Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden houdende regels omtrent vakantie-en verlof Vakantie- en verlofregeling gemeente Vijfheerenlanden

Geldend van 04-05-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden houdende regels omtrent vakantie-en verlof Vakantie- en verlofregeling gemeente Vijfheerenlanden

Regeling vakantie-en verlof

Inhoudsopgave

  • Artikel 1 Algemeen

  • Artikel 2 Basis vakantieverlof

  • Artikel 3 Feest- en brugdagen

  • Artikel 4 Opnemen (vakantie)verlof

  • Artikel 5 Niet opgenomen (vakantie)verlof

  • Artikel 6 Onvoorziene omstandigheden

  • Artikel 7 Inwerkingtreding

  • Artikel 8 Citeertitel

Artikel 1 Algemeen

Deze regeling is bedoeld om de spelregels rondom verlof vast te leggen. Daarbij worden kaders en handvatten aangegeven voor het omgaan met verlof binnen de gemeente Vijfheerenlanden. De regeling geldt voor alle medewerkers in dienst van de gemeente Vijfheerenlanden.

Artikel 2 Basis vakantieverlof

Lid 1

In afwijking van het gestelde in artikel 6:2 lid 1 CAR-UWO bedraagt het vakantieverlof voor een medewerker met een aanstelling van 36 uur (full time) 200 uur vakantie-uren per jaar (waarvan 144 uur gekwalificeerd is als ‘wettelijk verlof’). Voor deeltijd medewerkers geldt een aantal uren naar rato van de deeltijdfactor.

Lid 2

Op basis van het bepaalde in hoofdstuk 3 CAR wordt het (bovenwettelijke) verloftegoed verminderd met 14,4 uur en wordt de geldelijke waarde van deze 14,4 uur verlof ondergebracht in het individuele IKB-budget. Voor deeltijd medewerkers geldt dit aantal uren naar rato van de deeltijdfactor.

Lid 3

Medewerkers in functies die regelmatig bereikbaarheids-, beschikbaarheids- of consignatiediensten draaien of onregelmatig werken komen in aanmerking voor 14,4 uur extra basisverlof (artikel 6:2:1 CAR-UWO). (Onder ‘onregelmatig’ wordt verstaan, dat een medewerker op minimaal 60 werkdagen per jaar onregelmatig moet werken, dus buiten de vastgestelde werktijden).

Lid 4

Een medewerker die gedurende het kalenderjaar wordt aangesteld of ontslagen heeft naar rato recht op vakantieverlof.

Artikel 3 Feest- en brugdagen

Lid 1

Nieuwjaarsdag, Eerste paasdag, Tweede paasdag, Koningsdag, Hemelvaartsdag, Eerste Pinksterdag, Tweede Pinksterdag, Eerste Kerstdag en Tweede Kerstdag worden aangemerkt als feestdagen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:5, lid 3 CAR-UWO.

Lid 2

Bevrijdingsdag en Goede vrijdag worden aangemerkt als lokale feestdagen. Lokaal erkende feest- of gedenkdagen zijn dagen waarop de openbare dienst van de gemeente gesloten is. De medewerker moet voor deze dagen vakantie- of verlofuren opnemen.

Lid 3

Er worden op basis van deze regeling geen andere vrije dagen en/of brugdagen vastgesteld.

Artikel 4 Opnemen (vakantie)verlof

Lid 1

Verlofuren behoren in de regel te worden opgenomen in het kalenderjaar waarover ze zijn toegekend.

Lid 2

Binnen het team wordt, zo nodig in overleg met de Netwerkmanager, beslist over het verlenen van vakantieverlof. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de medewerker en met de belangen van de gemeente.

Lid 3

Als niet aan de wensen van de medewerker tegemoet gekomen kan worden en betrokkene, het team en de netwerkmanager komen zelf niet tot een aanvaardbare oplossing, neemt het college een beslissing.

Lid 4

Bij het opnemen van (vakantie)verlof wordt het aantal uren afgeschreven, dat de medewerker op de betreffende dag(en) in de regel zou moeten werken.

Artikel 5 Niet opgenomen (vakantie)verlof

Lid 1

Een medewerker kan om een reden als genoemd in artikel 6:2:6 CAR-UWO in een kalenderjaar zijn opgebouwde vakantieverlof geheel of gedeeltelijk niet hebben opgenomen. Het niet genoten vakantieverlof wordt in een volgend kalenderjaar verleend, tenzij het belang van de dienst of de belangen van de andere medewerkers zich daartegen verzetten.

Lid 2

Niet genoten uren vakantieverlof worden met inachtneming van de bepalingen in artikel 6:2a en 6:2b van de CAR automatisch overgeboekt naar het volgende kalenderjaar zonder dat de medewerker een verzoek daartoe hoeft te doen.

Lid 3

Als een medewerker vanwege dienstbelang niet in de gelegenheid is gesteld vakantieverlof op te nemen, wordt het vakantieverlof in het eerstvolgende kalenderjaar, maar uiterlijk voor het einde van het tweede volgende kalenderjaar verleend.

Lid 4

In geval van ontslag neemt de medewerker in overleg met direct betrokkenen (team en Netwerkmanager) zo veel mogelijk vakantieverlof op voor de ontslagdatum. Wanneer dit niet mogelijk is wordt het vakantieverlof uitbetaald.

Artikel 6 Onvoorziene omstandigheden

In (individuele) gevallen waarin door deze regeling niet of niet in redelijkheid is voorzien, beslist het bestuur van de gemeente.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking na bekendmaking en heeft met terugwerkende kracht rechtskracht per 1 januari 2018.

Artikel 8 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: “Vakantie- en verlofregeling gemeente Vijfheerenlanden”.

Ondertekening