Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Vlaardingen houdende regels omtrent rechtsposities (Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden gemeente Vlaardingen)

Geldend van 18-07-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Vlaardingen houdende regels omtrent rechtsposities (Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden gemeente Vlaardingen)

De raad van de gemeente Vlaardingen

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.3, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Vlaardingen

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • b.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2. Toelage raadslid onderzoekscommissie

  • 1. Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van € 120,- per maand. Zolang de commissie slapend is, althans niet actief, ontvangen de leden geen toelage. De duur van de activiteiten is leidend.

Artikel 3. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1. Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en voor zover de gemeente hierin niet zelf voorziet, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. Voor de vergoeding van scholing wordt een bedrag gereserveerd in het raadsbudget. Deze reservering vormt het maximum bedrag dat in totaal door raadsleden kan worden gedeclareerd.

  • 4. Het presidium beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken, overeenkomstig het tweede lid.

  • 5. De aanvrager doet na afloop van de scholing kort verslag aan het presidium.

Artikel 4. Gebruik van tablet raads- en commissieleden

  • 1. Een raads- of commissielid tekent een verklaring wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie een IPad ter beschikking wordt gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde tablet in bij de gemeente.

Artikel 5. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 6. Betaling vaste vergoedingen

  • Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden (steunraadsleden),niet zijnde raadsleden bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 7. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken en is in beginsel openbaar.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen een maand na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier, of een daartoe aangewezen griffiemedewerker.

  • 4. Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen een maand na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 8. Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Vlaardingen wordt ingetrokken.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 10. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden gemeente Vlaardingen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Vlaardingen, 4 juli 2019.

De griffier,

drs. J. Mimpen

De burgemeester,

mr. A.M.M. Jetten MSc