Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op de rekenkamercommissie 

Geldend van 01-01-2006 t/m 31-12-2023

2005/ 7/ 8

=======================================

Verordening op de rekenkamercommissie

=======================================

de raad van de gemeente Voerendaal;

gelet op artikel 81 o van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze wet wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Gemeentewet

  • b.

    commissie: rekenkamercommissie

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders

  • e.

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Voerendaal

  • f.

    bestuurscommissie: de bestuurscommissie facilitering gemeentelijke en regionale rekenkamercommissies van Parkstad Limburg.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De commissie bestaat uit 4 leden.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt de leden van de commissie die geen lid mogen zijn van de raad of een commissie van advies van de gemeente Voerendaal. De leden zijn alle externe leden.

  • 2. De leden van de commissie worden voor een periode van zes jaar aangewezen.

  • 3. De commissie benoemt de voorzitter alsmede de eerste en tweede plaatsvervangend voorzitter. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en het secretariaat.

Artikel 4 Eed/belofte

Ten aanzien van de externe leden is artikel 81 g van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden en plaatsvervangende leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het commissielidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 3. De externe leden van de commissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de commissie

  • 1. De externe leden ontvangen een vergoeding van € 80,- per vergaderuur voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie. Dit bedrag is inclusief onkostenvergoeding.

  • 2. De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de commissie.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

  • 1. De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de commissie.

  • 2. De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

  • 5. De commissie kan voor een aantal onderwerpen een beroep doen op de bestuurscommissie.

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast en stemt hierover af met de bestuurscommissie.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad gestuurd.

  • 3. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht, in afstemming met de bestuurscommissie, de raad in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10a Werkwijze/inhoudelijk

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet, in afstemming met de bestuurscommissie.

  • 2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. De uitvoering van het onderzoek vindt plaats in afstemming met de bestuurscommissie, met inachtneming van het beschikbare budget en de daarop gebaseerde planning.

  • 8. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van de betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 10b Werkwijze/procedureel

  • 1. De leden van de commissie maken openbaar welke andere functies dan hun lidmaatschap van de commissie zij vervullen.

    Openbaarmaking geschied door ter inzagelegging van een opgave van de bedoelde functies op het gemeentehuis.

  • 2. Een lid van de commissie is niet tevens burgemeester van, dan wel werkzaam als secretaris, griffier of ambtenaar bij de gemeente voor welke de rekenkamercommissie functioneert.

  • 3. Voor het bepalen van wat voor de leden van de commissie als verboden handelingen moet worden aangemerkt, is artikel 15 lid 1 Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 4. Voor het houden van een stemming is het bepaalde in de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Wanneer de stemmen staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend. Artikel 28 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing voor de bepaling wanneer het voor een lid van de commissie is verboden om te stemmen.

Artikel 11 Budget

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken. Dit budget wordt overgeheveld naar de bestuurscommissie, waar bindende afspraken worden gemaakt over de wijze waarop en de mate waarin alsmede voor welk doel het beschikbare budget wordt aangewend.

  • 2. Ten laste van in het voorgaande lid bedoelde, naar de bestuurscommissie overgehevelde, budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen van de externe leden;

    • b.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • c.

      externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 01-01-2006

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie”.

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOERENDAAL,

De griffier, de voorzitter