Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR251600
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR251600/1
Regeling vervallen per 01-01-2014
Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting Vlissingen 2013
Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2013
Intitulé
De raad van de gemeente Vlissingen;gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet
BESLUIT:
Vast te stellen de
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN
PRECARIOBELASTING VLISSINGEN 2013
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: periode van 24 uren, aanvangende te 0.00 uur, of een gedeelte daarvan;
- b.
week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;
- c.
maand: een kalendermaand;
- d.
jaar: een kalenderjaar;
- e.
vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.
- f.
terras: gedeelte van het trottoir of speciaal aangelegd platform voor een café, lunchroom, cafetaria, hotel en/of restaurant, met tafels, stoelen en/of andere zitplaatsen, waar iets genuttigd kan worden.
Artikel 2. Belastbaar feit
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3. Belastingplicht
- 1.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van een voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven de voor openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Artikel 4. Vrijstellingen
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
- a.
voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
- b.
voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij derden of die in gebruik zijn bij de gemeente ten behoeve van de uitvoering van werken voor rekening van derden;
- c.
voorwerpen welke ingevolge een wettelijk voorschrift moeten worden gedoogd;
- d.
deuren, welke krachtens een wettelijk voorschrift naar buiten moeten openslaan;
- e.
brievenbussen en telefooncellen;
- f.
balkons, erkers, luifels (mits deze niet voor reclame dienen) dakgoten
- g.
afvoerbuizen van hemelwater, welke aan een gebouw zijn aangebracht en niet meer dan 0,15 meter buiten de gevel uitsteken.
- h.
buizen in de grond, tot lozing van afval- of hemelwater op de gemeentelijke riolering;
- i.
bloemen- of plantenbakken;
- j.
voorwerpen ten dienste van het wegverkeer om het gebruik van wegen door zich daarop voortbewegend verkeer te vergemakkelijken, waaronder in ieder geval worden begrepen algemene bewegwijzeringen waarmee een algemeen belang wordt gediend;
- k.
voorwerpen op de openbare weg bij kleinschalige niet-commerciële buurtactiviteiten;
- l.
voorwerpen welke uitsluitend in het belang van de volksgezondheid voorzien of welke uitsluitend worden gebezigd voor weldadige doelen die zijn voorzien van het keurmerk van het centraal bureau fondsenwerving;
- m.
borden tot verhuur of verkoop van onroerende zaken waaraan deze borden zijn aangebracht.
- n.
borden waarvan de grootste afmeting niet meer bedraagt dan 0,50 meter, uitsluitend vermeldende naam en/of beroep of bedrijf, aangebracht plat tegen de gevel van percelen waar het beroep of het bedrijf wordt uitgeoefend of waar de belastingplichtige woont;
- o.
straatversiering, inclusief apparatuur ten behoeve van verlichting en/of geluidsweergave, mits niet permanent aangebracht en geen commerciële reclame of soortgelijke aanduidingen bevattend;
- p.
borden, palen en dergelijke die in verband met de verkiezingen van publiekrechtelijke lichamen zijn aangebracht.
Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.
Artikel 6. Berekening van de precariobelasting
- 1.
Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde maatstaf een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.
- 2.
Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.
- 3.
De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.
- 4.
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
- 5.
Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.
- 6.
In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting: a. indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;b. indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.
- 7.
Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.
Artikel 7. Belastingtijdvak
- 1.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
- 2.
In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.
Artikel 8. Wijze van heffing
- 1.
De naar jaartarieven geheven precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag.
- 2.
Andere dan de in het eerste lid bedoelde precariobelasting wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige kenbaar gemaakt.
Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting
- 1.
In de gevallen bedoeld in artikel 7, eerste lid, is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
In de gevallen bedoeld in artikel 7, tweede lid, is de precariobelasting verschuldigd bij het einde van het belastingtijdvak.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaafde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 4.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10. Termijnen van betaling
- 1.
De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen precariobelasting of andere heffingen meer is dan € 5.000,-- dat de aanslagen moeten worden betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
- 3.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen precariobelasting of andere heffingen minder is dan € 5.000,--, dat indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven, de aanslagen worden geïnd in acht gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. Het minimum totaal aan gemeentelijke belastingen voor de automatische incasso bedraagt € 50,--.
- 4.
De gevorderde bedragen als bedoeld in artikel 8, tweede lid, moeten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.
Artikel 11. Kwijtschelding
Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Artikel 13. Inwerkingtreding overgangsbepalingen/citeertitel
- 1.
De "Verordening precariobelasting Vlissingen 2012", vastgesteld bij raadsbesluit van 3 november 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.
- 4.
Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening precariobelasting
Vlissingen 2013".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Vlissingen d.d. 8 november 2012
de griffier, de voorzitter,
Mr. F. Vermeulen Drs. R.H. Roep
TARIEVENLIJST
behorende bij de"Verordening precariobelasting Vlissingen 2013"
Deel I Algemeen tarief precariobelasting
1. |
Het algemene tarief precariobelasting voor voorwerpen is van toepassing voor zover niet de bijzondere tarieven, zoals gemeld in hoofdstuk 2 van deze tarieventabel, van toepassing zijn. |
||
1.1. |
Het algemeen tarief bedraagt per m², voor zover deze tarieventabel daar niet specifiek in voorziet, door het voorwerp of de voorwerpen in beslag genomen gemeentegrond: |
|
|
1.1.1. |
per dag of korter |
€ |
1,16 |
1.1.2. |
per week |
€ |
2,33 |
1.1.3. |
per maand |
€ |
4,22 |
1.1.4. |
per jaar |
€ |
25,31 |
Deel II Bijzondere tarieven precariobelasting
2 |
Bouw-, sloop-, onderhouds-, grondwerken |
|
|
2.1. |
Het tarief bedraagt voor het bezetten, beleggen, afschutten of overdekken van voor de openbare dienst bestemde en als zodanig in gebruik zijnde grond of water per m2 per maand of korter met een minimumverrekening van per maand en met dien verstande, dat de ingenomen oppervlakte boven 100 m2 tot aan 1.100 m2 voor de helft en de overige m2 voor een tiende in aanmerking wordt genomen. |
€ € |
2,11 60,34 |
3. |
Kabels, buizen, leidingen, rails |
|
|
3.1. |
Het tarief bedraagt voor het hebben van buizen, andere bedoeld dan onder 4, geleidingen, kabels of rails, voor zover de gemeente voor het gebruik ervan geen concessie verleent of heeft verleend, voor elke m1 per jaar met een minimum verrekening per jaar van |
€ € |
1,66 60,34 |
4 |
Installaties vloeibare brandstoffen e.d. |
|
|
4.1. |
Het tarief bedraagt voor: |
|
|
4.1.1. |
een benzine- of oliepomp of dergelijke inrichting, met de daarbij behorende leidingen of buizen, per jaar |
€ |
180,99 |
4.1.2. |
een benzine- of olietank of dergelijke inrichting met de daarbij behorende leidingen of buizen per 1.000 liter inhoud of gedeelte daarvan per jaar |
€ |
18,09 |
4.1.3. |
een water- of luchtpomp of dergelijke inrichting, met de daarbij behorende leidingen per jaar |
€ |
60,34 |
4.1.4. |
een vulput, per jaar |
€ |
18,09 |
4.1.5. |
een afscheider of bezinkput of dergelijke inrichting, per jaar |
€ |
18,09 |
5 |
Diversen |
|
|
5.1. |
Het tarief bedraagt voor: |
|
|
5.1.1. |
een bord, zuil, lamp, lichtbak of een ander dergelijk tot reclame dienend voorwerp per jaar of gedeelte daarvan |
€ |
90,49 |
5.1.2 |
een automatisch verkooptoestel per jaar |
€ |
60,34 |
5.1.3. |
een uitstalkast of vitrine of voor het op andere wijze uitstallen van winkelgoederen, het plaatsen van kisten, manden, zakken, fusten en dergelijke voorwerpen, per m2 of gedeelte daarvan, per jaar of een gedeelte daarvan |
€ |
21,12 |
5.1.4. |
voorwerpen (met uitzondering lichtreclame (waaronder de eigen bedrijfsnaam)) op, onder of boven een terras per vierkante meter per maand of een gedeelte daarvan |
€ |
3,45 |
5.1.5. |
een kelderlicht of ingang per jaar |
€ |
12,07 |
5.1.6. |
een schoor, beer, kolom of enig ander middel ter ondersteuning per jaar |
€ |
12,07 |
5.1.7. |
een set reclameborden, per plaatsingspunt, per week of gedeelte daarvan |
€ |
15,07 |
5.1.8. |
een bord van het formaat A3 of A4, per plaatsingspunt, per week of gedeelte daarvan |
€ |
6,03 |
5.1.9. |
een bord groter dan het formaat A3, per plaatsingspunt, per week of gedeelte daarvan |
€ |
15,08 |
5.1.10 |
een spandoek, per plaatsingspunt, per week of een gedeelte daarvan |
€ |
15,08 |
6 |
Afsluiten straten / wegen |
|
|
6.1. |
De belasting bedraagt: |
|
|
|
voor het hebben van voorwerpen op plekken die daardoor een voor het openbaar verkeer opengestelde straat afsluit, per dag of korter voor de eerste week en daarna per dag |
€ € |
30,17 3,02 |
6.2. |
Het tarief bedoeld onder 6.1. is niet verschuldigd indien de afsluiting deel uitmaakt van een werkterrein waarop het tarief onder 2 van toepassing is. |
|
|
7. |
Standplaatsen |
|
|
7.1. |
Het tarief bedraagt voor het hebben van voorwerpen op een standplaats ten behoeve van de verkoop van boeken, tijdschriften, couranten, bloemen, fruit, sigaren, sigaretten, tabak, tabaksartikelen, patates-frites, verversingen en andere kleine eet- of koopwaar, ongeacht of deze verkoop plaatsvindt in een kiosk, tent, kraam of soortgelijke inrichtingen onder welke benaming ook, per standplaats, ter grootte: |
|
|
7.1.1. |
van 8 m2 of minder per dag of korter voor elke m2 meer per dag of korter |
€ € |
15,69 2,42 |
7.1.2. |
van 8 m2 of minder voor 1 dag of korter per week, gedurende een kalenderjaar voor elke m² meer voor 1 dag of korter per week gedurende een kalenderjaar |
€
€ |
337,84
42,22 |
7.1.3. |
van 8 m2 of minder per week of korter voor elke m2 meer per week of korter |
€ € |
42,22 6,03 |
7.1.4. |
van 8 m2 of minder per maand of korter voor elke m2 meer per maand of korter |
€ € |
118,88 15,07 |
7.1.5. |
van 8 m2 of minder per jaar voor elke m2 meer per jaar |
€ € |
1.055,74 132,72 |
Behorende bij de verordening precariobelasting Vlissingen 2013
dd. 8 november 2012
de griffier,
Mr. F. Vermeulen
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl