Verordening fonds cultuur, sport en onderwijs gemeente Vlissingen

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Fonds cultuur, sport en onderwijs gemeente Vlissingen

De raad van de gemeente Vlissingen;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 24 maart 2015;

gelet op artikel 149 Gemeentewet;

gezien het advies van Sociale Cliëntenraad Walcheren;

B E S L U I T:

vast te stellen de verordening fonds cultuur, sport en onderwijs gemeente Vlissingen.

Artikel 1. Begripsbepalingen

1. alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb); 2. het college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Vlissingen; 3. de raad: de gemeenteraad van de gemeente Vlissingen; 4. Orionis Walcheren: uitvoeringsorganisatie Walcherse gemeenten voor Werk en Inkomen.

Artikel 2. Doelstelling

Het doel van dit fonds is het bevorderen van de maatschappelijke participatie van de inwoners van de gemeente Vlissingen met een laag inkomen.

Artikel 3. Doelgroep

De volgende doelgroepen kunnen in aanmerking komen voor een bijdrage:1. Schoolgaande kinderen tot 18 jaar waarvan de ouders een inkomen hebben tot 110% van de toepasselijke bijstandsnorm. 2. Inwoners vanaf 18 jaar met een inkomen tot 110% van de toepasselijke bijstandsnorm; 3. Van een bijdrage zijn uitgesloten de studenten die een studie volgen waarvoor studiefinanciering volgens de Wet Studiefinanciering mogelijk is en vreemdelingen zonder geldige verblijfstitel.

Artikel 4. Hoogte van de bijdrage voor de te declareren kosten

1. maximaal € 140 per kind per jaar dat het basisonderwijs bezoekt. 2. maximaal € 260 per kind per jaar dat het voortgezet onderwijs bezoekt. 3. maximaal € 115 per persoon per jaar van 18 jaar en ouder.

Artikel 5. Kosten die gedeclareerd kunnen worden

1.Gemaakte kosten voor sociale en/of culturele activiteiten.

2. Gemaakte kosten voor sportactiviteiten

3. Gemaakte schoolkosten voor het basis en voortgezet onderwijs.

Artikel 6. Voorwaarden

  • 1.

    De belanghebbende moet de bijdrage aanvragen via het door Orionis Walcheren vastgestelde aanvraagformulier;

  • 2.

    Op de datum van aanvraag moet de aanvrager ingeschreven staan in de Basisregistratie Personen van de gemeente Vlissingen;

  • 3.

    Op de datum van aanvraag bedraagt het (gezins)- inkomen van de aanvrager maximaal 110 % van de toepasselijke bijstandsnorm. Daarnaast mag het vermogen op de datum van aanvraag niet meer bedragen dan het vrij te laten vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet. Voor zover het vermogen gebonden is in de door hemzelf of zijn gezin bewoonde woning met bijbehorend erf blijft deze voor de toepassing van het declaratiefonds buiten beschouwing;

  • 4.

    De aanvraag moet ingediend worden in het jaar waarin de kosten zijn gemaakt;

  • 5.

    Na indiening van de aanvraag wordt tot uitbetaling van de bijdrage overgegaan;

  • 6.

    De aanvrager verstrekt de betaalwijzen van de gemaakte kosten op naam van hemzelf of gezinsleden achteraf op verzoek aan Orionis Walcheren (bijvoorbeeld een nota, bankafschrift, toegangsbewijs of anderszins aannemelijk gemaakte kosten). Steekproefsgewijs vindt controle van de gemaakte kosten achteraf plaats.

Artikel 7. Uitvoering

De gemeenteraad draagt de bevoegdheid om besluiten te nemen op basis van deze verordening over aan Orionis Walcheren.

Artikel 8. Vaststelling en uitbetaling

Binnen 8 weken na aanvraag wordt het recht op een bijdrage vastgesteld nadat ook alle relevante inlichtingen zijn verstrekt en 4 weken na de datum van de vaststelling van de bijdrage vindt de uitbetaling aan de aanvrager plaats.

Artikel 9. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Indien het inkomen in geringe mate de norm van 110% overtreft en er is sprake van een schrijnende situatie voor de kinderen of volwassenen kan van de bepalingen van deze verordening worden afgeweken.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2015.

Aldus vastgesteld in de raad van 23 april 2015

De griffier, de voorzitter,

Mr. F. Vermeulen A.M. Demmers - van der Geest

Algemene toelichting

Het fonds cultuur, sport en onderwijs is een maatwerkvoorziening op grond van de Gemeentewet. Met dit fonds wordt beoogd dat mensen die een laag inkomen hebben toch deel kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer. Voorkomen van een sociaal isolement is een belangrijk uitgangspunt.

Artikelsgewijs toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 2. Doelstelling

Om de participatie op het gebied van onderwijs, sport en cultuur te bevorderen krijgt de doelgroep een bijdrage ter compensatie van de kosten van deze activiteiten. Hierbij kan worden gedacht aan het onderhouden van sociale contacten, vrijetijdsbesteding zoals ontspanning, recreatie, uitoefenen van hobby’s, volgen van cursussen, lidmaatschappen van verenigingen e.d.

Artikel 3. Doelgroep

In gezinsverband kan ieder gezinslid een bijdrage ontvangen. Studenten en personen zonder geldige verblijfstitel worden uitgesloten.

Artikel 4. Hoogte van de bijdrage

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 5. Kosten die gedeclareerd kunnen worden

Voorbeelden van sociale en culturele activiteiten zijn abonnementen, maar ook losse kaartjes voor een museum, concert, pretpark, dierentuin en de bioscoop. Een voorbeeld van een sport activiteit is de contributie van de voetbalvereniging, maar ook sportkleding. Voorbeelden van schoolkosten zijn: leermiddelen, (vrijwillige) ouderbijdragen, kosten excursie en dergelijke. Deze voorbeelden zijn geen limitatieve opsomming van de te vergoeden kosten. Het zijn slechts voorbeelden, dat wil zeggen dat ook andere kosten in aanmerking kunnen komen voor vergoeding.

Artikel 6. Voorwaarden

De aanvraag kan op ieder moment van het jaar worden ingediend en dus ook met terugwerkende kracht tot 1 januari van het desbetreffende jaar (is declaratiejaar). Controle op de gemaakte kosten vindt achteraf steekproefsgewijs plaats. De betaalbewijzen van de gemaakte kosten hoeven niet direct bij de aanvraag aangeleverd te worden. De aanvrager dient deze op verzoek, in verband steekproefsgewijze controle, achteraf te kunnen aantonen. Om participatie zo breed mogelijk te bevorderen wordt het vermogen in de eigen bewoonde woning vrijgelaten. Mensen die in de schuldsanering zitten, kunnen ook een bijdrage krijgen.

Artikel 7. Uitvoering

Gelet op de gemeenschappelijke regeling is Orionis Walcheren belast met de uitvoering van dit beleid.

Artikel 8. Vaststelling en uitbetaling

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 9. Hardheidsclausule

Het college kan van de verordening afwijken indien toepassing tot onbillijkheden leidt. Dit zou het geval kunnen zijn indien het inkomen in geringe mate de norm van 110% overtreft en er is sprake van een schrijnende situatie voor de kinderen. Dan kan van de bepalingen van deze verordening worden afgeweken.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen toelichting.