Nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg 2016

Geldend van 24-11-2016 t/m heden

Intitulé

NADERE REGELS VOOR HET PLAATSEN VAN VOORWERPEN OP OF AAN DE WEG 2016

A. Algemeen

  • 1.

    De voorwerpen mogen slechts gedurende de daarvoor strikt benodigde tijd op of aan de weg worden geplaatst.

  • 2.

    Tenzij hierna anders is bepaald, moet te allen tijde een vrije doorgangsruimte van tenminste 3,50 meter breed van de rijbaan en 4,20 meter hoog boven de rijbaan aanwezig zijn voor voertuigen en tenminste 1,50 meter breed voor voetgangers en rolstoelgebruikers op het voor hen bestemde weggedeelte.

  • 3.

    De aanrijroutes van de brandweer moeten te allen tijde vrij blijven.

  • 4.

    Alle panden moeten bereikbaar blijven voor de hulpverleningsdiensten en huisvuilophaaldiensten.

  • 5.

    De voorwerpen op of aan de weg mogen geen belemmering opleveren voor het verkeer.

  • 6.

    Overlast als gevolg van het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg voor in de nabijheid gelegen onroerende zaken moet zoveel mogelijk worden voorkomen of beperkt.

  • 7.

    Aanwijzingen, gegeven door ambtenaren van politie, dan wel andere bevoegde ambtenaren, moeten worden opgevolgd.

  • 8.

    Degene die voorwerpen op of aan de weg plaatst of heeft geplaatst of degene in wiens opdracht de voorwerpen worden of zijn geplaatst moet alle mogelijke maatregelen nemen om te voorkomen dat de gemeente dan wel derden ten gevolge van zijn handelen schade zullen lijden.

  • 9.

    Degene in wiens opdracht de voorwerpen op of aan de weg zijn geplaatst, vrijwaart de gemeente van alle schade die als gevolg van of in directe samenhang met de plaatsing of de aanwezigheid van de voorwerpen ontstaat.

B. Uitstallingen

Zie ook de nadere regels onder A. Algemeen.

  • 1.

    Uitstallingen mogen uitsluitend tijdens de openingstijden van de onderneming op of aan de weg aanwezig zijn.

  • 2.

    De breedte van de uitstallingen mag niet meer bedragen dan de breedte van het perceel.

  • 3.

    De diepte van de uitstallingen mag, gemeten vanaf de gevel, of gelet op de situatie ter plaatse gemeten vanaf een ander vlak, maximaal 1 meter bedragen.

C. Containers

Zie ook de nadere regels onder A. Algemeen.

  • 1.

    De containers dienen van een markering voorzien te zijn die aan de volgende eisen voldoet:

    • op ieder zijvlak en op de kopstukken moeten aan de buitenzijde 2 markeringsstrepen aanwezig zijn;

    • de markeringen dienen nabij de plaats waar de zijden of het kopstuk en de zijden elkaar raken zodanig te zijn aangebracht dat de afstand tussen het laagste punt van de markeringen en de onderkant van de container minimaal 0,4 meter en maximaal 1,55 meter bedraagt;

    • de markeringen dienen bij voorkeur verticaal en slechts wanneer dit niet mogelijk is horizontaal te zijn aangebracht;

    • de markeringen moeten vast, dat wil zeggen niet verwijderbaar, zijn bevestigd;

    • de markeringen dienen minimaal van klasse II retro-reflecterend materiaal te zijn in de kleuren rood/wit (klasse II volgens norm 3011/3381);

    • de markeringen bestaan uit diagonale rood-witte vlakken met een lengte per vlak van 141 mm. Een markering bestaat uit 5 vlakken met een totale lengte van 705 mm.

  • 2.

    Op de containers dient de naam van de eigenaar en diens telefoonnummer te zijn vermeld.

D. Steigers

Zie ook de nadere regels onder A. Algemeen

  • 1.

    Een steiger mag alleen worden geplaatst ten behoeve van een werk en alleen gedurende de daarvoor strikt noodzakelijke tijd.

  • 2.

    Het plaatsen en ophalen van de steiger moet zodanig gebeuren dat het verkeer, omwonenden en de hulpdiensten hiervan zo weinig mogelijk hinder ondervinden.

  • 3.

    De steiger moet op ooghoogte aan weerszijden zijn voorzien van waarschuwingsknipperlichten, die gedurende de periode van zonsondergang tot zonsopgang en overdag bij slecht zicht (minder dan 200 meter) in werking zijn.

  • 4.

    Op de steiger moet de naam van de eigenaar dan wel aannemer en zijn adres en telefoonnummer zijn vermeld.

E. Tijdelijke reclame t.b.v. evenementen en seizoensgebonden agrarische produkten van eigen teelt

Zie ook de nadere regels onder A. Algemeen

  • 1.

    Tijdelijke reclameborden mogen niet hoger zijn dan 1,00 meter en niet breder zijn dan 0.60 meter, inclusief bijbehorende constructie-onderdelen.

  • 2.

    Tijdelijke reclameborden mogen geen gelijkenis vertonen met RVV-verkeersborden en mogen de verkeersdeelnemer niet afleiden van de RVV-verkeersborden.

  • 3.

    Tijdelijke reclameborden mogen niet zijn voorzien van verlichting of reflecterend materiaal.

  • 4.

    Tijdelijke reclameborden moeten minimaal 20 meter vanaf de kruising van een of meer wegen worden geplaatst, mogen het uitzicht niet belemmeren en mogen overigens de verkeersveiligheid niet in gevaar brengen.

E.a. Tijdelijke reclame t.b.v. evenementen

  • 5.

    Het is toegestaan voor commerciële en niet-commerciële evenementen die plaatsvinden in de gemeente Voerendaal en in overige Parkstadgemeenten tijdelijke reclame te maken.

  • 6.

    Het is toegestaan voor niet-commerciële evenementen die niet in de gemeente Voerendaal en niet in overige Parkstadgemeenten plaatsvinden tijdelijke reclame te maken.

  • 7.

    Tijdelijke reclameborden mogen niet eerder dan twee weken voorafgaande aan het evenement worden geplaatst;

  • 8.

    Tijdelijke reclameborden moeten uiterlijk 3 dagen na het plaatsvinden van het evenement worden verwijderd.

E.b. Tijdelijke reclame t.b.v. seizoensgebonden agrarische produkten van eigen teelt

  • 9.

    Vóór het perceel vanaf waar de verkoop plaatsvindt, mag aan de weg aan de zijde van dat perceel binnen de breedte van het perceel maximaal 1 tijdelijke reclame-uiting voor alle in dat seizoen te verkopen seizoensgebonden produkten worden geplaatst.

  • 10.

    Op afstand van de tot dezelfde onderneming behorende percelen, vanaf waar de verkoop van de seizoensgebonden produkten plaatsvindt én op afstand van andere percelen, vanaf waar de verkoop van kennelijk van diezelfde onderneming afkomstige seizoensgebonden produkten plaatsvindt tezamen, mogen maximaal totaal 2 tijdelijke reclame-uitingen voor alle in dat seizoen te verkopen seizoensgebonden produkten worden geplaatst.

  • 11.

    Tijdelijke reclame-uitingen op afstand mogen worden geplaatst in de berm naast de rijbaan, niet zijnde de middenberm en niet direct grenzend aan of overstekend boven de rijbaan en mogen overigens de verkeersveiligheid niet in gevaar brengen.

  • 12.

    Tijdelijke reclame-uitingen voor seizoensgebonden produkten mogen gedurende een termijn van maximaal 3 maanden en uiterlijk tot en met de laatste dag van verkoop van de in dat seizoen te verkopen seizoensgebonden produkten worden geplaatst.