Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Vijfheerenlanden houdende regels omtrent de rechtspositie van raads- en commissieleden ( Verordening Rechtspositie Raads- en commissieleden Vijfheerenlanden 2019)

Geldend van 27-07-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Vijfheerenlanden houdende regels omtrent de rechtspositie van raads- en commissieleden ( Verordening Rechtspositie Raads- en commissieleden Vijfheerenlanden 2019)

De raad van de gemeente Vijfheerenlanden;

Gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.1, vijfde lid, 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.1.8, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2 en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

besluit vast te stellen de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Vijfheerenlanden 2019:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

  • -

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • -

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • -

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding werkzaamheden

De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgestelde en voor Vijfheerenlanden van toepassing zijnde maximum.

Artikel 3 Betaling vergoeding

  • 1. Hij die gedurende een gedeelte van een kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in artikel 2 van deze verordening en artikel 3.1.1, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2. De betaling van de vergoedingen bedoeld in artikel 2, van deze verordening en artikel 3.1.1, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers gebeurt in maandelijkse termijnen.

Artikel 4 Onkostenvergoeding

  • 1. De vergoeding voor de onkosten bedoeld in artikel 3.1.6, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgestelde bedrag.

  • 2. De betaling van de vergoeding bedoeld in artikel 4 van deze verordening en artikel 3.1.6, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers gebeurt in maandelijkse termijnen.

Artikel 5 Reiskostenvergoeding

  • 1. De vergoeding van reiskosten binnen de gemeentegrenzen, zoals bedoeld in artikel 3.1.7, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en koninkrijksrelaties vastgestelde reiskostenstelsel.

  • 2. Aan het raadslid worden de voor de gemeente gemaakte kosten voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde vergoeding betreft:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b.

      bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt.

    • c.

      bij gebruik van eigen auto worden tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed.

  • 4. Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 5. De betaling van de vergoeding bedoeld in artikel 5, eerste lid en tweede lid, van deze verordening gebeurt op basis van declaratie.

Artikel 6 Verblijfkosten

  • 1. Gemaakte verblijfkosten voor reizen binnen het grondgebied van de gemeente worden vergoed aan het raadslid, zoals bedoeld in artikel 3.1.7, eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. De betaling van de vergoeding bedoeld in artikel 6, eerste lid, van deze verordening gebeurt op basis van declaratie.

  • 3. Gemaakte verblijfkosten voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden niet vergoed aan het raadslid.

  • 4. De gemeenteraad kan een delegatie uit de gemeenteraad of een raadscommissie toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland als deze door of vanwege de gemeente wordt georganiseerd. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 5. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten zoals bedoeld in artikel 6 derde lid komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 7 Scholing en opleiding

  • 1. De raad stelt jaarlijks de maximale hoogte van het beschikbare opleidingsbudget vast. De kosten van scholing en opleiding worden betaald uit dit opleidingsbudget.

  • 2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde kosten betreffen zowel het reguliere opleidingsaanbod dat door de griffier wordt verzorgd als de kosten van individuele aanvragen van fracties, raadsleden en commissieleden voor niet-partijpolitiek georiënteerde scholing.

  • 3. De raad stelt ‘nadere regels’ vast voor de werkwijze en de voorwaarden voor besteding van het opleidingsbudget.

Artikel 8 Informatie- en communicatievoorzieningen

  • 1. Een raadslid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Een raadslid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Hoofdstuk 3 Voorzieningen voor commissieleden

Artikel 9 Vergoeding bijwonen vergadering

  • 1. Aan commissieleden- niet zijnde raadsleden wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse voor Vijfheerenlanden vastgestelde bedrag zoals opgenomen in de tabel in artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd.

Artikel 10 Betaling vergoeding

De betaling van de vergoedingen bedoeld in artikel 9, van deze verordening en artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers gebeurt per kwartaal.

Artikel 11 Overige vergoedingen en voorzieningen

Ten aanzien van commissieleden zijn artikelen 5, 6, 7, 8 van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 Slotbepaling

Artikel 12 Werkkostenregeling

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 13 Onvoorziene omstandigheden

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing ervan beslist het presidium.

Artikel 14 Intrekking oude regeling

De verordeningen rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden van de gemeenten Leerdam, Zederik en Vianen worden ingetrokken.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 9 mei 2019 en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 16 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Vijfheerenlanden 2019’.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 9 mei 2019

De raad voornoemd,

De griffier,

K.I. Goossens

De voorzitter

J.P.J. Lokker