Regeling vervallen per 01-01-2020

Beleidsregel huishoudelijke hulp

Geldend van 15-04-2015 t/m 31-12-2019

Intitulé

Beleidsregel huishoudelijke hulp

Beleidsregel huishoudelijke hulp

1. Bevoegdheid

Beoordelingscriteria algemene voorziening huishoudelijke hulp (ex art. 8 lid 2 Verordening Wmo en Jeugdhulp)

 

2. Het onderzoek: alle stappen

Wanneer een cliënt aangeeft behoefte aan ondersteuning te hebben, richt het in te stellen onderzoek zich in de eerste plaats op de persoonskenmerken en de behoeften van de cliënt en de omstandigheden waarin de cliënt verkeert. Dit onderzoek richt zich op het in kaart brengen van mogelijkheden in zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Dit onderzoek moet antwoord geven op de vraag of er een noodzaak is voor ondersteuning.

Wanneer de medewerker van Porthos vaststelt dat ondersteuning nodig is, volgt een aantal stappen, in deze volgorde.

1) Kan de cliënt de ondervonden problemen in zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie (deels) zelf oplossen?

2) Kan het sociaal netwerk van deze cliënt hieraan een bijdrage leveren? Het eventueel kunnen inzetten van vrijwilligers behoort hier ook toe.

3) Wanneer dit niet of slechts gedeeltelijk het geval is, richt het onderzoek naar oplossingen zich op het inzetten van algemene of voorliggende voorzieningen.

4) Als na de voorgaande stappen nog steeds geen oplossing of enkel een deeloplossing is bereikt, komt de cliënt in aanmerking voor ondersteuning vanuit de Wmo in de vorm van een individuele voorziening. De medewerker van Porthos stelt een ondersteuningsplan op.

 

3. Beoordelingscriteria algemene voorziening huishoudelijke hulp

Wanneer de medewerker van Porthos tijdens de 3e stap in het in par. 2 beschreven proces tot de voorlopige conclusie komt dat een algemene voorziening een oplossing zou kunnen bieden voor de cliënt, wordt nagegaan of de algemene voorziening voor deze cliënt - rekening houdend met persoonskenmerken en behoeften - als een afdoende oplossing is aan te merken.

De algemene voorziening huishoudelijke hulp biedt een toereikende of afdoende oplossing wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • 1.

    de algemene voorziening is beschikbaar en toegankelijk;

  • 2.

    de algemene voorziening is een adequate oplossing;

  • 3.

    de algemene voorziening is (financieel) laagdrempelig.

 

Toelichting en verklaring:

 

Ad 1. “beschikbaar en toegankelijk”

Beschikbaar

De algemene voorziening huishoudelijke hulp is beschikbaar omdat diverse zorgaanbieders deze aanbieden. Daarnaast kan een algemene voorziening huishoudelijke hulp ook bij een individuele persoon (bijv. een ZZP-er) worden ingekocht.

Toegankelijk

Iedere inwoner kan huishoudelijke hulp via een algemene voorziening inkopen. Voor toegang is geen gemeentelijke toets nodig. Op het moment dat een cliënt aangeeft een beroep op de gemeente te willen doen, gaat bovenstaand proces lopen.

Ten aanzien van de cliënten die onder de norm voor de bijzondere bijstand komen verwijzen we naar de procedure onder 3. Porthos ondersteunt die cliënten bij hun aanvraag bijzondere bijstand.

Het totaal van deze stappen blijft binnen de wettelijke termijn van 8 weken.

 

Ad 2. “adequaat”

Een algemene voorziening huishoudelijke hulp is adequaat als daarmee het resultaat “een schoon en leefbaar huis” duurzaam behaald wordt. Kwantiteit en kwaliteit bepalen samen het behaalde resultaat. Omdat een algemene voorziening een ‘marktvoorziening’ is, is het aan de afnemer van deze voorziening om steeds te beoordelen of het resultaat ook daadwerkelijk is behaald. In dit geval betekent dat heel concreet dat de cliënt door het gebruik van de algemene voorziening in staat blijft om op een verantwoorde manier zelfstandig te wonen.

 

De cliënt moet over zodanige competenties (persoonskenmerken) beschikken dat deze zonder problemen kan omgaan met een algemene voorziening. Dit betekent dat de cliënt in staat is om de algemene voorziening geheel zelfstandig te organiseren en duurzaam in stand te houden.

In dit verband spreken we ook wel over ‘regisserend vermogen’. Het inzetten van een algemene voorziening vergt namelijk regisserende competenties. Deze burgers moeten in staat zijn om zelfstandig een keuze te kunnen maken uit het beschikbare aanbod, als werkgever of opdrachtgever van de hulp te kunnen fungeren (instrueren en aansturen, beoordelen van het geleverde werk en wanneer nodig corrigeren van de hulp), de ontvangen facturen te kunnen beoordelen, etc.

 

Ad 3. “(financieel) laagdrempelig”

Kenmerk van de algemene voorziening is dat deze voor iedereen betaalbaar is.

 

NB Ten behoeve van de cliënten die gelet op de omvang van de noodzakelijke voorziening onder de 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm (onder voorbehoud van wijziging) komen, heeft het College de beleidsregels bijzondere bijstand vastgesteld. Deze beleidsregel dient als herhaald en ingelast te worden beschouwd.

De uitvoering van de bijzondere bijstand ligt bij de gemeenschappelijke regeling Orionis. De beslissing op de aanvraag bijzondere bijstand wordt meegenomen in de beoordeling of huishoudelijke hulp in het individuele geval financieel laagdrempelig is en om die reden als algemene voorziening aangemerkt kan worden.

 

In het geval niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, wordt de aanvraag in behandeling genomen als een aanvraag om een individuele voorziening (ex art. 8 lid 1 Verordening Wmo en Jeugdhulp).