Verordening stimuleringslening duurzame particuliere woningverbetering Vlissingen 2011

Geldend van 06-04-2011 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Verordening stimuleringslening duurzame particuliere woningverbetering Vlissingen 2011

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

het college:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen;

b.

de raad:

de gemeenteraad van Vlissingen;

c.

duurzame particuliere woningverbetering:

het treffen van energiebesparende maatregelen aan dan wel voorzieningen ter verbetering van een individuele, door de eigenaar bewoonde woning, op een zodanige wijze dat instandhouding van de lagere woonlasten en/of wooncomfort gedurende een langere periode zijn gewaarborgd;

d.

leningenplafond:

het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor het verstrekken van leningen, zoals bedoeld in deze verordening;

e.

SVn:

Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten;

f.

Stimuleringsfonds Particuliere Woningverbetering:

het fonds waaruit de gemeente, op grond van haar deelnemingsovereenkomst met SVn, een lening voor duurzame particuliere woningverbetering kan toekennen, en waarin de rente en de aflossingen over deze leningen

worden teruggestort;

g.

Stimuleringslening Duurzame Particuliere Woningverbetering:

een lening die ten doel heeft om eigenaars/bewoners te stimuleren om hun woning op te knappen (particuliere

woningverbetering) en die wordt verstrekt volgens de in deze verordening vastgestelde regels;

h.

aanvraag:

een schriftelijk verzoek aan het college om voordracht bij de SVn voor een stimuleringslening;

i.

aanvrager:

de eigenaar die de aanvraag doet. Bij twee of meer eigenaren van één woning gelden zij gezamenlijk als aanvrager;

j

eigenaar/bewoner:

degene die volgens het kadaster de woning in eigendom heeft en die de woning op het moment van aanvraag feitelijk bewoont;

k.

vooroorlogse woning:

woning die voor 1 januari 1946 is gebouwd;

l.

EPA-maatwerkadvies:

een EnergiePrestatieAdvies dat voorafgaand aan het uitvoeren, plaatsen of aanbrengen van één of meer van de in artikel 8 derde lid genoemde maatregelen wordt opgesteld door een gecertificeerd bedrijf en dat voldoet aan BRL 9500-02 voor bestaande woningen, dan wel de meest recente opvolgende landelijk geldende eis op dit gebied.

Artikel 2. Stimuleringsfonds Particuliere Woningverbetering

  • 1. De provincie Zeeland heeft een Stimuleringsfonds Particuliere Woningverbetering ingericht waaruit aan de in artikel 6 tweede lid bedoelde eigenaar/bewoners leningen kunnen worden toegekend voor het treffen van energiebesparende maatregelen aan dan wel ter verbetering van hun woning op een zodanige wijze dat de instandhouding gedurende een langere periode is gewaarborgd.

  • 2. De leningen als bedoeld in het eerste lid kunnen worden toegekend tot en met 31 december 2013.

  • 3. Het Stimuleringsfonds Particuliere Woningverbetering is ondergebracht bij SVn en past binnen de deelnemingsovereenkomst tussen de provincie Zeeland en SVn.

Artikel 3. Documenten

Op de leningen voor duurzame particuliere woningverbetering zijn van toepassing de SVndocumenten ‘Algemene bepalingen voor geldleningen’ en de ‘Productspecificaties van

stimuleringsleningen’ zoals deze documenten aanwezig zijn in de SVn-informatiemap die deel uitmaakt van de deelnemingsovereenkomst tussen provincie Zeeland en SVn.

Artikel 4. Werkingssfeer

De raad kan de werkingssfeer van deze verordening of onderdelen daarvan naar tijd en plaats beperken of verruimen.

Artikel 5 Bevoegdheid college

  • 1. Het college is bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in deze verordening een Stimuleringslening Duurzame Particuliere Woningverbetering toe te kennen aan de in artikel 6 tweede lid bedoelde eigenaar/bewoners.

  • 2. Het college kan bij zijn beslissing op grond van het eerste lid rekening houden met financiële steun die op grond van enige andere regeling is of kan worden toegekend.

  • 3. Het college kan aan de toekenning van een Stimuleringslening Duurzame Particuliere Woningverbetering nadere voorwaarden verbinden.

Artikel 6. Toepassingsbereik

  • 1. Deze verordening is uitsluitend van toepassing op woningen in de gemeente Vlissingen, die geschikt en bestemd zijn voor permanente bewoning en een WOZ-waarde vertegenwoordigen van maximaal € 170.000,--

  • 2. Deze verordening is van toepassing op leningaanvragen van in de gemeente Vlissingen woonachtige verblijfsgerechtigde personen en personen die in de gemeente Vlissingen komen wonen en eigenaar worden van de te verbeteren woning.

  • 3. Deze verordening is uitsluitend van toepassing op vooroorlogse woningen in de gemeente Vlissingen.

Artikel 7. Financiering

  • 1. Het leningenplafond voor de gemeente Vlissingen is tot en met 31 december 2011 vastgesteld op € 270.000,--

  • 2. Na 31 december 2011 vervalt het leningenplafond genoemd in het eerste lid en komt het resterende deel van het stimuleringsfonds op volgorde van aanvraag voor alle gemeenten in Zeeland beschikbaar tot en met 31 december 2013.

  • 3. De minimale hoogte van de lening bedraagt € 5.000,--, de maximale hoogte bedraagt € 30.000,--

  • 4. De lening heeft een looptijd van maximaal twintig jaren, ingaande op het moment dat de lening geacht moet worden definitief te zijn vastgesteld.

  • 5. Maximaal 30% van het geleende bedrag mag worden aangewend voor de vernieuwing van badkamer en keuken.

  • 6. Het rentepercentage bedraagt 1% en geldt gedurende de gehele looptijd van de lening.

Artikel 8. Lening

  • 1. Aan een eigenaar/bewoner van een woning als bedoeld in artikel 6 eerste lid kan een lening worden toegekend voor het treffen van energiebesparende maatregelen aan dan wel voorzieningen ter verbetering van de woning.

  • 2. De kosten van aannemers, erkende installateurs en leveranciers betreffende de maatregelen in het derde en zesde lid komen in aanmerking voor financiering met een lening als bedoeld in deze verordening.

  • 3. Tot de energiebesparende maatregelen worden die maatregelen gerekend die genoemd staan in het EPA-maatwerkadvies. Tot deze maatregelen worden in ieder geval en uitsluitend en in eerste aanleg gerekend:

    • a.

      isolatie (minimaal Rc 2.5);

    • b.

      grijswater circuit;

    • c.

      cv-ketel;

    • d.

      zonne-energie;

    • e.

      warmtepomp;

    • f.

      warmteterugwinning douchewater;

    • g.

      warmtekrachtkoppeling;

    • h.

      opmaak energielabel met maatwerkadvies

  • 4. De maatregelen genoemd in het derde lid sub a tot en met h worden nader gespecificeerd in bijlage I.

  • 5. Voor de kosten van de in het derde lid sub a tot en met sub g genoemde maatregelen geldt dat zij enkel in aanmerking worden genomen ingeval zij - na realisatie - op zich dan wel gezamenlijk leiden tot verbetering van het energielabel met ten minste één klasse. De verbetering van het geldig energielabel dient aangetoond te worden door een erkende EPA-adviseur (Energie Prestatie Advies).

  • 6. De kosten van aannemers, erkende installateurs en leveranciers betreffende de volgende voorzieningen ter verduurzaming en verbetering van de woning komen in aanmerking voor financiering met een lening als bedoeld in deze verordening:

    • a.

      het treffen van voorzieningen tot opheffen van gebreken aan het casco van de woning, alsmede het plegen van groot onderhoud.

    • b.

      Onder het casco van de woning wordt verstaan:

      • ·

        de funderingen, dragende muren en kolommen, het geraamte van het gebouw met de ondergrond, het ruwe metsel- en voegwerk, vloeren, buitengevels inclusief kozijnen met ramen en deuren, balkconstructies, daken inclusief bedekking en randafwerking, alsmede alle lood- en zinkwerken, gootconstructies, dakkapellen, dakramen, schoorstenen, rookgasafvoeren en ventilatiekanalen;

      • ·

        de technische installaties, met daarbij behorende leidingen voor gas, water en elektriciteitsvoorziening en de afvoer van afval- en hemelwater met de riolering.

    • c.

      Onder het treffen van voorzieningen tot het opheffen van gebreken wordt verstaan:

      • ·

        het verbeteren van een fundering op staal;

      • ·

        het herstel van de gevels en dragende muren;

      • ·

        het herstel van vloerconstructies;

      • ·

        het herstel van kapconstructies, waaronder wordt verstaan het repareren of het vernieuwen van de kapconstructie, zoals gordingen, muurplanten en spant(en);

      • ·

        verwijderen asbest en/of loden leidingen en vervangen van afgekeurde installaties.

    • d.

      Onder groot onderhoud wordt verstaan:

      • ·

        het in stand houden van het casco zoals vermeld in artikel 8, zesde lid sub b

      • ·

        het opheffen van gebreken zoals vermeld in artikel 8, zesde lid sub c.

  • 7. De maatregelen genoemd in het zesde lid sub c worden nader gespecificeerd in bijlage II.

  • 8. Bij de uitvoering van de genoemde werkzaamheden dient zoveel als mogelijk gebruik te worden gemaakt van duurzaam geproduceerde bouwmaterialen.

  • 9. Het college kan de hiervoor vermelde lijst van maatregelen genoemd onder hert derde en zesde lid uitbreiden en inkorten.

Artikel 9. Rente en aflossing

  • 1. De eigenaar/bewoner betaalt maandelijks rente en aflossing volgens de SVn-voorwaarden.

  • 2. Extra aflossing van de lening is altijd en zonder boete mogelijk.

  • 3. Bij verkoop van de woning wordt de restant schuld ineens en volledig afgelost.

Artikel 10. Omgevingsvergunning

Indien er werkzaamheden plaatsvinden aan een woning dient men rekening te houden met het bestemmingsplan, de welstandsnota en het monumenten- en stadsvernieuwingsbeleid van de gemeente Vlissingen. Werkzaamheden kunnen omgevingsvergunningsplichtig zijn. Het in bezit zijn van een omgevingsvergunning dan wel zicht hebben op een omgevingsvergunning kan een voorwaarde zijn om in aanmerking te komen voor een lening.

Artikel 11. Aanvraag

Een aanvraag om een stimuleringslening wordt schriftelijk bij het college ingediend en gaat vergezeld van een opgave van:

  • a.

    tekening van de bestaande en/of nieuwe toestand. (plattegronden, gevelaanzichten en doorsnede van de woning voorzien van voldoende maatvoering.)

  • b.

    opgave van de te treffen maatregelen;

  • c.

    een kopie van de samenvatting van het EPA-maatwerkadvies en geldig energielabel indien energiebesparende maatregelen worden getroffen;

  • d.

    de werkelijke kosten van de te treffen maatregelen alsmede een financiële onderbouwing van deze opgave;

  • e.

    een kopie van een eventueel benodigde omgevingsvergunning.

Artikel 12. Beslissing op de aanvraag

  • 1. Het college bevestigt de ontvangst van de aanvraag als bedoeld in artikel 11 binnen twee weken.

  • 2. Indien de aanvraag niet alle gegevens bevat die het college voor het nemen van een beslissing noodzakelijk acht, stelt het college aanvrager in de gelegenheid de aanvraag binnen een termijn van vier weken te completeren.

  • 3. Indien de aanvraag niet binnen de aangegeven termijn gecompleteerd is verklaart het college de aanvraag niet-ontvankelijk.

  • 4. Het college handelt de aanvragen in volgorde van binnenkomst af.

  • 5. Het college beslist op de aanvraag binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag compleet is ontvangen.

  • 6. Het college kan haar beslissing eenmaal voor ten hoogste acht weken verdagen.

  • 7. Uit overschrijding van de in het vijfde lid bedoelde termijn kan de aanvrager niet afleiden dat zijn aanvraag is of wordt gehonoreerd.

  • 8. De uitvoering van de te treffen maatregelen dienen binnen twaalf maanden na toekenning te zijn uitgevoerd en afgerond.

Artikel 13. Afwijzen aanvraag

Het college wijst de aanvraag af, indien:

  • a.

    het leningenplafond bereikt is of het resterende budget in de voorziening Stimuleringsfonds Particuliere Woningverbetering niet toereikend is om de aanvraag te honoreren;

  • b.

    de werkelijke kosten van verbetering naar zijn oordeel niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;

  • c.

    de werkelijke kosten van verbetering lager zijn dan het minimumbedrag zoals genoemd in artikel 7 derde lid;

  • d.

    de aanvraag wordt ingediend na het treffen van de maatregelen en de gemeente vooruitlopend op de uitvoering geen instemming heeft verleend aan het verbeteringsplan;

  • e.

    naar zijn oordeel gegronde redenen bestaan aan te nemen dan wel vastgesteld wordt dat niet aan de voorwaarden en bepalingen van deze verordening wordt of zal worden voldaan.

Artikel 14. Toetsing aanvrager

  • 1. Aanvrager wordt getoetst door SVn.

  • 2. SVn voert een kredietbeoordeling uit. De kosten hiervan komen voor rekening van de aanvrager.

  • 3. De toekenning van een Lening Duurzame Particuliere Woningverbetering is afhankelijk van de resultaten van de in het eerste lid genoemde toets en de in het tweede lid genoemde beoordeling.

  • 4. SVn beheert de toegekende lening voor duurzame particuliere woningverbetering.

  • 5. Verstrekte leningen worden geregistreerd door het Bureau Krediet Registratie.

Artikel 15. Bouwkrediet

  • 1. Verstrekking van de Lening Duurzame Particuliere Woningverbetering vindt plaats via een bouwkrediet van SVn.

  • 2. De facturen worden ingediend bij de gemeente. Na akkoord van de gemeente betaalt SVn de gemaakte kosten rechtstreeks aan de aannemers, installateurs en/of leveranciers.

  • 3. Uitbetaling door SVn vindt plaats naarmate het werk vordert en op basis van gespecificeerde facturen van door aannemers, erkende installateurs en leveranciers geleverde goederen en diensten.

Artikel 16. Hardheidsclausule

Het college is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.

Artikel 17. Inwerkingtreding en werkingsduur

  • 1. Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2011.

  • 2. De werkingsduur van deze verordening is gekoppeld aan de duur van de Tijdelijke stimuleringsregeling duurzame particuliere woningverbetering van de provincie Zeeland.

Artikel 18. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening stimuleringslening duurzame particuliere woningverbetering Vlissingen 2011’.

Vlissingen, 31 maart 2011.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 31 maart 2011.

de griffier, de voorzitter,

mr. F. Vermeulen drs. R.H. Roep

Bijlage I Specificatie energiebesparende maatregelen

Isolatie

De isolatiewerkzaamheden die onder deze verordening vallen zijn:

  • -

    gevelisolatie;

  • -

    dakisolatie;

  • -

    vloer- en bodemisolatie;

  • -

    HR-glas met een minimale warmtedoorgangscoëfficiënt van twee W/m2K.

Grijswatercircuit

Het grijswatercircuit moet voor huishoudelijk gebruik worden aangebracht met minimaal aangesloten de toiletspoelingen en minimaal een voorraadvat van twee m³.

CV-ketel

De cv-ketel moet het gaskeurHR keurmerk hebben en mag eventueel gecombineerd worden met een warmtepomp.

Zonne-energie

De PV-installatie moet een minimaal vermogen hebben van 0,5 kWp en zijn aangebracht conform de NEN 1010. De zonneboiler moet een minimale jaaropbrengst hebben van 3,1 GJ.

Warmtepomp

De warmtepomp moet gebruikt worden voor de hoofdverwarming en minimaal een thermisch

vermogen hebben van 3,2 kW of moet ondersteunend zijn voor de cv-ketel en opgenomen zijn in het verwarmingscircuit.

Warmteterugwinning douchewater

De warmteterugwinning uit douchewater (douche-WTW) moet minimaal aangesloten zijn op één douche.

Warmtekrachtkoppeling

De warmtekrachtkoppeling (wkk) moet minimaal een thermisch vermogen hebben van 3,2 kW en kan bestaan uit een HRe ketel of een vergelijkbaar toestel dat zowel warmte als elektriciteit opwekt.

Energielabel

Het energielabel moet voorzien zijn van een maatwerkadvies.

Bijlage II Specificatie opheffen van gebreken

Het verbeteren van een fundering op staal. Hieronder wordt verstaan:

  • ·

    het ontgraven van de fundering;

  • ·

    het slopen van een verzakt gedeelte;

  • ·

    het opmetselen en het aanhelen;

  • ·

    het maken van een begane grond vloerconstructie met inkassing van de gevels.

Het herstel van de gevels en dragende muren. Hieronder wordt verstaan;

  • ·

    het vervangen van halfsteens of steens metselwerk of spouwmuur of vergelijkbare constructies;

  • ·

    het vervangen van buitenkozijnen, inclusief bijbehorende ramen en deuren;

  • ·

    het vervangen van lateien.

Het herstel van vloerconstructies. Hieronder wordt verstaan:

  • ·

    het slopen van plinten en verrotte vloerdelen;

  • ·

    het slopen van verrotte balken en/of het waterpas stellen van bestaande balken;

  • ·

    het aanbrengen van (nieuwe) balken of vloeren of vloerdelen;

  • ·

    het vervangen, in samenhang met de vloer, van trappen.

Het herstel van kapconstructies, waaronder wordt verstaan het repareren of het vernieuwen

van de kapconstructie, zoals gordingen, muurplanten, spant(en) en in samenhang hiermee:

  • ·

    het afhalen en het aanbrengen (zo nodig vernieuwen) van de dakbedekking;

  • ·

    het afhalen en het aanbrengen (zo nodig vernieuwen) van de panlatten, tengels en dakbeschot;

  • ·

    het vernieuwen van goten;

  • ·

    het vernieuwen van schoorstenen.

Verwijderen asbest en/of loden leidingen en vervangen installaties:

  • ·

    het verwijderen van asbest en/of loden leidingen die in de woning aanwezig zijn;

  • ·

    het vervangen van afgekeurde gas- en/of elektrische installaties.