Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR77783
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR77783/1
Regeling vervallen per 01-01-2012
Subsidieverordening Sociaal Cultureel Fonds Vlaardingen 2010
Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2011
Intitulé
Subsidieverordening Sociaal Cultureel Fonds Vlaardingen 2010De gemeenteraad van Vlaardingen,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 november 2009, R.nr. ;
gelet op artikel 149, eerste lid, van de Gemeentewet;
overwegende dat het door een beleidswijziging gewenst is nieuwe regels vast te stellen over het subsidiëren van maatschappelijke, sociale, sportieve en culturele activiteiten van inwoners met een laag inkomen;
besluit vast te stellen:
Subsidieverordening Sociaal Cultureel Fonds Vlaardingen 2010
Hoofdstuk 1 Algemeen
Artikel 1 Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. inwoner: de meerderjarige ingezetene, bedoeld in artikel 1 van de Wet Gemeentelijke Basisadministratie, van de gemeente Vlaardingen;
b. kind: het minderjarige kind, voor wie de inwoner aanspraak kan maken op kinderbijslag;
c. inkomen: het inkomen, bedoeld in de artikelen 32 en 33 van de Wet werk en bijstand;
d. vermogen: het in aanmerking te nemen vermogen, bedoeld in artikel 34 van de Wet werk en bijstand;
e. bijstandsnorm: de bijstandsnorm, bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de Wet werk en bijstand;
f. college: burgemeester en wethouders van Vlaardingen;
g. subsidie: de subsidie, bedoeld in artikel 4:21, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht ter bevordering van maatschappelijke, sociale, sportieve en culturele activiteiten.
Artikel 2 Doel
Het college kan aan inwoners die voldoen aan de in deze verordening omschreven voorwaarden, subsidie verlenen ter bevordering van maatschappelijke, sociale, sportieve en culturele activiteiten van deze inwoners en hun kinderen.
Hoofdstuk 2 Voorwaarden en hoogte subsidie
Artikel 3 Activiteiten en subsidie
1. Subsidie kan worden verleend voor de activiteiten, die zijn opgenomen in de Bijlage bij deze verordening.
2. Het college stelt vast welke activiteiten in de Bijlage worden opgenomen en draagt er zorg voor dat de Bijlage aan de verordening wordt gehecht.
3. Het college is bevoegd om aan de Bijlage activiteiten toe te voegen of daarvan te verwijderen.
Artikel 4 Voorwaarden
1. De inwoner kan in aanmerking komen voor subsidie indien hij voldoet aan de volgende voorwaarden:
a. het inkomen van de inwoner bedraagt ten hoogste 120 procent van de toepasselijke bijstandsnorm;
b. de inwoner heeft geen vermogen;
c. de inwoner heeft geen recht op tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming studiekosten of toelage op grond van de Wet op de studiefinanciering of een regeling van overeenkomstige strekking.
2. In afwijking van het eerste lid kan geen subsidie worden verleend:
a. voor zover de inwoner voor de activiteiten reeds een vergoeding op grond van een andere regeling of voorziening ontvangt, of
b. indien de kosten van de activiteiten zijn afgestemd op de hoogte van het inkomen, tenzij het betreft de ouderbijdrage die verschuldigd is voor het gebruik van een erkende peuterspeelzaal in de gemeente Vlaardingen.
Artikel 5 Hoogte van de subsidie
1. De subsidie voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, bedraagt:
a. per inwoner: maximaal € 82 per kalenderjaar;
b. per kind van 4 jaar of ouder maar jonger dan 12 jaar: maximaal € 300 per kalenderjaar;
c. per kind van 12 jaar of ouder maar jonger dan 18 jaar: maximaal € 480 per kalenderjaar.
2. Op de maximumbedragen, genoemd in het eerste lid, worden voor het kalenderjaar 2010 de subsidies, die met betrekking tot 2010 zijn verstrekt op grond van de Subsidieverordening Sociaal Cultureel Fonds Vlaardingen 2006, in mindering gebracht.
3. Tot de activiteiten waarvoor de maximumbedragen, genoemd in het eerste lid, gelden, worden niet gerekend:
a. het gebruik van de peuterspeelzaal, en
b. het gebruik van een computer met internetaansluiting voor de inwoner met een kind van 12 jaar of ouder maar jonger dan 18 jaar.
4. De subsidie voor het gebruik van de peuterspeelzaal, bedoeld in het derde lid, is gelijk aan de ouderbijdrage die de inwoner verschuldigd is, maar bedraagt ten hoogste de ouderbijdrage die voor twee dagdelen per week geldt.
5. De subsidie voor het gebruik van een computer met internetaansluiting voor de inwoner met een kind van 12 jaar of ouder maar jonger dan 18 jaar, bedoeld in het derde lid, wordt vastgesteld op de abonnementskosten die de inwoner voor de internetaansluiting verschuldigd is, maar bedraagt ten hoogste € 200 per kalenderjaar.
6. Op de subsidie, bedoeld in het vijfde lid, wordt voor het kalenderjaar 2010 in mindering gebracht de bijzondere bijstand die reeds voor dit doel aan de inwoner is verstrekt, voor zover die bijstand betrekking heeft op het kalenderjaar 2010.
7. Het college kan de bedragen, genoemd in de voorgaande leden, jaarlijks aanpassen.
Hoofdstuk 3 Aanvraag en subsidieverlening
Artikel 6 Aanvraag subsidie
1. Een subsidie wordt verleend op aanvraag van de inwoner.
2. Een aanvraag voor een subsidie wordt bij het college ingediend door middel van een door of namens het college vast te stellen formulier.
3. Het college bepaalt op welke locatie een aanvraag kan worden ingediend.
4. Een aanvraag voor een subsidie kan worden ingediend gedurende het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft, maar uiterlijk tot 1 maart na afloop van dat kalenderjaar.
Artikel 7 Informatieplicht inwoner
1. Bij de aanvraag worden in ieder geval de volgende bewijsstukken overgelegd:
a. de meest recente salarisstrook, uitkeringsspecificatie of andere documenten waaruit de inkomsten van de inwoner blijken;
b. de meest recente bankafschriften of andere bewijsstukken waaruit het saldo van het vermogen kan worden bepaald.
2. Het college kan binnen een door hem te bepalen termijn van de inwoner verlangen dat deze andere stukken overlegt of informatie verschaft, voor zover dit voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijk wordt geacht.
3. De inwoner is verplicht uit eigen beweging zo spoedig mogelijk aan het college mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op subsidie.
4. In afwijking van de voorgaande leden, kan het college bepalen dat één of meer van de gevraagde bewijsstukken niet behoeven te worden overgelegd, indien dit naar het oordeel van het college:
a. redelijkerwijs niet nodig is voor de beoordeling van de aanvraag, of
b. indien dit redelijkerwijs niet van de inwoner kan worden verlangd en er geen twijfels bestaan over de door hem verstrekte informatie.
Artikel 8 Subsidieverlening
Nadat de aanvraag is ingediend, wordt beoordeeld of aan de voorwaarden, genoemd in artikel 4, eerste lid, is voldaan en of subsidie kan worden verleend.
Artikel 9 Ambtshalve beoordeling subsidieverlening
In afwijking van artikel 6, eerste lid, kan het college zonder voorafgaande aanvraag beoordelen of een inwoner aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 4, heeft voldaan. Indien dit het geval is, wordt ambtshalve subsidie verleend.
Hoofdstuk 4 Subsidievaststelling en betaling
Artikel 10 Bewijsstukken
1. Het college bepaalt op welke wijze wordt aangetoond dat kosten zijn gemaakt voor de in de Bijlage vermelde activiteiten.
2. Desgevraagd dient de inwoner aan het college bewijsstukken te overleggen, waaruit blijkt dat kosten zijn gemaakt voor de in de Bijlage vermelde activiteiten.
3. In afwijking van de voorgaande leden, kan het college bepalen dat één of meer van de gevraagde bewijsstukken niet behoeven te worden overgelegd, indien dit naar het oordeel van het college:
a. redelijkerwijs niet nodig is voor de beoordeling van de aanvraag, of
b. indien dit redelijkerwijs niet van de inwoner kan worden verlangd en er geen twijfels bestaan over de door hem verstrekte informatie.
Artikel 11 Subsidievaststelling
1. De subsidie wordt vastgesteld op aanvraag van de inwoner.
2. De subsidie kan worden aangevraagd en vastgesteld per verrichte activiteit.
3. Het college bepaalt op welke wijze de aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend.
4. Nadat het college heeft vastgesteld welke activiteiten zijn verricht of hebben plaatsgevonden en welke kosten zijn gemaakt, wordt de subsidie vastgesteld.
5. Indien het college vaststelt dat de inwoner voor de gesubsieerde activiteiten minder kosten heeft gemaakt dan de bedragen, genoemd in artikel 5, eerste lid, wordt de subsidie op dit lagere bedrag vastgesteld, tenzij de inwoner aantoonbaar kosten heeft gemaakt voor bij de gesubsidieerde activiteit behorende kleding of benodigde materialen. In dat geval wordt de subsidie vastgesteld op de som van de gemaakte kosten, maar ten hoogste op de bedragen, genoemd in artikel 5, eerste lid.
6. De aanvraag tot subsidievaststelling kan uiterlijk worden ingediend tot 1 maart van het kalenderjaar dat volgt op het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.
Artikel 12 Ambtshalve beoordeling subsidievaststelling
In afwijking van artikel 11, eerste lid, kan het college zonder voorafgaande aanvraag de subsidie vaststellen, indien naar het oordeel van het college vaststaat dat activiteiten, genoemd in de Bijlage zijn verricht of hebben plaatsgevonden.
Artikel 13 Subsidievaststelling zonder voorafgaande verlening
Het college kan de subsidie zonder voorafgaande verlening vaststellen, voor zover vaststaat dat aan de voorwaarden, genoemd in artikel 4, is voldaan en kosten zijn gemaakt voor activiteiten, genoemd in de Bijlage.
Artikel 14 Betaling
1. Betaling van subsidie op een andere bankrekening dan dat van de inwoner, is niet mogelijk, met uitzondering van subsidies voor:
a. de ouderbijdrage voor schoolgaande kinderen en schoolwerkweken;
b. vakantieweken van een (sport)vereniging; en
c. het standaardabonnement van de stadsbibliotheek Vlaardingen.
2. De subsidie bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, kan direct betaalbaar worden gesteld aan de onderwijsinstelling die een bijdrage van de inwoner ten behoeve van zijn kinderen verzoekt.
3. De subsidie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan direct betaalbaar worden gesteld aan de (sport)vereniging die een bijdrage van de inwoner ten behoeve van zijn kinderen verzoekt.
4. De subsidie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt rechtstreeks betaalbaar gesteld aan de stadsbibliotheek Vlaardingen.
Artikel 15 Verrekening
Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen kunnen worden verrekend met een aan de inwoner voor dezelfde of andere gesubsidieerde activiteiten verstrekte subsidies voor hetzelfde of voor een ander kalenderjaar.
Hoofdstuk 5 Overige bepalingen
Artikel 16 Uitvoering en nadere regels
1. De uitvoering van deze verordening is opgedragen aan het college.
2. Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.
Artikel 17 Hardheidsclausule
Het college kan ten gunste van de inwoner afwijken van de bepalingen van deze verordening, voorzover de toepassing hiervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Hoofdstuk 6 Slotbepalingen
Artikel 18 Intrekken oude regeling
De Subsidieverordening Sociaal Cultureel Fonds Vlaardingen 2006 wordt ingetrokken.
Artikel 19 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2010.
Artikel 20 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening Sociaal Cultureel Fonds Vlaardingen 2010.
Ondertekening
Bijlage Maatschappelijk, sociale, sportieve en culturele activiteiten
Abonnement voor fitness- en sportscholen
Activiteiten en cursussen voor ouderen en gehandicapten
Activiteiten en cursussen in wijkcentra Vlaardingen
Computercursus
Cursussen Volksuniversiteit
Cursussen Vrije academie Vlaardingen
Educatief tijdschrift voor jongeren (Bobo, Taptoe, Okki, NGJ)
Internetabonnement
Internetcursus
Lidmaatschap bibliotheek
Lidmaatschap allochtonenorganisatie
Lidmaatschap ouderenorganisatie
Lidmaatschap patiëntenorganisatie
Lidmaatschap scouting
Lidmaatschap sport-, hobby-, toneel-, dans-, ballet-, muziek- of zangvereniging
Museumjaarkaart
Muziekschool
Ouderbijdrage voor schoolgaande kinderen
Schoolwerkweken, -reisjes en -excursies
Teken- en schilderclubs
Toneelgroepen
Vakantieweken van een (sport)vereniging
Yogacursus
Zwemlessen
Zwemabonnement; zwembadenkaart
Nota-toelichting
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl