Regeling vervallen per 22-11-2012

Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen (adressen)

Geldend van 15-07-2004 t/m 21-11-2012

Intitulé

Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen (adressen)

De raad van de gemeente Voerendaal;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 10 mei 2004;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende:

Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen (adressen)

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.college: het college van burgemeester en wethouders;

b.openbare ruimte: alle voor het openbaar rijverkeer of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen, bruggen, viaducten, knooppunten of daarmee vergelijkbare plaatsen of constructies en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouwwerken die daar deel van uitmaken;

c. woonplaats: een door het college aangewezen gebied waaraan een woonplaatsnaam is toegekend;

d.bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren;

e. gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

f. complex: een afgebakend samengesteld geheel van gebouwen en bouwwerken (industriecomplex, complex met vakantiehuisjes, kazernecomplex, agrarisch complex, jachthavencomplex, etc.);

g.afgebakend terrein: een terrein met afsluitbare toegang, waarop zich geen bouwwerken bevinden;

h.ligplaats: een deel van het openbare water dat is bestemd voor het permanent afmeren van een

(woon)schip of een woonark;

i. standplaats: een kavel, die is bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop

(nuts)voorzieningen aanwezig zijn;

j. nummer: een nummer dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter of cijfer, of combinatie van letters en cijfers;

k.object: een gebouw, complex, afgebakend terrein, ligplaats of standplaats;

l. rechthebbende: eenieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht de beschikking heeft over een onroerende zaak, alsmede de beheerder;

m.uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen van technische en administratieve aard.

Artikel 2 - Naamgeving van woonplaatsen en van delen van de openbare ruimte

1.Het college stelt voor het totale grondgebied van de gemeente ten minste een woonplaats vast en kan een woonplaats in wijken of buurten verdelen, zonodig daaraan namen, letters of nummers toekennen.

2.Het college kent voor het totale grondgebied van de gemeente namen toe aan te onderscheiden delen van de openbare ruimte en zonodig aan bouwwerken.

3.Onder vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de vaststelling, verdeling en toekenning.

Artikel 3 - Nummering van objecten

1.Het college kan aan een object of een te onderscheiden deel daarvan een nummer toekennen.

2.Aan een object dat een nummer heeft gekregen, moet het nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.

3.Onder toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de toekenning.

Artikel 4 - Namen en nummers aanbrengen

1.De door het college aan delen van de openbare ruimte toegekende namen worden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

2.Het is eenieder verboden op eigen initiatief naam- of nummerborden aan te brengen.

Artikel 5 - Gedoogplicht naamborden

1.Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met straatnamen en verwijsborden aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

2.De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat de in het eerste lid genoemde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6 - Nummerborden aanbrengen

1.De rechthebbende is verplicht het nummer, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het college aan te brengen.

2.Tenzij door het college anders is besloten, is de rechthebbende van een object verplicht het in het eerste lid genoemde nummer, alsmede daarmee verband houdende verwijs- en verzamelborden aan te brengen op een wijze zoals krachtens artikel 7 is bepaald.

3.Indien een object nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na voltooiing aangebracht.

4.Het college kan de in het eerste en derde lid genoemde termijn verlengen.

Artikel 7 - Uitvoeringsvoorschriften

Het college is bevoegd nadere uitvoeringsvoorschriften te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 8 - Strafbepaling

1.Overtreding van artikel 4, tweede lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in artikel 5 en 6, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

2.Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze regeling is belast de Afdeling

Vergunning en Handhaving.

Artikel 9 - Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van publicatie.

Artikel 10 - Vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervallen de volgende gemeentelijke regels en voorschriften voor het benoemen van delen van de openbare ruimte en het nummeren van de daaraan liggende objecten: Verordening op de huisnummering.

Artikel 11 - Overgangsbepalingen

1.Namen en nummers die op grond van de in artikel 10 genoemde regels en voorschriften aan delen van de openbare ruimte en objecten zijn toegekend, blijven na het in werking treden van deze verordening bestaan.

2.Het college kan in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door haar te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

3.Bij het wijzigen van een naam of nummer, als bedoeld in het tweede lid, zullen zowel de oude en de nieuwe naam als het oude en het nieuwe nummer gedurende een jaar mogen worden gebruikt op de wijze die bepaald is in de uitvoeringsvoorschriften, bedoeld in artikel 7, eerste lid.

Artikel 12 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening naamgeving en nummering (adressen)”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 24 mei 2004.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOERENDAAL,
de griffier, de voorzitter,