen van kabels en/of leidingen die noodzakelijk worden geacht voor het oprichten van gebouwen of het uitvoeren van werken door of vanwege de gemeente;

v.

voorzieningen:

ondergrondse ondersteunings- en beschermingswerken, waaronder buizen, ten behoeve van de kabels en leidingen;

w.

werkzaamheden:

handmatige en mechanische werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met het leggen van kabels en leidingen;

x.

werkzaamheden van niet ingrijpende aard:

werkzaamheden:

·die betrekking hebben op het onderhouden, wijzigen of uitbreiden van een al rechtsgeldig in de openbare ruimte van de gemeente aanwezig ondergronds netwerk;

·met geringe overlast c.q. belemmeringen voor de omgeving;

·waarbij geen rijbanen of andere verhardingen, wateren of groenvoorzieningen (in de zin van beplanting) worden gekruist;

·waarbij geen boringen worden toegepast;

·en die dusdanig beperkt zijn dat, steeds ter beoordeling van het college, als uitzondering een lichter procedureel regime toegepast kan worden

en die bedoeld zijn voor:

·het aanbrengen/ verwijderen van kabels en leidingen met aaneengesloten te ontgraven lengte van minder dan 25 m1 (gerekend vanaf de perceelgrens) in een reeds aanwezig netwerk;

·het realiseren van incidentele (huis)aansluitingen waarbij clustering niet is toegestaan;

·proefsleuven;

·reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan het netwerk over een lengte van minder dan 25 m1 dan wel van lasgaten, en niet zijnde het plaatsen van een nieuwe handhole of nieuwe en ondergrondse lasmoffen;

·of werkzaamheden met een grondoppervlakte van maximaal 10 m2.

Artikel 2 Toepasselijkheid

  • 1. Deze verordening is van toepassing op het leggen van kabels en leidingen in of op de openbare gronden, voor zover de gemeente deze gronden beheert, in eigendom heeft of daarover wettelijke coördinatieverplichtingen heeft.

  • 2. Het college voert de regie over de efficiënte ordening van kabels en leidingen in, op en boven de openbare gronden.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene Wet Bestuursrecht betreffende de van rechtswege verleende beschikking is niet van toepassing op het bepaalde in deze verordening.

  • 4. De verordening is niet van toepassing op de gemeente bij het uitvoeren van haar publieke taak.

Hoofdstuk 2 Melding voor instemmingsbesluit of aanvraag voor vergunning

Artikel 3 Vereiste van vergunning of instemming

  • 1. Het leggen van kabels en leidingen in of op openbare gronden is verboden zonder, of in strijd met, een vergunning of, indien het betreft een kabel of leiding die valt onder de werking van de Telecommunicatiewet, een instemmingsbesluit van het college.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard, spoedeisende werkzaamheden of calamiteiten worden volstaan met een aanmelding vooraf aan het college.

Artikel 4 Melding, aanvraag of aanmelding

  • 1. Een netbeheerder doet minimaal acht weken voor de geplande aanvang van de werkzaamheden bij het college melding voor een instemmingsbesluit dan wel aanvraag voor een vergunning voor werkzaamheden als bedoeld in artikel 3, eerste lid.

  • 2. Indien voor de voorgenomen werkzaamheden tevens (privaatrechtelijke) toestemming nodig is van andere grondeigenaren of grondbeheerders, dient de netbeheerder dit bij de melding of aanvraag aan te geven en legt over deze uiterlijk vier weken na de melding of aanvraag, het college het bewijs van verkregen toestemming.

  • 3. In geval van voorgenomen werkzaamheden van niet ingrijpende aard, dient de netbeheerder minimaal drie werkdagen voor de start van de uitvoering van deze werkzaamheden een schriftelijke aanmelding in bij het college (in geval van e-mail bij het door de gemeente aangegeven mailadres). Op grond van belangen als genoemd in artikel 8, eerste lid, van deze verordening, kan het college bepalen dat realisatie op een ander tijdstip moet plaats vinden.

  • 4. In geval van spoedeisende werkzaamheden of calamiteiten, dient de netbeheerder uiterlijk 24 uur na start van de uitvoering van deze werkzaamheden een schriftelijke aanmelding in bij het college (in geval van e-mail bij het door de gemeente aangegeven mailadres).

  • 5. Het college is bevoegd in nadere regels delen van het grondgebied aan te wijzen waarop het derde en vierde lid van dit artikel niet van toepassing zijn.

Artikel 5 Gegevensverstrekking

  • 1. Het college stelt nadere regels vast over de te verstrekken gegevens en de wijze waarop die worden verstrekt bij een aanvraag of melding als bedoeld in deze verordening.

  • 2. Het college stelt de voor een melding of aanvraag, als bedoeld in de artikelen 3 en 4, te gebruiken formulieren vast.

Artikel 6 Beslistermijnen

  • 1. Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de melding of aanvraag als bedoeld in artikel 4, eerste lid. Betreft het een melding of aanvraag waarbij meer grondeigenaren/beheerders zijn betrokken of andere vergunningen vereist zijn, dan wordt de beslissing pas genomen als deze andere toestemmingen verkregen en overgelegd zijn.

  • 2. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de netbeheerder mede en noemt het een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel 7 Geldigheid

  • 1. De werkzaamheden moeten zijn voltooid vóór de door het college vastgestelde einddatum. Indien de werkzaamheden niet binnen de vastgestelde termijn zijn uitgevoerd, vervalt de vergunning of het instemmingsbesluit. Een situatie van overmacht moet tijdig worden medegedeeld, met inachtname van de maximale geldigheidsduur en ter beoordeling van het college.

  • 2. De einddatum, als bedoeld in het eerste lid, kan na een schriftelijk en gemotiveerd verzoek, door het college worden verlengd, geheel ter beoordeling van het college.

  • 3. Het instemmingsbesluit of de vergunning vervalt indien de netbeheerder schriftelijk aan het college verklaart er geen gebruik meer van te willen maken.

  • 4. Het college kan een instemmingsbesluit of vergunning wijzigen of geheel of deels intrekken, indien:

    • a.

      de beschikking op basis van onjuiste of onvolledige gegevens is verleend;

    • b.

      de netbeheerder, of de door deze ingeschakelde derde partij, het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning of instemmingsbesluit niet naleeft.

Artikel 8 Voorschriften, beperkingen en weigeringsgronden

  • 1. Het college kan aan een instemmingsbesluit of een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden, dan wel een vergunning weigeren, in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de openbare veiligheid, waaronder in elk geval moet worden verstaan de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer;

    • c.

      het voorkomen of beperken van overlast;

    • d.

      het voorkomen of beperken van schade;

    • e.

      de bescherming van archeologische vondsten en van groen(voorzieningen);

    • f.

      het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • g.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen, het doelmatig beheer en onderhoud en het belang van nader aan te geven grote lokale evenementen als weekmarkten en kermissen;

    • h.

      de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder werken ten behoeve van de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit;

    • i.

      de bescherming van het milieu.

  • 2. De netbeheerder draagt er zorg voor dat de voorschriften worden nageleefd.

  • 3. Het college stelt nadere regels vast in de vorm van een handboek kabels en leidingen voor de wijze van uitvoering bij het leggen van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen. Bij tegenstrijdigheden hebben de bepalingen van de verordening voorrang.

  • 4. Het college stelt nadere regels vast over schadeherstel en vergoeding van degeneratie- en toezichtkosten. Indien de netbeheerder werkzaamheden moet uitvoeren in bijzondere bestrating, verlangt het college specifiek schadeherstel. De netbeheerder is gehouden tot het, op basis van redelijkheid en billijkheid, vergoeden van alle schade, geleden en te lijden door de gemeente, voortvloeiende uit de door of vanwege de netbeheerder uit te voeren werkzaamheden. De berekening van de schadevergoeding is gebaseerd op marktconforme herstel-, onderhouds-, beheers/toezicht- en degeneratiekosten of werkelijke kosten, met als uitgangspunt kostendekkendheid voor de gemeente.

  • 5. Indien het leidingentracé geen ruimte biedt voor de aanleg van nieuwe kabels, legt de netbeheerder de gemeente een alternatief tracé voor en wordt daarbij bezien of andere netbeheerders eventuele voorgenomen werkzaamheden op dat tracé willen combineren, of (in geval van elektronische communicatienetwerken) doet hij aan andere netbeheerders een verzoek tot medegebruik van kabels en/of leidingen.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Paragraaf 3A Algemeen

Artikel 9 Eigendom

Indien de eigendom, exploitatie of beheer van een net, kabel of leiding, als bedoeld in deze verordening, wordt overgedragen, stelt de voormalige netbeheerder het college onverwijld van deze overdracht in kennis en is de voormalige netbeheerder verplicht zorg te dragen voor overdracht van de rechten en plichten krachtens deze verordening op de nieuwe netbeheerder.

Artikel 10 Overleg

  • 1. Het college organiseert periodiek een overleg, waarvoor de bij de gemeente bekende netbeheerders en andere belanghebbende partijen worden uitgenodigd.

  • 2. Dit overleg is mede gericht op de beoordeling van mogelijk medegebruik van voorzieningen en afstemming van gezamenlijk of gelijktijdig uit te voeren werkzaamheden.

  • 3. Netbeheerders kunnen om overleg verzoeken.

  • 4. De gemeente nodigt de netbeheerders uit voor vooroverleg over gebiedsontwikkeling en eventueel daaruit voortvloeiende consequenties voor de kabels en leidingen, waaronder verleggingen, dit met als doel planvorming tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten.

Paragraaf 3B Netten voor transport van informatie

Artikel 11 Niet-openbare kabels en leidingen

  • 1. Het college kan een vergunning weigeren in geval van werkzaamheden aan niet-openbare kabels en/of leidingen in of op openbare gronden. In het geval van te verlenen toestemming is het bepaalde in deze verordening van toepassing, maar houdt dit geen gedoogplicht in van de betreffende kabels en leidingen.

  • 2. Niet-openbare kabels en/of leidingen dienen op verzoek van het college op gronden genoemd in artikel 8, eerste lid, op kosten van de eigenaar van de kabels en/of leidingen, te worden verlegd.

Artikel 12 (Mede)gebruik van voorzieningen

  • 1. Een beheerder van een netwerk voor het transport van informatie is verplicht om bij aanleg zoveel mogelijk (mede)gebruik te (laten) maken van bestaande, hetzij door andere netbeheerders dan wel door of in opdracht van de gemeente aangelegde, voorzieningen zoals mantelbuizen, kabelgoten en –geleidingen.

  • 2. Indien de netbeheerder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, is deze verplicht daarvan gebruik te maken. Bepalend voor de redelijkheid is of de voorzieningen tegen marktconforme kosten ter beschikking worden gesteld.

Artikel 13 Informatieplicht

  • 1. De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een openbaar net in of op openbare gronden.

  • 2. De netbeheerder levert op verzoek van het college een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen. De bewijslast met betrekking tot het gebruik ligt bij de netbeheerder.

Paragraaf 3C Netten van nutsbedrijven

Artikel 14 Verleggingen van leidingen

  • 1. Voor verleggingen van kabels of leidingen van een netwerk van een nutsbedrijf in of op openbare gronden op verzoek van het college, gelden de volgende bepalingen:

    • a.

      De netbeheerder is verplicht op verzoek van het college over te gaan tot het nemen van maatregelen voor kabels en leidingen ten dienste van zijn net, waaronder het verplaatsen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente in het algemeen belang;

    • b.

      De gemeente en de netbeheerder zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken;

    • c.

      Het college neemt het besluit tot een schriftelijke aanwijzing voor het verleggen van een leiding zo mogelijk op basis van overeenstemming;

    • d.

      Na een schriftelijk verzoek van het college tot het nemen van maatregelen gaat de netbeheerder zo spoedig mogelijk over tot de uitvoering, doch niet later dan dertien weken na de datum van ontvangst van het verzoek.

    • e.

      In afwijking van de termijn, bedoeld in artikel 4:130, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht beslist het college binnen uiterlijk 6 maanden na inschakeling van een adviseur.

  • 2. Indien ten gevolge van werkzaamheden, niet zijnde gemeentelijke werkzaamheden, verplaatsing, wijziging of verwijdering van enig eigendom van de gemeente noodzakelijk is, dan wel ten behoeve van werkzaamheden speciale voorzieningen moeten worden getroffen, komen de kosten ervan voor rekening van de opdrachtgever, tenzij er redelijkerwijs aanleiding bestaat om de kosten over meerdere partijen te verdelen, dan wel om geen kosten in rekening te brengen.

  • 3. Het college geeft van zijn voornemen van een werk, zijnde de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door de gemeente, waarvan de verlegging van kabels en leidingen van netbeheerders het gevolg kan zijn, zo spoedig mogelijk een schriftelijke mededeling aan de netbeheerder. Deze mededeling bevat ten minste:

    • a.

      de omschrijving van de voorgenomen werkzaamheden;

    • b.

      de vermelding van de mogelijk te verleggen leidingen;

    • c.

      een tekening van het plangebied met daarop aangegeven de plangrenzen;

    • d.

      een tekening met daarop aangegeven de bestaande situatie;

    • e.

      een tekening met daarop aangegeven de nieuwe situatie;

    • f.

      een tekening met daarop aan gegeven het tracé voor de te verleggen leidingen;

    • g.

      een uitnodiging voor een overleg met het college binnen twee weken na dagtekening, waarvoor alle betrokken netbeheerders worden uitgenodigd.

  • 4. Het college streeft naar overeenstemming met de netbeheerder over de verlegging, uitvoering en planning met als doel een technisch adequate oplossing tegen de maatschappelijk laagste kosten.

  • 5. Indien tijdens het vooroverleg blijkt dat er sprake is van kabels of leidingen die niet noodzakelijk verlegd moeten worden krijgt de netbeheerder de gelegenheid om op eigen kosten die leidingen te rijzen, te vervangen of te verwijderen of andere voldoende aanpassingen te verrichten.

  • 6. De in het vijfde lid bedoelde werkzaamheden worden zodanig ingepland en uitgevoerd dat de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken geen vertraging oplopen.

Artikel 15 Verwijderen van leidingen

  • 1. De netbeheerder is verplicht na het geheel of gedeeltelijk intrekken van de vergunning de leiding binnen een door het college te bepalen termijn te verwijderen.

  • 2. Buiten gebruik gestelde kabels en leidingen dienen bij reconstructies op aanzegging van het college te worden verwijderd.

  • 3. De procedure uit deze AVOI gemeente Vianen voor het verkrijgen van instemming of vergunning is van overeenkomstige toepassing op de verwijderingen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

Hoofdstuk 4 Straf, toezicht en handhaving (algemeen)

Artikel 16 Strafbepaling

Overtreding van een bij of krachtens deze verordening gegeven voorschrift, of een voorschrift verbonden aan een vergunning of instemmingsbesluit wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 17 Toezicht en handhaving

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. Alsdan wordt ingetrokken de Telecommunicatieverordening gemeente Vianen, zoals vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2010,

Artikel 19 Overgangsbepalingen

  • 1. De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn gemeld of aangevraagd en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen, rechtsgeldige overeenkomsten of andere schriftelijke afspraken met de gemeente, wordt beheerst door de regels van deze verordening.

  • 2. Vergunningen en ontheffingen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening en instemmingsbesluiten op grond van de Telecommunicatieverordening met betrekking tot kabels en leidingen als bedoeld in deze verordening, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening (AVOI) en blijven ook na de inwerkingtreding van deze verordening gelden.

  • 3. Op aanvragen, als bedoeld in het eerste lid, waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van het op het moment van aanvraag geldende recht een beslissing genomen.

Artikel 20 ArtikelCiteertitel

Deze verordening wordt aangehaald als AVOI gemeente Vianen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 29 september 2015
DE RAAD VOORNOEMD,
de griffier, de voorzitter,
C.J. Steehouwer W.G. Groeneweg

Toelichting op de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Vianen (AVOI)

INHOUDSOPGAVE

Achtergrond

Concretisering van beleid

Kaders voor de gemeentelijke bevoegdheden en rollen

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 2 Toepasselijkheid

Hoofdstuk 2 Melding voor instemmingsbesluit of aanvraag voor vergunning

Artikel 3 Vereiste van vergunning of instemming

Artikel 4 Melding of aanvraag

Artikel 5 Gegevensverstrekking

Artikel 6 Beslistermijnen

Artikel 7 Geldigheid

Artikel 8 Voorschriften, beperkingen en weigeringsgronden

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Paragraaf 3a Algemeen

Artikel 9 Eigendom

Artikel 10 Overleg

Paragraaf 3b Netten voor transport van informatie

Artikel 11 Niet-openbare kabels en leidingen

Artikel 12 (Mede)gebruik van voorzieningen

Artikel 13 Informatieplicht

Paragraaf 3c Netten van nutsbedrijven

Artikel 14 Verleggingen van leidingen

Artikel 15 Verwijderen van leidingen

Hoofdstuk 4 Straf, toezicht en handhaving (algemeen)

Artikel 16 Strafbepaling

Artikel 17 Toezicht en handhaving

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 18 Inwerkingtreding

Artikel 19 Overgangsbepalingen

Artikel 20 Citeertitel

Achtergrond

Voornaamste doel van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (hierna AVOI) is de realisatie van één uniform regime voor al het werk in de openbare ruimte teneinde de gewenste gemeentelijke regierol zo optimaal mogelijk te kunnen invullen. Beleidsmatig, procesmatig en praktisch wordt voorzien in lokaal beleid voor ordening van de openbare ondergrond en gelijke behandeling van partijen. De AVOI geeft tevens invulling aan de wettelijke plicht voor de gemeente om een Telecommunicatieverordening op te stellen. De AVOI heeft ook betrekking op de netten van de nutsbedrijven.

De bestaande Telecommunicatieverordening vervalt gelijktijdig met de inwerkingtreding van de AVOI, zodat er per saldo geen verordening en niet meer regelgeving bijkomt. Formeel-juridisch is sprake van onderscheid tussen medebewindstaken (uitvoering van de Telecommunicatiewet) en gemeentelijke autonomie (richting nutsbedrijven). Dat onderscheid is er formeel, maar procedureel wordt met deze verordening beoogd zoveel mogelijk te komen tot een gelijke behandeling van partijen en werkzaamheden.

Deze verordening met bijbehorende regelgeving is ontwikkeld en afgestemd op overige recente gemeentelijke en regionale regelingen om naar meer uniformiteit te streven, ook buiten het lokale werkgebied maar met oog voor de regionale werkgebieden van de nutsbedrijven.

De AVOI reguleert de werkzaamheden in de openbare ruimte, waarbij de wegverharding (ook bermen, plantsoenen en dergelijke) wordt opgebroken. Ook de objecten die nodig zijn ten behoeve van deze werkzaamheden vallen onder de reikwijdte van de AVOI. Indien andere – niet voor deze werken noodzakelijke - objecten gebruikt worden, waarvoor bepalingen uit de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna APV) gelden, blijven die bepalingen daarvoor van toepassing.

De AVOI is onder andere gericht op minimalisatie van overlast en maatschappelijke kosten ten gevolge van werk in uitvoering; meer grip en sturing op werkzaamheden; het waarborgen van bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie tijdens werkzaamheden; eenduidige regels en sanctiemogelijkheden; uniforme regels en een efficiënt gebruik van de openbare ruimte.

De verordening heeft ten doel de regie en coördinatie te regelen met betrekking tot kabels en leidingen van derden die in door de gemeente beheerde grond willen werken.

Voor de kabels en leidingen van de gemeente zelf, zoals de riolering, is om praktische redenen de verordening niet (procedureel) van toepassing verklaard. Om redenen van effectiviteit en kwaliteit zullen echter intern binnen de gemeente waar mogelijk afspraken en procedures worden gemaakt om de bepalingen van deze verordening met het oog op regie en coördinatie zoveel mogelijk ook intern na te leven.

Het doel van deze toelichting is informatie, aanvulling en verduidelijking, zowel voor gebruik binnen de gemeente als door de netbeheerders (als uniform verzamelbegrip voor de eigenaren en beheerders van de netten/netwerken). Deze toelichting heeft inhoudelijk en qua strekking ook betrekking op nadere regels of beleidsregels die ter uitwerking door het college worden vastgesteld, waaronder specifiek het Handboek Kabels en Leidingen (hierna handboek). De meest actuele versie is steeds bepalend, is opvraagbaar en wordt gecommuniceerd.

Concretisering van beleid

Vanuit de gemeentelijke beleidsvisie over kabels en leidingen in de gemeentelijke ondergrond, worden als beleidsmatige speerpunten voor de gemeentelijke belangenbehartiging benoemd:

  • 1.

    Afstemming bovengronds en ondergronds: Er is veel ervaring met het beleidsmatig en planologisch inkaderen van het gebruik van de bovengrondse openbare ruimte. Deze invulling moet ook geschieden voor de ondergrondse ruimte, en moet worden bereikt dat beide vormen worden afgestemd en niet tot tegenstrijdigheden leiden.

  • 2.

    Schoon en fraai: Na uitvoering moet opengebroken verharding en aangetast groen schoon en fraai worden hersteld, zodat zo min mogelijk kwaliteitsverlies optreedt. Aanvullend worden andere aspecten, zoals de archeologische, bewaakt.

  • 3.

    Veilig: Voor en tijdens werkzaamheden moet er zorg zijn voor verkeersdoorstroming, inclusief waarschuwing en geleiding, waarbij landelijke normeringen als minimum gelden. Naast de verkeersveiligheid moet op vooraf duidelijke wijze invulling worden gegeven aan afspraken op het gebied van calamiteiten.

  • 4.

    Bruikbaar en functioneel: De bovengrond dient zoveel mogelijk en continu te kunnen worden gebruikt. De beperking daarvan door zowel de werkzaamheden als de permanente ligging van de kabels en leidingen zelf moet beperkt worden tot hetgeen strikt en redelijkerwijs noodzakelijk is. Gestreefd wordt naar het minimaliseren van de maatschappelijke kosten met als uitgangspunt dat de veroorzaker betaalt en dat aangerichte schade moet worden vergoed.

  • 5.

    Beperken van overlast: Werkzaamheden moeten zo min mogelijk overlast opleveren voor de leefomgeving en de bedrijfsmatige activiteiten. De uitvoeringswijze moet zo zijn dat de belangen van de liggende netten behartigd worden.

Kaders voor de gemeentelijke bevoegdheden en rollen

De gemeentelijke bevoegdheden vloeien voort uit de Gemeentewet en de APV, uit sectorale wet- en regelgeving – de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (verder WION) en de Telecommunicatiewet - en uit contractuele afspraken met netbeheerders.

De gemeente is uit een veelheid aan rollen betrokken bij deze werkzaamheden: economisch ontwikkelaar, aanbieder van communicatie en cultuur, grondeigenaar, ruimtelijk planner, aanlegger van infrastructuur, verkeersregelaar, bodembeschermer, consument van nutsvoorzieningen, beleidsmaker archeologie, enzovoorts.

In het belang van de gemeente, burgers, bedrijven en andere netwerkbeheerders moet een zorgvuldig, uniform en integraal beleid gevoerd worden bij voorbereiding, uitvoering en nazorg van werkzaamheden in openbare gronden.

Belangrijk uitgangspunt is, analoog aan de APV, dat werkzaamheden alleen in de openbare ondergrond worden uitgevoerd na voorafgaand akkoord van de gemeente.

Deels zijn wettelijke regels van toepassing en deels vindt invulling plaats waar de wetgever ruimte heeft gelaten voor eigen invulling door lokale overheden, zij het dat aangesloten wordt bij landelijke uniformering via bijvoorbeeld de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna VNG).

Ondanks de verschillende uitgangsposities van partijen wordt door de gemeente harmonisering en uniformering (en gelijke behandeling) nagestreefd. Het opbreken van de openbare ruimte dient tot zo min mogelijk overlast en schade te leiden, met waarborging van veiligheid en bereikbaarheid en voorkoming van verstoring van openbare orde en ondergrondse ordening.

De grondroerders zijn verantwoordelijk voor juiste en tijdige gegevensverwerking en voldoen aan de wettelijke plicht tot zorgvuldig graven. Ten aanzien van het ontwerp, voorbereiding, uitvoering en beheer van de werkzaamheden dient voldaan te worden aan de uniforme eisen die door de gemeente zijn, dan wel worden vastgelegd in (algemene) lokale voorwaarden met voorschriften voor ondergrondse kabels en leidingen in gemeentegrond (zie het handboek).

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

a. calamiteit

De noodzakelijke werkzaamheden worden aan een lichter procedureel regime onderworpen.

b. college

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de taken voortvloeiende uit de AVOI af te handelen, waarbij deze bevoegdheden qua uitvoering om praktische redenen deels gemandateerd worden (via de Mandaatregeling) aan een of meer daartoe aangewezen ambtenaren. Dat betreft enerzijds het houden van toezicht en anderzijds het coördineren en verlenen van instemmingen en vergunningen. Indien en voor zover de bevoegdheden op het gebied van coördinatie, het verlenen van vergunningen en instemmingsbesluiten en het houden van toezicht gemandateerd zijn aan een of meer functionarissen, wordt tevens deze functionaris bedoeld.

c. degeneratiekosten

Door de werkzaamheden wordt vrijwel steeds schade toegebracht aan de openbare grond en de daar in of op aanwezige eigendommen van de gemeente. Ook de kwaliteit van de openbare grond vermindert door deze werkzaamheden. Daarom worden afspraken gemaakt over de berekening en vergoeding van de kosten van deze kwaliteitsvermindering.

d. gedoogplichtige

De gemeentelijke betrokkenheid is gericht op het beheer van openbare ruimte. De openbare ruimte betreft de ruimte op of in de openbare gronden. In deze hoedanigheid is de gemeente voor wat betreft de (openbare) elektronische communicatienetwerken gedoogplichtige conform de Telecommunicatiewet. Het begrip gedoogplichtige slaat tevens op andere partijen die krachtens die wet gedoogplichtig zijn, en op partijen en personen die krachtens de Belemmeringenwet Privaatrecht (hierna BP) gedoogplichtig zijn. Omdat sinds 2010 een wetsvoorstel aanhangig is ter vervanging van onder andere de BP, zal de nieuwe wet op termijn relevant worden.

e. handboek

Het Handboek Kabels en Leidingen (HKL) wordt door het college vastgesteld (krachtens de in de verordening opgenomen bevoegdheid) en omvat de algemene voorwaarden set die van toepassing is indien werkzaamheden voorbereid en uitgevoerd worden. Gedetailleerd worden in dit document zowel technisch-uitvoerend als processueel de toepasselijke voorwaarden omschreven. Het is van groot belang dat de uitvoerende partijen steeds in het bezit worden gesteld van de actuele versie van dit handboek. Naast de voorschriften met betrekking tot de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden, bevat het handboek procesmatige bepalingen die invulling geven aan de in de AVOI in diverse artikelen beschreven mogelijke nadere regels die het college kan vaststellen.

f. herstel

Conform het gemeentelijk beleid wordt de openbare grond na de werkzaamheden hersteld. Tussentijds kan soms volstaan worden met provisorisch herstel: het terugbrengen van de verhardingsmaterialen op een niet noodzakelijke vaktechnische wijze, maar wel zodanig dat het functionele gebruik van de openbare gronden door het verkeer volledig is hersteld en geen gevaar ontstaat voor de weggebruikers. Uiteindelijk is het definitief herstel gericht op het herstel in de situatie zoals die was. Op beiden vormen zijn de bepalingen uit het handboek van groot belang.

g. (huis)aansluiting

(Huis)aansluitingen worden door de relatief beperkte omvang van de werkzaamheden uitgezonderd van diverse regels van de AVOI. Vanwege het lichtere formeel regime is afkadering nodig.

h. instemmingsbesluit

Werkzaamheden moeten steeds vooraf gemeld worden, met onderscheid tussen de (reguliere) werkzaamheden, werkzaamheden van niet ingrijpende aard en werkzaamheden in verband met spoedeisende zaken (zoals bepaalde storingen) en calamiteiten. Vooral voor de reguliere (graaf)werkzaamheden geldt dat eerst gestart mag worden nadat door de gemeente op basis van een melding een instemmingsbesluit (conform de Telecommunicatiewet) is verleend.

Uitgangspunt is dat het verlenen van een instemmingsbesluit bekend wordt gemaakt door middel van informatie aan de meldende partij. Publicatie in meer algemene zin is niet standaard voorgeschreven, maar kan worden toegepast door de gemeente naar haar keuze, bijvoorbeeld in het geval van grootschaliger en langduriger of ingrijpender werkzaamheden.

i. kabel- en leidingentracé

Dit betreft de door de gemeente te bepalen routering van de kabels/leidingen. Vanuit de gemeentelijke dwarsprofielen (zie het handboek) komt de netbeheerder met een voorstel voor een tracé, en moet de gemeente nog haar goedkeuring geven.

j. kabels en leidingen

De netten bestaan uit fysieke kabels en/of leidingen. De kabels/ leidingen zijn inclusief de daarbij behorende ondergrondse en bovengrondse infrastructuur, zoals:

  • -

    lege buizen;

  • -

    ondergrondse ondersteuningswerken (mantelbuizen, kabelgoten, handholes, lasdozen, duikers);

  • -

    beschermingswerken;

  • -

    signaalinrichtingen (zoals optische en elektrische versterkers);

  • -

    componenten voor het verbinden van kabels met onroerende zaken (artikel 16 a-d, Wet waardering onroerende zaken: transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover liggend binnen de installatie van de producent/afnemer).

Voorbeelden van kabels en leidingen zijn telecommunicatie- en omroepkabels (art. 1.1 onder z Telecommunicatiewet), elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen (transport-, distributie- en dienstleidingen), leidingen voor warmte-koude opslag en waterleidingen. Industriële of private netten worden als niet-openbare netten specifiek behandeld.

De verordening heeft ten doel de regie en coördinatie te regelen met betrekking tot kabels en leidingen van derde partijen die in door de gemeente beheerde grond willen werken. Voor de kabels en leidingen van de gemeente, zoals de riolering, is om praktische redenen de verordening niet procedureel van toepassing. Om redenen van effectiviteit en kwaliteit zullen binnen de gemeente afspraken en procedures worden gemaakt om de bepalingen met het oog op regie en coördinatie ook na te leven.

k. leggen van kabels en leidingen

De relevante werkzaamheden betreffen de nieuwe aanleg van kabels en leidingen maar ook het werk voor onderhoud, voor verplaatsing of verwijdering, uitbreiding, enzovoorts.

l. marktconforme kosten

Dit begrip is relevant vanwege het nagestreefde stimuleren van het medegebruik van bestaande voorzieningen (van de gemeente zelf of van derde partijen). Partijen kunnen worden verplicht daarvan gebruik te maken, met dien verstande dat (aansluitend bij de Telecommunicatiewet) de te betalen vergoeding marktconform dient te zijn.

m. net (of netwerk)

De definitie van een net (of netwerk) is afgeleid van de WION, welke deels refereert aan artikel 20 2e lid, Boek 5 Burgerlijk Wetboek (hierna BW), maar ook uitbreidingen geeft, die hier worden overgenomen.

Het gaat om de volgende ondergrondse netten (of netwerken):

  • -

    de netten voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen of energie oftewel de distributie- en transportnetten van de nutsbedrijven, voor voorzieningen van openbaar nut zoals gas, elektriciteit, water en warmte, en de aanlevering ervan;

  • -

    de netten voor transport van informatie: de openbare elektronische communicatienetwerken (telecommunicatie en omroep) conform de Telecommunicatiewet: transmissiesystemen, waaronder satellietnetwerken, vaste en mobiele terrestrische netwerken, elektriciteitsnetten, voor zover deze voor overdracht van signalen worden gebruikt en netwerken voor radio- en televisieomroep en kabeltelevisienetwerken, die geheel of hoofdzakelijk worden gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden, waaronder mede wordt begrepen een netwerk, bestemd voor het verspreiden van programma's aan het publiek.

Het gestelde bij ‘kabels en leidingen’ over de (gemeentelijke) riolering is van toepassing.

‘Ondergronds’ heeft formeel betrekking op dat deel van de aarde vanaf het maaiveld tot circa 10 km diepte; in de praktijk zijn graafwerkzaamheden op veel beperktere diepte.

n. net voor transport van informatie

Deze term, afgeleid van de WION, betreft de (openbare) elektronische communicatienetwerken als bedoeld in de Telecommunicatiewet.

o. netbeheerder

Het begrip ‘netbeheerder’ is de gebruikte uniforme term voor de nutsbedrijven, de door het Rijk aangewezen regionale netbeheerders, én voor de aanbieders (operators) van de openbare elektronische communicatienetwerken: een kabel- of leidingbeheerder die – deels in openbare grond - kabel- en leidinginfrastructuur aanlegt, in eigendom heeft of beheert. Praktisch is de netbeheerder een rechtspersoon, maar formeel kan het ook een natuurlijk persoon zijn, handelend in de uitvoering van een beroep of een bedrijf.

Naast de netbeheerder, welke in de AVOI in formele zin genoemd wordt, onderscheiden we nog enkele rollen of functies voor betrokken partijen.

  • ·

    De ‘aanvrager’: de natuurlijke of rechtspersoon die aan de gemeente instemming, vergunning of toestemming verzoekt voor het leggen, hebben, onderhouden, verwijderen etc. van kabels en leidingen. Deze is vaak gelijk aan de netbeheerder, maar procedureel betreft het de rol van de partij die richting de gemeente de instemming of vergunning verzoekt. Een derde partij kan optreden namens de netbeheerder bij dit aanvraagproces, mits rechtsgeldig en voldoende door de netbeheerder gemandateerd (uitbesteed werk komt regelmatig voor). Ook kan de aanvrager (vooral bij telecommunicatie) een partij zijn die voor eigen naam en rekening netwerken aanlegt, maar niet zelf exploiteert, en netwerkcapaciteit verhuurt of verkoopt.

  • ·

    De ‘grondroerder’: de natuurlijke of rechtspersoon onder wiens verantwoordelijkheid of leiding de (graaf)werkzaamheden worden verricht. Een derde partij kan namens de grondroerder het feitelijke werk uitvoeren in het realisatieproces, mits rechtsgeldig en voldoende door de netbeheerder of opdrachtgever gemandateerd. Dat is veelal een aannemer of installateur, maar kan ook de (afdeling van een) netbeheerder zijn. Indien een grondroerder namens een opdrachtgever optreedt, wordt de machtiging verplicht overlegd. Mogelijk werken anderen voor de grondroerder (onderaannemers); zij dienen ook over een machtiging te beschikken.

  • ·

    De ‘opdrachtgever’: de natuurlijke of rechtspersoon die opdracht geeft tot het uitvoeren van werkzaamheden. Veelal is de netbeheerder tevens de opdrachtgever. Een derde partij kan als opdrachtgever optreden namens de netbeheerder in het realisatieproces, mits rechtsgeldig en voldoende door deze gemandateerd. Deze partij kan ook een dochterbedrijf van de netbeheerder zijn dat deze activiteiten uitvoert. Aan de opdrachtgever komt een eigen rol toe, omdat deze medeverantwoordelijk wordt gehouden voor een juiste uitvoering en naleving van de rechten en verplichtingen

p. niet-openbare kabels en leidingen

De verordening en het beleid zijn vooral gericht op het effectief inzetten van beschikbare openbare infrastructuur. Soms zal het nodig zijn dat een niet niet-openbare voorziening moet worden getroffen, zoals een verbinding tussen twee panden van één organisatie. Hoewel geen gedoogplicht (en geen graafrecht) van toepassing is, is, als de gemeente de niet-openbare verbinding toestaat, de procedure voor openbare netten van toepassing.

q. nutsbedrijf

De netbeheerder van de netwerken die gebruikt worden voor transport van bijvoorbeeld elektriciteit, gas, drinkwater en warmte.

r. openbare gronden

De openbare ruimte betreft de ruimte op of in de openbare gronden. Tot de openbare gronden worden gerekend de openbare wegen, inclusief stoepen, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, tunnels, duikers, beschoeiingen en andere werken, evenals wateren inclusief de daartoe behorende bruggen, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen, die voor een ieder toegankelijk zijn. Deze definitie verwijst naar de omschrijving uit de Telecommunicatiewet, zoals afgeleid van de Wegenverkeerswet.

s. spoedeisende werkzaamheden

Hiervoor geldt een lichter procedureel regime. De netbeheerder moet duidelijk maken dat dit werk redelijkerwijs geen uitstel kan dulden op grond van de aangegeven belangen.

t. vergunning

Werkzaamheden moeten steeds vooraf gemeld worden, met onderscheid tussen (reguliere) werkzaamheden, werkzaamheden van niet ingrijpende aard en werkzaamheden voor spoedeisende zaken (storingen) en calamiteiten. Vooral voor de reguliere (graaf)werkzaamheden geldt dat pas gestart mag worden nadat de gemeente vergunning of instemming heeft verleend. Uitgangspunt is dat een vergunning bekend wordt gemaakt door informatie aan de aanvragende partij. Publicatie in meer algemene zin is niet standaard, maar kan worden toegepast door de gemeente naar keuze, bijv. in het geval van grootschaliger en langduriger of ingrijpender werkzaamheden.

u. verleggingen

Dit begrip is van belang voor een specifiek soort werkzaamheden, die door een netbeheerder moeten worden uitgevoerd op verzoek van de gemeente omdat dit noodzakelijk is, of wordt geacht vanwege werken door of vanwege de gemeente. In artikel 14 zijn algemene en procedurele bepalingen opgenomen over verleggingen (voor wat betreft kabels en leidingen van de nutsbedrijven, gezien voor de kabels van de openbare elektronische communicatienetwerken de wettelijke regels van de Telecommunicatiewet van toepassing zijn). Dit artikel is mede de formele basis voor eventuele ‘Beleidsregels Nadeelcompensatie’ (‘verlegregeling’) die de gemeente kan vaststellen voor de normering en berekening van de wijze en omvang van schadevergoeding.

v. voorzieningen

Bij de netten gaat het ook om een veelheid aan ondersteunde of beschermingswerken ten behoeve van die kabels en leidingen.

w. werkzaamheden

De AVOI betreft (graaf)werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en/of opruiming van kabels en leidingen. Naast mechanische werkzaamheden, vallen er formeel ook handmatige werkzaamheden onder. Werkzaamheden omvatten een scala van activiteiten, zoals aanleg, uitbreiding, verplaatsing en verwijdering van netten, bouwwerkzaamheden als heien van palen en het slaan van damwanden, bouwrijp maken van gronden, maar ook diepploegen en uitbaggeren van sloten.

Tot de werkzaamheden als bedoeld in de AVOI behoren eveneens werkzaamheden in verband met het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten of geleidingen. Vanuit de door de gemeente te behartigen belangen wordt het nastreven van medegebruik van bestaande voorzieningen gestimuleerd. Dergelijke werkzaamheden brengen overlast met zich, door het graafwerk of bij het gebruik van de openbare ruimte.

x. werkzaamheden van niet ingrijpende aard

Het onderscheid tussen werkzaamheden van al dan niet ingrijpende aard vloeit voort uit artikel 5.4, lid 5 van de Telecommunicatiewet. Naast (huis)aansluitingen (tot een bepaalde lengte) worden andere niet ingrijpende werkzaamheden aan een lichter regime onderworpen, omdat ze veelal slechts gedurende relatief korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk worden verricht, en waarvan de impact relatief beperkt en kortstondig is. Voor deze niet ingrijpende werkzaamheden geldt een verkorte procedure.

De plaatsing van onder- en bovengrondse kasten zoals handholes, ramputten en schakelkasten is geen niet ingrijpende werkzaamheid. Omdat de exacte locatie zorgvuldig moet worden afgewogen, is altijd een reguliere vergunning vereist.

De definitie geeft op hoofdlijnen aan voor welke, limitatief bedoelde, situaties deze lichtere procedure van toepassing kan zijn. Vaak gaat het om werkzaamheden aan bestaande kabels of leidingen en betreft het een beperkte lengte of oppervlakte die niet of nauwelijks het normale gebruik van de openbare grond beperkt. Daarbij kan van belang zijn of rijbanen en verhardingen of wateren, dan wel groenvoorzieningen, gekruist worden of dat boringen noodzakelijk zijn.

Artikel 2 Toepasselijkheid

Zie de begripsbeschrijvingen en het doel van de verordening: regie door de gemeente. Expliciet wordt bepaald dat de Lex Silencio Positivo, oftewel de positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen, conform de Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb), niet van toepassing is op deze verordening. Het belang van het vergunning/instemmingvereiste is zodanig dat voorkomen moet worden dat een beschikking van rechtswege wordt verkregen en er geen voorschriften en voorwaarden van toepassing zijn. Vanwege de samenhang treedt de APV terug waar deze verordening geldt.

Hoofdstuk 2 Melding voor instemmingsbesluit of aanvraag voor vergunning

Artikel 3 Vereiste van vergunning of instemming

Uitgangspunt is dat werkzaamheden in de openbare ruimte verboden zijn, tenzij men beschikt over een vergunning of een instemmingsbesluit. Dat uitgangspunt wordt qua procedure uitgewerkt in artikel 4. Deze systematiek is door gemeenten al vastgelegd in de APV voor de vergunningen voor de leidingen van de nutsbedrijven. Het karakter van een vergunningstelsel in het algemeen bestuursrecht is: de handelingen (in casu werkzaamheden in de openbare ruimte) zijn toegestaan maar de gemeente wil plaats, tijd en werkwijze kunnen beoordelen en bijsturen.

De graafrechten (onder voorwaarden, voor openbare elektronische communicatienetwerken) in relatie tot de instemming van het college zijn hiermee vertaald naar de AVOI en worden toegepast op alle betrokken werkzaamheden. Conform het wettelijk bepaalde heeft die instemming betrekking op de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden, maar ook op het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken.

Het onderscheid met werkzaamheden van niet ingrijpende aard, spoedeisende werkzaamheden en calamiteiten wordt in het tweede lid benoemd, gezien daarvoor een eenvoudiger en snellere procedure op van toepassing is.

Artikel 4 Melding of aanvraag

In geval van voorgenomen werkzaamheden moet de melding (voor een instemmingsbesluit voor communicatienetwerken) of aanvraag (voor nutsbedrijven) bij de gemeente plaatsvinden. Dat moet formeel bij het college en gebeurt in de praktijk bij de gemachtigde afdeling of ambtenaar (de gemeentelijke coördinator).

De vereiste voorafgaande instemming van gemeentewege heeft betrekking op het tijdstip, de plaats en de wijze waarop de werkzaamheden plaatsvinden.

Op het verlenen van dit besluit zijn de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van toepassing; dit houdt in dat het gelijkheidsbeginsel in acht moet worden genomen.

Een netbeheerder (dan wel degene die voor deze de aanvraag verzorgt) kan over voorgenomen werk vooroverleg voeren met de gemeente teneinde de melding of aanvraag voor te bereiden. Ingewikkelder meldingen worden zonder vooroverleg niet in behandeling genomen.

De maximale beslistermijn voor het college van acht weken is conform de Awb en voldoet aan de Europese telecommunicatierichtlijnen.

De termijn voor niet ingrijpende werkzaamheden is korter en bij spoedeisende werkzaamheden/calamiteiten kan worden volstaan met een kennisgeving, die tevoren moet worden gedaan. De gemeente moet vooraf akkoord gaan voordat gestart kan worden. Deze verstoringen zijn niet specifiek omschreven, anders dan dat het veelal spoedeisende reparatie of onderhoud betreft zoals bij een kabelbreuk. Motivering door de netbeheerder moet onderbouwen of de belemmering of storing voldoende reden is om als spoedeisend of calamiteit te worden aangemerkt.

Werkzaamheden kunnen tevens betrekking hebben op gronden van andere gedoogplichtigen: instanties of (rechts)personen binnen of buiten de gemeente. Ook kunnen op grond van een andere wet andere vergunningen noodzakelijk zijn. Dit kan tot langere doorlooptijden leiden.

De wetgever staat formeel toe dat de gemeente een deel-instemmingsbesluit verleent (voor een deeltraject of -project) zodat de aanvragende partij alvast op de hoogte is van deze instemming en de daaraan te stellen voorwaarden, en met de verdere tracékeuze en andere aanvragen rekening gehouden kan worden, of dat in principe zelfs al begonnen kan worden met de werkzaamheden in dat deel van het gebied. De risico’s (dat door latere vergunningverlening door een ander orgaan de aanvankelijke gemeentelijke aanvraag of het tracé aangepast moet worden, en wellicht opnieuw moet worden gedaan) moeten projectmatig afgestemd worden (bij grootschaliger aanleg). Algemeen zal dit slechts in specifieke en goed overwogen situaties kunnen plaatsvinden.

De netbeheerder is verplicht met alle betrokken instanties of (rechts)personen naar overeenstemming te streven. Op verzoek zal de gemeente inhoudelijke afstemming van de beoordeling van de aanvragen bij andere bestuursorganen (bijvoorbeeld een waterschap) nastreven (bemiddeling). Daartoe moeten op het formulier (contact)gegevens over deze andere aanvragen vermeld worden. Voor private partijen blijft de netbeheerder zelf verantwoordelijk.

Als werkzaamheden worden verricht in nader aan te wijzen gebieden is de uitzonderingsbepaling voor minder ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden niet van toepassing. Voorbeelden zijn risicogebieden als industriegebieden met buisleidingen voor transport van gevaarlijke stoffen, historische stadskernen of straten of natuurgebieden. Dan is het niet aanvaardbaar dat zonder specifiek toezicht wordt gegraven. Deze gebieden moeten benoemd worden. Het college wordt bevoegd verklaard deze gebieden te benoemen indien dat van toepassing is. Dit wordt dan vermeld op de gemeente specifieke pagina van het handboek.

Artikel 5 Gegevensverstrekking

Dit artikel is gericht op de wijze waarop een aanvraag of melding moet worden gedaan, welke gegevens verstrekt moeten worden en welke formulieren gebruikt moeten worden. Het betreft die informatie die de gemeente als beheerder van openbare gronden nodig heeft om een juiste beoordeling te maken en inzicht te hebben in de belangen die worden geraakt.

De indieningsvereisten en te hanteren formulieren zijn om praktische redenen niet in de verordening zelf opgenomen, maar worden vastgesteld in een collegebesluit met nadere regels (en geïntegreerd in het handboek). Er wordt gebruik gemaakt van standaardformulieren: het formulier voor de reguliere melding/aanvraag en het formulier voor niet ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden. Instemming- of vergunningverlening vindt op aanvraag plaats. De netbeheerder geeft aan wat de gewenste startdatum is. De gemeente kan, gemotiveerd, bijvoorbeeld vanwege andere graafwerkzaamheden, aanpassingen aanbrengen, waarbij de Telecommunicatiewet een maximale uitsteltermijn van twaalf maanden aangeeft.

De Regeling schriftelijke kennisgeving aanleg kabels schrijft voor kabels van elektronische communicatienetwerken voor dat de melding aangetekend moet worden verstuurd. Dit vereiste is in de AVOI niet overgenomen, maar het kan in het belang van de aanvrager zijn om zo duidelijkheid te hebben over de indiening. Een aanvraag of melding wordt in behandeling genomen indien en zodra alle vereiste gegevens compleet zijn. Deze bevoegdheid is vastgelegd in Awb art. 4:5. Conform de nadere regels moet ook opgave worden gedaan van eventueel benodigde ondergrondse of bovengrondse kasten, incl. eventuele handholes. Van belang kan zijn dat ook een Omgevingsvergunning krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) vereist is.

Op grond van de WION is registratie van de kabels en leidingen wettelijk verplicht (bij het Kadaster). Van de netbeheerders wordt verwacht dat zij hun kabels en leidingen zo registreren dat steeds inzicht kan worden geboden. Er is samenhang tussen WION (nationale wetgeving) en AVOI (gemeentelijke verordening). De WION heeft betrekking op het voorkomen van graafschade via een plicht tot zorgvuldig graven én een plicht tot zorgvuldige en tijdige informatie-uitwisseling. De WION bepaalt in artikel 44 dat het onverlet laat dat de gemeente in het belang van openbare orde en veiligheid bij verordening voorschriften kan geven over graafwerkzaamheden, waaronder het binden aan een vergunning!

Artikel 6 Beslistermijnen

De beslistermijn is gelijk aan de meld/aanvraagtermijn zodat de werkzaamheden op de geplande datum kunnen aanvangen, mits aan de voorwaarden tijdig en geheel voldaan is. Op grond van de Awb is de gemeente verplicht binnen een redelijke termijn een besluit te nemen, welke termijn geacht wordt te zijn verstreken na verloop van acht weken.

Artikel 7 Geldigheid

Dit artikel beperkt de werkingsduur van de instemming/vergunning om uitvoering geruime tijd na afgifte te voorkomen. Eventueel gewijzigd gebruik van gronden kan uitvoering onwenselijk maken. Als uitvoering en voorbereiding een langere doorlooptijd vergen, moet dat bij de melding worden aangegeven en kan er bij het instemmingsbesluit/vergunning rekening mee worden gehouden.

Daarnaast wordt voorzien in de mogelijkheid om een vergunning/instemming te wijzigen of in te trekken in bepaalde, limitatief benoemde, situaties. Hiermee wordt nagestreefd dat de noodzakelijke voorwaarden voor de regievoering worden vervuld. Eventueel wordt bestuursrecht toegepast om de opgebroken openbare ruimte te laten herstellen in de oorspronkelijke situatie.

Artikel 8 Voorschriften, beperkingen en weigeringsgronden

Het college kan met nadere regels aan een instemmingsbesluit voorschriften verbinden of een vergunning weigeren of voorschriften daaraan verbinden. Deze voorschriften hebben te maken met de wijze van uitvoering en zijn gericht op de belangen die de gemeente moet behartigen. Deze voorschriften zijn gebundeld in het handboek, dat standaard van toepassing is op werkzaamheden. Aanvullende voorschriften kunnen bij verlening van de instemming of vergunning worden bekend gemaakt.

Dit artikel (dan wel de nadere regels) bevat bepalingen over het herstel van openbare ruimte nadat het werk heeft plaatsgevonden: een beginselplicht tot herstel. In beginsel wordt uitgegaan van de ‘aangetroffen staat’. Voorzien wordt in drie opname-momenten: vooropname, opleveringsopname en overdrachtsopname na de onderhoudstermijn van 1 jaar. Dit om te voorkomen dat niet meer duidelijk is hoe de staat was voor aanvang van de werkzaamheden. Voor de berekening van de schadevergoeding, inclusief voor het toezicht, zijn bepalingen over de tarieven opgenomen.

Voor de praktische uitvoering en handhaving zijn de bepalingen ook van toepassing als de netbeheerder een deel van de activiteiten laat uitvoeren door een (te mandateren) derde partij.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Dit hoofdstuk maakt onderscheid tussen generieke bepalingen, bepalingen voor de openbare elektronische communicatienetwerken en bepalingen voor de netten van de nutsbedrijven.

Paragraaf 3a Algemeen

Artikel 9 Eigendom

De gemeente wil de regie voeren en de coördinatie realiseren. Daartoe is de AVOI ontwikkeld. De gemeente beoogt niet het eigendom of andere rechten (en verplichtingen) op kabels of leidingen te verwerven. Het zakelijk karakter van de instemming of vergunning is er zodat een netbeheerder, die de instemming of vergunning heeft, zich houdt aan de voorschriften. De wettelijke bepalingen (BW) zijn van toepassing op het eigendom van kabelnetwerken. Wettelijk is het uitgesloten dat de gemeente door een vergunning of instemmingsbesluit eigenaar wordt van kabels en/of leidingen en/of netwerken waarop de vergunning of instemmingsbesluit betrekking heeft.

Artikel 10 Overleg

Meldingen voor projecten/werkzaamheden worden in vooroverleg met de gemeentelijke coördinator besproken. Ingewikkelder meldingen worden zonder vooroverleg niet in behandeling genomen. In de praktijk heeft de gemeente periodiek overleg met netbeheerders. Dit overleg heeft een formele status, zonder dat deelnemers hieraan rechten ontlenen. Verwacht wordt dat partijen in hun eigen belang deelnemen. Doelstelling is tijdige informatie-uitwisseling over plannen (van zowel gemeente als gravende partijen) zodat men daarop tijdig kan inspelen. Mede daarom is het van belang dat ook gesproken wordt over plannen op drie tot vijfjarige termijn, met inzicht in geplande, voorgenomen en gerealiseerde vervangingen, zowel ondergronds als bovengronds, inclusief, waar mogelijk, plannen van woningcorporaties. Belangrijk is dat voor zowel de dagelijkse praktijk als de meerjarenplanning bevoegde en geïnformeerde vertegenwoordigers aan het overleg deelnemen. Dit overleg heeft een formele en structurele basis. Dit laat onverlet dat partijen die werkzaamheden willen verrichten met de gemeente in die concrete situaties in vooroverleg treden.

Paragraaf 3b Netten voor transport van informatie

Artikel 11 Niet-openbare kabels en leidingen

De gemeente gedoogt onder voorwaarden kabels en leidingen met een publieke of openbare functie in de openbare ruimte. De gemeente krijgt aanvragen van particuliere. De ondergrondse ruimte is schaars. De gemeente heeft wettelijk jegens de openbare nuts- en telecompartijen verplichtingen bij het ter beschikking stellen van ruimte voor andere kabels en leidingen.

Ook wil de gemeente de bedrijfsvoering van openbare aanbieders niet negatief beïnvloeden door het toestaan van concurrerende particuliere voorzieningen die ook door bestaande partijen binnen hun reguliere bedrijfsvoering kan worden gerealiseerd. Vanwege het intensieve gebruik van de ondergrondse ruimte en de veiligheidsrisico’s is de gedragslijn dat geen toestemming wordt verleend voor private of niet-openbare kabels (anders dan met een publieke of openbare functie) van/door particulieren en bedrijven in/onder de openbare ruimte. Particulieren die een eigen verbinding wensen, moeten bij voorkeur gebruik maken van openbare aanbieders. Toch zijn er uitzonderingssituaties waarbij particuliere voorzieningen niet strijdig zijn met de belangen van openbare aanbieders. Indien de beschikbare ruimte het toestaat kan de gemeente onder strikte voorwaarden toestemming geven. Uitgangspunt is dat de gemeente geen belemmering ondervindt of schade leidt door de voorziening. Tevens is het redelijk dat degene die voordeel heeft van de voorziening een vergoeding betaalt voor het gebruik van de grond (precario).

Bij werkzaamheden met niet-openbare kabels en leidingen in openbare gronden geldt géén wettelijke gemeentelijke gedoogplicht, maar wordt de AVOI procedureel van overeenkomstige toepassing verklaard. Dat houdt in dat bij een voornemen van (graaf)werkzaamheden voor niet-openbare kabels/leidingen in openbare gronden dit vooraf aangevraagd moet worden bij de gemeente, en dat de gemeente beleidsvrijheid heeft die vergunning al dan niet te verlenen (of de voorwaarden te bepalen). Voorwaarde voor toestemming is dat de private aanvrager aantoont dat aan de wettelijke verplichtingen (zoals de WION) wordt voldaan en dat onderhoud en beheer van de verbinding is gegarandeerd. Tevens moet een verklaring worden overlegd dat de verbinding niet door een openbare netwerkaanbieder kan worden aangeboden.

Om dit te reguleren moet per toegestane particuliere voorziening een overeenkomst worden afgesloten tussen de gemeente en de neteigenaar met daarin afgedekt:

  • 1.

    De gemeentelijke plicht om netbeheerders van openbare netwerken een ongestoorde en veilige bedrijfsvoering voor de leveringen middels hun netten te garanderen.

  • 2.

    De gemeentelijke verplichtingen krachtens de WION ten aanzien van weesleidingen.

  • 3.

    De gemeentelijke taakstelling ten aanzien van het beperken van overlast voor haar burgers en vervoer- en hulpdiensten door werkzaamheden aan ondergrondse netten.

  • 4.

    De gemeentelijke verantwoordelijkheid naar openbare netbeheerders ten aanzien van de verplichtingen uit de overige relevante (sector)wetgeving.

  • 5.

    De gemeentelijke vrijheid om de inrichting van de openbare ruimte te wijzigen en/of openbare gronden te verkopen dan wel particuliere gronden te verwerven.

  • 6.

    Alle ter zake van de particuliere kabels en leidingen gemaakte en te maken kosten mogen niet ten laste komen van de gemeentebegroting.

  • 7.

    Indien de particuliere kabel of leiding buiten functie raakt moet deze zo spoedig mogelijk weer door de eigenaar uit de ondergrond worden verwijderd.

De technische voorschriften voor het leggen zijn vastgelegd in het handboek. Verzoeken voor het verleggen van niet-openbare kabels en leidingen dienen op kosten van de eigenaar van de kabels en leidingen te worden uitgevoerd.

Artikel 12 (Mede)gebruik van voorzieningen

Door de netbeheerder of het college geëntameerd overleg over een melding/aanvraag is er mede op gericht te bepalen of en langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen. De netbeheerder wordt verplicht vooraf aan te geven welke inspanningen zijn gedaan om te voldoen aan dit vereiste. Dit heeft betrekking op de communicatienetwerken.

Artikel 13 Informatieplicht

Wettelijk is voor openbare elektronische communicatienetwerken voorzien in regels rond kabels (en voorzieningen als lege mantelbuizen) voor de duur van de gedoogplicht. Daarbij is van belang de daadwerkelijke situatie of die kabels (nog) deel uit maken van het netwerk. Onderscheid is er tussen bestaande en nieuw te leggen lege mantelbuizen. Voor de gemeente is het niet doenlijk zelf voldoende zicht te houden op het al dan niet in gebruik zijn hiervan. De netbeheerders worden geacht een kabel- en leidingregistratie bij te houden en de gemeente te informeren (op verzoek van de gemeente dan wel op eigen initiatief) over de voorzieningen in het door de gemeente aangegeven (deel van het) grondgebied. Wijzigingen kunnen ook optreden door het vervallen van het openbare karakter van gronden, dat gevolgen heeft voor de kabels en leidingen in die gronden.

Paragraaf 3c Netten van nutsbedrijven

Artikel 14 Verleggingen van leidingen

Voor het verleggen van kabels van elektronische communicatienetwerken is de Telecommunicatiewet bepalend, met het principe ‘liggen om niet, verplaatsen om niet’. Omdat de wettelijke regels rechtstreeks van toepassing zijn, stelt de verordening geen nadere regels.

Indien blijkt dat een netbeheerder als gevolg van een besluit van het college, inhoudende een intrekking of wijziging van een vergunning of instemmingsbesluit als bedoeld in dit artikel, schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kent het college op verzoek een vergoeding toe met inachtneming van de wettelijke bepalingen en de eventueel te stellen lokale beleidsregels. Dit vloeit voort uit de Awb, zoals in 2013 te wijzigen door de Wet Nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsbesluiten (en zolang die lokale beleidsregels er nog niet zijn de toepasselijke wederzijdse afspraken respecterend).

Voor verleggingen van kabels en leidingen van de nutsbedrijven zijn enkele algemene en procedurele regels opgenomen. Een netbeheerder is bijvoorbeeld verplicht te verleggen als dat noodzakelijk is voor werken door of vanwege de gemeente. Dit artikel is daarnaast de formele grondslag voor door het college mogelijk vast te stellen lokale ‘Beleidsregels Nadeelcompensatie’ bij het verleggen van kabels en leidingen. Procedureel geldt als praktische richtlijn dat als de gemeente nadeelcompensatie moet bieden aan een netbeheerder, dit slechts zal geschieden op basis van een voldoende nauwkeurig gespecificeerd kostenoverzicht.

De gemeente voert vooroverleg met netbeheerders nadat deze per brief geïnformeerd zijn over gemeentelijke plannen en gebiedsontwikkeling en de consequenties voor de kabels en leidingen. De netbeheerder kan in de brief ook verzocht worden zelf informatie te verschaffen over noodzakelijk te verleggen leidingen. Bij de voorbereiding van een concreet project vindt overleg plaats over de gevolgen van de uit te voeren werkzaamheden. Bij complexe projecten vindt er (meestal) een startbijeenkomst plaats met alle netbeheerders, waarna er overleg plaats vindt tussen de werkvoorbereider en een vertegenwoordiger van de netbeheerder om de noodzakelijke werkzaamheden van de netbeheerder door te spreken en af te stemmen op de gemeentelijke werkzaamheden, al dan niet uitmondend in een offerte en opdrachtverlening. Indien er in het plangebied wel kabels of leidingen aanwezig zijn, maar die niet noodzakelijkerwijs verlegd hoeven te worden, wordt de netbeheerder in de gelegenheid gesteld om op eigen kosten aanpassingen te verrichten. Dit speelt een rol indien vanuit technisch oogpunt een leiding niet verlegd hoeft te worden, maar waarbij het voor de bedrijfsvoering van belanghebbende wel handig is. Bijvoorbeeld als in de nieuwe situatie de bereikbaarheid vermindert. Er is het vooroverleg in het kader van de projectuitvoering: voordat een plan uitgevoerd kan worden, moet het worden ontwikkeld. Daarnaast is er vooroverleg bij de gebiedsontwikkeling.

Zeker bij grootschalige projecten, waarbij de verlegging van de ondergrondse infrastructuur zowel de gemeente als de belanghebbenden voor onvoorziene en onoverbrugbare financiële kosten kan plaatsen, is het zaak dat de partijen reeds bij de gebiedsontwikkeling zo vroeg mogelijk aan tafel zitten om eventuele struikelblokken vroegtijdig te bespreken en op te lossen. De mogelijkheid van een oriëntatiemelding bij het Kadaster biedt de gebiedsontwikkelaars een handvat een eerste indruk te krijgen of de aanwezige ondergrondse infrastructuur een belemmering voor de uitvoerbaarheid van hun initiële plan vormt.

Het college neemt het besluit tot een aanwijzing voor het verleggen van een leiding zo mogelijk op basis van overeenstemming, bereikt in het vooroverleg. Het aanwijzingsbesluit richt zich op de noodzaak tot verleggen en het tijdstip waarop dit gerealiseerd moet zijn. Het besluit handelt uitdrukkelijk niet over ontstane schade en nadeelcompensatie. Die aspecten komen aan de orde in het besluit dat genomen kan worden nadat een verzoek om nadeelcompensatie is ingediend door de netbeheerder. De aanwijzing is een besluit in de zin van de Awb waardoor er mogelijkheden zijn voor bezwaar en beroep.

Artikel 15 Verwijderen van leidingen

Aangegeven is dat formeel gezien een netbeheerder verplicht is op aanzeggen van de gemeente leidingen te verwijderen als de vergunning is verlopen/beëindigd of als de betreffende leidingen buiten gebruik zijn gesteld. Vooral bij reconstructies moeten buiten gebruik gestelde leidingen worden verwijderd. Uiteraard zal dit steeds in afstemming tussen de gemeente en de netbeheerder gebeuren, mede om onnodige overlast voor omwonenden te beperken.

Hoofdstuk 4 Straf, toezicht en handhaving (algemeen)

Artikel 16 Strafbepaling

Dit artikel heeft mede ten doel alle betrokken partijen bewust te maken van het niet-vrijblijvende karakter van de AVOI. Uitgangspunt is dat partijen zich houden aan de bepalingen. Indien partijen zich niet houden aan de voorschriften en beperkingen, behoudt de gemeente zich nadrukkelijk het recht voor gebruik te maken van haar bevoegdheden, vooral en in eerste instantie bestuursrechtelijk, maar niet noodzakelijk daartoe beperkt. Bestuursrechtelijk zijn de Awb (hoofdstuk 5) en de Gemeentewet van toepassing met bepalingen inzake de toezichthouder, bestuursdwang, last onder dwangsom en bestuurlijke boete.

De bevoegdheid tot bestuursrechtelijke handhaving is veelal gemandateerd en de toezichthouder wordt aangewezen. Vooruitlopend op de bestuursrechtelijke handhaving, kan de toezichthouder in voorkomende gevallen (indien noodzakelijk, vooral om geen onomkeerbare situatie te creëren en onevenredige overlast te vermijden) bevelen de werkzaamheden stil te leggen.

Indien en voor zover nodig kunnen daarnaast of aansluitend ook de civielrechtelijke en strafrechtelijke mogelijkheden benut worden. Strafrechtelijke consequenties vloeien vooral voort uit de mogelijke overtredingen van de Wet op de economische delicten (WED).

Artikel 17 Toezicht en handhaving

Er is voor gekozen aan te sluiten bij het generieke gemeentelijke toezicht- en handhavingsbeleid, waarbij enkele materie gebonden sanctiemaatregelen benoemd zijn in het handboek. Zie voorts de toelichting op artikel 16.

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 18 Inwerkingtreding

Expliciet wordt verduidelijkt dat de Telecommunicatieverordening wordt ingetrokken en de AVOI daarvoor in de plaats treedt.

Artikel 19 Overgangsbepalingen

Geen nadere toelichting.

Artikel 20 Citeertitel

Geen nadere toelichting.