Regeling vervallen per 01-01-2017

Zeehavengeldverordening 2016

Geldend van 26-12-2015 t/m 31-12-2016

Intitulé

Zeehavengeldverordening 2016

De gemeenteraad van Vlaardingen,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, R.nr. 46.1;

Gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, en 229a van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de hierna volgende

Zeehavengeldverordening 2016

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    ballast : vaste en vloeibare stoffen - water voor landbouwdoeleinden, industrieel gebruik of menselijke consumptie en andere goederen met handelswaarde hieronder niet begrepen - welker inneming in het zeeschip uitsluitend geschiedt of is geschied ter verhoging van de stabiliteit van het zeeschip of ter verlaging van het hoogste punt boven de waterspiegel;

  • 2.

    bruto-ton (BT) : de eenheid voor de bruto-inhoud van een zeeschip zoals bedoeld in het Verdrag inzake de meting van schepen, London 1969 (Trb. 1979, nr 122 en 194);

  • 3.

    bunkeren : het door het zeeschip innemen van brandstof voor eigen gebruik;

  • 4.

    container : een laadkist als omschreven in de aanbeveling ISO 688 –1979 als Series I freight containers van de International Organisation for Standardization voor zover de lengte ten minste 6,055 meter bedraagt;

  • 5.

    containerschip : een zeeschip dat blijkens bouw en inrichting geheel is bestemd voor het vervoer van containers;

  • 6.

    cruise-schip : een zeeschip dat uitsluitend is bestemd en wordt gebruikt voor bedrijfsmatig vervoer van passagiers, die voor toeristische doeleinden, in hoofdzaak in de zeereis zelf gelegen, deelnemen aan die reis;

  • 7.

    haven van Vlaardingen : de voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren, kaden, aanlegsteigers, meerpalen, boeien en andere soortgelijke werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn;

  • 8.

    havengebied Rijnmond / Moerdijk : de gezamenlijke havens van de partijen bij de samenwerkingsregeling zeehavengeld, te weten: Havenbedrijf Rotterdam N.V., gemeente Dordrecht, gemeente Schiedam, gemeente Vlaardingen, gemeente Maassluis, Industrie- en Havenschap Moerdijk, Van Ommeren Tank Terminal Vlaardingen B.V., Rotterdam Bulk Terminal B.V.;

  • 9.

    lading : alle door een zeeschip geloste en ingenomen goederen en verpakkingsmateriaal, containers, trailers en zelfdrijvende laadbakken, met uitzondering van de handbagage van passagiers, voor zover deze met passagiers op hetzelfde schip wordt vervoerd, ballast, brandstof, proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden;

  • 10.

    lash-schip : een zeeschip dat door zijn inrichting in hoofdzaak bestemd is en wordt gebruikt voor het vervoer van zelfdrijvende laadbakken;

  • 11.

    lijndienst : een vastgestelde vaart van zeeschepen tussen vaargebieden onderhouden door een rederij of alliantie waarbij:

    • -

      wordt gevaren volgens een minimaal 28 dagen tevoren door de rederij bekendgemaakt vaarschema van geregelde afvaarten tussen het havengebied van Rijnmond/Moerdijk en minstens één vaste bestemming overzee,

    • -

      in het vaarschema tevens de laatste haven voor en de eerste haven na Rijnmond/Moerdijk zijn opgenomen;

    • -

      de lijndienst opereert volgens het principe van een "common carrier" hetgeen wil zeggen dat van iedere verlader de aangeboden lading, zover er ruimte is, wordt geaccepteerd tegen een vastgesteld tarief;

    • -

      het schip alleen stukgoed overslaat;

  • 12.

    meetbrief : de geldige meetbrief, bedoeld in artikel 24 van de Meetbrievenwet 1981 (Stb. 1981, 122);

  • 13.

    oorlogsschip : een zeeschip dat ten behoeve van de Koninklijke Marine of de Marine van een vreemde mogendheid wordt gebezigd, waarover een militair ter zeemacht het bevel voert en dat geheel of gedeeltelijk met militairen is bemand;

  • 14.

    plezierjacht : een zeeschip dat uitsluitend wordt gebruikt voor de recreatie, niet zijnde een cruise-schip of een zeilend bedrijfsvaartuig;

  • 15.

    roll-on/roll-off-schip : een zeeschip dat in hoofdzaak is bestemd en wordt gebruikt voor het vervoer van lading die geheel of ten dele rijdend aan en van boord wordt gebracht over een tot de vaste uitrusting van een schip behorende, speciaal daarvoor uitgeruste laadklep;

  • 16.

    ruwe olie : ruwe aardolie en ruwe oliën uit bitumineuze mineralen als bedoeld onder nr. 27.09 van de gecombineerde nomenclatuur bedoeld in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 2658/87, Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen nr. L 256 van 7 september 1987, zoals nadien gewijzigd;

  • 17.

    samenwerkingsregeling zeehavengeld : de overeenkomst samenwerking heffing en invordering zee-havengeld, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Vlaardingen;

  • 18.

    scheepsreparatie-inrichting : een inrichting waarvan de hoofdactiviteit is gelegen in het verrichten of het gelegenheid geven tot het verrichten van herstellingen aan zeeschepen en die beschikt over speciaal voor dat doel bestemde en in gebruik zijnde ligplaatsen;

  • 19.

    schip : elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer van personen, koopwaren, grondstoffen, produkten en voorwerpen van allerlei aard, al dan niet met het drijvend lichaam één geheel uitmakende;

  • 20.

    second call : een tweede bezoek binnen een reis van een schip in een intercontinentale lijndienst;

  • 21.

    sleepboot : een zeeschip dat blijkens bouw en inrichting in hoofdzaak bestemd is of wordt gebruikt voor het slepen, duwen of assisteren van andere schepen;

  • 22.

    slops : schadelijke stoffen welke zijn ontstaan als gevolg van het huishouden van een schip, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen (Stb. 1983, 683);

  • 23.

    tankschip : een zeeschip dat geheel of ten dele is bestemd of wordt gebruikt voor het vervoer van vloeibare lading in onverpakte toestand;

  • 24.

    tarieven : Voor de toepassing van de tarieven van deze verordening wordt verstaan onder:

    • 1.

      Achterlandtarief: Een tarief dat alleen van toepassing is voor schepen, die aan de volgende twee voorwaarden voldoen:

      • 1.

        Op het Certificaat van Deugdelijkheid van het schip is het vaargebied als volgt beperkt: de wateren van Eemsmond benoorden de Duitse waddeneilanden naar de monden van de Weser, Elbe en Eider, door het Noord-Oostzeekanaal naar de Oostzee tot de lijn Stralsund-Trelleborg, alsmede door de Sont en de Belten naar het Kattegat tot de lijn Grenaa-Kullen.

      • 2.

        Het schip bereikt vanuit Harlingen of Delfzijl rechtstreeks binnendoor het Havengebied Rijnmond/Moerdijk en verlaat na vertrek Nederland weer rechtstreeks binnendoor via de havens van Delfzijl of Harlingen.

      In afwijking van het bepaalde in artikel 5 lid 1, is dit tarief verschuldigd in elke haven die in het havengebied Rijnmond/Moerdijk wordt bezocht. De verblijfsduur per haven is maximaal 10 dagen.

    • 2.

      Bunkertarief: : Dit tarief geldt voor een verblijfsduur van ten hoogste 48 uur indien het bezoek uitsluitend wordt gebruikt om te bunkeren.

    • 3.

      Klaringstarief : Een zeeschip dat één van de havens van het havengebied Rijnmond/Moerdijk uitsluitend door de douane wordt in- of uitgeklaard alvorens door te varen naar het achterland is voor dit in- of uitklaren telkens het klaringstarief verschuldigd.

      De verblijfsduur is daarbij beperkt tot 12 uur.

      Voor wat de ligplaatsen betreft zijn er beperkingen in Rotterdam en Dordrecht.

      In Rotterdam dient ligplaats gekozen te worden aan de Parkkade of de Stieltjeskade en in Dordrecht aan de Handelskade, of voor zeeschepen die vanwege de aard van hun (gevaarlijke) lading bepaalde afstanden in acht moeten nemen, op de aangewezen plaats in de Tweede Merwedehaven.

      Dit tarief is niet verschuldigd indien het zeeschip ook onder een van de andere tarieven van de tabel zeehavengeld verschuldigd is.

    • 4.

      Oplegtarief : Dit tarief is verschuldigd voor elke maand of gedeelte daarvan, dat het schip na het eerste tijdvak van 2 maanden nog in het Havengebied Rijnmond/Moerdijk verblijf houdt.

      Indien gedurende de tijdvakken, dat dit tarief verschuldigd is lading wordt ingenomen dan wel gelost, wordt deze geacht te zijn ingenomen danwel gelost tijdens het tijdvak voordat het oplegtarief van toepassing was.

    • 5.

      Ruwe aardolietankers: Schepen die ruwe olie lossen al dan niet in combinatie met laden. : Schepen die ruwe olie lossen al dan niet in combinatie met lossen en/of laden van andere goederen. : Schepen die uitsluitend ruwe olie laden.

    • 6.

      Shortsea/feedertarief: Dit tarief is van toepassing indien:

      • 1.

        het schip in lijndienst vaart,

      • 2.

        het schip ten hoogste 6500 BT meet,

      • 3.

        het schip uitsluitend stukgoed vervoert,

      • 4.

        het vaargebied is beperkt tot Europa, het Mid­del­landse Zeege­bied en de Zwarte Zee, Ma­rokko, de Canarische eilanden, Madeira en de Kaap Verdische eilanden.

  • 25.

    ton : een massa van 1.000 kg;

  • 26.

    vissersschip : een zeeschip dat uitsluitend is bestemd en wordt gebruikt voor het vangen van vis of van andere levende rijkdommen op zee;

  • 27.

    werkschip : een zeeschip dat is bestemd of wordt gebruikt voor de exploratie dan wel exploitatie van olie- en gasvelden op zee dan wel de winning van mineralen op zee;

  • 28.

    zeeschip : elk schip dat is bestemd of wordt gebruikt voor de vaart buitengaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Schepenwet (Stbl. 1909, 219); alsmede elk schip dat in verband met sloop of voorgenomen sloop voor de onder ten eerste bedoelde vaart niet meer wordt gebruikt of de bestemming daartoe heeft verloren.

Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam zeehavengeld wordt een recht geheven ter zake van het verblijf met een zeeschip in de haven van Vlaardingen, wegens gebruik van gemeente-eigendommen, havenfaciliteiten en dienstverlening in dat verband.

  • 2. Op het in het vorige lid verschuldigde zeehavengeld is deze verordening van toepassing.

Artikel 3 Betalingsplicht

Voor de betaling van het zeehavengeld is hoofdelijk aansprakelijk de kapitein, de reder, de eigenaar van het schip, degene aan wie het schip in gebruik is gegeven, alsmede degene die de voorbereidende handelingen jegens de havenbeheerder heeft verricht ter voorbereiding van het verblijf van het zeeschip.

Betaling door een van deze partijen bevrijdt de andere partijen.

Artikel 4 Berekeningsmaatstaf

Het zeehavengeld wordt berekend naar:

  • a)

    de bruto-inhoud van het zeeschip, uitgedrukt in bruto tonnen;

  • b)

    de lading door het zeeschip in de haven gelost en ingenomen, uitgedrukt in tonnen.

Artikel 5 Samenwerkingsregeling zeehavengeld, verblijfsduur, achterlandregeling

  • 1. Voor de berekening en inning van zeehavengeld worden de havens van partijen bij de samenwerkingsregeling zeehavengeld in dit verband als één havencomplex beschouwd. Partijen bij genoemde regeling hanteren daartoe eenzelfde tariefstructuur, tarieven en gelijke heffingstijdvakken. Opgave inzake en betaling van zeehavengeld kan derhalve het verblijf in één, maar ook in meer havens in het havengebied Rijnmond/Moerdijk betreffen.

  • 2. Ter bepaling van de verblijfsduur wordt het verblijf voorts geacht niet te zijn onderbroken wanneer het zeeschip:

    • a.

      het havengebied Rijnmond/Moerdijk uitsluitend heeft verlaten voor een periode van ten hoogste twee maal 24 uur, op aanwijzing van of vanwege de havenmeester om buitengaats te wachten op het vrijkomen van een ligplaats, te ontgassen of schoonmaakhandelingen te verrichten;

    • b.

      het havengebied Rijnmond/Moerdijk uitsluitend heeft verlaten:

      • -

        in landinwaartse richting voor een periode van ten hoogste twee maanden om herstellingen te ondergaan aan een scheepsreparatie-inrichting in Nederland of

      • -

        om een proefvaart te maken, en het schip onmiddellijk na afloop daarvan in het havengebied Rijnmond/Moerdijk terugkeert.

  • 3. Als een zeeschip het havengebied Rijnmond/Moerdijk landinwaarts verlaat en, zonder tussentijds buitengaats te komen, binnen twee maanden weer bezoekt om vervolgens de haven in buitengaatse richting te verlaten, wordt het eerste en tweede verblijf als één verblijf beschouwd.

Artikel 6 Tarieven

  • 1. Het zeehavengeld wordt berekend aan de hand van de tarieven die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van de daarin opgenomen bepalingen.

  • 2. Het zeehavengeld is verschuldigd vanaf het begin tot het einde van het verblijf.

Artikel 7 Tarieftoepassing

  • 1. Bij de berekening van het zeehavengeld worden slechts volle eenheden van inhoud of massa in aanmerking genomen.

  • 2. Het verschuldigde zeehavengeld wordt naar beneden afgerond op hele euro’s.

Artikel 8 Vrijstellingen

Zeehavengeld wordt niet geheven ter zake van het gebruik van de haven en het genot van diensten, verleend in dat verband, met:

  • a.

    een sleepboot, uitsluitend voor zover deze wordt gebruikt in het kader van de normale assistentie van zeeschepen bij het in- en uitvaren van de havens van het havengebied Rijnmond/Moerdijk;

  • b.

    een zeeschip voor een periode van ten hoogste vier maanden, wanneer het havenbezoek en bijbehorende dienstverlening slechts plaatsvindt voor het dokken of het doen verrichten van herstellingen, aan en bij een scheepsreparatie-inrichting, mits zowel van het tijdstip van aanvang als dat van het einde van het dokken of herstellen vooraf schriftelijk aan burgemeester en wethouders is kennis gegeven;

  • c.

    een zeeschip, wanneer het havenbezoek en bijbehorende dienstverlening slechts plaatsvindt voor het voor de eerste maal zeeklaar maken en/of het houden van een eerste proeftocht na nieuwbouw, voor een periode van ten hoogste een week, het wisselen van bemanning dan wel het ontschepen van zieken of doden, mits:

    • 1.

      het gebruik of genot niet langer duurt dan noodzakelijk is;

    • 2.

      vooraf van het voornemen daartoe schriftelijk aan burgemeester en wethouders is kennis gegeven, en

    • 3.

      onmiddellijk na afloop van de handelingen daarvan schriftelijk aan burgemeester en wethouders wordt kennis gegeven;

  • d.

    een oorlogsschip, mits de behandeling van eventuele lading uitsluitend door militairen geschiedt;

  • e.

    een zeeschip dat het havengebied Rijnmond/Moerdijk bezoekt uitsluitend voor het schoonmaken van ladingruimten, met inbegrip van het gasvrij maken van het schip, bij een daartoe ingerichte, uitgeruste en van de vereiste vergunningen voorziene inrichting, voor een periode van ten hoogste zeven dagen.

Artikel 9 Opgave

  • 1. Binnen 24 uur na aanvang van het verblijf dient schriftelijk dan wel electronisch opgave te worden gedaan door één van de in artikel 3 genoemde betalingsplichtigen van de voor de vaststelling van het verschuldigde zeehavengeld van belang zijnde gegevens aan het Havenbedrijf Rotterdam N.V. Degene die opgave doet, geeft daarmee te kennen de toepasselijkheid van deze verordening te accepteren.

    Uiterlijk drie dagen na het vertrek van het schip uit het havengebied Rijnmond/Moerdijk dient schriftelijk dan wel electronisch aanvullende opgave te worden gedaan van de overslaggegevens alsmede de verschillende ligplaatsen.

  • 2 Met betrekking tot een verblijf langer dan twee maanden is na afloop van die twee maanden het oplegtarief van toepassing voor elke maand of gedeelte daarvan.

    De aanvullende opgave van dit verlengde havenbezoek dient door het Havenbedrijf Rotterdam N.V. te zijn ontvangen telkens voor aanvang van het betreffende tijdvak.

Artikel 10 Betaling

  • 1. Het zeehavengeld dient te zijn voldaan voor het vertrek van het schip uit het havengebied Rijnmond/Moerdijk.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 van dit artikel behoeft het zeehavengeld eerst na ontvangst van een factuur of verzamelfactuur te worden voldaan indien ten genoege van het Havenbedrijf Rotterdam NV zekerheid is gesteld.

    In zodanig geval dient de betaling ontvangen te zijn binnen 8 kalenderdagen na factuurdatum. Betaling kan in dit geval eveneens plaats vinden door middel van een automatische incasso: het factuurbedrag wordt alsdan afgeschreven met een valutadatum 14 dagen na factuurdatum.

Artikel 11 Verrekening

  • 1. Indien degene, die opgave heeft gedaan, merkt dat er als gevolg van een onjuiste aanvullende opgave te weinig of te veel is betaald, dient hiervan onmiddellijk schriftelijk bericht te worden gedaan aan het Havenbedrijf Rotterdam NV. Verrekening zal dan naar keuze plaatsvinden via een factuur respectievelijk creditnota, of via de eerstvolgende verzamelfactuur.

  • 2. Het Havenbedrijf Rotterdam NV is te allen tijde bevoegd om ingeval van onjuiste opgave/aanvullende opgave, die niet door de betalingsplichtige is gemeld een correctie daarop toe te passen, verrekening te doen plaatsvinden bij volgende betalingen, of na te vorderen tot het juiste bedrag.

Artikel 12 Naleving

De betalingsplichtigen bedoeld in artikel 3 zijn hoofdelijk verantwoordelijk en aansprakelijk voor de stipte naleving van het bepaalde in artikel 9, 10 en 11 lid 1.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het zeehavengeld.

Artikel 14 Kwijtschelding

Van het zeehavengeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 15 Inwerkingtreding, citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

  • 2. Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de ‘Zeehavengeldverordening Vlaardingen 2015’, vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2014 (R.nr. 70.12), met dien verstande dat zij van kracht blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Zeehavengeldverordening Vlaardingen 2016’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Vlaardingen, gehouden op 15 december 2015.
De griffier, De voorzitter,
drs. E.W.K. Meurs, A.B. Blase

Bijlage 1 Tarieventabel Zeehavengeld Vlaardingen 2016, als bedoeld in artikel 6 van de ‘Zeehavengeldverordening Vlaardingen 2016’

R`.nr.: 46.11

Voor de tarieven wordt aangesloten bij de tarieven vermeld in ‘General Terms and Conditions 2016’, including renewed port tariffs, die zijn vastgesteld en bekendgemaakt door het Havenbedrijf Rotterdam N.V.

Mij bekend,

De griffier,