Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2011

Geldend van 30-12-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2011

De raad van de gemeente Voerendaal;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 december 2010;

gelet op artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

besluit:

vast te stellen de:

"Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2011".

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’ gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruikmaakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikmaakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Reductie heffing medisch afval

  • 1. De belastingplichtige als bedoeld in artikel 2 komt in aanmerking voor vermindering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, leden 2, 3 en 4 van de in artikel 3 bedoelde tarieventabel, indien de belastingplichtige als gevolg van chronische ziekte of handicap dan wel chronische ziekte of handicap van personen die behoren tot zijn of haar huishouden, extra afval moeten aanbieden aan de gemeentelijke inzameldienst.

  • 2. De belastingplichtige die in aanmerking wil komen voor vermindering op grond van het eerste lid, dient een daartoe strekkend verzoek in te dienen bij de heffingsambtenaar. Bij dit verzoek dient een schriftelijke verklaring van de huisarts of medisch specialist te worden overgelegd, waaruit blijkt dat als gevolg van een chronische ziekte of handicap extra afval wordt aangeboden.

  • 3. Voor de belastingplichtige die voldoet aan het gestelde onder de leden 1 en 2, geldt dat de hier bedoelde vermindering 60 % bedraagt van de totaal verschuldigde belasting als gevolg van het aantal aangeboden ledigingen, met een maximum van € 30,00 per belastingtijdvak.

  • 4. De berekening van de vermindering als bedoeld in het eerste lid vindt plaats na afloop van het betreffende belastingjaar.

  • 5. Er wordt slechts één vermindering per huishouden verleend.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, tweede, derde en vierde lid van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan een half kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 eerste lid, van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, eerste lid, van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting bedoeld in hoofdstuk 1, eerste lid van de tarieventabel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5.

    Belastingbedragen als bedoeld in hoofdstuk 1 eerste lid van de tarieventabel van minder dan € 10,00 worden niet geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

  • 6.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, tweede, derde, vierde en vijfde lid en de belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen met betrekking tot de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, eerste lid, van de tarieventabel worden betaald in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt dat, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen “afvalstoffenheffing” of andere heffingen minder is dan € 3.500,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in twaalf gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de

    volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, indien het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen minder is dan € 50,00.

  • 4.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de aanslagen bedoeld in hoofdstuk 1, tweede, derde, vierde en vijfde lid van de tarieventabel worden betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 5.

    In afwijking van artikel 9 eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel bij aanvang van de dienstverlening worden voldaan.

  • 6.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde

    termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening afvalstoffenheffing 2010", vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Het “Besluit beleidsregels reductie afvalstoffenheffing medisch afval 2010”, vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat het van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2011".

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE “VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2011”

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

  • 1.

    De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 147,12

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het voorgaande lid bedraagt de belasting per lediging van:

    • a.

      een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 140 liter € 3,40

    • b.

      een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud

      van 240 liter € 4,60

    • c.

      een mini-container, bestemd voor restafval met een inhoud

      van 140 liter € 3,40

    • d.

      een mini-container, bestemd voor restafval met een inhoudvan 240 liter € 4,60

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting

    voor percelen die voor de afvalverwijdering zijn aangewezen op het

    ondergrondse inzamelsysteem per aanbieding € 1,00

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting per aanbieding van een gekenmerkte vuilniszak € 1,00

  • 5.

    Onverminderd het bepaalde in de leden 1 t/m 4 bedraagt het tarief:

    • a.

      voor het in gebruik hebben van een extra container per container € 10,00 per jaar

    • b.

      voor het op aanvraag omwisselen van één of meer containers, per keer € 25,00

    • c.

      voor het op aanvraag leveren van één of meer extra containers,

      per keer € 25,00

      • 6.

        In afwijking van het bepaalde in het vijfde lid, onderdelen b. en c. kan:

    • a.

      een nieuw ingezetene van de gemeente, die als belastingplichtige

      wordt aangemerkt, gedurende een periode van zes maanden

      nadat de belastingplicht is ontstaan, kosteloos éénmaal van

      containervolume wisselen;

    • b.

      de belastingplichtige, die binnen de gemeente verhuist

      gedurende een periode van zes maanden nadat de verhuizing

      heeft plaatsgevonden, kosteloos éénmaal van containervolume

      wisselen.

Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

1. Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van de volgende (grove) huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

a.

Papier en karton

Gratis

b.

Glas

Gratis

c.

Tuinafval

Gratis

d.

Klein chemisch afval

Gratis

e.

Metaal

Gratis

f.

Textiel

Gratis

g.

Kringloopgoederen

Gratis

h.

Koel- en vriesmeubelen

Gratis

i.

Asbesthoudend afval

Gratis

j.

Auto- of motorband zonder velg

Gratis

2. Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van de volgende (grove) huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

a.

Grof huisvuil

b.

GFT-afval

c.

Hout kwaliteit A,B,C

d.

Gasflessen en –tanks

e.

Restafval, per 40 liter of per zak

€ 1,00

f.

Auto- of motorband met velg, per stuk

€ 1,60

g.

Bestelwagenband, per stuk

€ 3,50

h.

Vrachtwagenband, per stuk

€ 15,00

i.

Tractorband, per stuk

€ 22,00

j.

Schone grond, per m3

€ 20,00

k.

Vervuilde grond, per m3

€ 90,00

l.

Schoon puin, per m3

€ 20,00

m.

Vervuild puin, per m3

€ 90,00

3. De belasting als genoemd onder lid 2, wordt vermeerderd met het volgende tarief per bezoek aan het milieupark:

a.

Het 1e tot en met het 6e bezoek aan het milieupark

€ 0,00

b.

Het 7e tot en met het 12e bezoek aan het milieupark

€ 10,00

c.

vanaf het 13e bezoek aan het milieupark

€ 30,00

4. Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het van gemeentewege ophalen van grove huishoudelijke afvalstoffen en houtafval aan huis:

a.

Per keer

€ 20,00

Hoofdstuk 3 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze tarieventabel treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van haar bekendmaking;

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 december 2010
DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOERENDAAL VOORNOEMD,
de griffier, de voorzitter,