Regeling vervallen per 05-06-2014

Verordening op de vertrouwenscommissie regelende de taak, samenstelling en werkwijze van de vertrouwenscommissie, alsmede de geheimhouding

Geldend van 30-04-2008 t/m 04-06-2014

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie regelende de taak, samenstelling en werkwijze van de vertrouwenscommissie, alsmede de geheimhouding

De raad van de gemeente Voerendaal,

Gelet op de artikelen 61, 61c en 82 van de Gemeentewet, artikel 15 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 en de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 4 november 2005, kenmerk 2005-278431, inzake de procedureregels benoeming burgemeester;

besluit:

  • 1.

    In te stellen een vertrouwenscommissie ten behoeve van de vervulling van de vacature burgemeester;

  • 2.

    Vast te stellen de verordening op de vertrouwenscommissie regelende de taak, samenstelling en werkwijze van de vertrouwenscommissie, alsmede de geheimhouding;

  • 3.

    De commissaris van de Koningin in de provincie Limburg van de besluiten onder 1 en 2 in kennis te stellen door toezending daarvan.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    De minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b.

    De commissaris: de commissaris van de Koningin;

  • c.

    De commissie: de vertrouwenscommissie.

Artikel 2 Taak en werkwijze van de commissie

  • 1. De commissie heeft tot taak een door de commissaris aangereikte selectie van kandidaten te beoordelen;

  • 2. De commissie brengt over haar bevindingen schriftelijk verslag uit aan de commissaris en de raad;

  • 3. Het verslag aan de raad wordt voorzien van een conceptaanbeveling van twee personen;

  • 4. Indien geen raadplegend referendum wordt gehouden, geeft de commissie in haar verslag tevens een beredeneerde volgorde van de kandidaten aan;

  • 5. De commissie brengt haar in lid 2 bedoelde verslag uit op basis van de door de commissaris verstrekte informatie over de kandidaten en op basis van de informatie ontleend aan de gesprekken met de door haar ontvangen kandidaten, zulks na weging van een en ander;

  • 6. De commissie verschaft zich door tussenkomst van de commissaris de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten;

  • 7. Bij haar werkzaamheden neemt de commissie het gestelde in de circulaire van de minister van 4 november 2005 in acht.

Artikel 3 Geheimhouding

  • 1.

    De leden van de commissie hebben op grond van artikel 61c Gemeentewet volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen als lid van de commissie ter kennis is gekomen;

  • 2.

    De geheimhoudingsplicht geldt ook ten opzichte van raadsleden die geen lid van de commissie zijn of lid van de commissie zijn geweest;

  • 3.

    Deze geheimhoudingsplicht geldt zowel tijdens het bestaan van de commissie als na ontbinding van de commissie;

  • 4.

    Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op diegene die met de ambtelijke bijstand van de commissie is belast en de adviseur van de commissie;

  • 5.

    De geheimhouding brengt met zich mee dat door de commissie, anders dan door tussenkomst van de commissaris, geen inlichtingen -schriftelijk of mondeling- kunnen worden ingewonnen over de kandidaten en dat overleg met derden is uitgesloten.

Artikel 4 Verslag

  • 1.

    Het verslag aan de raad en de commissaris, bedoeld in artikel 2, wordt bij meerderheid van stemmen vastgesteld;

  • 2.

    In dit verslag kunnen leden van de commissie van minderheidsstandpunten blijk geven;

  • 3.

    Bij staking van stemmen over dit uit te brengen verslag, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering;

  • 4.

    Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden in het verslag de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis van de commissaris en de raad gebracht.

Artikel 5 Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit 5 leden, te benoemen door en uit de raad;

  • 2. Plaatsvervangende leden worden niet benoemd;

  • 3. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter;

  • 4. Aan de commissie wordt vanuit het college een wethouder of de gemeentesecretaris als adviseur toegevoegd. De adviseur is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

Artikel 6 Ambtelijke ondersteuning

  • 1. De vertrouwenscommissie laat zich bijstaan door de raadsgriffier;

  • 2. De griffier is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

Artikel 7 Vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten;

  • 2. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee leden dit noodzakelijk achten;

  • 3. De voorzitter doet van elke vergadering ten minste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie.

Artikel 8 Contactpersonen

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten;

  • 2. Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-adres van de voorzitter en aldaar bewaard;

  • 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de voorzitter en de griffie ondertekend en vanaf het privé-adres van de voorzitter verzonden.

Artikel 9 Gesprekken met kandidaten

  • 1. De voorzitter en/of de griffier nodigt, in overleg met de commissie, de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie;

  • 2. De plaats en het tijdstip van een gesprek worden zodanig gekozen dat wordt voorkomen dat de kandidaten hierdoor aan anderen bekend raken of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen.

Artikel 10 Ontbinding commissie

De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgend op die waarop aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat in de vacature van burgemeester is voorzien.

Artikel 11 Archivering van stukken

  • 1.

    De voorzitter en de griffier dragen er zorg voor dat op het in artikel 10 bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als ‘geheim’ worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel;

  • 2.

    Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3.

    Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire van de minister van 4 november 2005

niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad d.d. 22 april 2008
de griffier, de plvv. voorzitter,