Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR190377
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR190377/1
Regeling functiebeschrijven, functiewaarderen en inpassing gemeente Vlaardingen
Geldend van 16-01-2012 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012
Intitulé
Regeling functiebeschrijven, functiewaarderen en inpassing gemeente VlaardingenHet college van de gemeente Vlaardingen Besluit gelet op artikel 125 Ambtenarenwet; gelet op artikel 3:1 alsmede artikel 12:2, eerste lid van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO); gelet op artikel 160 van de Gemeentewet; na verkregen instemming van de Ondernemingsraad; tot vaststelling van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Vlaardingen:
Regeling functiebeschrijven, functiewaarderen en inpassing gemeente Vlaardingen
Artikel 1 Begripsomschrijving
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: 1. College
Het college van burgemeester en wethouders.
2. Medewerker
De ambtenaar in de zin van artikel 1:1, eerste lid, onder a van de CAR.
3. Functiefamilie
Een groep functies met een gemeenschappelijk functieprofiel.
4. Functieprofiel
Een taak of groep van taken zoals die binnen het kader van het Organisatiebesluit Gemeente Vlaardingen 2007, welke door het college is vastgesteld, om door één of meerdere ambtenaren te worden vervuld.
5. Functiebeschrijving
De beschrijving van een functiefamilie, uitgewerkt in een aantal specifieke bandbreedtes.
6. Bandbreedte
De niveaubepalende bestanddelen van een functiefamilie, onder verwijzing van wat hierover is bepaald in artikel 2, eerste lid van deze regeling.
7. Functieboek
Het geheel van functiebeschrijvingen.
8. Takenpakket
De uitwerking van de functiebeschrijving in werkafspraken.
9. Functiedeskundige
De met de uitvoering van de regeling functiebeschrijven, functiewaarderen en inpassing belaste (externe) deskundige(n) op het gebied van functiebeschrijving en -waardering dan wel een aan te wijzen plaatsvervanger.
10. Toetsingscommissie
De commissie zoals bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid van deze regeling.
11. Conversietabel
Een tabel, vast te stellen door het college, die een koppeling legt tussen de resultaten van de waardering en de salarisschalen.
12. Gemeentesecretaris
De medewerker zoals bedoeld in artikel 1 van het Organisatiebesluit Gemeente Vlaardingen 2007.
13. Directie
De directeuren zoals bedoeld in artikel 1 van het Organisatiebesluit Gemeente Vlaardingen 2007.
14. CAR-UWO
De gemeentelijke rechtspositieregeling.
Artikel 2 Reikwijdte
1. Het niveau van alle bij de gemeente voorkomende functiebeschrijvingen zal worden vastgelegd volgens de methode van functiewaardering, met gebruikmaking van het ODRP-functiewaarderingssysteem (OFS).
2. Het bepaalde in het eerste lid geldt slechts ten aanzien van functiebeschrijvingen waarvoor een salarisschaal wordt vastgesteld volgens de conversietabel.
Artikel 3 Functieboek
1. Het functieboek wordt vastgesteld door het college.
2. Het functieboek wordt alleen gewijzigd voor nieuwe functiefamilies en/of bandbreedtes welke duurzaam moeten worden vervuld en welke niet op basis van het vigerende functieboek kunnen worden vervuld.
3. De functiedeskundige stelt de conceptfunctiebeschrijvingen op.
4. De gemeentesecretaris stelt de functiebeschrijvingen vast, met uitzondering van de functiebeschrijving voor de functiefamilie “directeuren”, welke wordt vastgesteld door het college.
Artikel 4 Functiewaardering
1. De functiebeschrijvingen worden aan de functiedeskundige voor een concept waarderingsadvies voorgelegd.
2. De functiedeskundige vervaardigt aan de hand van de functiebeschrijvingen een concept waarderingsadvies.
3. De concept waarderingsadviezen worden getoetst door de toetsingscommissie.
Artikel 5 Vaststellen functiewaardering alsmede conversietabel
1. Alvorens tot definitieve vaststelling over te gaan, worden de concept waarderingsadviezen en de daarbij behorende stukken ter advisering voorgelegd aan de toetsingscommissie.
2. De toetsingscommissie wordt ingesteld door het college en bestaat uit:
a. een lid namens de werkgever, voorgedragen door de directie;
b. een (in- of extern) lid namens de werknemers, voorgedragen door de Ondernemingsraad;
c. een lid, tevens voorzitter, zijnde het hoofd afdeling Concernondersteuning dan wel een aan te wijzen plaatsvervanger.
Aan de toetsingscommissie worden zonder stemrecht toegevoegd: een medewerker van de afdeling Concernondersteuning als secretaris, de functiedeskundige als adviseur alsmede een plaatsvervangend (in- of extern) lid namens de werknemers, voorgedragen door de Ondernemingsraad.
3. Nadat de toetsingscommissie advies heeft uitgebracht stelt het college het waarderingsresultaat definitief vast.
4. De toetsingscommissie wordt eveneens om advies gevraagd over de vast te stellen dan wel te wijzigen conversietabel.
5. Nadat over de conversietabel overeenstemming is bereikt in de commissie, zoals bedoeld in artikel 12:1 van de CAR-UWO (=Georganiseerd Overleg), stelt het college deze conversietabel vast.
6. Dit artikel, alsmede artikelen 4 en 5, gelden in geval van invoering van nieuwe systematiek of in geval van wijziging van het functieboek.
Artikel 6 Concept inpassingsvoorstel
1. De functiedeskundige stelt een gemotiveerd concept inpassingsvoorstel op aan de hand van een bestaande of een nieuwe taakbeschrijving, in overleg met het desbetreffende afdelingshoofd c.q. de directie dan wel een lid van het college indien het de functiefamilie “directeuren” betreft.
2. Indien een medewerker structureel een gewijzigd takenpakket of een nieuw takenpakket krijgt toegewezen is het vorige lid van overeenkomstige toepassing.
3. De concept inpassingsvoorstellen, zoals bedoeld onder lid 1, worden - alleen bij de invoering van de nieuwe systematiek - getoetst door de toetsingscommissie. De toetsingscommissie nodigt indien gewenst het desbetreffende afdelingshoofd, respectievelijk een vertegenwoordiger namens het college, uit tot het geven van een toelichting met betrekking tot de voorstellen.
4. De gemeentesecretaris, dan wel het college voor wat betreft de functiefamilie “directeuren” stelt de concept inpassingsvoorstellen vast.
5. Het concept inpassingsvoorstel wordt aan de medewerker, als voorgenomen besluit, schriftelijk bekend gemaakt.
Artikel 7 Bedenkingen tegen concept inpassingsvoorstel
1. Indien de medewerker het niet eens is met het concept inpassingsvoorstel in de functiebeschrijving kan hij zijn bedenkingen binnen veertien kalenderdagen na de datum van schriftelijke bekendmaking gemotiveerd kenbaar maken bij de gemeentesecretaris. Bedenkingen inzake de concept inpassingsvoorstellen met betrekking tot de functiefamilie “directeuren” dienen gemotiveerd kenbaar gemaakt te worden bij het college. De medewerker kan daarbij verzoeken om mondeling te worden gehoord.
2. De gemeentesecretaris, dan wel het college, voor wat betreft de functiefamilie “directeuren”, legt de ingediende bedenkingen na ontvangst ervan ter advisering voor aan de toetsingscommissie.
3. De medewerker die hiertoe een verzoek heeft ingediend, zal binnen één kalendermaand na ontvangst van zijn bedenkingen worden gehoord door de toetsingscommissie. De toetsingscommissie nodigt, indien gewenst, het desbetreffende afdelingshoofd dan wel een lid van het college uit tot het geven van zijn zienswijze met betrekking tot de bedenkingen. De toetsingscommissie adviseert, met inachtneming van de eventuele bedenkingen, over het concept inpassingsvoorstel.
Artikel 8 Vaststelling inpassing
1. De toetsingscommissie legt de concept-inpassingsvoorstellen, inclusief het advies met betrekking tot de bedenkingen, ter vaststelling voor aan de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris stelt vervolgens, gehoord de directie, de inpassingsvoorstellen vast. Met betrekking tot de functiefamilie “directeuren” worden deze ter vaststelling voorgelegd aan het college.
2. Indien tegen een concept inpassingsvoorstel als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, geen of niet binnen de gestelde termijn bedenkingen zijn ingediend, dan wordt dit voorstel geacht definitief te zijn vastgesteld.
3. Het besluit tot inpassing wordt aan de betrokken medewerker schriftelijk bekend gemaakt.
Artikel 9 Bezwaar inpassingsbesluit
1. De medewerker die het niet eens is met het besluit als bedoeld in artikel 8, derde lid kan binnen zes weken na de schriftelijke bekendmaking een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het college.
2. Over het ingediende bezwaarschrift wint het college advies in van de bezwarencommissie kamer rechtspositionele aangelegenheden.
3. De werkwijze en termijnen van de bezwarencommissie vinden plaats conform het daarvoor gestelde in de Algemene Wet Bestuursrecht.
Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet kan het college een bijzondere voorziening treffen.
Artikel 11 Citeertitel en inwerkingtreding
Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling functiebeschrijven, functiewaarderen en inpassing gemeente Vlaardingen” en treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2012.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl