Regeling vervallen per 01-05-2019

Regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer gemeente Vlaardingen

Geldend van 16-02-2012 t/m 30-04-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer gemeente Vlaardingen

Het college van de gemeente Vlaardingen Besluit gelet op artikel 125 Ambtenarenwet; gelet op artikel 160 van de Gemeentewet alsmede artikel 15:1:17 en 18:1:8 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO); na verkregen instemming van de commissie voor Georganiseerd Overleg; tot vaststelling van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Vlaardingen: Regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer gemeente Vlaardingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: 1. Medewerker

De ambtenaar in de zin van artikel 1:1, eerste lid, onder a van de CAR.

2. Woonadres

Het adres waar de medewerker volgens de gemeentelijke basisadministratie woonachtig is.

3. Werkadres

Het adres waar of van waaruit de medewerker wordt geacht doorgaans zijn werkzaamheden voortvloeiend uit zijn functie te beginnen en/of te beëindigen.

4. Reisafstand

De optimale afstand in kilometers tussen postcode van het woonadres en de postcode van het werkadres van de medewerker volgens de routeplanner van routenet.nl.

5. Voltijd medewerker

De medewerker die gemiddeld 36 uur per week werkzaam is.  

Artikel 2 Vergoeding zonder verhuisplicht

1. De medewerker heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van het reizen tussen zijn postcode woonadres en zijn postcode werkadres.

2. De vergoeding wordt in kilometers berekend op basis van de werkelijke, enkele afstand tussen woonadres en werkadres gemeten langs de optimale weg met behulp van de routeplanner van routenet.nl.

3. De vergoeding bedraagt € 2,31 per kilometer per maand, berekend over een reisafstand van maximaal 20 kilometer.

4. Bij een reisafstand van minder dan 3 kilometer bestaat geen recht op vergoeding.

5. Voor de medewerker die minder dan vijf dagen per week reist van woonadres naar werkadres wordt de vergoeding vastgesteld naar evenredigheid van het aantal dagen waarop gereisd wordt.

6. Wanneer de medewerker door zijn werktijden genoodzaakt is meer dan één maal per dag tussen zijn woonadres en werkadres  heen en weer te reizen, kan de vergoeding naar evenredigheid worden verhoogd.

7.  De reiskostenvergoeding woon-werkverkeer wordt stopgezet na een periode van 4 weken aaneengesloten afwezigheid (anders dan wegens vakantieverlof).Bij een werkhervatting wordt de vergoeding hersteld.

8. In afwijking van het bepaalde in het derde en vijfde lid , heeft de medewerker die voor het reizen tussen zijn woonadres en zijn werkadres een jaarabonnement voor het openbaar vervoer heeft aangeschaft, recht op een maandelijkse vergoeding van 85% van 1/12 deel van de werkelijke kosten van dat jaarabonnement tegen het laagste tarief.

9. De vergoeding bedraagt maximaal 85% van de kosten van een jaartrajectkaart 2e klasse van de Nederlandse Spoorwegen voor 30 tariefeenheden.

10. De vergoeding wordt toegekend vanaf de ingangsdatum van het abonnement dat de medewerker heeft aangeschaft en vervalt op de einddatum van dat abonnement.

11. De medewerker die een vergoeding als bedoeld in het negende lid heeft, is verplicht een kopie van het abonnement aan P&O te overhandigen.

12. De vergoeding wordt beëindigd, indien de medewerker niet voldoet aan de verplichting, genoemd in het vorige lid.

Artikel 3 Vergoeding verhuisplichtige

1. De verhuisplichtige medewerker heeft gedurende 12 aaneengesloten maanden de tijd om aan de verhuisplicht te voldoen. De verhuisplicht wordt vastgelegd in het aanstellingsbesluit.

2. De termijn van 12 maanden als bedoeld in lid 1 van dit artikel kan met dezelfde termijn worden verlengd indien de medewerker er niet in slaagt geschikte woonruimte binnen het aangewezen woongebied te vinden.

3. De medewerker die, ter overbrugging van deze periode, noodzakelijkerwijs heen en weer moet reizen tussen zijn woonadres en het werkadres komt voor vergoeding op basis van het bepaalde in artikel 15:1:17 van de CAR-UWO in aanmerking.

4. De reiskostenvergoeding woon-werkverkeer wordt stopgezet na een periode van 4 weken aaneengesloten afwezigheid (anders dan wegens vakantieverlof). Bij een werkhervatting wordt de vergoeding hersteld.

5. Bij verhuizing is het bepaalde in hoofdstuk 18 van de CAR-UWO overeenkomstig van toepassing.

6. Na de verhuizing geldt voor de medewerker een reiskostenvergoeding op basis van artikel 2.

Artikel 4 Overgangsbepaling

De medewerker in dienst voor 1 januari 2011, die op grond van hoofdstuk 18 van de toenmalige CAR/UR/NUR een reiskostenvergoeding woon-werkverkeer ontving, die hoger was dan de vergoeding die de medewerker toekomt op basis van de huidige regeling, blijft, onder gelijkblijvende omstandigheden, de reiskostenvergoeding behouden waar hij recht op had voor de inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel 5 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet kan het college een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 6 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer gemeente Vlaardingen”, en treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders
op 31 januari 2012 De secretaris,   De burgemeester,
ir. C. Kruyt   mr. T.P.J. Bruinsma