Regeling vervallen per 01-01-2013

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGSRECHTEN 2012.

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGSRECHTEN 2012.

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen, te weten in Vlagtwedde, Bourtange, Sellingerbeetse, Sellingen, Ter Apelkanaal, Ter Apel (Kapelweg) en Ter Apel (Poortweg);

b. rechthebbende: degene, aan wie het uitsluitend recht tot het doen begraven of doen of te doen bijzetten van asbussen in een graf is verleend, of die dat recht door overboeking heeft verkregen;

c. eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • -

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    het doen verstrooien van as;

d. algemeen graf een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

e. kindergraf een graf in een bepaald gedeelte van de gemeentelijke begraafplaatsen, waarvoor aan een natuurlijk- of rechtspersoon voor onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend om daarin overleden kinderen van zes jaar en jonger te doen begraven;

f. algemeen urnengraf: een graf, bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

g. urnennis: een nis, waarvoor voor een bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

h. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

i. urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

j. verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein, waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien;

k. naamplaatje: een herdenkingsplaatje met gegevens van een overledene, waarvan de as is verstrooid op de verstrooiingsplaats aan de Poortweg te ter Apel;

l. eigen urnengraf een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of

zonder urnen;

2. het doen verstrooien van as.

Artikel 2 - Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 - Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 - Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, zoals in deze verordening vermeld.

2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in deze verordening genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 - Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 - Wijze van heffing

1. De rechten worden, behoudens het bepaalde in lid 2, geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende, schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

2. De rechten bedoeld in artikel 19, lid 1, worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 - Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in artikel 19, lid 1, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in artikel 19, lid 1, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in artikel 19, lid 1, voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 - Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in artikel 19, lid 1, zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 - Termijn van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald:

a. ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, lid 1, mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

b. ingeval de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving;

c. ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, lid 1, wordt toegezonden binnen 2 weken na de dagtekening van de kennisgeving;

d. ingeval de heffing geschiedt bij wege van aanslag bedoeld in artikel 6, lid 2, in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11 - Begraven of bijzetten van asbussen; ruimen van graven of opgraven van lijken

1. Voor het openen en sluiten van een graf wordt, met uitzondering van een

urnengraf en behalve indien dit op rechterlijk gezag geschiedt, het volgende

recht geheven voor het lijk van:

a. een persoon van 12 jaar en ouder € 227,60

b. een kind tot 12 jaar € 120,40

De rechten bedoeld onder artikel 11, lid 1, sub a en b, worden verhoogd

met respectievelijk € 117,65 en € 58,80 indien het begraven van het lijk plaats

heeft in de zogenaamde tweede verdieping van een graf.

2. De rechten bedoeld onder artikel 11, lid 1, sub a en b, worden verhoogd

met respectievelijk € 96,50 en € 48,35, indien in het graf plaatsing van

een grafkelder wordt verlangd, met dien verstande echter, dat het recht

slechts voor het plaatsen van een grafkelder wordt geheven, indien plaatsing

van een grafkelder wordt verlangd, waarin door het aanbrengen van een tussen-

schot twee kisten, c.q. andere omhulsels boven elkaar kunnen worden gezet of

plaatsing van een afzonderlijke grafkelder wordt verlangd, op de grafkelder,

welke in de tweede verdieping is geplaatst, nadat daarin een lijk is begraven,

doch voor dit graf is gesloten.

3. Voor het plaatsen van een grafkelder in een graf, waarin nog niet wordt

begraven, een zogenaamde gereserveerd graf, wordt een recht geheven van € 216,30

4. Geen recht wordt geheven voor het begraven van doodgeboren kinderen of

overleden kinderen beneden de leeftijd van een maand, die in een kist, c.q.

ander omhulsel tegelijk met de overleden moeder worden begraven.

5. Voor het begraven van doodgeboren kinderen of van overleden kinderen

beneden de leeftijd van één maand, die in één kist, c.q. ander omhulsel

worden begraven, wordt het recht slechts eenmaal geheven.

6. Voor het openen en sluiten van een eigen graf om daarin een asbus te doen

bijzetten wordt een recht geheven van € 120,40

7. Het recht bedoeld in artikel 11, lid 6, wordt, indien in dat graf plaatsing

van een kelder wordt verlangd, verhoogd met € 48,30

8. Voor het opgraven van een asbus, bijgezet in een eigen graf, dan wel in een

urnengraf, wordt, behalve indien dit op rechterlijk gezag geschiedt, geheven € 169,35

9. Indien een aparte handeling nodig is voor het ruimen van een graf, met

uitzondering van een urnengraf, op aan vraag van de rechthebbende en voor

het wederbegraven van de overblijfselenvan een lijk of lijken in datzelfde graf of

in een afgesloten gedeelte van de

begraafplaats bedraagt het recht voor elk lijk, indien het betreft:

a. een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder € 362,50

b. een lijk van een kind tot 12 jaar € 181,60

10. Voor het opgraven en overbrengen van een lijk uit het ene naar het andere

graf op dezelfde begraafplaats, alsmede voor het opgraven en overbrengen

van een lijk bestemd tot overbrengen naar een andere begraafplaats, de

kosten van vervoer naar die begraafplaats, de eventuele verschuldigde rech-

ten om te begraven aldaar niet inbegrepen, bedraagt het recht, indien het

betreft:

a. een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder € 1.874,95

b. een lijk van een kind tot 12 jaar € 938,10

11. De rechten bedoeld in artikel 11, lid 1, worden verhoogd:

a. voor het begraven op "buitengewone uren" met € 86,05

b. indien het sluiten van graven dient te gebeuren op de zaterdag,

per graf, met € 109,95

c. indien het openen en sluiten van graven dient te gebeuren op de

zaterdag, per graf, met € 215,20

12. Voor het begrip "buitengewone uren" wordt verwezen naar artikel 20 van

de "Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Vlagtwedde 2000".

Artikel 12 - Uitsluitend recht op een graf

1. Onverminderd de rechten bedoeld in artikel 11, lid 1, wordt voor het

verkrijgen van het uitsluitend recht op een graf geheven:

a. voor een graf voor onbepaalde tijd € 973,40

b. voor een graf voor de tijd van 20 jaar € 481,65

c. voor een graf voor de tijd van 25 jaar € 596,00

d. voor een kindergraf voor onbepaalde tijd € 481,65

e. voor een kindergraf voor de tijd van 20 jaar € 247,55

f. voor een kindergraf voor de tijd van 25 jaar € 299,40

2. Voor het verlengen van het uitsluitend recht op een graf met een periode van

10 jaar wordt een recht geheven van:

a. indien het betreft een recht als bedoeld in artikel 12, lid 1, sub b en c € 288,35

b. indien het betreft een recht als bedoeld in artikel 12, lid 1, sub e en f € 148,85

Artikel 12a Algemeen graf

Onverminderd de rechten bedoeld in artikel 11, lid 1, wordt voor het gelegenheid

geven tot het doen begraven en begraven houden van een lijk in een algemeen

graf voor de tijd van 10 jaar, een recht geheven van € 235,90

Artikel 13 - Bijzetten van asbussen

1. Voor het openen en sluiten van een eigen graf, c.q. een urnengraf wordt,

behalve indien dit op rechterlijk gezag geschiedt, een recht geheven van € 120,40

2. Het onder 1 bedoelde recht wordt niet geheven voor het bijzetten van een

volgende asbus.

3. Het recht bedoeld in artikel 13, lid 1, wordt verhoogd met € 48,25

indien in het graf plaatsing van een kelder wordt verlangd.

4. Voor het bijzetten van een asbus in een eigen graf, c.q. een urnengraf

wordt een recht geheven van € 84,30

5. Voor het tijdelijk bewaren van een asbus, alvorens de asbus wordt bijgezet

(in een eigen graf, of in een urnengraf), c.q. de inhoud ervan wordt

verstrooid op een verstrooiingsplaats, wordt per maand, of gedeelte daarvan,

een recht geheven, van € 19,70

Artikel 13a –Bijzetten asurnen in een urnenmuur

1. Voor 1 plaats in de urnenzuil voor onbepaalde tijd wordt, een recht

geheven van € 1.292,95

2. Voor een periode van 20 jaar voor 1 plaats in de urnenzuil wordt, een

recht geheven van € 615,70

3. Voor een afdekplaatje met inscriptie wordt, een recht geheven van € 230,90

4. Voor het plaatsen van een urn door de gemeente wordt, een recht geheven van € 76,95

Artikel 14 - Uitsluitend recht tot bijzetten van asbussen

Onverminderd de rechten bedoeld in artikel 13, lid 1, wordt voor het ver-

krijgen van het uitsluitend recht op een urnengraf voor het doen bijzetten

van asbussen geheven:

a. voor een urnengraf voor onbepaalde tijd € 481,60

b. voor een urnengraf voor de tijd van 20 jaar € 193,80

c. voor het verlengen van het onder b genoemde recht voor de tijd van 10 jaar € 99,90

Artikel 15 -Verstrooien inhoud asbus

Voor het verstrooien van de inhoud van een asbus op een verstrooiingsplaats op

de begraafplaats aan de Poortweg te Ter Apel wordt een recht geheven van € 121,00

Artikel 16 - Aanbrengen naamplaatje

1. Voor het afgeven en aanbrengen van een naamplaatje op de daarvoor

bestemde bevestigingsplaats op de begraafplaats aan de Poortweg te

Ter Apel wordt voor de tijd van 20 jaar een recht geheven van € 131,35

2. Voor het verlengen van de onder 1 genoemde periode met 10 jaar wordt een

recht geheven van € 94,00

Artikel 17 - Inschrijven, overboeken, c.q. vernieuwen

1. Per inschrijving en/of overboeking in het daartoe bestemde

register, alsmede voor het vernieuwen van een zgn. eigendoms-

bewijs, wordt voor iedere inschrijving en/of overboeking een recht

geheven van € 10,25

2. Het recht bedoeld in artikel 17, lid 1 wordt niet geheven van de echt-

geno(o)t(e) of levenspartner van de rechthebbende op een graf

3. Voor het verstrekken van inlichtingen uit het register bedoeld in artikel

27 van de Wet op de lijkbezorging wordt voor elke inlichting een recht

geheven van € 10,25

4. Voor het in behandeling nemen van een schriftelijk verzoek om voor-

uitgifte van een graf/graven wordt per graf een recht geheven van € 23,70

Artikel 18 - Grafbedekking

1. a. Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen of wijzigen van

een gedenkteken of kruis, een zerk of grafsteen, het beplanten van een

graf, wordt geheven; € 48,90

b. Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen of wijzigen van

een gedenkteken voor twee naast elkaar liggende graven wordt geheven; € 95,20

2. Indien de in het eerste lid bedoelde vergunning tevens strekt tot het

aanbrengen van een omrastering is een recht verschuldigd van € 142,85

3. Voor twee of meer naast elkaar liggende graven, waarvan de omrastering

één geheel vormt, wordt voor het eerste graf het recht geheven bedoeld in

artikel 18, lid 2, voor het tweede graf en elk volgend graf een recht

per graf van € 95,20

Vooraanstaande vind geen toepassing als het een algemeen graf betreft

conform artikel 12a van deze verordening.

Artikel 19 - Schoonhouden en onderhouden

1. Voor het door of vanwege de gemeente schoonhouden en onderhouden van

graven, waarop gedenktekenen, kruisen, zerken of grafstenen zijn aan-

gebracht, is per belastingtijdvak een recht verschuldigd van:

a. indien een gedenkteken, kruis, zerk of grafsteen, benevens een

omrastering is aangebracht:

1. voor een enkel graf € 144,90

2. voor twee graven € 241,50

3. voor elk graf meer, mits de omrastering één geheel vormt met de

overige graven € 94,00

b. indien alleen een gedenkteken, kruis, zerk of grafsteen is aangebracht: 1. met opschrift betreffende één overledene € 72,85

2. met opschrift betreffende twee of meer overledenen € 94,00

2. Het schoonhouden en onderhouden bedoeld in artikel 19, lid 1, kan niet

langer dan tot het tijdstip, waarop de betreffende begraafplaats wordt

gesloten verklaard, aan de gemeente worden overgedragen.

Artikel 20 - Inwerkingtreding en citeertitel

1. De "Verordening lijkbezorgingsrechten gemeente Vlagtwedde 2010”, vastgesteld bij raadsbesluit

van 14 december 2010, no. 8, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid

genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft

op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de

datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde

datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de

tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing

van de rechten in die periode plaatsvindt.

4. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2012.

5. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening lijkbezorgingsrechten

gemeente Vlagtwedde 2012”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare
vergadering van 13 december 2011.
De raad voornoemd,
mevrouw L.A.M. Kompier, de heer K. Willems
voorzitter griffier