Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening Handhaving Wet werk en bijstand

Geldend van 01-01-2004 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening Handhaving Wet werk en bijstand

De raad van de gemeente Voerendaal, gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 16-2-2004; gehoord de Raadscommissie Samenleving d.d. 18-3-2004; gelet op artikel 8a van de Wet werk en bijstand; BESLUIT: vast te stellen:

de Verordening “Handhaving Wet werk en bijstand”.

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. de wet: de Wet werk en bijstand (Stb. 2003, 375);

b. bijstand: algemene en bijzondere bijstand;

c. algemene bijstand de bijstand ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan;

d. bijzondere bijstand de bijstand bedoeld in artikel 35, eerste lid, alsmede artikel 12 van de Wet werk en bijstand;

e. handhaving alle activiteiten gericht op de naleving van wet- en regelgeving;

f. college het college van burgemeester en wethouders van de gemeente.

Artikel 2 Algemeen

Het college draagt in het kader van de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand, zorg voor het opstellen van een handhavingsplan.

Artikel 3 Handhavingsplan

In het in artikel 2 genoemde handhavingsplan komt op zijn minst tot uitdrukking;

-een gemeentelijke visie op handhaving;

-aanpak fraudepreventie;

-aanpak frauderepressie.

Artikel 4 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: de Verordening handhaving Wet werk en bijstand 2004.

Artikel 5 Inwerkingtreding

De Verordening handhaving Wet werk en bijstand 2004 treedt in werking met ingang van 1 januari 2004,

Ondertekening

Aldus besloten door de raad der gemeente Voerendaal in zijn openbare vergadering van 5 april 2004. De Voorzitter, De Griffier,

Nota-toelichting

Algemene toelichting

De verplichting om in het kader van het financiële beheer bij verordening regels op te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand is op het laatste moment, via amendering, alsnog in de Wet werk en bijstand opgenomen.

Afgezien van de korte bepaling van artikel 8a van de Wet werk en bijstand, zijn er geen nadere aanduidingen over wat nu precies in die verordening moet worden geregeld. De reden voor het indien van het amendement was de wens om het onderwerp handhaving van de WWB door de verplichte fraudeverordening onder de aandacht van de raadsleden te houden. Algemeen doel is dus een bewustwording van de gemeenteraden van handhaving in het algemeen en fraudebestrijding in het bijzonder.

In het kader van het zoveel mogelijk omklappen van oud naar nieuw beleid ligt het voor de hand het bestaande handhavingsplan als uitgangspunt te nemen voor het redigeren van voornoemde verordening. In het handhavingsplan is immers weergegeven hoe de gemeente denkt zo goed mogelijk vorm te kunnen geven aan handhaving van de bestaande wet- en regelgeving. Deze verordening vormt in dit verband het kader, terwijl het bijgevoegde handhavingsplan, de vanuit de verordening aan het college opgedragen nadere uitwerking behelst.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 2. Hoewel de wettelijke bepaling meer gericht lijkt op fraudebestrijding-sec is in deze toch gekozen voor het ruimere begrip handhaving. Fraudebestrijding roept teveel het beeld op van repressie en genoegdoening, terwijl handhaving meer uit gaat van het bevorderen van de spontane naleving van de wet- en regelgeving. Naast repressie is in deze optiek preventie onontbeerlijk. Het is immers altijd beter om fraude te voorkomen.

Artikel 3. Om het belang van een goede handhaving te onderstrepen, is in dit artikel aangegeven welke onderwerpen in een gemeentelijk handhavingsplan op zijn minst aan bod moeten komen

Artikel 4. Dit artikel betreft de titulatuur van de verordening.

Artikel 5. In dit artikel is aangegeven wanneer de verordening in werking treedt