Regeling vervallen per 01-09-2021

Beleidsregels TONK gemeente Vlissingen

Geldend van 20-03-2021 t/m 31-08-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Beleidsregels TONK gemeente Vlissingen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen,

gelet op het besluit van het kabinet om tegemoet te komen aan het betalen van noodzakelijke kosten als gevolg van een inkomensterugval als gevolg van de Corona-crisis;

gelet op het advies van de Sociale Cliëntenraad Walcheren;

de wettelijke grondslagen:

- Participatiewet, in het bijzonder artikel 35,

- Titel 4.3 Algemene wet bestuursrecht

Besluit vast te stellen

Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)

Algemene bepalingen

Artikel 1 – begripsbepalingen

  • a.

    De begrippen zoals deze in de Participatiewet zijn gedefinieerd, gelden ook voor deze beleidsregels;

  • b.

    Onder deze beleidsregels wordt voorts verstaan onder:

    • 1.

      Dagelijks bestuur: het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren

    • 2.

      Wet: de Participatiewet

    • 3.

      Bijstandsnorm: de bijstandsnorm, bedoeld in artikel 21 en 22 van de wet

    • 4.

      Noodzakelijke kosten: kosten die rechtstreeks verband houden met wonen - niet zijnde een recreatief verblijf - voor zover deze hoger zijn dan de normhuur sociale huurwoningen van € 430 per maand met uitzondering van een aflossingsverplichting van de hypotheek. Onder deze lasten wordt in ieder geval verstaan kosten van huur en hypotheekrente erfpacht en de bijdrage VVE. Voor de kosten van opstalverzekering, gemeentelijke belastingen en waterschapslasten die betrekking hebben op het eigenaarsdeel, geldt een forfaitair bedrag van € 159 per maand. Ook wordt onder noodzakelijke kosten verstaan de voorschotten voor “gas-licht-water” voor zover dit meer bedraagt dan € 165 per maand voor een tweepersoonshuishouden en € 112 voor een éénpersoonshuishouden.

    • 5.

      Overige noodzakelijke kosten: Andere dan onder “Noodzakelijke kosten” genoemde maandelijkse verplichtingen voor privé-doeleinden die gelet op de individuele omstandigheden noodzakelijk zijn, niet opzegbaar en onontkoombaar.

    • 6.

      Inkomen: Alle middelen als bedoeld in artikel 31 en artikel 32 van de wet

    • 7.

      Vermogen: Alle beschikbare middelen die op grond van artikel 34 lid 2 van de wet privé beschikbaar zijn of redelijkerwijs liquide zijn te maken

    • 8.

      Inkomensterugval: Een onvoorzienbare, onvermijdelijke en substantiële terugval in inkomen ten gevolge van de coronacrisis.

Artikel 2 – doel en reikwijdte van de regeling

  • a.

    Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor de aanvrager:

    • 1.

      die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken heeft met een onvoorzienbare en onvermijdelijke inkomensterugval.

    • 2.

      die daardoor noodzakelijke kosten zoals woonlasten niet meer kan voldoen, en

    • 3.

      waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden.

  • b.

    De kring van rechthebbenden zijn inwoners van de gemeente Vlissingen die – gelet op de bepalingen van de wet – aanspraak kunnen maken op een voorziening.

  • c.

    Er wordt volstaan met een verklaring van de inwoner dat de inkomensterugval het gevolg is van de coronacrisis.

Vaststelling van het recht op bijstand

Artikel 3 – noodzakelijke kosten

  • a.

    Voor de noodzakelijke kosten kan bijstand verleend worden als deze niet betaald kunnen worden uit de beschikbare draagkracht uit inkomen als bedoeld in artikel 4 of draagkracht uit vermogen als bedoeld in artikel 5.

  • b.

    Voor overige noodzakelijke kosten kan bijstand worden verleend als deze niet betaald kunnen worden uit de beschikbare draagkracht uit inkomen als bedoeld in artikel 4 of draagkracht uit vermogen als bedoeld in artikel 5 én als deze kosten aannemelijk zijn gemaakt en niet bovenmatig zijn. Voor aflossingsverplichtingen kan geen bijstand worden verleend.

  • c.

    De tegemoetkoming TONK is gemaximeerd op een bedrag van € 3000,00 per huishouden.

Artikel 4 – draagkracht uit inkomen

  • a.

    De in aanmerking te nemen draagkracht is het verschil tussen het inkomen inclusief eventuele aanspraken op vakantietoeslag en 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

  • b.

    Van het onder a genoemde verschil wordt 80% geacht aangewend te kunnen worden om de noodzakelijke kosten zelf te dragen.

Artikel 5 – draagkracht uit vermogen

  • a.

    De beschikbare middelen die hoger zijn dan de in artikel 34 lid 2 van de wet genoemde bedragen, worden volledig als eigen draagkracht beschouwd om de noodzakelijke kosten te bestrijden.

  • b.

    De kosten van roerende goederen blijven voor de toepassing van deze regeling buiten beschouwing tenzij dit – gelet op de doelstelling van de wet – onredelijk is.

Aanvraagprocedure

Artikel 6 – aanvraag

  • a.

    De aanvraag voor de tegemoetkoming wordt digitaal ingediend via www.orioniswalcheren.nl. In afwijking van deze digitale aanvraag is, bij bijzondere omstandigheden, een schriftelijke aanvraag mogelijk met een door het Dagelijks Bestuur vastgesteld formulier.

  • b.

    Op de aanvraag wordt uiterlijk binnen 4 weken een besluit genomen.

  • c.

    Aanvrager verstrekt bij de aanvraag; bewijsstukken van de beschikbare middelen van de maand januari 2021 dan wel de eerste maand waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd

  • d.

    Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend tot 1 september 2021.

Artikel 7 – terugwerkende kracht

Een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd met ingang van 1 januari 2021.

Artikel 8- duur

  • a.

    De tegemoetkoming TONK wordt verstrekt voor ten hoogste de periode van 1 januari 2021 tot 1 juli 2021.

  • b.

    Bij toekenning wordt het bedrag van de tegemoetkoming maandelijks betaalbaar gesteld.

Overige bepalingen

Artikel 9 – Handhaving

  • a.

    De plicht tot het tijdig verstrekken van inlichtingen op grond van artikel 17 van de wet is onverkort van toepassing op deze beleidsregels

  • b.

    Als inlichtingen die redelijkerwijs van invloed zijn op de hoogte van de verstrekking niet zijn opgegeven, zijn artikel 58 lid 1 (terugvordering) en artikel 18a (boete) van de wet volledig van toepassing.

  • c.

    Het Dagelijks bestuur heeft de bevoegdheid om steekproefsgewijs te controleren of de gegevens in overeenstemming zijn met de verklaring van belanghebbende. De bepalingen over de verplichting van medewerking in de wet zijn onverkort van toepassing op de uitvoering van deze regels.

Artikel 10 – Hardheidsclausule

In situaties waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het Dagelijks Bestuur.

Artikel 11 – Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2021. De beleidsregels vervallen per 1 september 2021.

Artikel 12 – Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels TONK Orionis Walcheren”

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

De begripsbepalingen zijn aanvullend op de begripsbepalingen die in de Participatiewet staan. Specifiek zijn twee kosten genoemd:

  • a.

    Noodzakelijke kosten. Dit zijn kosten die rechtstreeks gekoppeld kunnen worden aan de woning. Dit zijn de kosten die ook bij een berekening van woonkostentoeslag van toepassing zijn. Dit is vermeerderd met een minimale onderhoudscomponent zoals dit volgens de NIBUD berekeningen van toepassing is. Sommige (bedrijfswoningen) hebben nu eenmaal vanwege grootte en locatie met een hoger verbruik van gas, licht en water te maken. Bij toekenning van een TONK voor woonkosten wordt geen verhuisverplichting opgelegd.

  • b.

    Aanvullende noodzakelijke kosten. Als gevolg van de plotselinge inkomensterugval kan er sprake zijn van benodigde aanpassingstijd om zich aan te passen aan een (tijdelijk) lagere levensstandaard. Lopende verplichtingen kunnen niet direct worden aangepast. Als dit goed onderbouwd is, kan hiervoor bijstand worden verstrekt. Geen bijstand kan wordt verleend voor financiële betalingsverplichtingen, zoals het aflossen van een lening of een publiekrechtelijke premie.

Artikel 2

In dit artikel wordt het doel en de reikwijdte van de regeling omschreven. Aansluiting wordt gezocht wie er op grond van de Participatiewet artikel 11, lid 1 recht op bijstand zou hebben of er juist van uitgesloten is. Het moet bijvoorbeeld gaan om een Nederlander of iemand die voor de Participatiewet gelijkgesteld kan worden met een Nederlander. Als er een uitsluitingsgrond als bedoeld in artikel 13 Participatiewet van toepassing is, is er geen recht op bijstand. De noodzaak voor financiële ondersteuning moet rechtstreeks het gevolg zijn de Corona-maatregelen. De inwoner verklaart deze inkomensterugval op het aanvraagformulier. Indien de inkomensterugval niet het gevolg is van Corona zijn de beleidsregels bijzondere bijstand van toepassing.

Artikel 3

Noodzakelijke kosten zijn vooral kosten in verband met wonen. De normhuur is een bedrag dat iemand met een bijstandsuitkering maximaal zou kunnen betalen. De meerkosten komen voor bijstand in aanmerking. Hierbij wordt aangesloten bij de beleidsregels bijzondere bijstand. Daarnaast is een mogelijkheid opgenomen voor de eventuele meerkosten van gas-licht-water. Bijvoorbeeld omdat een vrijstaande bedrijfswoning eenmaal meer verplichtingen met zich mee kan brengen.

Er kunnen ook andere verplichtingen zijn die niet direct terug te herleiden naar woonkosten. Dit kunnen kosten zijn die als gevolg van het onvoorziene karakter niet direct teruggebracht konden worden naar een niveau dat gebruikelijk zou zijn voor iemand met een minimuminkomen. Dit moet wel aannemelijk gemaakt zijn.

Voor de uitvoerbaarheid van de regeling wordt de maand januari als basis genomen. De verwachting is dat de gevolgen van de lock-down nog enige tijd aanhouden. En bijna alle ondernemers hebben eigenlijk al in de maanden voorafgaand aan januari behoorlijk ingeteerd om privé-lasten te kunnen betalen.

Voor de totale kosten wordt wel een financieel plafond ingesteld om de regeling betaalbaar te houden.

Artikel 4

Vanuit het inkomen op bijstandsniveau kan iemand zelf de noodzakelijke woonlasten betalen tot een bedrag van € 430,00. Voor de meerkosten kan iemand in aanmerking komen voor een tegemoetkoming TONK. Hierbij wordt gekeken naar de aanwezige draagkracht. Draagkracht is de mogelijkheid die iemand heeft om de kosten zelf te betalen. Hierbij wordt gekeken naar het inkomen boven 110% van de bijstandsnorm (grensbedrag). Van het verschil tussen dit grensbedrag en het werkelijke inkomen wordt vervolgens 80% als draagkracht gezien. Hoe groter de draagkracht, hoe lager de tegemoetkoming TONK.

De eerste 110% van de bijstandsnorm wordt niet meegenomen als draagkracht. Deze 110% wordt buiten beschouwing gelaten omdat deze inwoners veelal een eigen onderneming hebben. Er wordt weliswaar onvoldoende omzet gegenereerd, maar ook als privé persoon worden er kosten gemaakt om te wennen aan het nieuwe bestedingspatroon. Het meerdere wordt voor 80% meegenomen, omdat een hogere directe woonlast ook vaak extra indirecte kosten met zich meebrengt. Dit komt overeen met een landelijk voorstel.

Artikel 5

De wet biedt de mogelijkheid om vermogensbestanddelen geheel of gedeeltelijk mee te nemen. De focus ligt voornamelijk op direct beschikbare of beschikbaar te maken middelen. Denk bijvoorbeeld aan de spaarrekening of een beleggingsportefeuille. Roerende goederen blijven buiten beschouwing tenzij dit onredelijk is. Zo blijven ‘gewone’ auto’s buiten beschouwing, maar een auto in het hogere segment of een luxe tweede auto kan wel in aanmerking genomen worden.

Artikel 6

Gekozen is voor een digitale werkwijze zoals dit ook bij de uitvoering van de TOZO gebruikelijk is. Dit is voor veel aanvragers een bekende werkwijze. De verwachting is dat het overgrote deel van de aanvragers ook ondernemers zijn. In uitzonderlijke situaties is er de mogelijkheid een aanvraag fysiek in te dienen.

Artikel 7

De inwoners van de gemeente Vlissingen wordt een mogelijkheid van respijt geboden voor het doen van een aanvraag. Dit in het kader van toegankelijkheid van de tegemoetkoming.

Artikel 8

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 9

Omdat bij de uitvoering van deze regeling uitgegaan wordt van vertrouwen, is het niet meer dan logisch om de gevolgen te noemen als dit vertrouwen beschaamd wordt. Deze vloeien direct voort uit de Participatiewet.

Artikel 10

Wanneer de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het dagelijks bestuur, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikelen 11 t/m 12

Deze artikelen behoeven geen toelichting.

Ondertekening

Aldus vastgesteld te Vlissingen op 4-3-2021

Burgemeester en wethouders,

de secretaris, de burgemeester,

mr. drs. ing. M. van Vliet drs. A.R.B. van den Tillaar